Boekverslag De adelaar van het negende
Rosemary Sutcliff Het boek is genaamd ‘De adelaar van het negende’ en is een vertaling van het Engelse boek ‘ the eagle of the ninth’ van Rosemary Sutcliff en wordt in België uitgegeven door Facet. Het boek speelt zich af in het verleden, namelijk in het Groot- Brittanie van het Romeinse rijk. Het hoofdpersonage is Marcus Flavius Aquila. Marcus Flavius Aquila is de zoon van de beroemde leider van het “verdwenen” legioen. Het negende legioen was op weg om te vechten tegen de vijanden van Rome in Egypte en Britannia. Op een dag gingen ze naar de Tribes(De vijanden) om tegen ze te vechten. Ze vertrokken met vierduizend man en met de Legioen’s Adelaar (een staf), maar geen een van hun is ooit teruggekeerd. Niemand weet wat er gebeurd is. Marcus Flavius Aquila is 19 jaar en is op weg met zijn cohort naar het sterke en grote fort Isca Dumnoniorum. Daar lost hij een ander legioen af dat doorreist naar de Tribes. Na 1 dag meld een wacht dat hij iets hoort, maar het blijken koeien te zijn. Later horen ze weer geluiden maar nu zijn ze zeker dat het geen koeien zijn. Alle soldaten worden wakker en staan klaar om te vechten. Het wordt een lang gevecht waarbij Marcus Flavius gewond raakt en bewustloos wordt. 6 Dagen laten wordt hij wakker en komt hij erachter dat hij last heeft van zijnbeen. Na een tijdje komt er iemand zeggen dat hij niet langer leider is bij zijn legioen en dat hij uit de legioenraad ligt. Dus gaat hij naar zijn oom. Samen met zijn oom gaat hij naar de arena waar hij gladiatoren gaat kijken. Ook moeten er slaven vechten waaronder Esca. Als Esca na een tijdje onder het net van de ander ligt moet het publiek zeggen of die dood moet of niet. Eerst zeggen ze van wel, maar als later Marcus zegt dat hij moet blijven leven volgen er steeds meer en Esca mag blijven leven. Marcus Flavius koopt Esca en wordt zijn slaaf. Na een tijdje worden ze goede vrienden en na een wolvenjacht brengt Esca een wolven welp mee die ze Welp noemen. Ook ontmoet Marcus een lief meisje die Cottia heet en die hij eerder in de arena had gezien. Na een tijdje heeft hij nog steeds last van zijn been. Hij laat een dokter komen en die zegt dat hij moet opereren om het goed te laten genezen. Het gaat steeds beter met zijn knie en hij is bij een gesprek van zijn oom met een vriend. De legaat van het zesde legioen . Die vertelt dat de Legioen’s Adelaar is gezien in het noorden en Esca en Marcus besluiten om hem te gaan halen. Ze vermommen zich als oogdokters en vertrekken. Drie dagen later komen ze aan in een kamp dat eerst heel mooi was, maar nu is het helemaal vergaan. Ze komen een jager, genaam Guern, tegen die ze meeneemt naar een dorpje. Daar moeten ze even wat mensen behandelen en ze eten en slapen er, maar dan moeten ze echt verder want ze hebben nog een hele weg voor ze. Maar dan gaat Guern zich scheren en ziet Marcus dat hij iets heeft wat alleen romeinse soldaten hebben: een eeltknobbel en het teken van Mithras tussen zijn ogen. Dus vraagt hij hoe hij daar aan komt. Hij vertelt dat hij in het negende legioen heeft gezeten in het cohort onder leiding van zijn vader. Hij vertelt waarom het legioen ten onder is gegaan: een groot deel van de mannen waren er niet toen ze moesten gaan vechten en de meesten zijn gedeserteerd. De legaat werd gedoodt en er bleef slechts een klein groepje over met Marcus zij vader aan de leiding. Ook vertelt hij dat hij graag wil helpen met het terugvinden van de adelaar. Dus zegt hij waar hij denkt dat de adelaar zich bevindt. Ze vertrekken naar dat dorpje en daar genezen ze het zoontje van het opperhoofd zijn ogen. Als dank mogen ze bij het feest zijn dat van jongens mannen maakt, en ze mogen overnachten en eten. Tijdens het eten ziet Marcus dat het opperhoofd de ring van hun geslacht draagt die zijn vader ook droeg, en Marcus vraagt hoe hij eraan komt. Hij legt uit dat hij het heeft gevonden bij degene die de Adelaar het laatst droeg. (Marcus zijn vader) Dat betekende dat ergens in deze hun ook de adelaar moest zijn. Maar voordat ze gingen zoeken gingen ze nog naar het inwijdingsfeest van de nieuwe krijgers. Daar zagen ze dat de priester de adelaar in zijn hand hield. Esca en Marcus maken plannen om hem te stelen. Ze gaan midden in de nacht weg en stelen de Adelaar uit de tempel en verbergen hem. De dag daarop vertrekken ze en gaan ze naar een ander dorp. Maar op de weg zien ze dat ze worden ingehaald door krijgers van het dorp die denken dat zij de adelaar hebben gestolen. Marcus stelt voor dat ze de hun bagage doorzoeken. De krijgers vinden niks en verontschuldigen zich. Eenmaal in het volgende dorp zeggen ze dat Esca ziek is en dat Marcus krachtige magie gaat uitspreken, dat hij daarvoor een hut nodig heeft en dat ze slechts 3 dagen zullen blijven. ’s Nachts sluipt Esca weg en gaat de adelaar helen die ze verstop hadden. Als ze verder rijden herinnert Marcus zich dat hij bij het stelen zijn mantelspeld verloren is en daaraan herkennen ze dat zij de Adelaar hebben gestolen en gaan ze jacht op hen maken. Nadat ze de hele dag hebben gereden op hun paard horen ze achter zich honden. Ze gaan steeds sneller rijden , maar de honden en paarden komen steeds dichter bij. Esca ziet een kans en zegt het tegen Marcus. Ze redden het op het nippertje en paarden en berijders rijden gewoon door. Maar Marcus en Esca zijn wel hun paarden kwijt want die zijn weggelopen. Na een tijdje rennen komen ze toevallig hun vriend Guern tegen. Die zegt ze dat er nog maar 1 kans is voor ze is om te ontsnappen door een weg die slechts weinigen kennen door het moeras. Guern lijdt ze er doorheen en vanaf daar zijn ze nog 2 dagen verwijderd van de muur. Guern laat ze daar achter, en zegt dat ze vanaf nu zichzelf zien te redden. Ze overvallen 2 krijgers die naar hen op zoek zijn en stelen hun paarden. Vanaf dat punt rijden ze lekker door en komen veilig aan bij de muur. Vanaf daar rijden ze door naar Marcus zijn oom. Daar aangekomen worden ze ontvangen en laten ze de Adelaar zien. Marcus en Esca krijgen felicitaties van de legaat en zijn oom, hoewel ze zwaar onder de indruk waren dat ze het er levend vanaf gebracht had. Ze waren dolblij maar de legaat moest Marcus teleurstellen: er zou geen nieuw legioen gevormd worden. Dus zochten ze een passende laatste rustplaats voor de adelaar van zijn vader. Marcus merkt dat nadat Cottia naar het zuiden is gegaan niks heeft gegeten en dat Cottia weg is. Die winter treurt hij van verdriet omdat weg is en ligt hij de hele tijd op bed omdat hij pijn heeft aan zijn been. Als Cottia terug is zegt Cottia dat waar Marcus ook heen gaat ze mee wil. Als ze maar bij hem is. Dan krijgen Marcus Esca een brief waarin staat dat ze een beloning krijgen voor het terug vinden van de adelaar, waaronder een groot stukje land. Eerst denkt hij aan Etrurie, maar dan denkt hij aan Cottia en Esca. Daardoor zegt hij dat hij een stuk in het Zuiden wil om daar met Esca en Cottia te gaan wonen en een klein landbouw bedrijf op poten te zetten. Mijn mening van dit boek: Persoonlijk vind ik dit een zeer interessant verhaal. Je leest over de Romeinen met hun houding tegen de Britten en omgekeerd. Maar het gaat vooral over Marcus en zijn zoektocht met Esca naar de adelaar van het verdwenen legioen. De bij personages zoals Welp, Cottia en oom Aquila vind ik goed uitgewerkt en voorgesteld. Ik zou het aanraden aan alle mensen van avontuurlijke historische verhalen. Ik vond het deel in de arena met Esca als gladiator het spannendst, vooral de scene waarin beslist werd of Esca gedood werd of niet. Toen in de eerste instantie de vingers omlaag gingen, dacht tik:” shit, hij gaat dood.” Maar toen, stond Marcus op en stak zijn duim omhoog. Daarna volgden veel mensen. Dat vond ik het spannendst
Ik vond dat er geen zwakke momenten waren. Alles was een leuk om te lezen.
Rosemary Sutcliff Het boek is genaamd ‘De adelaar van het negende’ en is een vertaling van het Engelse boek ‘ the eagle of the ninth’ van Rosemary Sutcliff en wordt in België uitgegeven door Facet. Het boek speelt zich af in het verleden, namelijk in het Groot- Brittanie van het Romeinse rijk. Het hoofdpersonage is Marcus Flavius Aquila. Marcus Flavius Aquila is de zoon van de beroemde leider van het “verdwenen” legioen. Het negende legioen was op weg om te vechten tegen de vijanden van Rome in Egypte en Britannia. Op een dag gingen ze naar de Tribes(De vijanden) om tegen ze te vechten. Ze vertrokken met vierduizend man en met de Legioen’s Adelaar (een staf), maar geen een van hun is ooit teruggekeerd. Niemand weet wat er gebeurd is. Marcus Flavius Aquila is 19 jaar en is op weg met zijn cohort naar het sterke en grote fort Isca Dumnoniorum. Daar lost hij een ander legioen af dat doorreist naar de Tribes. Na 1 dag meld een wacht dat hij iets hoort, maar het blijken koeien te zijn. Later horen ze weer geluiden maar nu zijn ze zeker dat het geen koeien zijn. Alle soldaten worden wakker en staan klaar om te vechten. Het wordt een lang gevecht waarbij Marcus Flavius gewond raakt en bewustloos wordt. 6 Dagen laten wordt hij wakker en komt hij erachter dat hij last heeft van zijnbeen. Na een tijdje komt er iemand zeggen dat hij niet langer leider is bij zijn legioen en dat hij uit de legioenraad ligt. Dus gaat hij naar zijn oom. Samen met zijn oom gaat hij naar de arena waar hij gladiatoren gaat kijken. Ook moeten er slaven vechten waaronder Esca. Als Esca na een tijdje onder het net van de ander ligt moet het publiek zeggen of die dood moet of niet. Eerst zeggen ze van wel, maar als later Marcus zegt dat hij moet blijven leven volgen er steeds meer en Esca mag blijven leven. Marcus Flavius koopt Esca en wordt zijn slaaf. Na een tijdje worden ze goede vrienden en na een wolvenjacht brengt Esca een wolven welp mee die ze Welp noemen. Ook ontmoet Marcus een lief meisje die Cottia heet en die hij eerder in de arena had gezien. Na een tijdje heeft hij nog steeds last van zijn been. Hij laat een dokter komen en die zegt dat hij moet opereren om het goed te laten genezen. Het gaat steeds beter met zijn knie en hij is bij een gesprek van zijn oom met een vriend. De legaat van het zesde legioen . Die vertelt dat de Legioen’s Adelaar is gezien in het noorden en Esca en Marcus besluiten om hem te gaan halen. Ze vermommen zich als oogdokters en vertrekken. Drie dagen later komen ze aan in een kamp dat eerst heel mooi was, maar nu is het helemaal vergaan. Ze komen een jager, genaam Guern, tegen die ze meeneemt naar een dorpje. Daar moeten ze even wat mensen behandelen en ze eten en slapen er, maar dan moeten ze echt verder want ze hebben nog een hele weg voor ze. Maar dan gaat Guern zich scheren en ziet Marcus dat hij iets heeft wat alleen romeinse soldaten hebben: een eeltknobbel en het teken van Mithras tussen zijn ogen. Dus vraagt hij hoe hij daar aan komt. Hij vertelt dat hij in het negende legioen heeft gezeten in het cohort onder leiding van zijn vader. Hij vertelt waarom het legioen ten onder is gegaan: een groot deel van de mannen waren er niet toen ze moesten gaan vechten en de meesten zijn gedeserteerd. De legaat werd gedoodt en er bleef slechts een klein groepje over met Marcus zij vader aan de leiding. Ook vertelt hij dat hij graag wil helpen met het terugvinden van de adelaar. Dus zegt hij waar hij denkt dat de adelaar zich bevindt. Ze vertrekken naar dat dorpje en daar genezen ze het zoontje van het opperhoofd zijn ogen. Als dank mogen ze bij het feest zijn dat van jongens mannen maakt, en ze mogen overnachten en eten. Tijdens het eten ziet Marcus dat het opperhoofd de ring van hun geslacht draagt die zijn vader ook droeg, en Marcus vraagt hoe hij eraan komt. Hij legt uit dat hij het heeft gevonden bij degene die de Adelaar het laatst droeg. (Marcus zijn vader) Dat betekende dat ergens in deze hun ook de adelaar moest zijn. Maar voordat ze gingen zoeken gingen ze nog naar het inwijdingsfeest van de nieuwe krijgers. Daar zagen ze dat de priester de adelaar in zijn hand hield. Esca en Marcus maken plannen om hem te stelen. Ze gaan midden in de nacht weg en stelen de Adelaar uit de tempel en verbergen hem. De dag daarop vertrekken ze en gaan ze naar een ander dorp. Maar op de weg zien ze dat ze worden ingehaald door krijgers van het dorp die denken dat zij de adelaar hebben gestolen. Marcus stelt voor dat ze de hun bagage doorzoeken. De krijgers vinden niks en verontschuldigen zich. Eenmaal in het volgende dorp zeggen ze dat Esca ziek is en dat Marcus krachtige magie gaat uitspreken, dat hij daarvoor een hut nodig heeft en dat ze slechts 3 dagen zullen blijven. ’s Nachts sluipt Esca weg en gaat de adelaar helen die ze verstop hadden. Als ze verder rijden herinnert Marcus zich dat hij bij het stelen zijn mantelspeld verloren is en daaraan herkennen ze dat zij de Adelaar hebben gestolen en gaan ze jacht op hen maken. Nadat ze de hele dag hebben gereden op hun paard horen ze achter zich honden. Ze gaan steeds sneller rijden , maar de honden en paarden komen steeds dichter bij. Esca ziet een kans en zegt het tegen Marcus. Ze redden het op het nippertje en paarden en berijders rijden gewoon door. Maar Marcus en Esca zijn wel hun paarden kwijt want die zijn weggelopen. Na een tijdje rennen komen ze toevallig hun vriend Guern tegen. Die zegt ze dat er nog maar 1 kans is voor ze is om te ontsnappen door een weg die slechts weinigen kennen door het moeras. Guern lijdt ze er doorheen en vanaf daar zijn ze nog 2 dagen verwijderd van de muur. Guern laat ze daar achter, en zegt dat ze vanaf nu zichzelf zien te redden. Ze overvallen 2 krijgers die naar hen op zoek zijn en stelen hun paarden. Vanaf dat punt rijden ze lekker door en komen veilig aan bij de muur. Vanaf daar rijden ze door naar Marcus zijn oom. Daar aangekomen worden ze ontvangen en laten ze de Adelaar zien. Marcus en Esca krijgen felicitaties van de legaat en zijn oom, hoewel ze zwaar onder de indruk waren dat ze het er levend vanaf gebracht had. Ze waren dolblij maar de legaat moest Marcus teleurstellen: er zou geen nieuw legioen gevormd worden. Dus zochten ze een passende laatste rustplaats voor de adelaar van zijn vader. Marcus merkt dat nadat Cottia naar het zuiden is gegaan niks heeft gegeten en dat Cottia weg is. Die winter treurt hij van verdriet omdat weg is en ligt hij de hele tijd op bed omdat hij pijn heeft aan zijn been. Als Cottia terug is zegt Cottia dat waar Marcus ook heen gaat ze mee wil. Als ze maar bij hem is. Dan krijgen Marcus Esca een brief waarin staat dat ze een beloning krijgen voor het terug vinden van de adelaar, waaronder een groot stukje land. Eerst denkt hij aan Etrurie, maar dan denkt hij aan Cottia en Esca. Daardoor zegt hij dat hij een stuk in het Zuiden wil om daar met Esca en Cottia te gaan wonen en een klein landbouw bedrijf op poten te zetten. Mijn mening van dit boek: Persoonlijk vind ik dit een zeer interessant verhaal. Je leest over de Romeinen met hun houding tegen de Britten en omgekeerd. Maar het gaat vooral over Marcus en zijn zoektocht met Esca naar de adelaar van het verdwenen legioen. De bij personages zoals Welp, Cottia en oom Aquila vind ik goed uitgewerkt en voorgesteld. Ik zou het aanraden aan alle mensen van avontuurlijke historische verhalen. Ik vond het deel in de arena met Esca als gladiator het spannendst, vooral de scene waarin beslist werd of Esca gedood werd of niet. Toen in de eerste instantie de vingers omlaag gingen, dacht tik:” shit, hij gaat dood.” Maar toen, stond Marcus op en stak zijn duim omhoog. Daarna volgden veel mensen. Dat vond ik het spannendst
Ik vond dat er geen zwakke momenten waren. Alles was een leuk om te lezen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
wat is een cohort
13 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
6 centuries, dus 600 soldaten
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
mooi gemaakt
komt mooi uit voor mij
heb er een engelse boektoests van:P
11 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Hee bedankt,
wel erg veel spellingsfouten ;)
mvg ,
Sam P
11 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Je hebt me gered, ik heb morgen namelijk een boektoets en ik was nog niet zo ver met lezen
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Goede samenvatting, erg duidelijk. Wel een beetje lang en soms zijn er woorden vergeten. Ik heb het boek zelf ook gelezen en ik heb dat laatste deel niet begrepen. Ik heb er vrijdag een toets over en ik zal deze samenvatting zeker gebruiken!
10 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Tanks ik heb er boekentoets van
7 jaar geleden
Antwoorden#.
#.
er zaten spel fouten in de samenvatting. voor de rest was de samenvatting wel goed. ik heb het boek zelf ook gelezen.
7 jaar geleden
Antwoorden