Skyjack door Tim Vicary

1

Carl (1 dochter, klein, oud, grijs) en Harald ( 2 zoons van 5 en 7, lang, jong, sportman, politieagent) gaan met het vliegtuig naar huis.

2

Carl vraagt aan de stewardess hoe laat ze aankomen, om 23.30u zegt ze. De stewardess doet raar en nerveus.

Harald wilt koffie maar de stewardess komt niet, ze praat met 2 mannen. Ze kijken nerveus en bang. Dan pakken de 3 een tas en gaan ze naar de cabine van de piloot. Carl en Harald vinden het heel vreemd.

De piloot praat door de microfoon: “Het plan is gewijzigd, we gaan bij een ander vliegveld landen voordat we onze reis beëindigen. Iedereen moet rustig blijven zitten.”

De stewardess komt de cabine uit met een pistool zodat iedereen rustig blijft zitten.

3

Helen Sandberg wordt thuisgebracht door een politieagent. Helen gaat naar bed. Om 00.15u gaat de telefoon. Ze wordt opgehaald en belt met de chef van de vliegveldpolitie.

4

1 van de kapers praat door de microfoon: “Het vliegtuig is nu van ons, jullie zijn onze gevangenen. We willen jullie niet pijn doen maar blijf aub stil zitten en doe wat we zeggen dan zijn we binnen 1 of 2u weer terug. De overheid van dit land heeft 2 van onze broers in de gevangenis. Als we hun vrij krijgen, zijn jullie ook vrij.”

Harald doet Carl’s paspoort in de koffie en scheurt het in kleine stukjes en eet ze daarna op.

5

Colonel: dun, 40 jaar, bruin.

Helen is aangekomen bij de controlekamer van de chef van de vliegveldpolitie (Colonel). Michael (secretaris Helen). Er zijn 100 mensen in het vliegtuig en 5 crew. Allemaal verschillende nationaliteiten, vooral Amerikaans en Brits (dat betekend problemen zeggen ze). De kapers willen 3 dingen: 1) De 2 broers moeten vrij uit de gevangenis. 2) het vliegveld moet worden uitgebreid, mensen willen ook naar andere landen vliegen. 3) dit nieuws moet in alle kranten komen zodat mensen weten dat ze vrijheidsvechters zijn.

Als de gevangenen binnen 2u nog niet op het vliegveld zijn, wordt de 1e passagier vermoord. De overheid heeft nu dus nog 1u de tijd hiervoor.

6

1 van de kapers vraagt om de paspoorten van Carl en Harald. Harald geeft z’n paspoort en zegt dat Carl er geen heeft. Hij zegt dat hij politie is en dat Carl de gevangenis in moet in zijn land.

Iedereen moet stil blijven zitten. De kapers hebben pistolen. De kapers: “Als over 10 minuten onze broers nog niet vrij zijn, dan gaat de Amerikaanse spion dood. Als je hem wilt helpen, ga je ook dood.

7

Helen weet niet wat ze moet doen. Het is nu 2u dus ze vermoorden de Amerikaanse spion. Helen bedenkt een plan. Binnen 25 minuten moeten de gevangenen vrij zijn.

 8

Het meisje (die de Amerikaan had vermoord) komt terug in de cabine, ze huilt en huilt. Een kaper sloeg een arm om haar een en fluistert wat in haar oor. Harald staat op en rent naar hun toe, hij valt op hen en probeert een pistool te pakken, dit lukt niet. De 2 pakken Harald vast. Harald is de volgende die vermoord wordt waarschijnlijk. Ze boeien hem aan de uitgang vast en Carl.

9

Er komen 2 ambassadeurs (Amerikaans en Brits). Helen mag deze mannen niet want ze hebben beiden grotere landen dan haar. Ze willen alle 3 dat er niet nog meer doden vallen. Als de 2 weg zijn gaat de telefoon, een boodschap van ’t vliegtuig: “We houden van onze broers. We hopen dat de minister ook van haar man houdt. Hij is in ’t vliegtuig, bij de deur.” Helen had niet gedacht dat de kapers wisten dat Carl, Helen’s vrouw is. Helen is nu bang..

10

Carl en Harald zitten gehandboeit bij de deur. Harald heeft een dokter nodig, zijn hoofd bloed en hij ziet niet goed. Carl ruziet met het meisje, met het pistool. Er zijn nog 7 minuten, dan is ’t halfuur over en worden de 2 vermoord.

11

Helen vindt Colonel Carter wel een ‘goede’ man, ze hebben samen een plan bedacht. De broers zijn vrij maar er was iets met de auto waardoor ze er pas over 10 minuten zijn terwijl het al 2.26u is dus dan zal haar man worden vermoord. Maar uiteindelijk vinden de kapers het wel oké.

Het plan: “Eerst de 1e broer sturen, dan zetten wij 100 passagiers vrij, dan gaan we tanken, dan de andere broer sturen en dan krijgen jullie de rest van de passagiers. Maar de piloot en Carl gaan mee naar ’n ander land, zij komen later vrij.”

12

Er is nu 1 broer vrij en hij komt aan bij het vliegtuig.

13

De broers hebben gele regenjassen aan met daarin een microfoontje waardoor Helen, Colonal enzo hun kunnen horen en kunnen weten waar ze zich in ’t vliegtuig bevinden. 100 passagiers zijn vrij. Colonel doet granaten in zijn jas en ook een pistool.

14

Er waren nu nog 11 mensen in ’t vliegtuig: Carl, Harald, 4 crew, 5 Amerikanen. De andere broer is er n ook. Colonel en 2 anderen laten granaten ontploffen waardoor het meisje en de man met de baard schrikken. Colonel en de 2 anderen schieten ze neer. De 2 gevangenen/broers proberen te ontsnappen, maar een man boeit hen vast.

15

Iedereen is weer vrij. ’t Is druk bij het vliegtuig met dokters, politie en journalisten. Nu staat Carl weer in iedere krant op de wereld. De broers gaan (denk ik) weer gewoon de gevangenis in.