Gegevens van het boek
Auteur: Frank Brennand (pseudoniem van Eric Lambert, 1918 – 1966)
Oorspronkelijke titel: Winston S. Churchill
Voor het eerst gepubliceerd in: 1965
Nederlandse titel: Winston Churchill
Vertaling: P.A. Zandstra
Bandontwerp: Betty van Linden van den Heuvell en C.A.B. Bantzinger
Uitgever: Nederlandse Boekenclub, Den Haag, 1965, 1e druk, Bijou-reeks Bi 81
Aantal pagina’s: 248
Genre: biografie
Samenvatting van het boek
Winston Churchill werd in 1874 geboren op Blenheim Palace, het paleis van zijn verre voorvader, de eerste hertog van Marlborough. Zijn vader was Lord Randolph Churchill en zijn moeder de Amerikaanse Jeanette Jerome. In 1887 ging de jonge Winston naar Harrow, een particuliere kostschool. Hij had het er niet erg naar zijn zin, maar blonk wel uit in zijn kennis van Engelse poëzie en literatuur. Na Harrow ging Winston in 1892 naar de militaire academie Sandhurst. Hij deed het daar goed en was in 1895 al tweede luitenant.
Churchill hield van actie en nam deel aan oorlogshandelingen in Cuba, India en Soedan. Hij verkeerde meerdere malen in levensgevaar, maar kwam er uiteindelijk ongedeerd uit. Churchill schreef goed betaalde krantenartikelen en boeken over deze oorlogen. Hij nam daarin geen blad voor de mond en bekritiseerde rustig militaire bevelvoerders, die hem dat vervolgens natuurlijk niet in dank afnamen. Omdat Churchill wel begreep dat hij alleen maar meer militairen tegen zich in het harnas zou jagen als hij doorging met schrijven, besloot hij in 1899 ontslag te nemen uit de militaire dienst en de politiek in te gaan. Hoewel zijn parlementsverkiezing mislukte, viel Churchill wel op door zijn strijdvaardige manier van campagne voeren.
In 1899 vertrok Churchill als correspondent voor de “Morning Post” - tegen een werkelijk vorstelijk honorarium - naar Zuid-Afrika. Daar was namelijk een oorlog tegen de Boeren uitgebroken en Churchill rook avontuur. Hij vocht mee en werd helaas door de Boeren gevangen genomen. Churchill slaagde er echter in uit het gevangenenkamp te ontsnappen en kwam uiteindelijk veilig in Durban terecht. Daar kreeg hij een heldenonthaal en was voorpaginanieuws in alle kranten. Churchill schreef zijn krantenartikelen en nam weer geen blad voor de mond. Hij schreef dat de legerleiding de nodige steken had laten vallen.
In 1900 keerde Churchill terug naar Engeland en slaagde er nu wel in een parlementszetel te veroveren. In het parlement liet hij zich horen. Hij weerde zich flink en had een vooruitziende blik. In 1903 veranderde Churchill van partij. Hij ging over van de conservatieven naar de liberalen, omdat hij het niet eens was met de protectionistische politiek van minister Joseph Chamberlain (1836 – 1914). De conservatieven vergaven hem deze overstap niet. In 1905 werd Churchill onderminister van koloniën en in 1906 won hij opnieuw een parlementszetel. Churchill werd nu minister van handel. In 1910 werd hij minister van binnenlandse zaken. Als zodanig hervormde hij het nodige, waaronder het gevangeniswezen. Ook bij diverse stakingen in 1911 aarzelde Churchill niet om de nodige maatregelen te nemen die de arbeidsrust moesten herstellen.
In 1911 werd Churchill minister van marine. Dat was nogal tegen de zin van veel admiraals, omdat die Churchill als een parvenu beschouwden. Churchill ging daar echter goed mee om en raadpleegde hen waar dat nodig was. Veel ontwikkelingen zag Churchill tijdig aankomen en hij handelde daar ook naar. Hij koos bijvoorbeeld de goede officieren, zag het belang in van stookolie (de nieuwe toekomstige brandstof voor schepen), voorzag de belangrijke rol van het vliegtuig in de toekomst en voorspelde ook de opkomst van de Duitse marine en dus de Eerste Wereldoorlog. In deze laatste oorlog was Churchill erg actief. Zo was hij regelmatig in België om daar de Duitsers dwars te zitten.
In 1915 kwam de val van Churchill door de magische naam “Gallipoli”. Turkije was in 1914 deel gaan nemen aan de oorlog en stond aan de kant van Duitsland. Inname van de Dardanellen en Constantinopel zou naar de mening van Churchill de duur van de oorlog bekorten. Zijn plan sneed op zich hout, maar door gemiste kansen, onenigheid op het hoogste niveau en een gebrek aan vertrouwen in de hele onderneming werd de operatie een ramp. Na het eerste bombardement (1915) van de fortificaties in de Dardanellen - dat een groot succes was - had er volgens Churchill onmiddellijk doorgepakt moeten worden en dat gebeurde niet. Daardoor konden de Turken zich hergroeperen en ingraven (wat ook gebeurde). Toen de geallieerde landingstroepen vervolgens aan land gingen aan de kust van Gallipoli werden deze door de Turken van boven dan ook met succes beschoten. Een slachting volgde. Churchill nam zijn verantwoordelijkheid en trad af.
Churchill ging het leger weer in en vertrok als majoor naar Frankrijk. Hij was daar soldaat met zijn soldaten. Uiteindelijk trok de politiek toch meer en in 1917 werd Churchill minister van munitievoorziening. Op het ministerie ging hij met zijn gebruikelijke energie aan de slag. Hij organiseerde en reorganiseerde. Hij was een voorstander van het gebruik van tanks en vliegtuigen. In 1919 werd Churchill minister van oorlog. Hij loste de problemen met de demobilisatie op en voorkwam een verdere oorlogsescalatie - als gevolg van de Russische revolutie - in het Russische Archangelsk. In 1921 werd Churchill minister van koloniën. Als zodanig werkte hij aan het ontstaan van nieuwe staten in het Midden-Oosten en het oplossen van de onafhankelijkheidsperikelen in Ierland.
Bij de verkiezingen van 1922 verloor Churchill zijn zetel in het parlement. Bij een herkansing in 1923 haalde Churchill het ook niet. Intussen kwamen de socialisten op en verloor de liberale partij steeds meer zetels. Toen de liberalen een coalitie sloten met de socialisten, stapte Churchill over naar de conservatieven. Hij verloor nog steeds, maar voerde energiek campagne. In 1924 kon Churchill dan eindelijk de vruchten plukken: hij kreeg weer een zetel in het parlement. Vervolgens werd hij minister van financiën. Hij bleef het vijf jaar. In 1926 maakte hij de grote en algemene staking mee die Engeland half lam legde. In 1929 kwamen de socialisten aan de macht en Churchill was gedoemd in de oppositie te gaan. Churchill bestreed de politiek van “laissez faire” en verzette zich tegen de besluiteloosheid van het kabinet. Hij waarschuwde in 1932 tegen de opkomst van Nazi-Duitsland en het Italiaanse fascisme. Ook de welwillende houding van de Volkenbond hekelde hij. In 1936 kwam de abdicatiecrisis van koning Edward VIII. De koning wilde met een twee keer gescheiden Amerikaanse vrouw trouwen. Premier Stanley Baldwin weigerde en de koning trad daarop af.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden