A. Gegevens
1. Titel van het boek: Heksenkind
2. Schrijver van het boek.: Monica Furlong 3. Waarom heet het boek zo? Het over een meisje gaat, dat bij een vrouw woont waarvan de mensen zeggen dat het een heks is. Voor de dorpsbewoners is ze dus een Heksenkind 4. Wie zijn de hoofdpersonen? Juniper = De vrouw waar bij ze in huis woont een heks of zo gezegd een doran en wie Leana alles leert en verder opvoed. Colman = Het neefje van Leana en haar beste vriend.
Maeve = De echte moeder van Leana.
Cormac = Iemand waar de kinderen in het dorp heel bang voor zijn en een man die Juniper doet verzorgen.
Finbar = De oorspronkelijke vader van Leana die altijd op zee is.
5. Speelt het verhaal zich vroeger, nu of in de toekomst af?
In de zevende eeuw speelde het verhaal zich af? Hoe weet je dat?
In de 17de eeuw want dat staat in de inleiding vermeld
6. Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in het koninkrijk Dalriada, dat nu deel uit maakt van Schotland, op het eiland dat we Mull noemen.
7. Hoe lang duurt het verhaal?
De periode die wordt verteld is ongeveer 3 jaar
8. Door wiens ogen zie je de gebeurtenissen. Hoe weet je dat? Leana want de gedachten van haar worden ook op de momenten verteld.
9. Vertel in één woord waar het verhaal over gaat.
Hekserij
10. Geef kort de inhoud van het boek weer.
Als grootmoeder sterft wordt Leana op het dorpsplein ‘geveild’. Niemand wil haar hebben want de mensen zijn arm en kunnen een extra mond niet voeden. Dus dan moet ze maar bij Juniper wonen, die bekend staat onder de naam ‘heks’. Juniper woont alleen, buiten het dorp. Ze is anders dan de mensen uit het dorp. Als er zieken zijn, wordt Juniper gehaald, want zij weet veel van geneesmiddelen. Doordat Leana met Juniper mee moet is ze heel bang. Ze zit nu steeds te twijfelen. Zou Juniper echt een heks zijn? Leana is nu al een paar weken bij Juniper. Ze moet ’s ochtends vroeg uit bed en werkt veel met kruiden. Op een dag moet ze allemaal woorden leren opzeggen waar ze de betekenis helemaal niet van weet. Maar op het meifeest waar ze de woorden weer moet herhalen verstaat ze het opeens. Als Maeve (haar weggelopen moeder) haar een steen geeft roept ze haar moeder per ongeluk op via de steen. Maar Maeve is een slechte doran en dus jaagt Leana haar weg. Maar als er dan ook nog de pokken uitbreken in het dorp verdenken de dorpelingen Juniper en Leana. Ze vluchten voor de dorpelingen en Fillan, de priester.
B
1. Welke persoon speelt niet zo’n leuke rol in het boek? Juniper, mensen denken dat zij slecht is terwijl ze ook gewoon een normaal persoon is. 2. Welke rol zou jij zelf graag willen spelen in het boek? Waarom? Eigenlijk geen één, alle rollen hebben de plus en min kanten dat maakt dat iedereen eigenlijk domme en slimme dingen doet dat is héél grappig op zich. 3. Noteer twee opvallende uitspraken. Ik nam een besluit. “Van nu af aan,” zei ik, “kies ik jou als moeder.”- pg 175
In dit stukje kiest ze overduidelijk voor Juniper en is het duidelijk hoeveel ze van elkaar houden. “jij zult haar leerling worden,” zei Seramus, “heksen kiezen kleine meisjes als leerling, dan wordt jij ook een heks.”- pg 20
Dit komt vooral naar voor als Fillan de dorpelingen tegen Juniper opzet. Omdat zij als zogenaamde niet-Christen, dus een ketter, de pokken zou veroorzaken en een aanhanger van de duivel zou zijn.
4. Wat zou de schrijver met dit verhaal duidelijk willen maken?
Ga niet op de je voor oordelen af maar kijk eerst hoe iemand is.
5. Wat vind je een bijzonder moment in dit verhaal?
Het moment waarop Juniper gearresteerd wordt;
Leana is dan bang dat Juniper op de brandstapel beland, omdat juniper als heks word gezien.
6. Staat er iets in het verhaal dat je zelf wel eens meegemaakt hebt?
Geen momenten in die ik zelf ook heb meegemaakt, omdat dit zich in het verleden afspeelt. Dit geeft hele andere situatie dan tegenwoordig. Ik vind sommige mensen ook wel een heks alleen dat is dan figuurlijk, maar hier vinden ze mensen letterlijk een heks.
7. Kan dit verhaal echt gebeurd zijn?
Ja, want tijdens heksenvervolgingen ging het echt zo. Tegenwoordig kan het niet meer want ze weten dat heksen niet bestaan maar vroeger kon het wel.
C.
1. welk cijfer geef je dit boek:
9
2. A. Mijn mening:
Ik vind het een heel leuk boek. Het is interessant, en geloofwaardig. Het is voornamelijk in moeilijke taal geschreven waardoor het geen super makkelijk boek was dat je meteen uit hebt.
2. B. Verklaring van de gekozen woorden:
interessant: Ik vind het wel een leuk onderwerp om over te lezen
geloofwaardig: De mensen denken gewoon net als ons in het boek, en ze deden niet opeens heel onwaarschijnlijke dingen moeilijke taal: Er stonden best moeilijke woordjes in, die ik soms nog een keer moest overlezen om de zin te begrijpen
3. Dit vond ik van het einde:
Ik vond het best wel eigenlijk wel onvoorspelbaar.
Ik had eigenlijk verwacht dat het boek een open einde zou hebben, en dat ze haar vader weer zou ontmoeten.
2. Schrijver van het boek.: Monica Furlong 3. Waarom heet het boek zo? Het over een meisje gaat, dat bij een vrouw woont waarvan de mensen zeggen dat het een heks is. Voor de dorpsbewoners is ze dus een Heksenkind 4. Wie zijn de hoofdpersonen? Juniper = De vrouw waar bij ze in huis woont een heks of zo gezegd een doran en wie Leana alles leert en verder opvoed. Colman = Het neefje van Leana en haar beste vriend.
1. Welke persoon speelt niet zo’n leuke rol in het boek? Juniper, mensen denken dat zij slecht is terwijl ze ook gewoon een normaal persoon is. 2. Welke rol zou jij zelf graag willen spelen in het boek? Waarom? Eigenlijk geen één, alle rollen hebben de plus en min kanten dat maakt dat iedereen eigenlijk domme en slimme dingen doet dat is héél grappig op zich. 3. Noteer twee opvallende uitspraken. Ik nam een besluit. “Van nu af aan,” zei ik, “kies ik jou als moeder.”- pg 175
In dit stukje kiest ze overduidelijk voor Juniper en is het duidelijk hoeveel ze van elkaar houden. “jij zult haar leerling worden,” zei Seramus, “heksen kiezen kleine meisjes als leerling, dan wordt jij ook een heks.”- pg 20
Dit komt vooral naar voor als Fillan de dorpelingen tegen Juniper opzet. Omdat zij als zogenaamde niet-Christen, dus een ketter, de pokken zou veroorzaken en een aanhanger van de duivel zou zijn.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
B.
B.
Er staat een fot bij punt 5, daar staat dat de zevende eeuw gelijk is aan de 17de eeuw, maar dat is helemaal niet zo. Want 7e eeuw = vanaf 1600. Deeehhu
13 jaar geleden
Antwoorden