Het boek vertelt ons over Meneer Henry, Mijnheer Quatermain en Meneer Good. Zij zijn drie vrienden die een grote schat willen vinden. Zij weten over de schat, die in de king solomon’s mines ligt, omdat Quatermain een kaart van een oude man heeft ontvangen, van José Silvestre. Hij vertelde Quatermain dat hij op reis ging om een schat te vinden en indien hij de schat vond, zou hij de rijkste man in de wereld zijn. Maar hij heeft de reis niet overleefd. Slechts voor zijn dood vertelde hij aan Quatermain dat hij de schatkamer had gezien, maar hij was niet binnengegaan. Toen hij wist dat hij geen kans zou hebben terug te keren, vertelde hij Quatermain over de schat. Nu vertelt Quatermain aan zijn vrienden dat hij de schat wil vinden. En zijn vrienden willen hem daar mee. Maar voor zij de schat kunnen bereiken, moeten zij een heel gevaarlijke reis naar het hart van Zuid-Afrika maken. Voor zij de reis beginnen, zij dragers nodig die hun materiaal dragen. Een van de dragers is Umbopa, Umbopa is ongeveer dertig jaren oud. Hij zegt dat hij van de Zulu-Mensen is, maar zijn stam is ver naar het noorden. Hij ging als kind van het noorden tot Zulu-Land. Later kwam hij naar Nataal, omdat hij wilde zien hoe de blanke mensen leven. Nu is hij het zat en wil hij opnieuw naar het noorden gaan. Hij wil geen geld verdienen omdat hij een dappere man is en hij zal Quatermain, Henry en Good dienen. Wanneer zij genoeg materiaal en dragers hebben, beginnen zij hun gevaarlijke reis. Omdat zij een woestijn en paden over sommige bergen moeten kruisen, zijn er veel risico's. Nadat zij veel in de woestijn en in de bergen hebben geleden bereiken zij een klein land in het midden van het bos, Kukuana. Twala is de koning van Kukuana, hij is een heel slechte man en alle Kukuana-Mensen zijn bang van hem, omdat hij alle mensen doodt die niet luisteren naar hem. In Kukuana geeft een bewaker hen informatie over Kukuana en hun koning Twala. Hij vertelt hen dat Twala zijn oudste broer, Imotu, de oude koning heeft geslagen, omdat hij de koning van Kukuana wilde zijn. De vrouw van Imotu en zijn zoon Ignosi liepen weg en de mensen van Kukuana hoorden niets over hen meer. Zij denken dat zij de reis door de bergen niet hebben overleefd. Nadat zij meer informatie van de bewaker had gehoord, liet Umbopa zijn lendendoek zakken en stond daar naakt voor de anderen. Hij wijst naar de afbeelding van een geweldige blauwe slang om zijn middel. Dat is het teken van de rechtmatige koning van Kukuana. Nu beseffen Umbopa’s vrienden dat Umbopa inderdaad Ignosi, de zoon van Imotu is. En weten ze dat Twala inderdaad niet de rechtmatige koning is van Kukuana. Wanneer Ignosi Twala in een strijd heeft verslagen wordt hij koning van Kukuana. Enkel de koning van Kukuana kan de mijnen binnengaan waar de grote schat verborgen is. Na nog een moeilijke reis bereiken zij de mijnen waar zij een fantastische schat met goud en diamant vinden. Wanneer zij sommige diamant voor zichzelf meenemen, verlaten zij de schatkamer en gaan naar de geschrokken Kukuana-Mensen. Wanneer de tijd gekomen is dat zij weggaan, wenst Imotu hun veel succes. Zij besluiten om niets over hun ontdekking te vertellen, anders zou het kunnen dat de Kukuana-Mensen hun rust verliezen. Dat is het laatste ding dat zij besluiten.
Het boek gaat over Sir Henry, Mister Quartermain en Sir Good. Dat zijn 3 goede vrienden die een van plan waren om een grote schat te gaan zoeken. Ze weten van de schat, omdat Quartermain een kaart heeft gekregen van een oude man die José Silvestre heet. Hij vertelde hem dat hij op reis ging om die schat te zoeken, en als hij het dan gevonden had, was hij de rijkste man van de wereld. Maar hij overleefde de reis niet. Vlak voor zijn dood, toen hij wist dat hij geen kans meer had om terug te gaan zei hij nog tegen Quartermain dat hij de schat had gezien, maar niet te pakken kon krijgen.
Nu vertelde Quartermain aan zijn vrienden dat hij de schat wilde gaan zoeken. Zijn vrienden wilden hem wel vergezellen op zijn reis. Maar voordat ze de schat te pakken kunnen krijgen, moeten ze een gevaarlijke reis maken naar het hart van Zuid-Afrika. Voordat ze aan hun reis kunnen beginnen, zoeken ze een paar knechten die hun bagage kunnen dragen. Een van die knechten is Umbopa, een knappe man van rond de 30 jaar. Hij zegt dat hij van de Zulu-stam is, maar zijn stam is ver naar het noorden. Hij kwam als kind uit het noorden naar Zulu-land. Later ging hij naar Natal, omdat hij wilde zien hoe de blanke mensen leefden. Nu is hij moe en wil hij terug naar het noorden. Hij gaat toch met de drie vrienden mee. Hij hoeft geen geld, want hij is een dappere man. Hij wil ze dienen.
Wanneer ze genoeg materiaal en knechten hebben, beginnen ze hun gevaarlijke reis. Omdat ze door een woestijn, en over een aantal bergen moeten lopen, zijn er veel risico’s. Nadat ze een hoop hebben moeten doorstaan in de bergen en in de woestijn, komen ze in een klein landje: Kukuana, midden in het bos.
Twala is de koning van dat landje. Hij is een wrede man. Iedereen is bang voor hem, omdat hij iedereen die niet naar hem luister vermoordt. Terwijl ze in Kukuana zijn, geeft een wachter hen informatie over het land en de koning ervan. Hij vertelt hen dat Twala zijn oudste broer, koning Imoto heeft verslagen. Omdat hij koning wilde worden over Kukuana. Imoto’s vrouw en zoon Ignosi zijn gevlucht, en niemand heeft meer wat van hen gehoord. Het volk denkt dat zij de reis door de bergen niet hebben overleefd. Nadat ze deze informatie hebben gehoord van de wachter, glijdt Umbopa uit zijn lendendoek. Hij staat daar naakt voor de anderen. Dan wijst hij naar een plaatje wat op zijn zij hangt. Er staat een grote blauwe slang op. Dat is het teken van de rechtmatige koning van Kukuana. Dus de vrienden realiseren zich nu dat Umbopa, de zoon van Imoto is, en dat hij Ignosi heet. Dat betekent dat Twala niet de echte koning is.Nadat Ignosi Twala heeft verslagen in een oorlog, wordt hij koning. En alleen de koningen van de Kukuana’s kunnen de mijnen openen, waar de grote schat verborgen ligt. Dus nadat ze een andere moeilijke reis hebben gemaakt, bereiken ze de mijnen. Daar vinden ze een fantastische schat met goud en diamanten. Ze pakken wat diamanten voor zichzelf, en laten de rest zien aan het Kukuaanse volk. Dan is het tijd om terug te gaan. En wensen ze de koning nog veel succes. En ze besluiten om niks te zeggen over hun ontdekking. Omdat het Kukuaanse volk dan nog meer kan worden afgenomen, en dat is wel het minste wat ze willen.
Nu vertelde Quartermain aan zijn vrienden dat hij de schat wilde gaan zoeken. Zijn vrienden wilden hem wel vergezellen op zijn reis. Maar voordat ze de schat te pakken kunnen krijgen, moeten ze een gevaarlijke reis maken naar het hart van Zuid-Afrika. Voordat ze aan hun reis kunnen beginnen, zoeken ze een paar knechten die hun bagage kunnen dragen. Een van die knechten is Umbopa, een knappe man van rond de 30 jaar. Hij zegt dat hij van de Zulu-stam is, maar zijn stam is ver naar het noorden. Hij kwam als kind uit het noorden naar Zulu-land. Later ging hij naar Natal, omdat hij wilde zien hoe de blanke mensen leefden. Nu is hij moe en wil hij terug naar het noorden. Hij gaat toch met de drie vrienden mee. Hij hoeft geen geld, want hij is een dappere man. Hij wil ze dienen.
Twala is de koning van dat landje. Hij is een wrede man. Iedereen is bang voor hem, omdat hij iedereen die niet naar hem luister vermoordt. Terwijl ze in Kukuana zijn, geeft een wachter hen informatie over het land en de koning ervan. Hij vertelt hen dat Twala zijn oudste broer, koning Imoto heeft verslagen. Omdat hij koning wilde worden over Kukuana. Imoto’s vrouw en zoon Ignosi zijn gevlucht, en niemand heeft meer wat van hen gehoord. Het volk denkt dat zij de reis door de bergen niet hebben overleefd. Nadat ze deze informatie hebben gehoord van de wachter, glijdt Umbopa uit zijn lendendoek. Hij staat daar naakt voor de anderen. Dan wijst hij naar een plaatje wat op zijn zij hangt. Er staat een grote blauwe slang op. Dat is het teken van de rechtmatige koning van Kukuana. Dus de vrienden realiseren zich nu dat Umbopa, de zoon van Imoto is, en dat hij Ignosi heet. Dat betekent dat Twala niet de echte koning is.Nadat Ignosi Twala heeft verslagen in een oorlog, wordt hij koning. En alleen de koningen van de Kukuana’s kunnen de mijnen openen, waar de grote schat verborgen ligt. Dus nadat ze een andere moeilijke reis hebben gemaakt, bereiken ze de mijnen. Daar vinden ze een fantastische schat met goud en diamanten. Ze pakken wat diamanten voor zichzelf, en laten de rest zien aan het Kukuaanse volk. Dan is het tijd om terug te gaan. En wensen ze de koning nog veel succes. En ze besluiten om niks te zeggen over hun ontdekking. Omdat het Kukuaanse volk dan nog meer kan worden afgenomen, en dat is wel het minste wat ze willen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden