Auteur: J.R.R Tolkien
Aantal blz.: 253 blz. Jaar v. uitgave: 1957
Uitgeverij: uitgeverij M
Omslagillustratie: John Howe
Vertaald: uit het engels door Max Schuchart B Samenvatting: Hobbits zijn kleine mensen die houden van lekker eten en een rustig leventje. Maar er zijn uitzonderingen. Bilbo Balings was zo’n uitzondering. Op een dag kwamen er dertien Dwergen en de beroemde tovenaar Gandalf bij meneer Bilbo om een feestje te vieren. De volgende dag ging de groep op reis naar De Eenzame Berg om een schat te zoeken. Gandalf had Bilbo uitgekozen als veertiende lid. Voor hij het wist was hij op avontuur. Na een hele tijd gereisd te hebben zagen ze een rood licht en ze stuurden Bilbo eropaf omdat hij tenslotte de inbreker was. Hij zag dat het drie trollen waren die zaten te eten van varkensvlees en te drinken van wijn. Bilbo dacht dat hij wel wat kon stelen maar hij werd gepakt en in een zak gestopt. Hij schreeuwde om hulp en de dwergen kwamen, maar de trollen hadden zich verstopt. Opeens sprongen de trollen op hun af en de dwergen waren ook gevangen genomen. Maar de zon kwam bijna op en de trollen waren te laat weg. Ze waren in steen veranderd. Dankzij Gandalf omdat hij steeds iets zij. Dus de dwergen en Bilbo waren vrij. Ze trokken verder mat z’n vijftienen en vonden onderdak in een grote inham in een berg. Maar de inham ging open en er kwamen aardmannen uit die inham. Zij werden weer gevangen genomen.zij werden naar de grote zaal gebracht en daar zat de grote aardman. Hij vroeg hun waarom zij daar waren maar Gandalf maakte met zijn staf een grote lichtflits en de aardmannen werden verblindt. Thorin stak de grote aardman neer en ze vluchtten weg. Maar Bilbo viel en lag in het duister. Toen hij wakker werd was alles donker en er was niemand. Hij liep verder via de muur en kwam bij een poel. Hij vond daar een ring en stopte hem gauw in zijn zak. Hij zag uit de verte iemand in een boot komen. Het was een vreemd wezen en hij heette Golem. Golem wou Bilbo opeten maar Bilbo zei dat ze een raadseltje gingen doen, als Bilbo won zou Golem hem naar de uitgang brengen, als Golem zou winnen zou hij Bilbo opeten. Uiteindelijk won Bilbo, maar Golem werd kwaad en Bilbo voelde in zijn zak de ring. Golem sprong op hem af, maar Bilbo sprong opzij en de ring glipte om zijn vinger en Golem zij ineens: “waar ben je?” Golem dacht dat Bilbo was ontsnapt en hij liep naar de uitgang. Bilbo rende stilletjes achter hem aan maar Golem bleef staan voor een kamer die naar de uitgang leidde omdat er aardmannen stonden. Bilbo verzamelde al zijn moed bij elkaar en spong over Golem heen, maar Golem merkte niks. Bilbo glipte snel langs de aardmannen, maar zijn ring glipte van zijn vinger af. En de aardmannen kwamen achter hem aan. Bilbo vluchtte de bosjes in en deed snel zijn ring weer aan, hij liep verder. Uiteindelijk kwam hij weer bij de dwergen en Gandalf aan en deed de ring af. Hij was weer bij de groep en ze reisden verder. Ze moesten opschieten want de aardmannen kwamen achter hun aan. Ze kwamen bij een open plek aan maar toen ze daar stonden kwamen er wolven aan. Ze vluchtten de bomen in en ze zaten opgesloten, er kwamen ook aardmannen. Gandalf schoot met zijn staf grote vuurballen weg en de wolven vlogen in de fik. Ze rolden over de grond en ze staken ook de bomen in de fik. Nu zaten ze helemaal in de puree. Maar uit de lucht kwamen grote adelaren en die pikten de dwergen, Gandalf en Bilbo uit de bomen. Toen ze waren geland bedankten ze de adelaren en gingen ze verder. Ze kwamen bij een man waar Gandalf van gehord had en die bood hun onderdak voor een dag en eten. De volgende dag kregen ze pony’s mee om verder te trekken en voldoende kleren en eten. Ze kwamen bij het Demsterwold, een woud dat heel donker is en waar je makkelijk verdwaald. De man had gezegd dat ze op het pad moesten blijven. Na een hele tijd reizen werden ze overvallen door spinnen. De dwergen werden gepakt maar Bilbo wist te ontsnappen met zijn ring. En hij had een klein dolkje en hij ging met dat dolkje de spinnen steken zodat ze weg gingen, en zo redde Bilbo de dwergen. Ze waren allemaal heel moe en uitgehongerd. Ze wisten nu niet meer waar ze waren en opeens werden ze weer overvallen. Door Boselven. Bilbo had zijn ring nog aan en volgde de elven zo stil mogelijk. De Dwergen werden opgesloten maar Bilbo was ook binnen en had hun weer gered doormiddel van tonnen. Die vaak in de kelder werden gerold in de rivier. Daar waren ze ingeklommen en zo waren ze ontsnapt. Ze kwamen uit bij een stad van de Meermensen. De Boselven handelden met de Meermensen en die zeiden dat ze niet de Bende niet deugde. Maar de mensen trokken zich daar niks van aan en gaven hun eten en onderdak totdat ze weer zouden vertrekken. De bende vertrok weer en ze kwamen bij de berg aan . in de berg lag de schat maar de Draak Smaug bewaakte deze schat. Dus ze moesten de draak uit de berg lokken. Ze stuurden Bilbo met z’n ring naar binnen en hij maakte de draak zo kwaad dat hij naar buiten kwam. De dwergen vluchtten snel de berg binnen. De draak dacht dat ze van de Meersmensen waren en ging dus naar hun stad. Hij verwoestte veel huizen. De draak was helemaal bedekt door de juwelen maar er was één kleine plek waar er niets zat. Dat was de plek waar ze de draak doodschoten. De dwergen hoorden van dit nieuws via de oude eksters en ze hoorden ook dat de Meermensen en de Boselven naar hun kwamen. De dwergen blokkeerden de ingang met rotsblokken. De mensen en elven konden er niet door. Thorin stuurde een ekster naar een vriend van hem om hulp te vragen, en die zou er komen na een dag kwamen de vrienden eraan met een leger van zo’n vijfhonderd dwergen. Toen zij allen net op het punt stonden om te gaan vechten zagen ze uit de verte een groot leger van wolven en aardmannen aankomen. De mensen, elven en dwergen besloten om samen te gaan vechten tegen de wolven en aardmannen. Dit was de oorlog van de vijf legers; de mensen, de elven, de dwergen, de wolven en de aardmannen. Gelukkig verloren de wolven en de aardmannen en Bilbo kon eindelijk naar huis. Iedereen was vrolijk en de elven zongen en overal waren er feesten. C De titel is “De Hobbit” want het verhaal gaat over een Hobbit die met 13 dwergen en Gandalf op avontuur gaat.
Zag een oog in een groen gezicht ‘Dat oog lijkt op dit oog’ zei het eerste oog ‘Maar laag
niet hoog’ ‘sss sss sss,’ zei Gollem. Hij was heel lang onder de grond geweest en begon dit soort dingen te vergeten. Maar net toen Bilbo begon te hopen dat de ellendeling niet zou kunnen antwoorden, haalde Gollem zich herinneringen van eeuwen en eeuwen en eeuwen gelden in de geest terug toen hij met zijn grootmoeder in een hol in een aardwal bij de rivier woonde. ’Sss, sss, m’n liefje,’ zei hij. ‘Zon op de boterbloempjes betekent het.’ Maar deze gewone bovengrondse huis-, tuin- en keukenraadsels waren vermoeid voor hem. En ook herinnerden zij hem aan de tijd toen hij minder eenzaam en gluiperig en eng was geweest, en dat bracht hem uit zijn humeur. Bovendien maakten ze hem hongerig zodat hij deze keer iets moeilijkers en onaangenamers probeerde: Je ziet noch voelt het, ’t heeft geen gewicht, Je hoort noch ruikt het, en het ligt
Achter sterren en heuveltop
En vult lege holen op. Het komt eerst en volgt op slag, Eindigt leven, doodt gelach. Gollem trof het niet dat Bilbo iets dergelijks al eens eerder had gehoord; en het antwoord was in elk geval overal om hem heen. ‘Het donker!’ zei hij, zonder dat hij ook maar op zijn hoofd hoefde te krabben of te prakkiseren. Zonder deksel, scharnieren of slot bevat
Dit doosje niettemin een gouden schat
Vroeg hij om tijd te winnen tot hij een echt moeilijke opgave kon bedenken. Dit was eigenlijk een geweldig bekend raadsel, hoewel hij het niet met gebruikelijke woorden had gesteld. Maar Gollem bleek er een enorme dobber aan te hebben. Hij siste tegen zichzelf en nog steeds antwoordde hij niet; hij fluisterde en sputterde. Na een tijdje werd Bilbo ongeduldig. ‘Nou, en wat is het?’ vroeg hij. ‘Het antwoord is niet een ketel die overkookt, zoals je schijnt te denken, te oordelen naar het geluid dat je maakt.’ ‘Geef ons kans; laat het ons kans geven, mijn liefje – sss – sss.’ ‘En,’ zei Bilbo, nadat hij hem een lange kans had gegeven,’wat is het nou?’ maar ineens herinnerde Gollem zich hoe hij lang geleden nesten had uitgehaald en onder de berm van de rivier zat en zijn grootmoeder leerde, zijn grootmoeder leerde eieren uit te zuigen: ‘Eiersen!’ siste hij. ‘Eiersen is het!’Toen vroeg hij: Levend van de lucht ontbloot
Koud als de dood, Nooit dorstig, altijd drinkend, In maliën, nooit rinkelend
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden