Inhoud
Het boek gaat over Sonia, die met haar man Julien en twee kinderen leeft in een appartement in Parijs. Zij is vertaalster, hij is architect. Ze leidt daar een erg beschermd leven, waarin ze vele gedachten naar haar hand zet. Zo heeft ze twee lijsten opgesteld; eentje met dingen die niet bestaan, maar waarin ze wel gelooft, en eentje met dingen die wel bestaan maar waar ze niet in gelooft.
Haar leven ziet er dus tamelijk rooskleurig uit, tot ze te maken krijgt met meneer Dupontier. Hij woonde eerst met zijn vrouw en hond in hetzelfde appartementengebouw als Sonia, maar eerst is zijn hond, vervolgens zijn vrouw en als laatste zijn zoon gestorven. Zijn schoondochter heeft de conciërge van het gebouw, Simone, de opdracht gegeven om hem te verzorgen, dat wil zeggen twee schamele maaltijden per dag te brengen. Sonia had vanaf het begin al wel een goede band met Simone, dat wil zeggen, Simone was een van de personen die haar goedkeuring hadden. Echter, de broer van Simone, met de bijnaam Simono, is bij haar in komen wonen. Simono ziet eruit als een vies vet varken, en zo gedraagt hij zich ook. Op een keer was hij op de binnenplaats van het appartementencomplex schietoefeningen aan het doen, en Sonia vroeg hem daarmee op te houden omdat ze het gevaarlijk vond voor haar kinderen. Simono reageerde hier zeer verontwaardigd op, en vond Sonia alleen maar een dom maar lekker wijf.
Maar om even terug te komen op meneer Dupontier; hij was dus nu een eenzame weduwenaar, die zichzelf niet meer goed verzorgde, hij maakte zijn huis niet meer schoon en kookte niet. Op een gegeven moment belde hij aan bij Sonia, en vroeg om wat te eten. Ze gaf hem een aangebroken pak crackers. Dit begon een ritueel te worden, Dupontier belde iedere dag, soms meerdere malen op een dag, aan om wat lekkers te vragen. Sonia gaf hem niks anders dan oude restjes, dit om hem niet te afhankelijk te maken. Op een dag echter, had ze nog eten over van het feest van de vorige avond, en toen meneer Dupontier weer kwam, schotelde ze hem een heerlijke maaltijd vol vitamine voor; couscous met groenten en vlees. De volgende dag, zag Sonia tot haar ontsteltenis een brief hangen op de deur van meneer Dupontier: HET IS DE BEWONERS VAN DIT PAND VERBODEN OM MENEER DUPONTIER TE VOEDEREN. Zeer verontwaardigd stapte ze naar de conciërges toe. Sonia echter zei dat het niet haar schuld was, maar dat ze opdracht had gekregen van de schoondochter van hem. Woedend belde Sonia naar haar, maar door haar ijzigheid liet ze zich met een kluitje het riet insturen. Een aantal dagen later, hoorde Sonia meneer Dupontier op de deur bonken en kermen; Simone en Simono hebben hem opgesloten. Samen met haar man belt ze dan de politie, die hem komen bevrijdden. Later sluiten ze hem nog een keer op, en weer bellen Sonia en Julien de politie. Deze nemen meneer Dupontier mee naar een het ziekenhuis voor onderzoek, en Simone en Simono mee naar het politiebureau voor verhoor. Sonia merkt dat ze sinds Simono er was, in spanning heeft geleed, en is blij dat het nu voorbij is. Dat denkt ze, want doordat Simono contacten heeft met de politie, komen hij en Simone weer op vrije voeten, en worden weer conciërges van het gebouw. Drie maanden na hun terugkomst verhuist Sonia met haar kinderen en haar man.
Eerste reactie en (eind)oordeel
Nu ik de samenvatting van het verhaal nog eens nalees, lijkt het een saai verhaal te zijn. Het tegendeel is echter waar, de schrijfstijl is erg aansprekend en leuk, en ook de gedachten en bevindingen van Sonia zijn leuk om te lezen. Ik had meteen de smaakt te pakken na de eerste bladzijdes, ik heb het boek dan ook in twee dagen uitgelezen. In het begin dacht ik wel `waar gaat het in hemelsnaam over´, daarna heb ik me erbij neergelegd dat het eigenlijk nergens over gaat, naja, dat is eigenlijk ook weer niet waar, het gaat wel ergens over, maar het wordt allemaal zo luchtig en vrolijk gebracht, dat je eigenlijk niet echt in de gaten hebt dat het over toch best wel lastige onderwerpen gaat.
Wat ik erg mooi vond, was dat Sonia op een gegeven moment iedereen aan het indelen was bij goed of slecht. Ze wist bij zichzelf niet waar ze zich in moest delen, want als ze meneer Dupontier eten gaf was ze in wezen goed, maar omdat het haar eigenlijk ook ging om het kwijtraken van oude restjes, was het weer slecht. Dat waren de dingen die ik erg leuk vond uit het boek.
Kortom, ik vond het een erg leuk boek, en zou het zeker ook aanraden aan medeleerlingen om het te lezen!
Thema
Het thema van dit boek is volgens mij naastenliefde, en de strijd tegen het kwaad. Nou klinkt dat wel heel zwaar, meer het wordt luchtig gebracht.
De naastenliefde die Sonia heeft voor meneer Dupontier, en de strijd tegen ´het kwaad´ zoals de schoondochter van Dupontier en Simono.
Personen
Sonia
Sonia is de hoofdpersoon van het verhaal, de vrouw die medelijden toont met meneer Dupontier, maar die er ook haar eigen gedachten op nahoudt.
“Un matin d’oisiveté j’ai, dans l’espoir de me soigner, dressé la liste des choses qui n’existent pas et auxquelles je crois, suivie de celles qui existent et auxquelles je ne crois pas. Le résultat m’a effrayé. Dans la collone CHOSES QUI EXISTENT EN AUXQUELLES JE NE CROIS PAS, il y avait, par exemple, les ex. Bien joué. me suis-je dit. Voilà une mère de fammille qui s’assume.” (blz.98)
“Toen ik op een ochtend niets te doen had, heb ik uit zorg voor mijn gezondheid een lijst opgesteld met dingen die niet bestaan en waarin ik geloof, gevolgd door dingen die wel bestaan en waarin ik niet geloof. Ik ben geschrokken van het resultaat. In de kolom DE DINGEN DIE BESTAAN EN WAARIN IK NIET GELOOF, stond bijvoorbeeld seks. Die zit, zei ik tegen mezelf. Ziehier een moeder van een gezin die zichzelf accepteert zoals ze is.”
“J´avoue entrenir des rapports conflictueles avec la réalité. La plupart de temps, ce qui m´est servie chaque matin au reveil – je veux parler du monde, du ciel, des bruits de la ville – ne me convainc pas. Je passé une bonne partie des mes journées à scruter je ne sais quel point de la perspective terreste à la recherche d´un prevue qu´il y a autre chose, que l´on s´est trompé sur toute la ligne. Je me tiens prete à accuilleur la moindre découverte. Annoncez-moi que la Terre n´est finalement pas si ronde que ca et je vous offre un abbonemt d´un an à la ¨pattiserie de votre choix. J´attends, en vérité, la confirmation de mes intuitions: il est impossible que nous sachions tout; du coup, l´essential nous manqué et c´est pour ca qu´il est si difficile de se lever de matin. À quoi bon puisque tout est faux, incomplete, illusoire. Donnez-moi trios Vénusiens, une fleur carnivore capable de dévorez un buffle, un centre nerveux du vol libre dans le cerveaux de l´hippopotame et je me couche heureuse. Tout ce chaos autour de moi, ce désordre, cette absurdité, et je devrais faire semblant de croire à ce qu´on me raconte…” (blz. 28)
“Ik geef toe dat ik op gespannen voet leef met de werkelijkheid. Wat me iedere morgen bij het wakker worden – ik bedoel de wereld, de lucht de geluiden van de stad – voorgeschoteld wordt, vind ik onvoldoende als echte werkelijkheid. Een groot deel van mijn dagen breng ik door met wroeten en ik weet niet welk deel van de aardse dimensie, op zoek naar aanwijzingen, een nieuwigheid, een bewijs dat er nog iets anders is, dat men zich over de hele lijn vergist heeft. Ik sta open voor de meest onbeduidende ontdekking. Laat me weten dat de aarde uiteindelijk niet zo rond is als ze zeggen en u mag van mij een jaar lang gratis inkopen doen bij de banketbakker van uw keuze. Ik wacht in feite op de bevestiging van mijn intuitie: we kunnen onmogelijk alles weten; bijgevolg missen we het essentiele en daarom is het zo moeilijk ´s ochtends op te staan. Waartoe dient het, want niets is wat het lijkt. Geef mij drie Venusmannetjes, een vleesetende bloem die in staat is een buffel te verslinden, een zenuwcentrum voor de vrije val in de hersens van een nijlpaard en ik ga gelukkig naar bed. Heel die chaos om me heen, die puinhoop, die ongerijmdheid, en ik zou net moeten doen of ik alles geloof wat ze me vertellen...”
Van haar gevoelens kom je niet heel veel te weten, behalve dan dat ze doodsangsten uitstaat voor de politie, en eigenlijk zelf ook niet weet waarom. Ze komt zeker over als een sympathieke vrouw, iemand met hart voor haar medemens, en iemand die veel geeft om haar man en kinderen. Door haar hierboven al beschreven gedachten lijkt ze soms wel een beetje raar te zijn.
Julien
Julien is de man van Sonia. Je komt niet veel over hem te weten.
Simone
Simone is de vrouwelijke conciërge van het gebouw. Ze is wel aardig, maar onderdanig, en ze laat zich na de komst van Simono complet door hem inpakken, en doet dan alles wat hij zegt.
Simono
Broer van Simone. Vervelende aso-vent, die zichzelf erg goed vind en voorderest om niemand geeft.
Meneer Dupontier
Weduwenaar en medebewoner van het appartementencomplex. Een beetje een zielig geval.
In hoeverre is dit boek typisch Frans?
Ik vind dit boek niet typisch Frans, de enige plek die in het verhaal beschreven worden zijn het appartementencomplex en de boulevard, en daarover worden zo weinig details verteld dat ze waar dan ook konden staan. Ook de gewoonten zijn geenszins Frans. Het enige wat er wel op zou kunnen wijzen, is het feit dat meneer Dupontier soms afgedankte stokbroden als eten krijgt.
REACTIES
1 seconde geleden