Zakelijke gegevens
Schrijver: Jeanette Winterson
Titel: Oranges are not the only fruit
Titelverklaring: Jeanette, de hoofdpersoon van het verhaal krijgt van haar moeder altijd sinaasappels te eten, en geen ander fruit. Dit is figuurlijk bedoeld; alleen ons geloof is goed en al het andere moet je vermijden. Later in het boek komt de moeder van Jeanette op haar uitspraak terug: ze zegt “oranges not the only fruit”, wanneer er kleurlingen naar het opvangcentrum komen dat Jeanette’s moeder met Melanie heeft opgericht. Thema van het boek: geloof, beperkt zijn in je vrijheid Samenvatting: 1. Vertelsituatie Het boek wordt verteld vanuit het perspectief van de alwetende verteller. Het is in dit geval wel een speciaal geval omdat je in eerste instantie zou zeggen dat het in de ik-vorm is geschreven. Maar omdat er, naast dat het semi-autobiografisch is, ook verhalen en sprookjes in voorkomen die als het ware door de schrijfster (en niet perse door Jeanette zelf) worden verteld is de alwetende verteller aan het woord.
2. Hoofdpersonen
Jeanette: de hoofdpersoon van het verhaal. Zij is door haar moeder geadopteerd en haar moeder heeft er de taak van gemaakt om Jeanette op te voeden als dienaar van God. Ze moet zendeling worden. Jeanette wordt heel haar jeugd omringd door kerkelijke invloeden en heeft hierdoor een heel andere opvoeding gehad dan de meeste mensen van haar leeftijd. Ze weet niet zo goed hoe ze met haar gevoelens moet omgaan omdat ze dit nooit geleerd heeft van haar moeder.
De (adoptie)moeder van Jeanette: Een vrouw die zichzelf helemaal heeft toegelegd op het overbrengen van de kerkelijke boodschap. Ze is dag en nacht met de kerk bezig en wil graag Jeanette opvoeden volgens de leer van de kerk. Ze wordt door andere mensen vaak als raar gezien door haar vreemde ideeën en uitspraken.
De vader van Jeanette: Over hem wordt weinig gezegd in het verhaal. Hij wordt beschreven als een rustige man, die ooit een gok-verslaafde was maar door de moeder van Jeanette bekeerd is tot haar kerk en nooit zo snel boos wordt. Hij komt vrijwel niet aan het woord in het verhaal.
Melanie: de persoon waardoor Jeanette haar eerste lesbische gevoelens ervaart. Melanie is door Jeanette bekeerd tot haar kerk en wil graag geholpen worden door deze kerk. Jeanette en Melanie geven veel om elkaar
Elsie: Een wat oudere vrouw die Jeanette bezoekt in het ziekenhuis wanneer zij geopereerd is en later vaak nog contact zoekt met Jeanette. Elsie is voor haar een soort ontsnapping aan haar moeder, denk ik zelf. Elsie blijkt achteraf alles door te hebben van Jeanette’s gevoelens.
3. Tijd, plaats, en het verhaal
Tijd:
Het verhaal speelt zich naar mijn idee af in de zeventiger jaren, er wordt namelijk niet gesproken over hele moderne techniek en het boek is ook in de tachtiger jaren geschreven. In het boek is er sprake van een hechte en conservatieve kerkgemeenschap, ik denk dat in de hedendaagse samenleving hier bijna geen sprake meer van is. Ook is er nog duidelijk sprake van een verzuilde samenleving. Door Jeanette’s moeder worden de heidense buren bijvoorbeeld beschreven als: Next Door.
Plaats:
Het boek speelt zich af in Engeland, in een dorp waar men massaal Labour stemt. Jeanettes moeder probeert hier een kerkgemeenschap op te richten en mensen te bekeren. De plaatsen waar het verhaal zich plaatsvindt zijn: Jeanettes huis, school, de kerk, en bij een aantal andere verhaalpersonen thuis.
Het verhaal:
De hoofdpersoon Jeanette woont bij haar niet-biologische ouders. Haar moeder is heel fanatiek in de plaatselijke kerkgemeenschap en het is haar bestemming om een zendeling te worden. Ze gaat ook op zomerkampen waarbij ze mensen probeert te bekeren tot het protestantse geloof. In haar kerk denken ze dat Jeanette vervuld is van de heilige geest, maar die gedachten verminderen wanneer Jeanette doof wordt en moet worden geopereerd. Wanneer ze in het ziekenhuis ligt en haar moeder haar bezoekt brengt haar moeder altijd sinaasappels mee, want dat was volgens haar het enige fruit (oranges are the only fruit).
De kinderen in het dorp vinden Jeanette altijd al raar door haar religieuze uitspraken, ze vind school dan ook niet leuk. Op een gegeven moment wordt ze ook door haar religieuze uitspraken naar huis gestuurd. Op een dag ontmoet Jeanette een meisje genaamd Melanie. Ze leert haar over haar geloof en bekeert Melanie tot hun kerk. Uiteindelijk worden ze op elkaar verliefd. Als Jeanette dit aan haar moeder verteld wordt die woedend en zegt dat er demonen in haar zitten. Als haar moeder hun verhouding aan de kerk vertelt wordt ze opgesloten. Tijdens haar opsluiting ontmoet ze een oranje demoon. Hij stelt haar voor de keuze om bij God te blijven of bij de demonen. In die zelfde tijd wordt Melanie genezen verklaart. Jeanette wil eerst niet genezen worden maar geeft er uiteindelijk toch wel aan toe. Een tijdje spreekt niemand er weer over en lijkt het gewone leven teruggekeerd. Maar dan ontmoet ze Kathy, ze worden verliefd op elkaar. Ze vertellen niemand over hun relatie. Maar toch wordt het door de kerk ontdekt. Ze verlaat de kerk, haar huis en haar familie voor Kathy. Wanneer Jeanette later haar moeder een bezoek brengt, komt ze erachter dat haar moeder ouders helpt waarvan de kinderen zijn bezeten door demonen. Wel gaat ze nog naar haar ouderlijk huis om herinneringen op te halen. In het dorp gaat alles slechter, in de kerk is sprake van corruptie en de zaken van winkels gaan slecht. Jeanette gaat op een heuvel wonen om over haar
[deel mist]
Titel: Oranges are not the only fruit
Titelverklaring: Jeanette, de hoofdpersoon van het verhaal krijgt van haar moeder altijd sinaasappels te eten, en geen ander fruit. Dit is figuurlijk bedoeld; alleen ons geloof is goed en al het andere moet je vermijden. Later in het boek komt de moeder van Jeanette op haar uitspraak terug: ze zegt “oranges not the only fruit”, wanneer er kleurlingen naar het opvangcentrum komen dat Jeanette’s moeder met Melanie heeft opgericht. Thema van het boek: geloof, beperkt zijn in je vrijheid Samenvatting: 1. Vertelsituatie Het boek wordt verteld vanuit het perspectief van de alwetende verteller. Het is in dit geval wel een speciaal geval omdat je in eerste instantie zou zeggen dat het in de ik-vorm is geschreven. Maar omdat er, naast dat het semi-autobiografisch is, ook verhalen en sprookjes in voorkomen die als het ware door de schrijfster (en niet perse door Jeanette zelf) worden verteld is de alwetende verteller aan het woord.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden