H.G. wells
The time machine
1e druk: 1895
uitgeverij panbooks 1990
1e druk pan books 1953
122 blz. De tijdreiziger
Weena
In het huis van de tijdreiziger en in de wereld van de kleine wezentjes en de morlocks. De gebeurtenissen vinden plaats, als de tijdreiziger een tijdmachine heeft uitgevonden en hiermee gaat reizen. Er verstrijkt ongeveer…..weken in het boek
Het boek begint met dat de tijdreiziger een model van een tijdmachine heeft gemaakt. De andere geloven niet dat je echt in de tijd kunt reizen. Niemand geloofde dat hij in de tijd had gereisd, dus ging hij voorgoed naar een andere tijd reizen. Het hoogtepunt van het verhaal is dat hij weena red van de verdrinkingsdood en dat ze goede vrienden worden. Een ander hoogtepunt van het verhaal is als hij thuiskomt en dat niemand hem gelooft. Het thema dat als rode draad door het boek loopt, is liefde tussen de tijdreiziger en weena. Het boek heet zo, omdat de tijdreiziger door de tijd reist met een tijdmachine. Het boek heeft een hij/zij vertelperspectief. Er zijn in het verhaal wel wat flash-backs, bijvoorbeeld toen hij bij de morlocks kwam, dacht hij terug aan de mensjes, die bang waren. Samenvatting: 1. Tijd is de 4e dementie. Je kan in de andere 3 dementies bewegen, dus waarom niet in de tijd. Ze komen zo op het idee om een tijdmachine te gaan bouwen. 2. De modeltijdmachine is klaar. Het proefmodel werkte. Hij wilde hem nu in het groot gaan maken. 3. Hij is naar de volgende week gereisd en komt terug. De andere hadden hem gemist. Hij wilde wel vertellen wat hij gedaan had, maar ze zouden hem toch niet geloven. 4. Hij reisde weer naar het gouden tijdperk. 5. Hij kwam hier kleine gouden wezentjes tegen. Hij probeerde met hun te praten, maar ze spraken een andere taal en toonde weinig interesse in hem. 7. Toen hij terug wilde gaan naar de tijdmachine, zag hij dat deze weg was. Hij kon niet in de tijd zijn gereisd, want hij had de hendels van de machine in zijn zak gestopt en zonder hendels kon hij niet reizen. Toen zag hij dat de machine was weggesleept. Hij wilde ging zijn machine zoeken, maar vond hem niet. Toen zag hij ineens een wild dier dat op een hert leek. Hij ging terug naar het stenen gebouw. Hier lagen alle kleine mensjes bij elkaar te slapen. Hijzelf ging buiten slapen. 8. Toen zag hij een meisje dat met de stroom werd meegesleurd. Hij ging haar redden. Hij verwachte niet dat hij haar dankbaar was, maar dit was wel zo. Ze gaf hem bloemen en ging bij de tijdreiziger slapen. Hij werd wakker van een geluid dat onder de grond vandaan kwam. Toen zag hij een grijs wezen. Er kwam een monster aan dat op een aap leek. Hij kwam op hem af. Toen ineens verdween hij. De tijdreiziger volgde hem en zag daar morlocks en zijn tijdmachine. Hij wilde Weena vragen wat die wezens waren, maar zij wilde niets zeggen. ------ hij ging bij de ruiine om beschutting zoeken en zag de mensaap. 10. De tijdmachine stond in de witte sfinx. Hij zat dicht. Als hij die open kreeg, dan zou hij met Weena terug naar zijn eigen tijd reizen. 11. Hij ging in een museum onderdelen zoeken met weena, om een bom te maken en de morlocks te verjagen. Hier vond hij dynamietstaven, maar deze waren niet echt. Hij had wel camphor meegenomen. Om de morlocks op afstand te houden gingen ze maar dicht bij het vuur slapen. 12. Ze waren in slaap gevallen en het vuur was uitgegaan. Weena lag stil en ademloos. De tijdreiziger werd toen aangevallen door morlocks. Hij wist ze van zich af te slaan. Hij vuur verspreide zich verder. 13. Hij rende weg en zag ineens dat een sfinx open stond. Hij ging hierin en zag zijn tijdmachine staan en ging verder reizen. Het werd steeds donkerder. De zon werd rood. 14. Hij zag een reuze krab. Hij kwam op hem af en kwam net op tijd weg. Hij ging honderd jaar vooruit en zag weer een rode zon. De zon ging langzaam weg en er was geen leven meer. Toen werd het ineens helemaal donker. 15. Hij reisde terug naar huis en ging terug naar zijn lab. Toen hij goed naar de muur keek herkende hij de witte sfinx. Hij voelde zich nog wat ziek van het reizen. Hij vertelde toen zijn avontuur aan zijn vrienden. 16. Ze geloofde hem niet. Toen liet hij ze de bloemen van Weena zien. De dokter wilde ze onderzoeken en kijken waar ze vandaan kwamen. Hij vroeg of hij ze mocht hebben, maar dat mocht niet van de tijdreiziger. Toen was de tijdreiziger ineens weg en drie jaar terug in de tijd gereisd. Er zijn niet echt situaties in het boek herkenbaar voor mij, maar dit komt vooral omdat het een science-fiction boek is. Ik zou het boek niet aan mijn klasgenoten aanbevelen, omdat het een vrij moeilijk boek is om te lezen. Voor de mensen die wel goed engels kennen en van science-fiction verhalen houden, zou ik het wel aanbevelen, want het boek is wel goed geschreven. Ik heb dit boek met Harry Potter and the chamber of secrets vergeleken. Dit boek is veel moeilijker geschreven als harry potter en je weet van te voren minder van de personen af. de verhalen zijn beide science-fiction, maar dit verhaal is meer wetenschappelijk en harry potter is meer sprookjesachtig. Ik heb aan dit verslag ongeveer 9 uur gewerkt. (ongeveer 8 uur lezen en 1 uur het verslag maken.)
The time machine
1e druk: 1895
uitgeverij panbooks 1990
1e druk pan books 1953
122 blz. De tijdreiziger
Weena
In het huis van de tijdreiziger en in de wereld van de kleine wezentjes en de morlocks. De gebeurtenissen vinden plaats, als de tijdreiziger een tijdmachine heeft uitgevonden en hiermee gaat reizen. Er verstrijkt ongeveer…..weken in het boek
Het boek begint met dat de tijdreiziger een model van een tijdmachine heeft gemaakt. De andere geloven niet dat je echt in de tijd kunt reizen. Niemand geloofde dat hij in de tijd had gereisd, dus ging hij voorgoed naar een andere tijd reizen. Het hoogtepunt van het verhaal is dat hij weena red van de verdrinkingsdood en dat ze goede vrienden worden. Een ander hoogtepunt van het verhaal is als hij thuiskomt en dat niemand hem gelooft. Het thema dat als rode draad door het boek loopt, is liefde tussen de tijdreiziger en weena. Het boek heet zo, omdat de tijdreiziger door de tijd reist met een tijdmachine. Het boek heeft een hij/zij vertelperspectief. Er zijn in het verhaal wel wat flash-backs, bijvoorbeeld toen hij bij de morlocks kwam, dacht hij terug aan de mensjes, die bang waren. Samenvatting: 1. Tijd is de 4e dementie. Je kan in de andere 3 dementies bewegen, dus waarom niet in de tijd. Ze komen zo op het idee om een tijdmachine te gaan bouwen. 2. De modeltijdmachine is klaar. Het proefmodel werkte. Hij wilde hem nu in het groot gaan maken. 3. Hij is naar de volgende week gereisd en komt terug. De andere hadden hem gemist. Hij wilde wel vertellen wat hij gedaan had, maar ze zouden hem toch niet geloven. 4. Hij reisde weer naar het gouden tijdperk. 5. Hij kwam hier kleine gouden wezentjes tegen. Hij probeerde met hun te praten, maar ze spraken een andere taal en toonde weinig interesse in hem. 7. Toen hij terug wilde gaan naar de tijdmachine, zag hij dat deze weg was. Hij kon niet in de tijd zijn gereisd, want hij had de hendels van de machine in zijn zak gestopt en zonder hendels kon hij niet reizen. Toen zag hij dat de machine was weggesleept. Hij wilde ging zijn machine zoeken, maar vond hem niet. Toen zag hij ineens een wild dier dat op een hert leek. Hij ging terug naar het stenen gebouw. Hier lagen alle kleine mensjes bij elkaar te slapen. Hijzelf ging buiten slapen. 8. Toen zag hij een meisje dat met de stroom werd meegesleurd. Hij ging haar redden. Hij verwachte niet dat hij haar dankbaar was, maar dit was wel zo. Ze gaf hem bloemen en ging bij de tijdreiziger slapen. Hij werd wakker van een geluid dat onder de grond vandaan kwam. Toen zag hij een grijs wezen. Er kwam een monster aan dat op een aap leek. Hij kwam op hem af. Toen ineens verdween hij. De tijdreiziger volgde hem en zag daar morlocks en zijn tijdmachine. Hij wilde Weena vragen wat die wezens waren, maar zij wilde niets zeggen. ------ hij ging bij de ruiine om beschutting zoeken en zag de mensaap. 10. De tijdmachine stond in de witte sfinx. Hij zat dicht. Als hij die open kreeg, dan zou hij met Weena terug naar zijn eigen tijd reizen. 11. Hij ging in een museum onderdelen zoeken met weena, om een bom te maken en de morlocks te verjagen. Hier vond hij dynamietstaven, maar deze waren niet echt. Hij had wel camphor meegenomen. Om de morlocks op afstand te houden gingen ze maar dicht bij het vuur slapen. 12. Ze waren in slaap gevallen en het vuur was uitgegaan. Weena lag stil en ademloos. De tijdreiziger werd toen aangevallen door morlocks. Hij wist ze van zich af te slaan. Hij vuur verspreide zich verder. 13. Hij rende weg en zag ineens dat een sfinx open stond. Hij ging hierin en zag zijn tijdmachine staan en ging verder reizen. Het werd steeds donkerder. De zon werd rood. 14. Hij zag een reuze krab. Hij kwam op hem af en kwam net op tijd weg. Hij ging honderd jaar vooruit en zag weer een rode zon. De zon ging langzaam weg en er was geen leven meer. Toen werd het ineens helemaal donker. 15. Hij reisde terug naar huis en ging terug naar zijn lab. Toen hij goed naar de muur keek herkende hij de witte sfinx. Hij voelde zich nog wat ziek van het reizen. Hij vertelde toen zijn avontuur aan zijn vrienden. 16. Ze geloofde hem niet. Toen liet hij ze de bloemen van Weena zien. De dokter wilde ze onderzoeken en kijken waar ze vandaan kwamen. Hij vroeg of hij ze mocht hebben, maar dat mocht niet van de tijdreiziger. Toen was de tijdreiziger ineens weg en drie jaar terug in de tijd gereisd. Er zijn niet echt situaties in het boek herkenbaar voor mij, maar dit komt vooral omdat het een science-fiction boek is. Ik zou het boek niet aan mijn klasgenoten aanbevelen, omdat het een vrij moeilijk boek is om te lezen. Voor de mensen die wel goed engels kennen en van science-fiction verhalen houden, zou ik het wel aanbevelen, want het boek is wel goed geschreven. Ik heb dit boek met Harry Potter and the chamber of secrets vergeleken. Dit boek is veel moeilijker geschreven als harry potter en je weet van te voren minder van de personen af. de verhalen zijn beide science-fiction, maar dit verhaal is meer wetenschappelijk en harry potter is meer sprookjesachtig. Ik heb aan dit verslag ongeveer 9 uur gewerkt. (ongeveer 8 uur lezen en 1 uur het verslag maken.)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden