Titel: De dood wil mij niet
Auteur: Yolande Mukagasana
Uitgever: element Uitgevens – Naarden-Vesting
Jaar van uitgave: 1998
Wat verwachtte ik van dit boek?
Het was pauze, en ik dacht: “Moet eigenlijk nog een boek lezen voor ckv”. Dus ik loop naar de bibliotheek en begin wat in de rekken te snuffelen. Stuit ik plots op dit boek. Lees de achterzijde en ben meteen geïnteresseerd. Maar waarom ben ik geïnteresseerd? Ik zag dat het boek ging over een gebeurtenis waar ik nog niets van af wist. Ik wilde wel eens weten wat er daar in Rwanda gebeurd was. Ik kreeg sterk de indruk dat daar iets gebeurd moest zijn wat veel leek op de jodenmoord tijdens de Tweede Wereldoorlog in de jaren 40. En als er iets is wat mij het meeste fascineert uit de geschiedenis, dan is het wel alles wat met de WOII te maken heeft. Daarover heb ik ook al veel boeken en films gezien zoals bijvoorbeeld ‘Het meisje met rode haren’, ‘Schnitlers list’ en ‘Het dagboek van Anne Frank’.
Wat is mijn mening, totaalindruk en welke gevoelens roept het boek bij mij op?
Eigenlijk kan ik in drie woorden heel duidelijk zeggen wat ik van het boek vond: verwonderend, ontroerend en boeiend. Helaas kom ik er niet zo gemakkelijk van af om hiermee mijn eindoordeel mede te delen. Bovendien zijn dit alleen maar esthetische oordelen. Ik zal mijn woorden wat nader toelichten.
Laten we eens beginnen bij de emotieve argumenten. Yolande Mukagasana heeft de gebeurtenissen heel goed overgebracht door duidelijke beschrijvingen te geven. Ze geeft haar gevoelens bloot en dat maakt het boek alleen maar ontroerender en aangrijpender. Het zorgt er tevens ook voor dat je jezelf meer betrokken voelt bij het verhaal. Je probeert een beeld te vormen van wat zij daar in Rwanda allemaal heeft meegemaakt. Maar ik denk dat iemand die zelf nooit bij deze slachting aanwezig is geweest, kan voelen wat zij heeft gevoeld.
Het boek bevat een realistisch verhaal. Het boek geeft veel informatie en confronteert de lezer met belangrijke cultuurverschillen. Het is een verhaal waarin kritiek op een maatschappelijke wantoestand wordt gegeven. De lezer krijgt een bepaald beeld mee van de auteur. Ik vind het daarom ook een leerzaam boek, want je steekt er veel van op. Ik heb nooit geweten dat er zoiets gruwelijks gebeurd is in Rwanda. Van andere gruwelijke genocide (de massamoorden van Hitler en Stalin), leer je wel heel veel op school. Maar waarom dan ook niet over Rwanda?
Eigenlijk was in dit boek maar een persoon belangrijk, Yolande zelf. Ik vind haar een hele dappere vrouw met veel moed. Ze straalt kracht uit en ik denk dat zij een goed voorbeeld is voor andere vrouwen. Ze citeert aan het eind van het boek: ‘ Ik wil getuigen. Ik veroordeel niemand’. En dit vind ik juist zo knap van haar. Na al het leed wat haar is aangedaan kan ze toch niemand de schuld geven. Ze wil alleen maar dat het een ander niet overkomt, wat haar wel is overkomen. Geen wraak of veroordeling, maar getuigenis. Petje af voor deze vrouw hoor.
Het meest fascinerende en indrukwekkende stuk uit het verhaal was het eind. Het is een onverwacht stuk waarin Yolande te horen krijgt van haar nicht wat er met haar kinderen (Christian, Sandrine en Nadine) is gebeurd. Ze krijgt eindelijk het antwoord op de vraag die haar tijdens de genocide geestelijk het meest getreiterd heeft: Waar waren haar kinderen gebleven? Haar zus Spérancie verteld haar dan het volgende:
“Een machete valt zwaar op de nek van Christian. Zijn hoofd is voor driekwart afgesneden. Christian valt in de greppel. Sandrine wordt op dezelfde manier onthoofd al Christian. Als Nadine aan de rand van de greppel staat, laat ze zich erin vallen voordat ze haar met de machete kunnen doden. En terwijl ander lijken één voor één in de greppel vallen, horen we dat Nadine zich op gedempte toon tot ons richt: ‘Adieu, Spérancie, adieu. Zeg tegen mama als je haar ziet dat we allemaal dood zijn. Zeg dat ze zo ver mogelijk moet vluchten, ergens waar niemand haar zal kunnen doden. Misschien overleeft ze het, of sterft ze van verdriet. Zeg ook tegen haar dat ik bang ben voor de machete, dat ik liever stik. Maar zeg haar dat ik vreselijk bang ben om dood te gaan.‘ ”
Dit laatste stukje heb ik echt met tranen in mijn ogen gelezen van ontroering. Vooral als je die foto erbij houd is het erg pakkend.
Zou ik meer boeken van Yolande willen lezen?
Ik denk dat ik geen keus heb om deze vraag te beantwoorden. Yolande is eigenlijk niet de echte schrijver van het boek, maar de verteller van het verhaal. Ze heeft niet geleerd haar gedachten in boeken neer te leggen. Ze leeft niet bij het geschrevene. Ze leef bij het woord. Na alles wat ze heeft doorgemaakt heeft ze een schrijver leren kennen.Yolande vertelde hem haar verhaal, terwijl deze onbekende schrijver het voor haar opschreef. Het boek is ‘n eenmalig boek van haar en had als doel om te getuigen aan de wereld.
Zou ik een boek met dit genre vaker willen lezen?
Zoals ik bij de verwachting al heb aangegeven ben ik zeer geïnteresseerd in boeken die gaan over massamoorden en genociden. Het is natuurlijk geen vrolijk genre, maar ondanks dat is het toch een genre dat mij erg aangrijpt. Als ik een boek kies, dan gaat mijn voorkeur altijd naar een boek uit met dit genre.
Mijn houding ten opzichte van literatuur is op verschillende punten veranderd:
· Mijn woordenschat is erop vooruit gegaan want ik heb nieuwe woorden leren kennen.
· Ik heb kennis gemaakt met een ander schrijfstijl.
· Ik weet nu beter hoe je duidelijk je gevoelens schriftelijk kunt overbrengen.
· Waarschijnlijk is mijn manier van formuleren erop vooruitgegaan.
· Ik heb een beter beeld van de cultuur in Rwanda.
Rwanda 1994
De een na de ander worden in februari 1994 twee presidenten van tegenover elkaar staande politieke partijen vermoord, en op de avond van 6 april is het de beurt van president Habyarimana. Hij vindt samen met de president van Burundi de dood tijdens een aanval op zijn privé-vliegtuig. Een halfuur later begint de grootste genocide sinds de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 800.000 mensen worden gedood: mannen, vrouwen, kinderen, Tusi’s, of Hutu’s die proberen Tutsi’s te beschermen of soms zelfs omdat ze weigeren ze te vermoorden. Het FPR wint de oorlog en maakt een eind aan de genocide.
Yolande Mukagasana (44) verloor man en kinderen, broer en zus bij de genocide in Rwanda, in april 1994. Nu woont ze in Brussel, werkt als verpleegster in een bejaardenhuis en zorgt voor de drie kinderen van haar broer. Ze schreef een boek, als getuigenis en in plaats van wraak. “Ik, Yolande Mukagasana, ik verklaar ten overstaan van de menselijkheid, dat iedereen die geen kennis wil nemen van de lijdensweg van het Rwandese volk de medeplichtige is van de beulen. De wereld zal afzien van geweldadigheid als zij bereid is zijn behoefte aan geweld te onderzoeken. Ik wil geen afgrijzen en geen medelijden wekken. Ik wil getuigen. Die mannen, waarin een wil van afslachting lag, geven me de eerste kwellingen. Ik haat ze niet en ik veracht ze niet. Ik heb zelfs medelijden met ze.” Ze hoopt dat met haar getuigenis haar verloren waardigheid terug gegeven zal worden.“Ik geloof in God, niet nog steeds, maar weer opnieuw.” Maar van religies moet ze niets meer hebben. Tien dagen lang verborg Yolanda zich in het kastje onder het aanrecht van een vriendin, Emmanuelle. Die was erg rooms-katholiek, een non met de hele wereld als haar klooster. Op elk moment van de dag bad ze, voor haarzelf, voor Yolanda, voor de slachtoffers en voor Rwanda. Maar al dat bidden kwam de vrouw onder de wasbak de neus uit, ze kreeg genoeg van die christelijke godsdienst.
Nu ze weer een beetje hersteld is van wat er allemaal is gebeurd, is het geloof weer bij haar terug gekomen. Ze wil weer verder met haar leven en verklaard: ‘”k wil leven. Ik wil verliefd worden, dan zwanger, een mooi kind baren, een schat waaraan we alles zullen geven, de vader en ik, een parel die zal leven als een vorst. Ik wil leven! En de dood die me niet gewild heeft – nou ja, heeft-ie pech gehad!” Met deze nieuwe kijk op het leven na wat er allemaal is gebeurt, stapt zij door haar nieuwe wereld in België.
Maar wat is er dan gebeurt?
Yolande was een verpleegster en woonde in een dorp in de buurt van Kigali. Ze is getrouwd met Joseph en heeft samen met hem drie moedige kinderen. En juist omdat ze verpleegster is, is ze een zeer vooraanstaande vrouw in het dorp. Op de vooravond van 6 april komt haar broer Népo haar halen om te vluchten voor wat er komen gaat. Maar ze komen op de rand van het dorp een versperring tegen. Daar controleert men mensen op hun afkomst, Hutu of Tutsi. Als je een Tutsi bent, ben je de pineut en is je leven niet meer zeker. Yolande, die een Tutsi is, moet samen met haar gezin terug vluchten, het dorp in. Ze brengen de nacht door in de brousse achter hun huis. Die nacht voorspelt Népo: “ Je gezin zal als weggewaaid meel verdwijnen. Je zult ze allemaal verliezen. En jij, jij bent de enige die zal overleven. Straks zul je alles kwijt zijn, alles, behalve de liefde. Je zult het geloof, de hoop en het vertrouwen verloren hebben. Maar de liefde zal in je blijven.”
De volgende dag horen Yolanda en haar gezin op de radio dat alle mannen, Hutu’s en Tutsi’s, zich moeten melden bij de versperring. Joseph gaat dapper en vol moedigheid naar de versperring, terwijl hij weet dat hij zijn dood tegemoet loopt. Yolanda blijft samen met haar drie kinderen achter. Ze wordt dag en nacht opgejaagd door de Hutu’s, men ziet haar als boegbeeld van de Tutsi’s.
Dagen lang vlucht Yolanda van verstopplek naar verstopplek met haar drie kinderen. Door uithongering verzwakken de vier lichamelijk. En ook aan hun geestelijke vermogen wordt geknaagd: de dood van Joseph op brute wijzen. Uit nood worden de drie kinderen van hun moeder gescheiden. Yolanda komt bij een goedaardige hutu-vrouw terecht, genaamd Emanuelle. Tien dagen lang verblijft ze stijf, verkrampt en in elkaar gedoken onderin de spoelbak van Emannuelle’s keuken. Het verstand laat haar van tijd tot tijd in de steek. Onzuivere gevoelens komen naar buiten en ze leert een nieuwe vijand kennen: zichzelf. Daarnaast is er een vraag die haar treitert en geestelijk leegzuigt: Waar zijn haar kinderen? Na deze tien dagen is Yolande de wanhoop nabij. Tenminste, dat denkt ze. Zichzelf laten vermoorden door een Hutu levert voor haar geen angst meer op. Emanuelle brengt Yolande, uit gevaar voor eigen leven, naar een oude kolonel van het Hutu-leger. Uiteraard heeft Yolande inmiddels een vervalst paspoort gekregen, waarop vermeld staat dat ze een Hutu is. Daar verblijft ze nog enkele dagen en dan chanteert ze de kolonel om haar naar een zeer groot vluchtelingencomplex te brengen, want ze vertrouwt hem niet meer. Uiteraard gaat Emannuelle ook mee naar het kamp. In het complex komt Yolande tot haar grote verbazing haar zus Spérancie tegen. Net als Yolanda is ook Spérancie getuigen van wat er allemaal gebeurd is de afgelopen dagen: afslachtingen, martelingen en verkrachtingen van onschuldige mensen. Maar Spérancie heeft nog iets gezien waar Yolande geen getuige van was: de afslachting van de drie kinderen van Yolande. Vol verdriet verteld ze hoe heldhaftig en moedig de drie kinderen zijn geweest tot op het moment dat ze met de machete onthoofd werden. Na twee dagen word Yolande samen met Emannuelle door FPR soldaten naar een bevrijd gebied gebracht. Hier eindigt haar nachtmerrie.
Tijdens haar betrokkenheid bij de afslachting in Rwanda, heeft zij een duidelijke mening gevormd over de Westerse wereld. Als het ware een beeld gecreëerd over ons hier in het Westen.”Ik zie mijn land al verscheurd door lafhartige, buitenlandse belangen. Ik zie universitaire professoren al dorecen over de genocide in Rwanda. De intellectuele westerse elite zal zich op mijn verwoeste land werpen om er bedrieglijke argumenten uit te putten voor bedrieglijke zaken. Ik haat het Westen. Hoevelen van hen zouden in staat zijn te zeggen wat ik nu, onder mijn spoelbak, bij machte ben te zeggen: vergeef hen want ze weten niet wat ze doen?” En wat ze zegt, daar heeft ze gelijk in. Wij hier in het westen zijn ook één grote groep rijkdom en macht. Maar als het om dit soort zaken gaat, zijn wij niet thuis!
ANALYSE
Stijl
Yolande gebruikt weinig levendige dialogen, ze praat sowieso vrij weinig. Ze vertelt vooral haar gedachten en hoe ze zich voelt. Ze heeft niet echt een bijzondere stijl gebruikt, eigenlijk is het 'gewoon normaal' geschreven, maar wel op zo'n manier dat het een heel aangrijpend verhaal is geworden. Ze geeft duidelijke ruimtebeschrijvingen, want die zijn heel belangrijk in het verhaal. De beschrijvingen maken het verhaal heel levendig.
Volgorde
Het verhaal is chronologisch, ze vertelt het echt van het begin tot het einde. Soms denkt ze terug aan iets dat gezegd is, of iets dat ze meegemaakt heeft, maar over het hele boek gezien zijn er weinig flashbacks. Soms maakt ze een vooruitblik naar de toekomst, hoe het zou zijn. Dit zou een flashforward genoemd kunnen worden, maar het is eigenlijk anders omdat dit verhaal niet verzonnen is, het zijn de gedachten van Yolande.
Tijd
Yolande maakt wel gebruikt van tijdvertraging. Of ze dit bewust heeft gedaan weet ik niet, maar bepaalde gebeurtenissen worden veel uitgebreider vertelt dan andere, ook maakt ze soms kleine tijdsprongen van een paar dagen. Als er in die dagen niets nieuws gebeurde heeft ze er niets over verteld. Soms wekt die tijdvertraging spanning zodat je benieuwd wordt naar de afloop.
Ruimte
Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Eerst in de brousse achter Yolande’s huis, daarna in de ruimte onder de spoelbak van Emmanuelle. Dan gaat ze een nacht naar een kerk en naar het huisje van de kolonel en tenslotte naar het vluchtelingencomplex. Al deze plaatsen zijn wel in de omgeving van de woonplaats van Yolande. Yolande vertelt bijna elke keer hoe de ruimte eruit ziet, zodat je bij wijze van spreken zelf mee kunt kijken met haar. Ze is erg duidelijk in het omschrijven van de ruimte en ook de sfeer, zodat je je een beetje kunt voorstellen hoe ze zich moet voelen.
Perspectief
Het verhaal is een stukje uit de autobiografie van Yolande en daarom is het geschreven in het ik-perspectief, de ik-persoon in Yolande.
Thematiek
Het thema van het boek is moord en misdaad. Het verhaal gaat helemaal over de belevenis van Genocide in Rwanda door Yolande.
De begrippen 'hoop' en 'angst' zijn heel belangrijk, het zijn de abstracte motieven in het boek. Terwijl machetes continu bezig zijn, blijft Yolande hopen dat haar leven en ook die van haar dierbare kinderen, gespaard worden. Tegelijkertijd wordt de angst om juist in leven te blijven ook steeds groter. Op het moment dat bijna alle Tutsi’s zijn vermoord verdwijnt deze angst. Het maakt haar niet meer uit of ze nog gedood wordt of niet. Hierdoor durft ze ook meer risico’s te nemen en creëert ze voor zichzelf meer vrijheid. Voor mij is dit wel een bekend thema, maar de manier waarop dit thema tot uiting komt is voor mij wel nieuw. Ik heb de belevenis vanuit een ik-persoon nog nooit zo intiem meegemaakt. Bovendien heb ik door dit boek een andere kijk gekregen op dit thema. Je ziet de dood vanuit een andere invalshoek. De dood is iets heel normaals en iets waar je aan went.
NORMEN & WAARDEN
Normen en waarden komen duidelijk naar voren in dit boek. Tijdens het doorlopen van het verhaal worden bepaalde waarden ook beïnvloed door een aantal factoren en veranderen daardoor.
