Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Into Battle door Sir Winston Churchill

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
Boekcover Into Battle
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 4390 woorden
  • 6 juni 2011
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
7 keer beoordeeld

Boekcover Into Battle
Shadow
Into Battle door Sir Winston Churchill
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


Gegevens van het boek

Auteur: Sir Winston Churchill (1874 – 1965)

Oorspronkelijke titels: Into Battle (1938 – 1940) / The Unrelenting Struggle (1940 – 1941) / The End of the Beginning (1942) / Onwards to Victory (1943) / The Dawn of Liberation (1944) / Victory (1945)

Voor het eerst gepubliceerd in: 1941 / 1942 / 1943 / 1944 / 1945 / 1946

Nederlandse titel: Redevoeringen 1938 – 1945

Uitgeverij: Uitgeverij Heideland, Hasselt (België), 1958, 1e druk, Pantheon der Winnaars van de Nobelprijs voor Literatuur, deel 6

Aantal pagina’s: 425

Genre: geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog



Samenvatting van het boek

In de eerste inleiding over Churchill stelt Gust de Muynck (1897 - ?) vast, dat de toekenning van de Nobelprijs voor literatuur aan Churchill aanvankelijk wel enige bevreemding wekte, omdat het meer voor de hand gelegen had om hem de Nobelprijs voor de vrede toe te kennen. Churchill is immers bekender als staatsman en oorlogsleider dan als letterkundige, hoewel zijn prestaties op dit laatste vlak zeker meesterlijk genoemd kunnen en mogen worden. Churchill heeft een uitzonderlijke loopbaan gehad. Hij werd geboren uit een oud en adellijk geslacht. Hij was niet zo goed op school en volgde daarom een militaire opleiding, omdat zijn vader hem niet intelligent genoeg achtte om advocaat te worden. Hij was daarnaast ook correspondent, schrijver en politicus. Churchill heeft in zijn leven enorme blunders begaan, maar ook veel hoogtepunten gekend. Zijn geldingsdrang was enorm. Hij was ook een visionair, want hij zag vaak eerder dan anderen wat er zou gaan gebeuren. Hij had buitengewone gaven op velerlei gebied en dat maakt hem een groot staatsman en schrijver. Hij was ook een begenadigd redenaar, zoals uit de opgenomen redevoeringen in dit boek zal blijken.

In de tweede inleiding over Churchill gaat John Connell in op diens combinatie van staatsman en schrijver. Churchill verdiende zijn geld met zijn pen en heeft zich daarvoor nooit geschaamd. Hij was een grootmeester in het Engelse proza. Connell laat de diverse werken van Churchill op dit vlak de revue passeren. Met name komen zijn werken over de eerste hertog van Marlborough, de Tweede Wereldoorlog en de Engelssprekende volken uitgebreid aan bod.

In het eerste gedeelte van het boek zijn ook nog opgenomen de lofrede van de Zweedse Academie en een dankwoord van Churchill aan de Nobelorganisatie. Churchill was namelijk niet in staat om de prijs persoonlijk in Stockholm in ontvangst te nemen (zijn echtgenote nam de honneurs voor hem waar).

Het inleidende gedeelte van het boek wordt afgesloten met een bibliografie en een aantal foto's van Churchill.

1. Into Battle (1938 – 1940):

In de redevoering van 9 mei 1938 - uitgesproken in de Free Trade Hall te Manchester - gaat Churchill in op de keuzes waarvoor Europa staat. Er is op dat moment het nodige gaande in Europa. Hitler en Mussolini voeren een agressieve politiek en dat gaat ten koste van de vrede en stabiliteit. Churchill pleit voor het onverkort handhaven van het statuut van de Volkenbond. Alleen op die wijze zullen vrede en welvaart gegarandeerd kunnen worden. Als de landen binnen de Volkenbond eendrachtig samenwerken tegen de agressie van sommige individuele landen, dan zullen de bedreigde landen veel minder risico lopen, omdat ze zich gesteund weten door hun bondgenoten. Eendracht maakt immers macht. Zo zouden bijvoorbeeld de Donau- en Balkanlanden samen kunnen werken met Engeland en Frankrijk. Ook de Scandinavische landen en Rusland zouden daarbij kunnen aansluiten. Als we dat niet doen, is het alternatief, dat Hitler vrij spel krijgt om zijn Nazi-systeem over heel Europa uit te breiden. Volgens Churchill zou dat noodlottig zijn, omdat het rechtstreeks naar een oorlog leidt. Het Nazi-regime heeft immers bewezen eerzuchtig en agressief te zijn. Europa heeft ook de fout gemaakt niet tijdig her te bewapenen, terwijl Duitsland sinds vier jaar niets anders dan dat gedaan heeft. Churchill pleit daarom voor een krachtige aanpak van de nationale verdediging. Dit te zamen met het verzamelen van andere landen rondom Engeland en Frankrijk is volgens Churchill de enige weg naar veiligheid.

In de redevoering van 5 oktober 1938 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - gaat Churchill in op het Verdrag van München. Hij ziet dit als een regelrechte nederlaag. Het verdrag speelt Hitler precies in de kaart. Hij krijgt wat hij hebben wil namelijk op een presenteerblaadje aangeboden. De Tsjechen zijn de grote verliezers. Engeland en Frankrijk wilden voor Tsjechoslowakije geen oorlog riskeren. Volgens Churchill is premier Chamberlain door Hitler en zijn trawanten bedrogen. Tsjechoslowakije is nu immers politiek, financieel en economisch verminkt. Churchill waarschuwt er ook voor, dat er binnenkort geen Tsjechische staat meer zal zijn. Het Nazi-regime zal Tsjechoslowakije uiteindelijk geheel opslokken. De Duitsers worden steeds maar sterker en sterker en Hitler zal zijn begerige blikken praktisch zeker nog meer op het Westen richten. Daarom moeten de Engelsen zich beter bewapenen. Engeland moet immers geen satelliet worden van het Duitse Nazi-systeem.

In de redevoering van 3 september 1939 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - gaat Churchill in op de oorlog die nu tussen Engeland en Duitsland bestaat (naar aanleiding van de Duitse invasie van Polen). Er wacht de Engelsen nu een zware taak die niet onderschat moet worden. Er zal gevochten moeten worden om de wereld te redden van de “pestilentie van de nazi-tirannie” en voor alles wat “de mens het meest heilig is”.

In de redevoering van 13 mei 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - doet Churchill het parlement verslag van zijn benoeming tot premier. Hij heeft een oorlogskabinet samengesteld, waarin ook leden van de oppositie zitting hebben genomen. Deze nationale samenwerking is nodig, omdat Engeland op veel plaatsen in Europa moet vechten tegen Duitsland. Er mag dan geen ruimte zijn voor onderling gekissebis. Churchill waarschuwt voor een lange periode van worsteling en lijden. Hij heeft niets anders te bieden dan “bloed, hard werk, tranen en zweet”. Er zal overal oorlog gevoerd moeten worden, te land, ter zee en in de lucht. Dat is het beleid dat Churchill zal gaan voeren. En er is maar een doel: de overwinning en niets anders.

In de redevoering van 18 juni 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - doet Churchill het parlement verslag van de stand van zaken. De zaken gaan niet goed. Het Engelse expeditieleger heeft maar ternauwernood uit Duinkerken kunnen ontsnappen. De Fransen zijn door de Duitsers onder de voet gelopen. Het gaat Churchill op dit moment niet om het waarom daarvan. De historici moeten daar in de toekomst maar een oordeel over vellen. Churchill wil nu alleen maar aan de toekomst denken. Nationale eenheid is nu noodzakelijker dan ooit. Churchill geeft aan, dat hij niet verrast is door de ontwikkelingen. Zijn vastberadenheid is er echter wel door toegenomen. Leger en vloot zijn goed toegerust voor de oorlog. Toch moet de vijand niet onderschat worden. Hij is “sluw en vernuftig en vol trucs en krijgslist”. Churchill gaat uitvoerig in op de vraag over een eventuele Duitse invasie vanuit de lucht. Churchill gaat daarbij uit van de kracht van de Engelse luchtmacht. Het is waar, dat de Duitsers meer bommenwerpers hebben. Maar de Engelsen hebben ze ook en ze zullen ze zeker gebruiken! Verder kunnen de Engelsen nog een beroep doen op hun “dominions” en het feit, dat Engeland een eiland is, werkt ook in hun voordeel. De “Slag van Frankrijk” is voorbij, de “Slag van Engeland” staat op het punt te beginnen. Volgens Churchill hangt van deze slag de “herleving van de christelijke beschaving” af. Alleen als de Engelsen Hitler zullen weten te weerstaan, zal Europa weer vrij worden. Maar als ze falen zal Europa wegzinken in de “afgrond van nieuwe Middeleeuwen”. En daarom, zo besluit Churchill, moeten de Engelsen hun plicht doen, zodat de mensen na duizend jaar nog zullen zeggen: “dit was hun schoonste uur”.

