Gegevens van het boek
Auteur: Agatha Christie (1890 – 1976)
Oorspronkelijke titel: Sleeping Murder
Voor het eerst gepubliceerd in: 1976
Nederlandse titel: Moord uit het verleden
Vertaling: J. Verheydt en H.M. Verheydt
Omslagontwerp: Lambert van Kasteren
Uitgever: A.W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij BV, Leiden, 1976, 2e druk, Speciale Agatha Christie Serie nummer 13
Aantal pagina’s: 223
Genre: detectiveroman
Samenvatting van het boek
Gwenda Reed-Halliday, een jonge vrouw van eenentwintig jaar uit Nieuw-Zeeland, is in Engeland op zoek naar een huis voor haar en haar man Giles Reed. Ze zijn net drie maanden met elkaar getrouwd. Gwenda vindt in het plaatsje Dillmouth een mooi vrijstaand huis met uitzicht op zee. Het huis heet “Heuvelkant” en Gwenda koopt het. Ze heeft namelijk een goed gevoel over het huis en dat gevoel wordt alleen maar sterker tijdens de bezichtiging van het huis.
Nadat Gwenda in het huis getrokken is, krijgt ze langzamerhand het idee dat ze meer over het huis weet dan ze objectief gezien zou hebben kunnen weten. Zo weet ze dat er ergens achter het behang beneden in de gangmuur een verbindingsdeur is tussen de salon en de eetkamer. Ook weet Gwenda dat er in de tuin onder het gras oude traptreden van een vroeger pad aanwezig zijn. En dat terwijl ze nog nooit eerder in het huis of in Engeland geweest is! Als Gwenda in een verborgen kast ook nog het oorspronkelijke behang van de kamers beneden ziet – het is precies het motief dat ze al eerder in haar gedachten had –, begint ze zich steeds ongemakkelijker te voelen. Ze neemt dan ook graag de uitnodiging van een familielid van Giles, de schrijver Raymond West, aan om bij hem en zijn vrouw Joan in Londen te gaan logeren.
In Londen ontmoet Gwenda ook de tante van Raymond, Miss Jane Marple. Ter gelegenheid van Miss Marple’s verjaardag bezoeken ze een toneelvoorstelling en daar raakt Gwenda bij het horen van een paar zinnen aan het einde van het toneelstuk opeens volkomen in paniek. Gwenda vlucht het theater uit. Later vertelt ze Miss Marple dat die specifieke zinnen in het toneelstuk bij haar opeens een bepaald beeld opriepen. Ze zag op dat moment in het net door haar en Giles gekochte Heuvelkant een jonge vrouw dood op de grond in de hal liggen. Ze was gewurgd en heette Helen. Er stond ook een man bij met aapachtige handen en hij sprak toen dezelfde zinnen als uit het toneelstuk. Wie die man was kan Gwenda zich niet herinneren. Ze heeft namelijk alleen zijn handen maar gezien.
Gwenda denkt dat ze door al deze vreemde herinneringen bezig is gek te worden maar Miss Marple stelt haar gerust. Ze denkt dat de herinneringen van Gwenda echt zijn en adviseert haar bij familie na te vragen of ze als klein kind niet toch ooit in Engeland geweest is. Gwenda doet dat en een tante in Nieuw-Zeeland vertelt haar dan dat Gwenda, toen ze een jaar of drie was, inderdaad een korte tijd met haar vader in Engeland gewoond heeft.
De moeder van Gwenda overleed namelijk toen Gwenda nog erg jong was. Haar vader besloot toen met Gwenda terug te gaan naar Engeland. Op de boot naar Engeland ontmoette Gwenda’s vader, majoor Kelvin Halliday, een jonge vrouw. Ze heette Helen Kennedy. Majoor Halliday trouwde met haar en ging met haar en Gwenda in Dillmouth in Heuvelkant wonen. Vandaar dus dat het huis Gwenda inderdaad bekend voorkwam. Ze heeft er jeugdherinneringen van ongeveer achttien jaar geleden liggen waarvan ze zelf geen besef meer had.
Intussen is Giles Reed ook in Engeland gearriveerd en hij vindt het verhaal van de zogenaamde vermoorde Helen erg interessant. Hij wil het samen met Gwenda uit gaan zoeken. Miss Marple waarschuwt beiden dat dit wellicht niet zo’n goed idee is. Je weet nooit waar dit onderzoek toe kan leiden. Als Gwenda en Giles terugkeren naar Heuvelkant, is Miss Marple niet gerust op de afloop van het komende onderzoek van het jonge echtpaar. Ze besluit zelf een oogje in het zeil te gaan houden. Ze trekt in een klein pension in Dillmouth om van daaruit Gwenda en Giles in de gaten te houden.
Het echtpaar start met zijn onderzoek en achterhaalt via een oude makelaar in Dillmouth meer gegevens van majoor Halliday, zijn vrouw en het huis dat zij toentertijd huurden. Via de burgerlijke stand achterhalen ze de gegevens van Helen Kennedy. Gwenda en Giles zetten dan een paar advertenties in de krant om meer informatie te achterhalen. Daarop wordt gereageerd door de oudere halfbroer van Helen, Dr. James Kennedy. Dr. Kennedy is vroeger huisarts geweest in Dillmouth.
Van Dr. Kennedy horen Gwenda en Giles dat het huwelijk van majoor Halliday en Helen niet erg gelukkig was. Helen zou haar man ongeveer een jaar later ook verlaten hebben en sindsdien spoorloos verdwenen zijn. Het verhaal ging dat ze er met een andere man van door was gegaan. Dr. Kennedy vertelt hun ook dat majoor Halliday aan waanvoorstellingen leed. Halliday was er op een gegeven moment namelijk van overtuigd dat hij Helen gewurgd had. Haar lijk werd echter nooit gevonden. Wel geeft Dr. Kennedy aan dat hij daarna nog twee keer een brief van zijn halfzuster uit het buitenland heeft ontvangen. Hij denkt dus dat Helen gewoon nog ergens leeft maar hij weet niet waar. Op advies van Dr. Kennedy liet majoor Halliday zich overigens opnemen in een verpleeginrichting waar hij ongeveer een jaar later stierf.
Giles en Gwenda lichten Miss Marple in. Ze denken dat er nog iemand in het spel moet zijn. Misschien wilde Halliday Helen inderdaad vermoorden maar mislukte dat en ging ze er alsnog van door. Giles en Gwenda gaan op bezoek in de verpleeginrichting waar Halliday gestorven is. Van de directeur, Dr. Penrose, horen ze dat Halliday zelfmoord gepleegd heeft. Hij was er inderdaad van overtuigd Helen vermoord te hebben. Dr. Penrose vond Halliday echter totaal geen moordenaarstype en geloofde dus niet in de moord. Hij geeft Gwenda het dagboek van haar vader mee.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden