Robinson Crusoë door Daniel Defoe

A. Algemeen - Daniël Defoe, Robinson Crusoë, de druk staat niet in dit boek, Rotterdam, 1974. Oorspr. druk 1965 - De schrijver van dit boek heet Daniël Defoe, Hij woonde in Londen. En was schrijver van beroep. Hij leefde van 1660 – 1731 hij is erg bekend geworden door dit boek te schrijven. Hij heeft de watersnoodramp van 1703 ook beschreven en romans in Engelse taal. - Ik heb het boek 2 weken van tevoren gelezen. B. Genre - Het genre van dit boek is een avonturen verhaal en ook dagboek stukjes. - Het is een avonturenverhaal omdat Robinson Crusoë veel avonturen meemaakt en hij houd een dagboek bij.
C. Onderwerp - Het gaat over Robinson Crusoë, hij gaat een reis maken met een schip, en het schip gaat ten onder en Robinson overleeft het en komt op een onbewoond eiland en hij leeft daar vele jaren. En uiteindelijk komt hij toch weer thuis. D. Thematiek - De schrijver heeft dit boek geschreven voor ontspanning. Om iedereen mee te laten genieten van de avonturen van Robinson Crusoë. E. Samenvatting van de inhoud - Robinson wilde altijd al naar zee. Toen hij op een dag in de haven kwam ontmoette hij een vriend, die op het punt stond met het schip van zijn vader naar Londen te vertrekken. Die vriend vroeg aan Robinson of hij mee wilde. Robinson ging gelijk mee zonder zijn ouders te berichten. Het schip kwam in een vreselijke storm terecht en zonk, de bemanning kwam aan in Yarmouth. Robinson reisde verder naar Londen. Na verschillende reizen kwam Robinson aan in Brazilië. Hij bleef daar een poos verhandelen in allerlei koopwaar. Toen vertrok hij naar weer naar Guinee in Afrika waar hij al eerder was geweest. Robinson wist niet dat dit de vreselijkste reis was van heel zijn leven. Er stak een orkaan op en die bleef twaalf dagen woeden. Het schip bleef op een zandbank hangen. En moesten de bemanningsleden met de sloep verder. Een grote golf sloeg het bootje om en behalve Robinson verdronk iedereen. Robinson spoelde aan op een strand en bleef een poos liggen. Hij stond op en ging het eiland een beetje verkennen, het was al avond geworden dus sliep hij in een boom. De volgende ochtend zag hij dat het schip dicht bij het eiland was komen te liggen. Robinson wilde aan boord gaan of er iets te vinden was wat hij kon gebruiken. Robinson maakte een vlot en kwam terug met heel veel bruikbare spullen. Hij maakte op het eiland een hele grote omheining met een dak er overheen. Op een dag zag hij een mensenvoetstap op het strand die was van een kannibaal dat zijn menseneters, want verderop zag hij allemaal schedels en botten liggen. Hij redde een mens die verbrand zou worden. En na een paar dagen kwam er een schip en Robinson een de man die hij had gered mochten mee. Totaal leefde Robinson 28 jaar, 2 maanden en 16 dagen op het eiland. F. Hoofdpersoon - Robinson Crusoë is in 1632 geboren in York dat is een Engelse stad. En later leefde hij op het eiland. Hij was 18 jaar toen hij voor het eerst een scheepsreis maakte. En toen hij van het eiland afkwam was hij 54 jaar en hij was 55 toen hij in Engeland aankwam. Zijn uiterlijk is ruig. - Welk karakter heeft Robinson Crusoë: rustig, vertrouwd, slim, zelfstandig en kan goede beslissingen nemen. - Heeft dat karakter invloed op gebeurtenissen van het boek: ja, als er iets gebeurt zoals toen de kannibalen komen, eerst goede beslissingen nemen en slim nadenken. - Hebben de gebeurtenissen invloed op het karakter van de hoofdpersoon: ja, de toen hij de kannibalen kwamen werd hij bang maar bleef wel rustig. - Heeft Robinson Crusoë een probleem: ja, hoe hij van het eiland kan komen; hij probeert een kano te maken en daarmee weg te komen. G. Plaats - Het verhaal speelt zich af op het eiland dat heet Trinidad in het gebied van Santa Martha. - Ja, want het boek gaat het meest over het eiland waar Robinson het meest van de tijd is. Dus het eiland is heel belangrijk voor het verhaal.
H. Tijd - In de jaren 1632 – 1687 - Ja het is ook in dagboekvorm geschreven dus in goede volgorde van de tijd. Het begint bij zijn geboorte, en dat hij naar school gaat, met een schip mee, in de handel en nog een keer met een schip een schipbreuk en Robinson komt op het eiland en na 28 jaar komt hij toch weer thuis. Dus het verhaal is chronologisch opgebouwd. I. Perspectief - Het verhaal wordt vertelt door een ik-verteller: Robinson zelf. J. Spanning - Ja, ik vind van wel. De omgeving is het eiland waar Robinson leeft, vind ik wel spannend want hij leeft daar helemaal alleen en ontdekt steeds meer dingen. - De tijd is niet echt spannend maar hij leeft daar een hele tijd en sommige dingen die hij meemaakt zijn wel spannend. - Robinson is in dit boek een boeiend persoon hij vertelt zelf over zijn gebeurtenissen. - Er zijn vooruitwijzingen, want Robinson ziet eerst een voetstap en daarna allemaal schedels en een brandplek; dus hij weet dus dat er kannibalen zijn geweest en komen. K. Opbouw - In hoofdstukken. - Ja, zie bij H. Tijd - Ja. - Ja, dat hij uiteindelijk naar huis gaat en de kannibalen. - Het slot is blij want hij komt weer in zijn geboorteplaats. L. Mening - goed, spannend, sympathiek, bekend, niet humoristisch, origineel, onwerkelijk, en optimistisch. - Optimistisch: hij ziet het allemaal rooskleurig in, als je pessimistisch bent zou je daar op dat eiland niet kunnen leven. Niet humoristisch: het is geen humoristisch boek, het is niet grappig. Onwerkelijk: het is niet echt gebeurt. Maar het zou wel kunnen. Spannend: het is wel een spannend boek, er gebeuren af en toe enge dingen. Bekend: het boek Robinson Crusoë is een bekend boek van internet, film en boek.