The Ragwitch door Garth Nix

Samenvatting. De Lappenheks gaat over Julia en haar jongere broer Paul die samen met hun ouders op vakantie aan zee waren. Toen ze naar het strand gingen zagen ze een merkwaardige rode heuvel en liepen daar naar boven. Daar vonden ze in een bol van veren een lappenpop die Julia Sylvie noemde. Ze besefte niet dat de pop de geest van de lappenheks in zich had en dat die haar lichaam over kon nemen. 's Avonds laat nam de lappenheks de volledige controle over Julia en dwong ze haar terug te brengen naar haar eigen land. Paul had dit door en volgde haar. Hij kwam zo ook terecht in dat land dat Yendre heet. Paul ontmoette daar de meidansers (dat zijn wezens half mens half wind/natuur), die hem gevangennamen en daarna uit hun bos brachten. Eindelijk uit het bos en het begin van de weide kreeg Paul door dat het alweer dag was. Op het veld zag hij een herder en liep naar hem toe. De herder was wantrouwend en vroeg of hij geen wezen uit het noorden was. Paul werd het allemaal teveel toen hij begreep dat hij in een andere wereld was. Hij zakte neer en begon te huilen. De herder stelde hem gerust en legde uit dat er oorlog in het land kwam. De herder zei dat hij Malgar heet en nam Paul mee naar het dorp. Onderweg stelde Paul allerlei vragen die Malgar beantwoordde. In het dorp kwam Malgar Aleyne tegen en hij zou verder voor Paul zorgen en hem daarnaar naar Rhysamarn (berg waar de wijze zijn) brengen. In de tussentijd had de lappenheks haar plaats als koning van het Noorden weer ingenomen en bereidde een oorlog voor om de rest van het land te veroveren. Aleyne bracht Paul naar de Rhysamarn en begeleidde hem naar boven maar raakte hem toen kwijt. Paul liep door en kwam bij een wijze terecht die Tanboule heette. Nadat Paul hem geholpen had met oogsten gaf hij Paul zijn raad. Hij moest de heer van Lucht, de Vuurkoningin, de Waterheer en moeder Aarde zoeken. Paul ging de andere kant van de berg weer naar beneden. Op dat zelfde moment viel de lappenheks de eerste stad aan, genaamd Bevallen, waar iedereen gedood werd. Zij moest zelf 1 iemand doden en ze zei tegen diegene “halve heks”. Bij de voet van de berg aangekomen zag Paul een luchtballon met iemand er inzitten die Quigin bleek te heten. Hij stelde zich voor als “Vriend der Dieren” (iemand die met dieren kan praten), en hij bracht hem naar de heer van Lucht. Ondertussen in de geest van de Lappenheks zweefde Julia ergens en zag daar een cirkel met daarin een boom en de “halve heks” de zich voorstelde als Lyssa. Paul bereikte in de luchtballon de heer van Lucht. Paul vroeg hem of hij hem wou helpen en hij zei ja en gaf hem met zijn adem een hemelsblauwe veer. Hij zei dat dat de adem was en dat hij hem moet gebruiken als het nodig is. Toen verdween het hoofd met een nies en blies de ballon weg. De lappenheks doodde een tovenaar bij een plaats genaamd de trede van Namyr, door alleen zijn naam te zeggen. Julia die in haar zintuigen op dat moment zag, zag het en viel weer terug in de geest van de lappenheks waar ze het verhaal aan Lyssa vertelde. Lyssa besloot dat Julia dieper in de geest van de lappenheks moest gaan en maakte een 2de Julia, die in haar plaats in de zintuigen van de lappenheks moest gaan. Ze gaf Julia een staf en Julia liep de bol in. Paul werd 3 dagen later wakker in een dorp aan de zee. Quigin stelde hem voor aan Deamus en hij vertelde dat het vandaag de Dag van de Zee was en dat er een feest zou zijn. Julia liep door de bol en kwam in een herinnering van de lappenheks. Tijdens het feest kwam Quigin aan rennen en zei dat de wezens uit het noorden zich achter de duinen verzamelen. De bewoners maakten zich klaar voor de terugtrekking van het dorp naar het zuiden. Ondertussen stelde Deamus zijn dochter Sevaun, een waterheks, waardoor ze een bezwering maakt waarmee Paul Quigin en zij onderwater kunnen ademen en praten. Ze gingen de zee in. Julia’s ogen wende aan het licht en zag een verwoest stuk natuur. Toen ze een stuk liep zag ze een soort in elkaar gezakt monster. Toen ze hem aanraakte met haar staf werd het een man die haar allemaal dingen vroeg. Ze kwam erachter dat hij ook gevangen was in de geest van de lappenheks. Hij stelde zich voor als Koning Mirran en hij vertelde over de lappenheks en haar ontstaan. Julia vertelde hem dat zij van Lyssa ene Anhyvar moest zoeken. Ondertussen liepen Paul Quigin en Sevaun richting de Waterheer. Julia en Mirran werden door wezens aangevallen. Tijdens het gevecht veranderde de herinnering en de monsters waren weg. Er was een vredige natuur ergens bij een zee. Op datzelfde moment bereikte Paul de Waterheer, Paul vroeg hem om hulp en de Waterheer gaf dat er kwam een traan op zijn wang van water en die werd door de stroming naar Paul gevoerd. Ondertussen werd hij massief. De Waterheer zei dat dat het Bloed is en dat hij het altijd bij zich moest houden. De Waterheer veranderde in een draaikolk en kwam in de richting van Paul. Julia keek om zich heen en zag een soort glazenkist met iemand erin. Toen ze daar was bevrijdde ze haar met haar staf. Ze kwam erachter dat dat Anhyvar was. Even later verscheen Lyssa en nam Julia, Anhyvar, Mirran en zichzelf weer terug in haar bescherm cirkel, waar ze verder praatten. Paul probeerde omhoog te zwemmen maar zag niks, hij was ook uitgeput waardoor het nog zwaarder werd. Hij herinnerde wat de Heer van Lucht tegen hem had gezegd. Hij pakte de veer uit zijn buidel, hield hem goed vast en de veer trok hem weer omhoog. Boven werd hij door een dolfijn naar de kust gebracht waar Sevaun de bezwering verbrak. Ze gingen met zijn drieën naar het kasteel Caer Follyn waar de mensen uit het dorp waren. Ondertussen in de geest van de lappenheks hadden de vier een picknick aan het strand. In het kasteel kwam de stormknaap met soldaten, de bewoners van het dorp. Paul en Quigin gingen mee. Toen ze Bauta van Reddow (een plaats) in het zicht hadden zagen ze dat de lappenheks het leger van de koning aanviel en gingen ze er snel naar toe. De lappenheks was aan de winnende hand en Paul bedacht zich dat hij de Adem en het Bloed kon gebruiken en riep een regenstorm op. Aleyne zei dat Quigin en Paul moesten vluchten en ze reden weg op een paard. In de tussentijd liet Anhyvar zien wat er gebeurde en waar de lappenheks naar keek. Paul en Quigin zochten een slaapplaats en daar ontmoette Paul de Vuur Koningin hij vroeg om haar hulp en zij wou met hem dansen. Aan het eind pakte ze een gloeiende kool en zei dat dat de geest was. Toen hij het in zijn hand kreeg veranderde het in een rode edelsteen met daarin alle kleuren van vuur. De 4 keerde terug naar de cirkel in de geest van de lappenheks en Julia’s dubbelganger kwam weer terug dus moest Julia weer in de zintuigen van de lappenheks. Die vond het raar dat ze opeens zoveel kracht had dus verzakte ze haar weer, tot bijna de dood. Ondertussen reisde Paul en Quigin naar Rhysamarn. De lappenheks komt erachter dat Anhyvar vrij is, en ze valt hun binnen aan. Ondertussen ontmoet Paul Moeder Aarde. Zij gaf hem een aardappel die in een poppetje veranderde en zei dat, dat het lichaam was en dat hij moest vluchten want een leger van de lappenheks kwam eraan. Lyssa haalde met moeite Julia de cirkel en de lappenheks liet de glazen bol breken waardoor alle wezens hun nu wilden aanvallen. Paul werd plotseling wakker in het Rijk van Droom en Schaduw waar Koning Lapwerk op hem wachtte, die hem zou helpen. In de geest van de lappenheks gaf Lyssa aan de andere 3 ieder een lijsterblaadje die in hun lichaam trok en ze zei dat ze nu boomzuster waren. Paul vroeg aan Koning Lapwerk om van de 4 giften van de Natuurgeesten een wapen te maken om de lappenheks te doden, en hij maakte een grote naald voor Paul. Ondertussen was de lappenheks met haar hele leger naar Alnwere getrokken om het leger van de koning te doden. Paul kwam in het midden van het gevecht binnen met zijn naald om de lappenheks te doden en ze vielen haar aan. Paul stond tegenover de lappenheks en hij was aan de winnende kan maar hij kon haar niet doden want Julia zat nog in haar, toen namen de Julia, Mirran, Lyssa en Anhyvar de controle even over en Julia zei tegen hem dat hij haar moest doden en dat deed hij toen ook. Koning Lapwerk bracht Paul weer terug naar het strand waar het allemaal begon, Julia werd daar een paar minuten later ook door hem heen gebracht, en koning lapwerk verdween. Julia en Paul liepen samen naar huis. Eigen mening. Ik vond het een erg spannend, leuk boek omdat als je het boek lees dan heb je het idee alsof je het allemaal zelf mee maakt en kun je het boek niet weg leggen want je wilt weten hoe het verder met je af loopt (bij wijze van spreken), ik vond ook dat de schrijver alles haarfijn beschreef net alsof hij de wezens zelf had gezien en ook dat hij veel aandacht heeft besteed hoe het karakter van de mensen/wezens zijn. Mensen die van fantasie verhalen houden raad ik aan om dit boek te lezen, om hun verbeelding te boven te gaan.