Auteur: Charlotte Brontë
INFORMATIE OVER DE AUTEUR:
Charlotte Brontë was geboren op 21 april 1816 in Thornton en gestorven op 31 maart 1855.
Ze leefde, samen met haar zussen Emily Brontë en Anne Brontë, een teruggetrokken leven in het landelijk gelegen domineeshuis van haar ouders in Haworth. Samen publiceerden zij `Poems` (1846) onder de pseudoniemen Currer Bell (Charlotte), Ellis Bell (Emily) en Acton Bell (Anne), namen die ze ook voor hun individuele werken gebruikten.
In haar wereldberoemde roman `Jane Eyre` (1847) thematiseert de auteur de eigen ervaringen van onmenselijke leefomstandigheden op een school voor arme domineesdochters. Meer nog dan autobiografisch is het echter het romantische verhaal van een passionele liefde. Andere werken zijn o.a. `Shirley` (1849) en `Vilette` (1853).
Het boek vertelt het levensverhaal van Jane Eyre. Ze was geboren als dochter van een arme dominee en een vrouw die uit een vooraanstaande familie kwam. Toen ze nog geen jaar was stierven haar ouders. Ze werd opgevangen door haar oom, de broer van haar moeder. Mevrouw Reed, haar tante was echter niet mee opgezet om het weeskind op te voeden. Nochtans had ze haar man op zijn sterfbed moeten beloven om Jane als een van haar eigen kinderen op te voeden. Ze was hier echter totaal niet toe in staat(ze had drie kinderen: John, Georgiana en Eliza. Op haar tiende kwam Jane wegens haar rebelse opvattingen terecht in Lowood, een liefdadigheidsgesticht, half weeshuis, half school, dat onder toezicht staat van de farizeïsche dominee Brocklehurst waar ze een leven leed van honger en ontbering. Ze bracht acht jaar door op deze school waarvan twee als lerares. Via een advertentie werd ze gouvernante in Thornfield. Daar werd ze warm ontvangen door de huishoudster, mevrouw Fairfax. Haar opdracht was de opvoeding en het onderricht van het pleegkind Adèle. Dit is het bastaardkind van een Franse zangeres die een tijdje de maîtresse was van meneer Rochester, Jane's werkgever. Er is echter iets geheimzinnigs aan Thornfield bijvoorbeeld een waanzinnig gelach op de tweede verdieping, het bed van meneer Rochester dat op onverklaarbare wijze 's nachts in band stond,... Rond deze periode komen er veel voorname gasten logeren waaronder juffrouw Ingram. Op een avond kwam een vreemdeling op bezoek die aanspraak maakte op mijnheer Rochesters vriendschap. 's Nachts werd hij op een beestige manier aangevallen door een geheimzinnig wezen. Hij werd echter haastig van PERSONAGES
Jane Eyre: Ze is voldoet niet aan het schoonheidsideaal, is getekend door haar harde jeugd, heeft een sterk onafhankelijkheidsgevoel, in de grond heeft ze een vrijmoedig karakter, maar is ze verlegen en niet gesteld op het gezelschap van andere mensen.
mevrouw Reed: ze kon haar huishouden goed regelen na het overlijden van haar man. Haar kinderen werden echter verwend en met Jane kon ze totaal niet overweg.
Georgiana Reed: het was een knappe verschijning, maar erg leeghoofdig. Ze was alleen maar bezig met haar uiterlijk en haar succes op de bals in Londen.
Eliza Reed: was het tegendeel van haar zuster, mager en hoekig. Ze was ook erg op haar geld uit, en hield van strenge regels, van waaruit ze besluit in het klooster te gaan.
John Reed: was een verwende losbol. Als kind tiranniseerde hij Jane. Het lukte zijn moeder niet van hem in de hand te houden en onder invloed van slechte vrienden verkwistte hij het familievermogen.
Bessie: het kindermeisje, was iemand met een opvliegende aard, maar droeg Jane wel een warm hart. Zij kwam haar ook opzoeken in Lowood toen ze hoorde dat Jane helemaal naar Thornfield zou vertrekken.
Helen Burns: was de eerste vriendin van Jane, ze was een heel intelligent en belezen kind, maar door haar slordigheid voortdurend het mikpunt van de straffen van een leerkracht. Ze onderging deze met een grote lijdzaamheid.
Mevrouw Temple, de directrice: dit was een heel zachtaardige vrouw, die de harde bevelen van Brocklehurst wat menselijker probeerde de maken.
Mevrouw Fairfax: een vriendelijke, warme vrouw. Ze heeft een heel zorgend karakter.
Adèle: een temperamentvol kind, vol grillen en nukken toen ze pas aankwam.
Mijnheer Rochester: hij heeft een nors en grillig karakter, maar was heel intelligent en met veel levenservaring. Hij was ook heel dominant, maar niet echt knap om te zien.
Grace Poole: hoekige, harde en struise vrouw. Ze werkte daar voor het geld en verpleegde Bertha Mason.
Bertha Mason: de eerste vrouw van Edward Rochester, waarmee hij in het huwelijk gelokt was voor haar vermogen door de vader en broer van Rochester. Ze kwam echter uit een familie met krankzinnigheid.
Mijnheer Mason: de broer van Bertha Mason. Het was een man met een zwak karakter, zeker in vergelijking met meneer Rochester. Hij had nog een duidelijke sympathie voor Bertha.
Blanche Ingram: een hele knappe verschijning, ze was echter op geld van meneer Rochester uit. Ze had een absolute hekel aan Jane en Adèle. Ze voelde zich heel erg meerderwaardig.
Diana Rivers: een mooie vrouw en zeer geïnteresseerd in studies en veel minder terughoudend dan Mary in de omgang.
Mary Rivers: ook een mooie vrouw, die erg op Diana leek en even leergierig.
St John Rivers, de dominee: hij was een hele knappe man van een klassieke griekse schoonheid. Hij was wel heer hard en eerzuchtig en offerde alles op voor zijn idealen, en verwachtte dit ook van de anderen. Zijn hoogste ambitie was om zendeling te worden in India. Hij heeft een heel dominant karakter.
TEKSTFRAGMENT:
'Goed - goed. Tegen het voornaamste punt, het vertrek uit Engeland, de samenwerking met mij bij mijn toekomstige arbeid, maak je geen bezwaar. Je hebt je hand al praktisch aan de ploeg geslagen. je bent te consequent om die nu nog terug te trekken. Je hoeft maar één doel in het oog te houden - hoe het werk dat je op je hebt genomen, het beste gedaan kan worden. Vereenvoudig je ingewikkelde belangen, gevoelens, gedachten, wensen en plannen. Voeg alle overwegingen samen tot één doel: dat om et succes - met kracht - de zending van je grote Meester te vervullen. Om dat te doen, heb je een helper nodig - geen broer, dat is een losse band - maar een echtgenoot. Ook ik heb geen zuster nodig. Een zuster zou iedere dag van mij weggenomen kunnen worden. Ik heb een vrouw nodig, de enige helpster op wie ik tijdens het leven doelmatig invloed kan uitoefenen, en die ik absoluut tot de dood kan behouden.'
Ik huiverde terwijl hij sprak. Ik voelde zijn invloed in mijn merg - zijn greep op zijn leden.
WAAROM DIT FRAGMENT:
Omdat ik echt niet kan vatten dat er ooit een tijd is geweest dat mensen met dergelijke denkbeelden rondliepen.
BEOORDELING:
Het is knap geschreven romantisch verhaal, met hele gevoelige beschrijvingen. Het heeft ook iets feministisch avant-la-lettre in die zin dat er het belang benadrukt wordt van de onafhankelijkheid van de vrouw. Het is beter als ze haar eigen inkomen heeft, zodat ze onafhankelijk een relatie kan aangaan.
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden