Nineteen eighty-four door George Orwell

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Nineteen eighty-four
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3668 woorden
  • 21 maart 2001
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
123 keer beoordeeld

Boekcover Nineteen eighty-four
Shadow

Winston Smith works for the Ministry of Truth in London, chief city of Airstrip One. Big Brother stares out from every poster, the Thought Police uncover every act of betrayal. When Winston finds love with Julia, he discovers that life does not have to be dull and deadening, and awakens to new possibilities. Despite the police helicopters that hover and circle overhea…

Winston Smith works for the Ministry of Truth in London, chief city of Airstrip One. Big Brother stares out from every poster, the Thought Police uncover every act of betrayal. Whe…

Winston Smith works for the Ministry of Truth in London, chief city of Airstrip One. Big Brother stares out from every poster, the Thought Police uncover every act of betrayal. When Winston finds love with Julia, he discovers that life does not have to be dull and deadening, and awakens to new possibilities. Despite the police helicopters that hover and circle overhead, Winston and Julia begin to question the Party; they are drawn towards conspiracy. Yet Big Brother will not tolerate dissent - even in the mind. For those with original thoughts they invented Room 101...

Nineteen eighty-four door George Orwell
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Basisbeschrijving van het leesproces - primaire gegevens over het boek
uitgever: Wolters-Noordhoff, 1998, 281 pagina's
eerste editie: 1949 - keuzeverantwoording
Dit boek heb ik gekozen omdat ik best geïnteresseerd ben in het probleem 'privacy'. Naar mijn mening moet een mens vrij zijn om te doen en laten wat hij wil (binnen bepaalde grenzen); het televisieprogramma 'Big Brother' wekt mede daarom ook mijn afschuw op. Maar toen ik dit boek in handen kreeg, was mijn interesse wel gelijk gewekt. Want het boek gaat namelijk over mensen zonder privacy, die de hele dag in de gaten worden gehouden via camera's: het is het essentiële in het boek. Mijn interesse ging voornamelijk uit naar de mogelijke verandering in het karakter c.q. gedrag van de (hoofd)personen. - verwachtingspatroon
Voordat ik begon met lezen, dacht ik wel aan iets moeilijks te beginnen. Buitenlandse literatuur is vaak niet zo makkelijk om te lezen. De populariteit van dit boek leek echter wel aan te geven dat het zeker niet onoverkomelijk moeilijk was. Zoals gezegd sprak het onderwerp mij aan; ik dacht dus ook aan iets leuks te beginnen. De achterkant van het boek was een stukje tekst van ongeveer 50 woorden; die gaf me weinig informatie. Daar had ik weinig aan. Ik ben het boek gaan lezen met de informatie: het gaat over mensen zonder privacy. Het leek me interessant om de 'ontwikkeling' van mensen in een dergelijke situatie te bekijken. Achteraf gezien had het onderwerp 'mensen zonder privacy' in een iets andere context geplaatst moeten worden. De camerabewaking is er inderdaad (via telescreens, televisies die ook in omgekeerde richting werken), maar dat is niet het enige belangrijke in het boek. Orwell heeft het boek waarschijnlijk geschreven als een soort waarschuwing tegen totalitaire staten. Het gaat daarnaast om de foto's van 'Big Brother', zoals de leider van het regime heet; die foto's zijn overal te vinden, en staren de mensen diep in de ogen aan. Dit maakt veel mensen bang, een overtreding tegen de regels van Big Brother te begaan. Ik had mij niet veel vergist in de moeilijkheidsgraad: er zaten sommige moeilijk te begrijpen passages in, maar over het algemeen was het best goed te lezen. Mijn interesse voor het onderwerp heeft hier zeker aan bijgedragen. Een woordenboek heb ik slechts twee keer hoeven te raadplegen. - eerste reactie achteraf Naast het niveau van het boek heeft vooral de fantasie mij getroffen. Orwell heeft een irreële wereld verzonnen, die nog niet bestaat, maar die in wezen goed mogelijk is. De wereld klopt. Hij beschrijft ook heel veel van die wereld. Is het niet direct, om de lezer het een en ander duidelijk te maken, dan is het wel in de beschrijving van de activiteiten van een of ander persoon, waarbij de verzonnen wereld zich op de achtergrond bevindt. Het verhaal was ook heel meeslepend. De belevenissen van de hoofdpersoon, zijn strijd tegen het regime en zijn uiteindelijke zwicht ervoor (als hij zich realiseert dat hij het eigenlijk helemaal niet erg vindt), zijn niet alleen boeiend verteld, ze grepen me ook enorm aan. Hieraan gekoppeld zit een zekere spanning: hoe zou het doorgaan? Wat gebeurt hierna? Enige ironie zit er ook in. De hoofdpersoon werkt op het 'Ministerie van Waarheid' en moet leugens fabriceren ten gunste van het regime. Ik vond het boek ook heel origineel. Er zijn veel boeken geschreven met een fantasiewereld op de voor- of achtergrond, maar juist deze heeft me, vanwege het feit dat die wereld geen onzin is, enorm geïnteresseerd. Daarom spreekt het boek mij ook aan. Alleen had ik wel verwacht dat er veel meer protesten zouden zijn tegen dit regime. In het begin lijkt de hoofdpersoon zelfs de enige te zijn die er het ernstige van inziet. Het is niet wat ik verwacht in een dictatuur. - korte samenvatting

De wereld van '1984' is verdeeld in drie landen: 'Oceania', 'Eastasia' en 'Eurasia'. Het verhaal speelt zich af in 'Oceania', waarvan (in het boek het voormalige) Groot-Brittannië een onderdeel is; het land heet nu 'Airstrip One'. Oceania is constant in oorlog; is het niet met Eastasia, dan is het wel met Eurasia. Geheel Oceania wordt geregeerd door 'de Partij', met aan het hoofd 'Big Brother'. Deze man is een dictator: hij stelt vreemde regels op en laat de hele bevolking in de gaten houden door de 'Thought Police' (tuchtpolitie); opvallend is dat slechts weinig mensen dit regime slecht vinden. Winston Smith is de hoofdpersoon van dit boek. Hij werkt op het 'Ministerie van Waarheid' en hij moet de geschiedenis vervalsen, door kranten en documenten van vroeger te veranderen. Maar hij weet dat het niet goed is, wat hij doet. Op een dag besluit hij te breken met het regime. Hij koopt (als eerste daad) een boek en een pen. Hij begint een dagboek bij te houden, hetgeen streng verboden is. Zijn kamer wordt (zoals alle kamers) in de gaten gehouden via telescreens: televisieschermen die een omgekeerde werking hebben. Hij vindt echter één plek in de kamer waar hij niet in de gaten gehouden kan worden: hier gaat hij zitten schrijven. Hij krijgt angst voor zijn buren, die leven zoals de Partij het voorschrijven; hun kinderen verlinken mensen die tegen het regime zijn, of bepaalde overtredingen begaan. Ook op het werk loopt iemand rond die hij niet vertrouwt. Zij blijkt Julia te heten en, net als hij, tegenstandster van het regime te zijn. Een ander, die hij later ontmoet, heet O'Brien en is ook tegen. Later komt hij terug in de winkel waar hij het boek en de pen voor het dagboek kocht. De eigenaar van de winkel, Mr. Charrington, laat hem een achterkamer zien die Winston mag huren. Op het werk ziet hij Julia weer: ze valt. Hij helpt haar en ze stopt hem een briefje toe, waarop staat: I love you. Ze ontmoeten elkaar later weer, op een plaats zonder telescreens; daar hebben ze seks. Seks was ook ten strengste verboden: het was een protestactie. Winston huurt de achterkamer. Julia komt vaak bij hem: ze kunnen daar vrijuit doen wat ze willen, praten waarover ze willen, want in de kamer zijn verrassenderwijs geen telescreens. Er loopt wel een rat rond waarvan Winston bang wordt (belangrijk voorteken!) Dan ontmoet Winston O'Brien weer; hij vraagt Winston om met Julia zondag naar zijn huis te komen. Als hij en Julia daar zijn, blijkt O'Brien bij de 'Brotherhood' te zitten, die geleid wordt door Emmanuel Goldstein. Hij is de grootste tegenstander van de Partij. Deze heeft een boek geschreven over het totalitaire systeem. Winston gaat met Julia naar de achterkamer en leest uit het boek voor, maar Julia is niet geïnteresseerd en valt in slaap; Winston volgt haar. Als ze wakker worden, blijkt een poster van de muur gevallen te zijn, waarachter zich een telescreen verborg. De Thought Police ziet hen nu bezig en komen binnen. Onder hen is Mr. Charrington: ook hij zit bij de Thought Police. Julia en Winston worden apart weggebracht. Winston wordt naar het 'Ministerie van Liefde' gebracht. Daar wordt hij in een cel gestopt en door O'Brien komt binnen: hij is geen mede-gevangene maar een beul. Hij gaat Winston pijnigen. Aanvankelijk verzet Winston zich nog, maar later doet hij wat O'Brien wil en geeft hij de antwoorden die O'Brien verwacht, om van het pijnigen af te zijn. Echter, over zijn liefde voor Julia zwijgt hij. Dan vraagt O'Brien hoe hij over Big Brother, de grote baas, denkt. Winston vertelt de waarheid (hij haat Big Brother), en dan wordt hij naar de 'beruchte' kamer 101 gebracht. Daar zal de laatste stap naar reïntegratie worden ondernomen. Om zijn hoofd wordt een kooi met grote, hongerige, enge ratten geplaatst. Winston wordt nu zó bang, dat hij smeekt om deze kwelling aan hem voorbij te laten gaan, maar Julia zo te kwellen. Dit was het belangrijkste voor hem; hij wordt direct vrijgelaten. In de 'normale' samenleving blijkt Winston in alle opzichten niets meer waard te zijn. Een tijdlang doet hij niets dan drinken, schaken en af en toe een beetje werken. Op een gegeven moment ontmoet hij Julia weer; ze geven allebei toe elkaar verraden te hebben in kamer 101. Als hij weer in het café zit, komt hij tot de conclusie: 'Ik haat Big Brother niet; ik houd van hem!' belangrijke punten in het boek
Een heel belangrijk citaat uit het boek vertelt ons hoe iemand zonder privacy leeft, die echter rebelse gevoelens krijgt als hij wordt opgepakt door de Thought Police: "He thought of the telescreen with its never-sleeping ear. They could spy upon night and day, but if you kept silent you could still outwit them. With all their cleverness they had never mastered the secret of finding out what another human was thinking. Perhaps that was less true when you were actually inside the Ministry of Love, but it was possible to guess: tortures, drugs, delicate instruments that registered your nervous reactions, gradual wearing-down by sleeplessness and solitude and persistent questioning. Facts at any rate could not be tracked down by enquiry, they could be squeezed out of you by torture." In dit citaat wordt duidelijk hoe Winston zich moet voelen, als hij het regime gaat haten. In het verhaal bevinden zich twee grote keerpunten, die beide niet specifiek met één citaat zijn aan te halen (omdat er essentiële zaken, met name redenen, zouden missen): het eerste keerpunt is vrijwel direct na de inleiding, als Winston merkt dat hij het systeem gaat haten. Vanaf dat moment gaat het eigenlijke verhaal beginnen. En helemaal aan het einde bevindt zich het tweede keerpunt, als hij uit de 'gevangenis' komt; hij ontdekt dat zijn rebelse optreden nergens voor nodig was, daar hij Big Brother goed vindt. Ook hier ontbreekt een citaat wegens dezelfde redenen van onvolledigheid. Maar het allerbelangrijkste keerpunt is de ontdekking van de daden van Julia en Winston. Op dat moment is hun 'spel' over. Hoop gaat direct over in angst: waar ze eerst hoopten op een 'zorgeloos' leven, in de kamer zonder telescreens, is nu de angst, wat er met ze zal gebeuren. het taalgebruik
Het taalgebruik is wat ouderwets; het verhaal is in 1948 geschreven en werd dus ook volgens de 'taalmode' van die tijd geschreven. Het houdt in dat heel veel beschreven wordt (in tegenstelling tot hedendaagse schrijvers die veel meer overlaten aan de fantasie van de schrijver), er zijn lange zinnen met moeilijkere constructies. En het taalgebruik is chiquer. Dit alles hangt nauw met elkaar samen. Al met al vind ik het wel heel mooi taalgebruik. karakterverandering van belangrijke personen
Winston is het allerbelangrijkste karakter in het boek. Hij is in het begin een brave man, doet wat er van hem gevraagd wordt. Hij heeft angst voor Big Brother. Wat hij vindt, uit hij niet. Tot hij op een gegeven moment de moeite vindt om een dagboek bij te gaan houden. Een affaire met Julia geeft hem veel moed. Julia rebelleert namelijk ook: de wetenschap dat hij niet de enige is, is natuurlijk hoopvol en moedgevend. Hij durft nu zijn protest tegen het regime niet alleen door te zetten, maar ook nog te versterken. Als hij tenslotte gesnapt wordt, verandert de moed in één keer in angst: nu ze hem gevangen hebben genomen weet hij weer waarvoor hij zo bang was: represailles tegen overtredingen van de regels. Na zijn vrijlating durft hij niet meer te protesteren; uiteindelijk wordt hij ervan overtuigd dat Big Brother wèl goed is en is angst eigenlijk niet meer nodig. Daarnaast speelt Julia een belangrijke rol, daar zij degene is die Winston uit zijn twijfels heeft geholpen. Julia is zo mogelijk nog rebelser dan Winston: ze haalt dingen uit (zoals het briefje wat absoluut niet mag) en ze heeft lak aan alles wat het regime haar voorschrijft. Ze weet het echter zodanig te doen, dat niemand erachter kan komen. Op het moment dat zij en Winston ontdekt worden, verdwijnt het personage. Of ze zwicht voor het regime of niet is dus niet bekend; over een eventuele karakterverandering is dus niets bekend. 2. Literaire verdieping - tijd en ruimte
De vertelde tijd is twee à drie weken. Het verhaal speelt zich geheel af in Londen, in diverse ruimtes: het kantoor van Winston en Julia, de eerste kamer van Winston, de tweede kamer (achterkamer) van Winston, de gevangenis en een aantal openbare gelegenheden, zoals cafés. De ordening van het verhaal is chronologisch: er zijn geen flashbacks of flash-forwards. Er is ook vrijwel geen invloed van klimatologische omstandigheden of topografische omstandigheden; dat het zich in Londen afspeelt is slechts een voorbeeld. - vertelwijze
George Orwell is in dit boek een personale verteller. Hij vertelt het verhaal als een buitenstaander, hij heeft zichzelf niet afgebeeld als personage in het boek. Toch weet hij met zijn vertelwijze het leesplezier erin te houden: hoewel zijn schrijfstijl objectief is, houdt hij tegelijk de spanning erin. Dit weet hij te bewerkstelligen door alles chronologisch te vertellen, en niets te verklappen. Deze chronologische vertelling is echter geen dorre opsomming van feiten. Het onderwerp 'een rebel in een dictatuur' is sowieso al spannend; door de chronologie wordt het extra spannend. - spanningsopbouw
Als Winston zijn protest begint met het schrijven van het dagboek, wordt de spanning groter: hij doet iets wat niet mag. Dit brengt het verhaal echt op gang. Als de affaire met Julia begint, wordt duidelijk dat de protesten serieus zijn. Wat zou het gevolg zijn? Zal iemand ze doorhebben of niet? Het verhoogt de literaire spanning steeds wat meer (ongeveer tien dagen van de circa twintig dagen vertelde tijd). De huur van de tweede (achter)kamer is belangrijk, want hierin wordt hij ontdekt. Dat weet men echter van tevoren niet; het is, vanwege de ogenschijnlijke het ontbreken van telescreens, eerder een veilig onderkomen voor Winston en Julia, waar ze op adem komen. Het is een kleine verlangzaming van het verhaal. Desalniettemin doen ze toch dingen die niet mogen; de spanning om ontdekt te worden blijft aanwezig. Het feit dat er toch een telescreen aanwezig blijkt te zijn (als er een poster van de muur valt), en de arrestatie van Winston en Julia zorgt in vrijwel één klap voor grote opwinding. (Vandaar de verticale streep bij die gebeurtenissen.) Het is zelfs een schrikeffect te noemen: tijdens het lezen ben ik een beetje gaan meeleven met de personages en bij zo'n ontdekking, als hun protesten in één keer op niets blijken uit te lopen zorgt voor een grote dosis spanning ineens. Dit is het belangrijkste punt in het boek: hun daden zijn uitgekomen, ze kunnen niets meer. Hier bevindt zich de eerste climax van het verhaal. Het versnelt het verhaal tevens; er is ruimte voor nieuwe gebeurtenissen. Als Winston naar het Ministerie van Liefde (de gevangenis) wordt gebracht, is onduidelijk wat ze met hem gaan doen. Hier vinden tegelijk toename en afname van spanning plaats. De afname van spanning is er, omdat ze geen protesten meer kunnen leveren, ze worden gestraft voor hun daden. Opbouwende spanning is er echter omdat vooral twee vragen oprezen: 'Wat gaan ze doen met Winston?' en 'Hoe zal hij functioneren als hij weer terug zou komen in de samenleving?' Ik vond de toename van spanning nadrukkelijker aanwezig, en belangrijker dan de afname van de spanning. Vandaar dat de literaire spanning tijdens zijn verblijf bij het Ministerie van Liefde nog wordt opgebouwd. Ook tijdens zijn eerste schreden in het openbaar is er nog een zekere spanning. Hoe zal hij functioneren? Pas na een tijdje wordt duidelijk hoe hij zijn leven nu indeelt: hij drinkt, hij schaakt; af en toe werkt hij wat. Dan valt de spanning snel weg, want de consequentie van de climax is duidelijk geworden. Er treedt nog één ding op, wat voor mij de spanning (en in elk geval de verbazing) nog iets deed stijgen: Winston zwicht voor het regime. Hij realiseert zich dat hij van Big Brother houdt. Toename van literaire spanning op het einde van het verhaal is niet zo ongewoon als het lijkt. Het is in dit geval een heel origineel einde. De vraag die rees was: 'Waarom zwicht hij nu?' Het vormt de conclusie van het verhaal, maar het werpt tegelijkertijd deze vraag op; het is dus geen gesloten einde. - thematiek en motieven
Het thema van Orwell is een waarschuwing tegen dictaturen en totalitaire staten en systemen. Toen het boek in 1949 uitkwam, was dit onderwerp heel actueel: de dictatuur van Hitler en Mussolini was net ten einde; de dictatuur van Stalin duurde voort (en zou een vervolg krijgen met zijn opvolger). Zijn boek liet nogmaals zien hoe ernstig de situatie in zo'n geval is. Het eerste motief is totale controle: iedereen wordt de gehele dag in de gaten gehouden door Big Brother. Dit komt vooral terug in de telescreens, die overal zijn; mensen moeten dus de gehele dag opletten dat ze geen overtredingen begaan, want het wordt gezien en het is zeker dat ze gepakt worden door de tuchtpolitie. Het tweede motief is het rebellisme van Winston en Julia. Zij bezigen dit al een tijdje als ze elkaar ontmoeten. Zij vinden, als twee van de weinigen, dat het regime waaronder zij gebukt staan slecht is en ze protesteren daartegen op hun eigen manier. Het derde motief heeft veel te maken met het tweede motief. Het derde motief is haat jegens het regime. Het vierde motief is liefde; liefde tussen Julia en Winston. Hun liefde is een vorm van protest tegen het regime, maar daarbuiten is het wel échte liefde. - personages
In het verhaal komen drie belangrijke personages voor: Winston en Julia als de twee hoofdpersonen en O'Brien. - Winston is een 39-jarige man, die werkt op het Ministerie van Waarheid. Hij herschrijft de geschiedenis. In deze fase (de inleiding van het boek) is Winston pessimistisch gestemd; depressief is een iets te groot woord. Hij is depressief gestemd, vooral over het regime. Op een dag besluit hij ertegen te gaan protesteren, hetgeen natuurlijk zeer opwindend is. Zo is zijn gemoedstoestand dan ook, zeker omdat hij heel rustig lijkt. Tijdens zijn protesten zag ik hem een beetje als de 'held' van het verhaal: hij weet de risico's van de dingen die hij doet, maar dat risico neemt hij om te kunnen leven zoals hij wil. Als hij Julia ontmoet en een relatie met haar begint, is hij verliefd. Het opstandige in zijn gedrag, wat ook in zijn karakter moet zitten, blijft echter onverminderd. Omdat Julia zelf ook rebelleert wordt dit opstandige zelfs nog verder aangewakkerd. Winston heeft als tweede protestactie seks met Julia en het heldhaftige in zijn gedrag wordt nog sterker. Maar dan gebeurt het onvermijdelijke: hij wordt ontdekt en opgepakt door de tuchtpolitie. Het heldhaftige slaat ineens om in grote angst. Zijn spelletje is over; hij is bang voor wat hem te wachten staat. De angst in de gevangenis wordt groter op het moment dat hij met zijn hoofd in de rattenkooi moet. Dan bekent hij alles en wordt vrijgelaten. Als hij zijn leven heeft ingedeeld, is hij zeer berustend: het regime zit wel goed. Kort geformuleerd: hij is in het begin teneergeslagen en pessimistisch. Hij besluit te protesteren en hij wordt daar opgewonden van, en ook heldhaftig. Uiteindelijk is hij bang voor de maatregelen als hij wordt gearresteerd en na zijn vrijlating is hij over het regime optimistisch geworden. - Het tweede 'round character' is Julia. Zij is 25 jaar oud en werkt ook bij het Ministerie van Waarheid. Zij protesteert al langer tegen het regime, in de vorm van seks. Ze heeft al een paar relaties gehad voordat ze Winston ontmoette. Haar karakter is fel en heldhaftig, maar tijdens de relatie me Winston verandert dat niet veel: ze heeft 'ervaring' met protesteren. Ze is waarschijnlijk nooit eerder ontdekt. Dit vermoeden had ik voordat ik het boek uit had. Daarna wist ik hoe het met Winston was afgelopen: die bekeerde zich. Zoiets was bij Julia ook gebeurd als ze was gepakt. Dus voor Julia moet de schrik net zo groot zijn geweest als voor Winston toen ze werd ontdekt en gearresteerd. Na de arrestatie verdwijnt ze volledig uit beeld. Haar karakter ontwikkelt zich dus niet veel: zij verlaat ons terwijl ze angstig is en we weten niet hoe het met haar afloopt. - Het derde 'round character' is O'Brien. Ik heb hem uiteindelijk als round character gezien omdat hij, ondanks het feit dat hij vrij weinig in het verhaal voorkomt, toch een cruciale rol speelt in het verhaal. O'Brien lijkt lid te zijn van een organisatie tegen Big Brother. Hij spoort het gedrag van Winston en Julia dan ook aan. Hij geeft ze zelfs een boek waarin geprotesteerd wordt tegen het regime. Maar hij blijkt lid te zijn van de tuchtpolitie. Hij pretendeerde tegen Big Brother te zijn, maar dat was om Winston en Julia gepakt te kunnen krijgen. Over zijn karakter is vrijwel niets bekend. - Big Brother zelf is een 'flat character', maar hij heeft het hele verloop van het boek bepaald. Hoewel zijn bestaan niet geheel zeker is, beïnvloed hij het hele leven van de bevolking, Winston en Julia incluis. De laatste twee protesteren tegen deze man en zijn regime. - titelverklaring

De titel '1984' zegt eigenlijk heel weinig over de inhoud van het boek. De verklaring van de titel is dat 1984 het jaartal is waarin het verhaal zich afspeelt. Maar het verhaal is nodig om er het thema en de motieven uit te halen. Dat is namelijk niet af te leiden uit '1984': dit jaartal kan op alles slaan. De titel is dus vaag als het om de thematiek gaat. Het is wel een titel die blijft hangen, omdat hij kort en krachtig is. Vanwege de vaagheid laat hij veel ruimte voor zekere fantasie, zodat een lezer benieuwd kan worden naar de bedoeling ervan en het boek gaat lezen. Het boek heeft op de kaft geen ondertitel staan. Echter, de uitdrukken 'Big Brother is watching you' is zeer goed als ondertitel te gebruiken. Deze ondertitel laat al wat meer los: over het gebrek aan privacy. Ook deze uitspraak klinkt heel geheimzinnig en kan zet aan tot lezen. Het boek heeft geen opdracht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Nineteen eighty-four door George Orwell"