In de redevoering van 14 juli 1940 - uitgesproken voor de radio - doet Churchill het volk verslag van de stand van zaken. Helaas hebben de Engelsen de Franse vloot in Noord-Afrika tot zinken moeten brengen, omdat deze volgens de bepalingen van de overgave van Frankrijk aan Duitsland door de Fransen aan het Nazi-regime moesten worden overgedragen. Deze vloot zou voor de Engelsen een te grote bedreiging zijn geweest. Churchill houdt nog steeds rekening met een Duitse invasie. Genade zullen de Engelsen echter onder geen beding vragen. De Engelsen zijn inmiddels goed toegerust voor de oorlog. Met eventuele verraders of Duitse sympathisanten in Engeland zal korte metten gemaakt worden. Luchtmacht en vloot doen hun best om het tij te keren. Iedere soldaat helpt mee, maar velen doen dat anoniem. Hun namen zullen nooit bekend worden. Het is dan ook de oorlog van de onbekende soldaten. Maar ze helpen wel mee om de wereld te verlossen van de vloek die Hitler heet, aldus Churchill.

In de redevoering van 20 augustus 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - gaat Churchill in op het eerste jaar van de oorlog. Hij vergelijkt de huidige oorlog met die van 1914 – 1918. Churchill is zich goed bewust van de overmacht van Hitler op het Europese vasteland. Dat maakt het voor de Engelsen niet eenvoudig. Toch is de enige weg door daden te laten zien, dat de Engelsen door zullen vechten en dat ze in staat zijn om de vijand slagen toe te brengen. Dat doen de Engelsen door bijvoorbeeld een blokkade ter zee in te voeren. Hun vloot is op zee immers oppermachtig. Door deze blokkade wordt de Duitse oorlogsproductie gehinderd en dat is gunstig voor de Engelsen. Uiteraard is het gevaar voor de Engelsen nog niet geweken, maar zo lang er hoop is, is er een kans. Met de vliegtuigproductie gaat het goed. De Engelse RAF verricht schitterende prestaties. Churchill typeert dit als volgt: “nooit hebben in menselijke conflicten zó weinigen zó velen in zúlke mate aan zich verplicht”.

In de redevoering van 5 november 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - doet Churchill het parlement verslag van de stand van zaken. Hitler dreigde de Engelse steden te zullen wegvagen. Churchill stelt nuchter vast, dat die steden er nog steeds zijn. Er zijn zeker veel gewonden en doden te betreuren door de Duitse luchtaanvallen, maar het zijn er niet genoeg om de Engelse wil te breken. De Engelse RAF weert zich geducht. Ook de vloot weert zich goed tegen de Duitse U-boten. Door Amerikaanse hulp wordt de vloot zelfs uitgebreid met vijftig torpedojagers. Mussolini is ten strijde getrokken tegen Griekenland. Uiteraard zullen de Engelsen de Grieken zo veel mogelijk helpen in hun strijd tegen de Italianen. Dat is, aldus Churchill, een plicht jegens de dappere Grieken.



2. The Unrelenting Struggle (1940 – 1941):

In de redevoering van 12 november 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - betuigt Churchill hulde aan de zojuist overleden voormalige premier Neville Chamberlain (1869 – 1940). Ook al kreeg Chamberlain de nodige kritiek op zijn handelingen, buiten kijf staat zijn eerlijke inzet voor de vrede. Churchill prijst zijn “lichamelijke en zedelijke taaiheid” die hem in staat stelde “om tegenslag en teleurstelling te verdragen zonder overmatig ontmoedigd of afgemat te worden”. Verder was hij standvastig en vastberaden om tot de dood te strijden toen hij eenmaal wist, dat hij bedrogen was door Hitler. Hij was in het nationale kabinet - onder leiding van Churchill - ook uiterst loyaal. Hem past een eresaluut, omdat hij “een waardig Engelsman” was.

In de redevoering van 21 november 1940 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - doet Churchill verslag van de stand van zaken. In de Middellandse Zee wordt gevochten en er bestaat nog steeds het risico van een Duitse invasie in Engeland zelf. Churchill pleit er overigens voor, dat het parlement zich vooral bezig houdt met de grote gebeurtenissen en niet verzandt in discussies over allerlei details. Het land moet immers geleid worden!

In de redevoering van 9 februari 1941 - uitgesproken voor de radio - doet Churchill het volk verslag van de stand van zaken. Tot nu toe heeft Engeland manhaftig stand weten te houden tegen de Duitse agressor. Dat ging wel ten koste van materiële schade en veel mensenlevens. Maar het Engelse volk laat zich daardoor gelukkig niet ontmoedigen, aldus Churchill. Hij vermeldt ook, dat de criminaliteit in deze oorlogsdagen gedaald is. Dat zegt al iets. Mussolini heeft het intussen zwaar te verduren gekregen. Hij viel Griekenland binnen, maar de Grieken vochten uitstekend terug en verjoegen hem zelfs. In Egypte en Libië gaan de zaken voor de Engelsen uitstekend. Het Italiaanse leger werd bij Sidi el Barrani verslagen. Meer dan honderdvijftigduizend mannen werden verslagen dan wel gevangen genomen! Churchill betuigt zijn grote dank en waardering aan de Engelse militairen aldaar. Maar dit alles betekent niet, dat Duitsland verslagen is. Integendeel. Tot nu toe is Duitsland heer en meester op het vasteland en dat houdt voor Engeland een grote dreiging in. Daarom moeten de Engelsen doorgaan met vechten. Ook moeten ze meer scheepsruimte bouwen. Hulp van de Amerikanen daarbij is ook onontbeerlijk. Churchill houdt nog steeds rekening met een Duitse invasie van Engeland. Daarom moet de bevolking altijd en overal daarop voorbereid zijn. Vanuit Amerika mag hulp verwacht worden. Churchill schrijft daarom: “geef ons het gereedschap en wij maken het werk wel af!”.

In de redevoering van 7 mei 1941 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - geeft Churchill aan, dat hij de toespraak van de vroegere premier David Lloyd George niet “bijster opwekkend” vond. Deze had zich beklaagd, dat bepaalde feiten niet door de minister van buitenlandse zaken genoemd werden in diens toespraak in het parlement. Churchill probeert Lloyd George gerust te stellen. Hij merkt wel op, dat dit soort toespraken niet zo dienstig zijn in een land in oorlog, vooral niet omdat Lloyd George in de vorige oorlog zelf premier was en toen ook een hekel had aan moedeloosheid en ongerustheid. Churchill vraagt daarom een votum van vertrouwen van het parlement. In Griekenland zijn de Duitsers de Italianen te hulp gekomen en hebben de Grieken onder de voet gelopen. Ook in Libië staan de zaken een beetje stil. Dat betekent, dat Engeland desondanks gewoon verder moet blijven gaan. Het moet immers nog maar afgewacht worden of de vijand uiteindelijk baat zal hebben bij zijn acties. Ook Hitler heeft zo zijn problemen! Daarom moeten de Engelsen eensgezind blijven samenwerken. De overwinning zal dan het resultaat zijn. Er is geen reden “om de storm te vrezen. Laat hem bulderen, laat hem razen. Wij komen er doorheen!”.

In de redevoering van 27 mei 1941 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - doet Churchill verslag van de stand van zaken van de oorlog ter zee. De slag om Kreta was hevig. Helaas kon niet voorkomen worden, dat de Duitsers versterkingen via de lucht aangevoerd hebben. Via de zee was niet mogelijk vanwege de Engelse superioriteit aldaar. Toch gingen ook Engelse schepen verloren. In de noordelijke wateren van de Atlantische Oceaan vond een belangrijke gebeurtenis plaats. Via luchtverkenning kwamen de Engelsen erachter, dat het nieuwe Duitse slagschip “Bismarck” uit Noorwegen vertrokken was. In de wateren rond IJsland kwam het tot een treffen met Engelse oorlogsschepen. Helaas ging de “Hood” daarbij verloren. Churchill betreurt het verlies van dit prachtige schip en haar bemanning. De Engelsen zetten de achtervolging in en wisten de “Bismarck” uiteindelijk in de Franse wateren onschadelijk te maken.

