Algemene gegevens
1. Titel van het boek:De jongen in de gestreepte pyjama.
2. Auteur:John Boyne.
3. Plaats:Amsterdam
Uitgever:Arena Amsterdam
Jaar van uitgave:2010
Jaartal eerste druk:2006
4. Het genre van het boek:Oorlogsverhaal, het verhaal speelt zich af in de
Tweede Wereldoorlog.
Ruimte
5. Op welke plaats(en) speelt het verhaal zich af?
Helemaal in het begin van het boek speelt het verhaal zich af in Berlijn. In
de rest van het boek speelt het verhaal zich af in Auschwitz.
Ja, Bruno de hoofdpersoon woont in Auschwitz naast het concentratiekamp
Auschwitz. Daar ontmoet hij Shmuel(de jongen in de gestreepte pyjama).
Tijd
7. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
In de Tweede Wereldoorlog rond het jaar 1943. (zie achterkant van het boek)
8. Wat is het tijdsverloop in het verhaal?
Het verhaal begint in Berlijn in 1943. Bruno is dan 9 jaar. Aan het eind van
het boek is Bruno nog steeds 9 jaar. Het tijdsverloop tussen de eerste en
laatste bladzijde van het boek is ongeveer een half jaar.
Opbouw
9. Is het verhaal chronologisch verteld?
Ja, het verhaal wordt verteld in volgorde van de tijd.
10. Heeft het verhaal een open of een gesloten einde?
Een gesloten einde. Je weet aan het eind van het boek dat Bruno vergast is
in één van de gaskamers van het concentratiekamp Auschwitz.
Personages
11. Wie is de hoofdpersoon?
Bruno.
12. Vertel iets over het karakter van de hoofdpersoon.
Bruno is een ondernemend en nieuwsgierig jongetje. Hij woont tegenover
het concentratiekamp Auschwitz en wil graag weten hoe het er daar uitziet.
Daarom gaat hij er een keer kijken.
13. Beschrijf het uiterlijk van de hoofdpersoon.
Bruno is een jongetje die erg klein is voor zijn leeftijd.
14. Maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door, bijv. in gedrag of
mening?
Ja, Bruno maakt een ontwikkeling door. Bruno gaat in het begin van het boek
vanuit Berlijn verhuizen naar Auschwitz. Hij komt dan heel dicht te wonen
bij het concentratiekamp Auschwitz. Zelf weet Bruno helemaal niet dat het
een concentratiekamp is. Hij denkt dat het een boerderij is met schuren en
van het kamp: Shmuel. Daar praat hij bijna elke dag mee. Ook over het kamp.
Hij kan maar niet begrijpen dat Shmuel het daar helemaal niet leuk vind. Als
Bruno hoort dat ze weer teruggaan naar Berlijn en weer in hun vorige huis
gaan wonen wil hij graag nog een keer een kijkje nemen in het concentratie-
kamp. Dan komt hij wel tot de ontdekking dat het daar helemaal niet leuk is.
15. Wie zijn de bijfiguren?
Shmuel – Gretel – Maria – Vader – Moeder – Luitenant Kotler – Pavel. Er zijn
nog meer personen die in het boek voorkomen, maar die spelen voor de rest
eigenlijk geen rol in het verhaal.
16. Beschrijf kort de relatie van de bijfiguren met de hoofdpersoon.
Shmuel:een Joods jongetje van het concentratiekamp waar Bruno bijna elke
mee gaat praten.
Gretel:de zus van Bruno. Ze is 14 jaar.
Maria:het dienstmeisje.
Vader:de vader van Bruno. Hij is kampcommandant van het concentratie-
Kommandant genoemd.
Moeder:de moeder van Bruno en Gretel.
Luitenant Kotler:is een soldaat de wacht houdt bij het kamp. Hij komt ook
weleens bij Bruno thuis.
Pavel:een Joodse man die elke dag de groente schoon komt maken bij Bruno
thuis.
Perspectief
17. Vanuit wiens perspectief is het verhaal geschreven?
Vanuit het perspectief van Bruno.
18. Is dit een ik-perspectief, een hij/zij-perspectief of een perspectief
van de alwetende verteller?
Het verhaal wordt verteld vanuit het gezichtspunt van Bruno, en staat in de
hij/zij vorm. Je weet wat Bruno denkt en voelt, van de andere personen
weet je dat niet.
Spanning
19. Beschrijf welke vragen er in het begin van het verhaal worden
opgeroepen en geef aan welk antwoord je op deze vragen hebt
In het begin van het verhaal vraag je jezelf wel een beetje hoe het toch kan
dat Bruno helemaal niet weet dat er tegenover zijn huis een concentratie-
is. Later in het verhaal ga je dat wel beter begrijpen. Zijn ouders vertellen
Bruno daar eigenlijk niets over. Wel lees je dat zijn vader vertelt dat daar
mensen wonen die eigenlijk helemaal geen mensen zijn.
20. Beschrijf het spannendste gedeelte uit het boek in eigen woorden.
Het spannendste gedeelte uit het boek is dat Bruno een kijkje gaat nemen in het kamp. Bruno heeft gehoord dat ze weer terug zullen gaan naar Berlijn en nu wil hij graag nog een keer aan de andere kant van het hek kijken. Hij denkt namelijk nog steeds dat het daar heel leuk is. Bruno trekt net zo een gestreepte pyjama aan als Shmuel. Die heeft Shmuel meegenomen uit het kamp. Bruno heeft i.v.m. met de luizen net zo’n kaalgeschoren hoofd als Shmuel. Zo zal het niet opvallen als Bruno in het kamp is. Bruno en Shmuel gaan samen op pad en lopen door het kamp. Shmuel zijn vader is ineens verdwenen en die gaan ze nu opzoeken. Als ze samen door het kamp lopen verbaasd Bruno zich over de armoedige omstandigheden. Hij had het zich toch wel anders voorgesteld. Daarom zegt hij dat hij beter maar naar huis kan gaan. Nog voordat dat Shmuel daarop kan antwoorden komen er ineens soldaten aan die de mensen bij elkaar drijven en omsingelen. Ze moesten misschien wel op mars, dacht Shmuel angstig. En Bruno begon zich toch wel zorgen te maken omdat hij op tijd thuis moest zijn. Ze aten lekker vlees en het begon te regenen. Maar hij moest wel meelopen anders werden de soldaten boos. Met de stroom mensen mee liepen ze een gebouw binnen. Toen werd de deur aan de voorkant van het gebouw plotseling gesloten en werd het heel donker in het gebouw. Hier stopt het verhaal. Dit gebouw was de gaskamer waar Bruno en Shmuel zijn vergast.
Samenvatting
21. Wat is het thema van het boek?
22. Vat het verhaal samen in 250-300 woorden
Het verhaal begint in Berlijn. Bruno komt uit school. Maria het dienstmeisje is zijn spullen in aan het pakken. Bruno´s vader heeft een andere baan gekregen. En daarom gaan ze nu verhuizen. Bruno vindt het helemaal niet leuk in het nieuwe huis en hij wil graag weer terug naar Berlijn en naar zijn vriendjes. Maar vader en moeder zijn niet over te halen. Bruno ziet vanuit zijn slaapkamerraam gebouwen waar allemaal jongens en mannen lopen. En rond die gebouwen staan hoge hekken met prikkeldraad. Samen met zijn zus Gretel kijkt hij ernaar. Ze zien de mensen in allemaal dezelfde gestreepte pyjama´s lopen en er zijn soldaten die tegen de mensen schreeuwen. Maar zelf weten ze niet dat het een concentratiekamp is. Bruno vindt Gretel maar een hopeloos geval. En aan luitenant Kotler heeft hij ook een hekel want die doet altijd heel gemeen tegen hem en ook tegen Pavel die altijd de groente komt schoonmaken. Pavel heeft Bruno een keer geholpen toen hij van de schommel was gevallen. Pavel heeft toen de wond op zijn knie schoongemaakt en er een pleister opgedaan. Bruno is Pavel daar heel dankbaar voor. Hij had namelijk wel dood kunnen bloeden. Op een dag gaat Bruno op ontdekkingsreis. Hij loopt uren langs het hek met het prikkeldraad eromheen. Net als hij besluit om weer naar huis te gaan zit hij een stip. Een stip die een vlek werd die een bobbel werd die een figuur werd die een jongen werd. Die jongen was Shmuel. Het is het begin van een bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel. Bruno komt erachter dat Shmuel in een kamp woont. Ook krijgt Shmuel erg weinig eten. Hij is daarom ook heel mager. Bruno vindt het ook apart dat Shmuel een gestreepte pyjama aan heeft. Hij denkt dat het heel leuk is aan de andere kant van het hek en dat Shmuel erg veel vriendjes heeft. Shmuel zegt dat het helemaal niet leuk is maar Bruno gelooft dat niet. Voortaan gaat Bruno regelmatig naar Shmuel. Op een dag moet Shmuel glazen poetsen bij Bruno thuis omdat hij erg dunne vingers heeft. De Furie komt op bezoek en alles moet in orde gemaakt worden. Bruno heeft trek en hij pakt een stuk kip uit de koelkast. Hij wil Shmuel ook een stuk geven maar die wil eerst niet omdat Luitenant Kotler het verboden heeft. Uiteindelijk doet hij het toch en komt Luitenant Kotler er toch achter. Als Bruno later Shmuel weer bezoekt zit hij helemaal onder de blauwe plekken maar Shmuel wil er niet over praten. Bruno´s vader en moeder hebben vaak ruzie omdat moeder graag terug wil naar Berlijn. Bruno hoort op een dag dat ze weer terug zullen gaan naar Berlijn. Maar hij vindt dat eigenlijk helemaal niet leuk omdat hij nu niet meer met Shmuel kan praten. Hij wil voordat hij terug naar Berlijn gaat nog een keer aan de andere kant van het hek kijken. Hij denkt namelijk nog steeds dat het daar heel leuk is. Bruno trekt net zo een gestreepte pyjama aan als Shmuel. Die heeft Shmuel meegenomen uit het kamp. Bruno heeft omdat er zoveel luizen zijn net zo’n kaalgeschoren hoofd als Shmuel. Zo zal het niet opvallen als Bruno in het kamp is. Bruno en Shmuel gaan samen op pad en lopen door het kamp. Shmuel zijn vader is ineens verdwenen en die gaan ze nu opzoeken. Als ze samen door het kamp lopen verbaasd Bruno zich over de armoedige omstandigheden. Hij had het zich toch wel anders voorgesteld. Daarom zegt hij dat hij beter maar naar huis kan gaan. Maar dan komen er ineens soldaten die de mensen bij elkaar drijven en omsingelen. Bruno begon toch wel bang te worden en hij wil graag naar huis. Maar hij moest wel meelopen anders werden de soldaten boos. Met de stroom mensen mee liepen ze een gebouw binnen. Toen werd de deur aan de voorkant van het gebouw plotseling gesloten en werd het heel donker in het gebouw. Hier stopt het verhaal. Dit gebouw was de gaskamer waar Bruno en Shmuel zijn vergast.
Auteur
23. Heeft de auteur naast zijn schrijverschap nog een ander beroep? Zo ja, welk?
John Boyne is schrijver en journalist.
24. Noem drie andere boektitels van deze auteur.
1. De scheepsjongen
2. Het winterpaleis
3. De witte veer
25. Wat vind je van het boek?
Verdrietig, omdat Shmuel en Bruno allebei vergast worden.
Leerzaam, je krijgt zo’n een goede indruk over de Tweede Wereldoorlog hoe het er aan toe ging in een concentratiekamp. En hoe slecht de Duitsers de Joden behandeld hebben.
26. Wat vond je het mooiste gedeelte van het boek?
De laatste paar bladzijden van het boek vind ik het mooist. Bruno vindt het dan niet meer erg dat hij de namen van z’n vriendjes uit Berlijn niet meer weet want hij zegt: ‘Het zijn toch mijn beste vrienden niet meer. Hij pakte Shmuels kleine handje en hield die stevig in de zijne. ‘Jij bent mijn beste vriend, Shmuel,’ zei hij. ‘Mijn beste vriend voor altijd. Toen werd het heel donker in het gebouw en Bruno snapte er niets van. En op het eind van het verhaal staat er: ondanks de verwarring die daarop volgde, merkte Bruno dat hij nog steeds Shmuels hand vasthield en niets ter wereld had hem kunnen bewegen die los te laten. Dit is echte vriendschap.
27. Past dit boek volgen jou in een christelijke bibliotheek? Waarom wel/niet?
Verwerkingsopdracht
Opdracht 9
Gedicht 1:
Laatste levensfase
Waar ieder mens
zijn of haar waarde van leven
verdiend maar
geen kans krijgt om verder
te gaan
De warme hand ontbreekt
bij het afscheid nemen
verwrongen door ziekte
afscheid te moeten nemen van
het menselijk bestaan
Leg jouw hand in de mijne
zodat jij in je laatste
levensfase
niet alleen hoeft gaan!
Ik vind dit gedicht bij het verhaal passen omdat Shmuel en Bruno ook geen kans meer kregen om verder te leven en omdat ze elkaars hand vasthielden.
Gedicht 2:
Ik blijf maar steken in het moment,
toen we aankwamen met de trein,
we konden alleen maar hopen.
Mijn familie werd van mij gescheiden,
ik hoor nog steeds het fluiten van Mengele,
de haren afgeknipt,
dit kon ik niet vermijden.
Ik moest maar werken,
was zeer vermoeid,
moegestreden,
aan mijn enkels geboeid.
Zoveel mensen gedood,
geen eten,
de holle ogen en magere lichamen,
we waren vergeten.
Vandaag zie ik nog steeds de zwarte rook,
Arbeit macht nicht frei.
Ik vind dit gedicht bij het verhaal passen omdat deze situatie heel goed bij de situatie van Shmuel past.
Gedicht 3:
Laatste foto's in Auschwitz
‘n huiveringwekkende serie
van kinderen in streeppakken
in uniforme onwezenlijkheid
dan opeens dat ene meisje
met haar witte hoofddoek
een ontluikende bloem
pijnlijk mooi in smart
straks verbrand als vuil
of ze ooit gelukkig was
droomde ze van haar prins
nooit zullen we ’t weten
meisje met je bange ogen
je naam blijft een geheim
die blik spreekt over angst
het sterven van jouw volk
sommigen kunnen in Gods naam
zes miljoen mensen ontkennen
maar wel preken over Jezus
een Jood die van kinderen hield
Ik vind dit gedicht bij het verhaal passen omdat Shmuel ook angst kende en ook verbrand werd alsof hij een stuk vuil was. Hij had ook een streeppak aan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
nou wat betreft de perspectief, idd je kijkt via Bruno's z'n ogen maar soms wordt er dingen in beschreven waarvan Bruno dat helemaal niet kan weten, in dat geval is het een alwetende perspectief.
Hij/zij perspectief + alwetende perspectief = meervoudig perspectief
12 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
het is niet helemaal chronologisch verteld. er is een heel hoofdstuk ( Furie die kwam eten, als je weet waar ik het over heb) die eigenlijk hoofdstuk 1 had moeten zijn.
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
hoooooi
8 jaar geleden
I.
I.
Goeie samenvatting, kan ik goed gebruiken. XD
Alleen Gretel is in het boek 12 en niet 14. ;-)
11 jaar geleden
Antwoorden