Nog voordat de genocide begon had Yolande een eigen kliniek in Kigali. Het was de enige kliniek in de hoofdstad en iedereen die medische hulp nodig had kon er terecht. Yolande had als tweede naam ‘Muganga’, dat wil zeggen ‘dokter’. Met respect en liefde behandelde ze haar patiënten. Iedereen uit de stad was haar altijd dankbaar voor wat ze deed. Maar toen de genocide begon was het al gauw gedaan met de dankbaarheid. De Hutu-extremisten hadden zich tegen de Tutsi’s gekeerd en vele van hen, maar lang niet allemaal, hadden Yolande de rug toegekeerd. Velen hadden maar één doel: haar vermoorden. “ ‘Ik zal haar de borsten afsnijden, zoals Mayimuna zei, zodat ze als verrotte mango’s op de grond vallen.’ Schunnig gelach. Ze zijn bang, ze voelen de behoefte om te lachen, ze zijn bang om te doden. ‘We gaan haar verkrachten. En daarna hak ik haar doormidden, zoals ze in de bijbel ook doen.’ Ik luister welwilend. Ik ben dronken van droefheid. Mijn geluk is uit me gerukt. “ Zoals je uit dit citaat kunt opmaken, hadden vele Hutu’s geen respect meer voor de Tutsi’s.
Er waren uiteraard ook Hutu’s die het leven van Yolande spaarde. Zij waren niet vergeten wat voor goede daden Yolande allemaal had verricht in haar kliniek. Deze Hutu’s hadden zich ook tegen Yolande gekeerd, maar waren niet in staat haar te doden. Mensen die vroeger wel betrouwbaar waren voor Yolande, waren nu niet meer te vertrouwen. Mensen waarmee ze vroeger bevriend was, waren nu haar vijand geworden.
DE RWANDESE CULTUUR
Rwandezen leven dicht bij de natuur. Ze kunnen hele dagen leven van passievruchten en frambozen. Met behulp van kruiden of wortels geneest men elkaar. Rwandezen houden niet van de natuur, maar zijn de natuur. “We kunnen frambozen haastig en stiekem plukken, we kunnen met onze blote handen een haas vangen, we kunnen strikken maken van lianen of bananenvezels voor het patrijzen of zelf antilopen.” Wij hier in Nederland raken, in tegenstelling tot de Rwandezen, steeds meer vervreemd met de natuur. Hier heeft de industrie zich verder ontwikkeld en wordt de natuur ‘n steeds kostbaarder element in onze samenleving.
Verder is Rwanda een cultuur die zich vooral specialiseert in de landbouw. De nijlpaarden, de zebra’s, de impala’s, de topi’s, de leeuwen, de luipaarden, de hyena’s, de giraffen en de olifanten moeten land inleveren voor de boeren. In Rwanda verbouwt men andere producten dan wij hier in Nederland. De manier van omgang met landbouwgewassen is ook heel anders.
Nog een ander cultuurverschil is het geloof. Hier in Nederland heb je hoofdzakelijk katholieken en protestanten. Het overgrote deel van de bevolking in Rwanda is christen. Vele zijn streng gelovig en lezen de bijbel regelmatig. Naast een bepaalde religie, geloven veel Rwandezen in legendes. “Ze zeggen dat de vulkaan Karisimbi nooit slaapt, omdat hij Rwanda moet beschermen. Dat is ook een legende, want de Karisimbi werkt al sinds duizenden jaren niet meer.”
Al deze cultuurkenmerken heb ik uit het boek kunnen halen en geven dus een vrij reëel beeld van de Rwandese cultuur. Yolande heeft expres deze kenmerken aangeduid om ervoor te zorgen dat de lezer zich zo goed mogelijk kan voorstellen wat zij allemaal heeft meegemaakt. De beleving wordt hierdoor intenser.
WERELDLITERATUUR?
Ik ben het ermee eens dat dit boek als wereldliteratuur wordt beschouwt. Het valt onder de categorie ‘eigentijdse literatuur die in veel verschillende landen hoog gewaardeerd wordt’. Er is waardering voor een schrijver uit de niet-westerse wereld. Het boek is internationaal bekend want ik heb op internet namelijk teksten en recensies gevonden over dit boek in het Duits, Frans en Engels. Bovendien is dit boek een werk waaraan in veel landen een pedagogische of vormende waarde wordt toegekend. In de dagen van 6 april tot en met 20 april 1994, hebben nieuwsgroepen vanuit de hele wereld veel aandacht aan de gebeurtenissen in Rwanda besteed. En ook daarna is er nog veel in de kranten gepubliceerd over het internationale Straftribunaal van Arusha.
REACTIES
1 seconde geleden