In de redevoering van 22 juni 1941 - uitgesproken voor de radio - kondigt Churchill het Engelse volk aan, dat de Duitsers de Sovjet-Unie zijn binnengevallen. Hij schetst de trouweloosheid van Hitler, omdat deze immers een niet-aanvalsverdrag met de Russen gesloten had. Zo verkracht Hitler een getekend verdrag en internationale goede trouw. Churchill is hierover overigens niet verbaasd. Hij heeft Stalin vooraf hiervoor gewaarschuwd. Hitler is “een monster van boosheid” en onverzadigbaar. Hij zal zich nu wreken op de Russen. Churchill betreurt deze gang van zaken uiteraard. Zijn hart bloedt voor de Russen en hij zegt hun ook zijn hulp toe. De Engelsen zullen bijvoorbeeld de bombardementen op Duitsland gaan opvoeren. Maar Churchill waarschuwt de Engelsen ook voor een Duitse invasie van Engeland. Vroeg of laat zal Hitler die moeten uitvoeren om heel Europa onder zich te krijgen. Uiteraard zullen de Engelsen het niet zo ver laten komen!

In de redevoering van 30 december 1941 - uitgesproken voor de Senaat en het Lagerhuis van Canada te Ottawa - dankt Churchill het Canadese volk voor alle hulp die het de Engelsen tot nu toe gegeven heeft. Deze hulp was “schitterend”. Niet alleen is het Canadese leger ter beschikking van de Engelsen gesteld, maar ook worden Engelse vliegeniers in Canada opgeleid. Verder worden wapens gebouwd en geleverd. Kortom, de Canadese hulp is onontbeerlijk en wordt ook in dank aanvaard. Churchill kijkt nog eens terug hoe de oorlog tot nu toe verlopen is. Hij besteedt hierbij bijzondere aandacht aan de ondergang van Frankrijk. Dat doet hij vanwege het Franstalige gedeelte van Canada. Churchill onderscheidt in de strijd die nog voor de geallieerden ligt drie fasen. Allereerst de fase van consolidering, waarbij gestreefd zal worden naar militaire overheersing in de lucht, ter zee en op het land. De tweede fase is die van de bevrijding, waarbij eventueel verloren gebieden terugveroverd zullen moeten worden. De derde fase is die van de aanval op de landen van de agressors zelf. Een tijdslimiet voor deze fasen is niet te geven; ze hangen af van de geallieerde inspanningen.



3. The End of the Beginning (1942):

In de redevoering van 10 november 1942 - uitgesproken tijdens een lunch bij de burgemeester van Londen - gaat Churchill in op de tot nu toe behaalde resultaten in de oorlog. Hij maakt melding van een schitterende overwinning in Egypte, waarbij het leger van veldmaarschalk Rommel verslagen is. Aan geallieerde zijde is hierbij door verschillende landen samengewerkt. Nu is dit volgens Churchill nog “niet het einde. Het is zelfs niet het begin van het einde. Maar het is misschien het einde van het begin”. Want van nu af aan zullen de Duitsers tegenover even goed bewapende Engelsen staan. Churchill denkt ook aan de dappere Fransen en hij hoopt, dat hun rijk weer hersteld zal worden. Daarbij geeft hij nog maar eens duidelijk aan, dat de Engelsen daarbij niet geleid worden door onzuivere motieven. Ze zijn niet uit op de Franse bezittingen of die van enig ander land. De Engelsen willen wel houden wat ze hebben.

In de redevoering van 29 november 1942 - uitgesproken voor de radio - gaat Churchill in op de overwinning bij El Alamein. Het is een teken dat de Engelsen op de goede weg zijn en het is ook wel eens goed om daarbij stil te staan. De geallieerde samenwerking loopt goed, zowel te land als ter zee. De Atlantische konvooien worden goed geëscorteerd en veel Duitse duikboten worden verjaagd of vernietigd. Churchill legt verder uit, dat Noord-Afrika moet dienen als springplank naar Europa. Van daaruit is het zuiden van Europa goed te bereiken en ook kunnen van daaruit luchtaanvallen gedaan worden. Churchill gaat ook in op de strijd in Rusland. Het is verder zeker niet zo, dat de strijd nu gestreden is. Hitler heeft nog heel Europa in zijn macht.



4. Onwards to Victory (1943):

In de redevoering van 31 augustus 1943 - uitgesproken voor de radio - gaat Churchill in op de ontmoeting tussen hem en de Amerikaanse president Roosevelt in Quebec. Ze hebben nieuwe maatregelen besproken die moeten leiden tot de uiteindelijke bevrijding van het Duitse en Japanse juk. Ze zouden ook Stalin daarbij willen betrekken, maar deze voert persoonlijk het opperbevel in Rusland en kon om die reden het land niet verlaten. Er is ook gesproken over een tweede front in Europa; dit zou de Russen behoorlijk ontlasten. Churchill is daar een voorstander van. Een bokser vecht immers ook met twee handen en niet met een. Afrika is inmiddels van Duitsers en Italianen gezuiverd en Sicilië is door de geallieerden veroverd. De zaken gaan dus goed. Ook in Joegoslavië en Griekenland krijgen de Duitsers flink op hun donder van de partizanen. Speculeren over het einde van de oorlog vindt Churchill op dit moment improductief. De oorlog is nog niet voorbij. Daarom moeten alle verenigde naties verder gaan op de weg die voor hen ligt, totdat het werk is voltooid en een duurzame vrede bereikt is.



5. The Dawn of Liberation (1944):

In de redevoering van 2 maart 1944 - uitgesproken aan een lunch van de Koninklijke Academie van Medici te Londen - betuigt Churchill hulde aan zijn goede vriend en lijfarts Lord Moran (1882 – 1977). Churchill vergelijkt zichzelf met een chirurg; zijn patiënt is Engeland. Het grootste gevaar voor zijn patiënt is inmiddels wel geweken. Churchill prijst de resultaten van de medische wetenschap die bereikt zijn. Hij vindt ook, dat deze aan iedereen ten goede moeten komen. Ziekte is een vijand die bestreden moet worden. Daarom wil Churchill ook een nationale gezondheidsdienst stichten, waarvan iedereen in gelijke mate zal kunnen profiteren. Tot slot gaat Churchill nog in op de eerbiedwaardige leeftijd van de Academie (gesticht in 1518). Hij hoopt verder, dat de Academie de hoge normen van beroepsstijl zal handhaven “die een beroep onderscheiden van een bedrijf”.



6.Victory (1945):

In de redevoering van 2 mei 1945 - uitgesproken in het Lagerhuis te Londen - kondigt Churchill de capitulatie aan van het Duitse leger in Oostenrijk en Italië. Ongeveer een miljoen Duitse soldaten hebben zich overgegeven aan de geallieerden. Het geallieerde leger in Italië heeft schitterende prestaties verricht, ondanks het feit, dat het regelmatig onderdelen moest afstaan voor operaties elders in Europa. Maar ondanks de vaak moeilijke omstandigheden waaronder het moest opereren, verloor het leger nooit de moed. Zijn werk zit er nu op en het is schitterend.

In de redevoering van 8 mei 1945 - uitgesproken van het balkon van het ministerie van gezondheid tot de menigte op straat - kondigt Churchill het Engelse volk de algehele Duitse capitulatie aan. Hij geeft aan, dat het de overwinning van het Britse volk is. Dit is de mooiste dag in de geschiedenis van het Britse volk en iedereen heeft daar de afgelopen jaren zijn uiterste best voor gedaan.

In de redevoering van 16 augustus 1945 - uitgesproken als leider van de oppositie in het Lagerhuis - feliciteert Churchill de nieuwe regering met de capitulatie van Japan. Het was een wat rare tijd na de Duitse capitulatie. In Europa was de oorlog voorbij, maar in het Verre Oosten nog niet. Dat leidde tot een merkwaardig dualisme. Aan de ene kant moesten miljoenen soldaten weer naar huis en aan de andere kant moesten er ook weer veel naar het Verre Oosten. Churchill gaat in op het gebruik van de atoombom. Het was noodzakelijk deze te gebruiken, omdat dit wapen in de hand van de vijand nog rampzaliger gevolgen gehad zou hebben. Churchill is het dan ook niet eens met diegenen die stellen, dat de bom nooit gebruikt had mogen worden. In Duitsland vindt Churchill, dat de zorg voor de bevolking aan de Duitsers zelf overgelaten moet worden. Die zorg kunnen de Engelsen er niet bij hebben. Ook de nieuwe grensverdeling in Oost-Europa baart Churchill zorgen. Hij vraagt zich af in hoeverre er sprake zal zijn van de klassieke vrijheden aldaar. In Engeland zelf moet zo snel mogelijk worden gedemobiliseerd, vindt Churchill. De nieuwe doelen moeten vrijheid en overvloed zijn. Churchill gaat verder in op diverse voorstellen van het nieuwe kabinet. Hij wil niet somber of militant eindigen. Churchill hoopt, dat de wonden van de oorlog snel zullen helen. Hij onderschat de moeilijke tijd die er aan komt niet. Maar na alle doorstane moeilijke tijden en ontberingen is er geen reden om voor de toekomst bang te zijn.

Het boek wordt afgesloten met enkele citaten van Churchill uit zijn redevoeringen tussen 1901 en 1954. Ik citeer er slechts enkele: “In elk stadium van mijn leven heb ik veel baat gehad van kritiek en ik herinner mij geen tijd, dat ik er gebrek aan had”. Dit citaat dateert van 27 november 1914. Ook een aardige vind ik dit: “Kijk goed naar de feiten, want de feiten kijken naar u”. Dit citaat dateert van 7 mei 1925. Een humoristisch citaat is dit: “In die dagen was de heer Baldwin wijzer dan hij nu is; hij volgde toen veelal mijn raad op”. Dit citaat dateert van 22 mei 1935.



Beoordeling van het boek

Ik heb altijd een grote bewondering voor Churchill gehad. Hij heeft in moeilijke tijden - toen Engeland praktisch alleen stond tegenover de Nazi’s - het hoofd koel weten te houden en hij was door zijn onverzettelijkheid een symbool van hoop, niet alleen voor de Engelsen, maar ook voor vele anderen. Zijn beleid wierp uiteindelijk rijke vruchten af. Natuurlijk was hij ook een mens met al zijn zwakheden. Hij had een enorme geldingsdrang en zag de zaken ook wel eens verkeerd, maar dat doet uiteindelijk niets af aan het resultaat van zijn werk. Hij heeft daadwerkelijk een positieve invloed uitgeoefend op de loop van de geschiedenis. Daarnaast heeft hij de wereld zijn geschriften nagelaten. Als je deze leest, kom je onder de indruk van zijn scherpe pen. Hij is helder in zijn redeneringen en onderbouwt deze ook altijd. Natuurlijk is hij hier en daar ook wel eens te breedsprakig, maar echt hinderlijk is dat niet.

Wat me opvalt aan de redevoeringen in dit boek - ik heb uiteraard slechts een selectie daaruit samengevat -, is, dat ze in een krachtige taal geschreven zijn. Als je de teksten leest, krijg je inderdaad iets over je van “hup, aanpakken!” en daar waren ze natuurlijk ook voor bedoeld. Ook weet Churchill pakkende vergelijkingen te gebruiken. De meeste daarvan zijn wel bekend onder het grote publiek. Ik had aanvankelijk het vermoeden, dat de redevoeringen wel heel veel op elkaar zouden lijken, maar dat is me enorm meegevallen. Natuurlijk keren bepaalde thema’s regelmatig terug, maar Churchill is wel zo slim om dan de nodige variatie toe te passen, zodat in iedere redevoering wel iets nieuws te ontdekken valt. Ik vind dat een knappe prestatie. Daardoor valt het lezen van dit dikke boek ook niet zo heel zwaar, hoewel het zeker verstandig is om slechts een paar redevoeringen per keer te lezen. Mijn ervaring is, dat de teksten dan meer indruk maken.

Churchill ontving in 1953 de Nobelprijs voor literatuur. De Nobel-Commissie voor Literatuur motiveerde deze keuze als volgt: “Voor zijn meesterschap in de geschiedschrijving en de biografie en voor zijn briljante welsprekendheid bij het verdedigen van hoge menselijke waarden”. Ik denk, dat met deze motivatie precies de kern van de literaire kwaliteiten van Churchill geraakt wordt.

Tot slot verwijs ik de bewonderaars van Churchill nog graag naar het uitstekende boek van de in de redevoering van 2 maart 1944 genoemde Lord Moran, getiteld “Winston Churchill: the struggle for survival 1940 – 1965”. Dit boek werd in het Nederlands vertaald als “De onbekende Churchill” en uitgegeven door Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1966, 1e druk. Het bevat de dagboeknotities van Lord Moran en geeft een goed beeld van Churchill in zijn latere jaren. Een uitstekende biografie van Churchill is geschreven door Lewis Broad onder de titel “Winston Churchill”. Dit boek is onder dezelfde titel in het Nederlands vertaald en uitgegeven door Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1952, 1e druk.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.