Titel: Harry Potter en de geheime kamer Auteur: J.K. Rowling Grote samenvatting: Harry Potter en de geheime kamer Het verhaal gaat over Harry Potter. Harry Potter zit op Zweinstein, een school voor magie. Daar leert hij toveren. Hij zit op de afdeling Griffoendor. Andere afdelingen zijn Zwadderich, Huffelpuf en Ravenklauw. In de vakantie woont hij bij de Duffelingen: zijn oom Herman Duffeling, zijn tante Petunia Duffeling en zijn verwende neefje Dirk Duffeling. De Duffelingen zijn dreuzels, dat betekent in de taal die tovenaars en heksen gebruiken, dat het geen tovenaars of heksen zijn, maar gewone mensen. Harry heeft het moeilijk bij de Duffelingen: zij accepteren hem niet en sluiten hem op een gegeven moment zelfs op in het kelderkastje! Na een tijdje bevrijdt zijn vriend Ron hem en ze gaan samen naar school. Maar voordat dat gebeurt, komt er eerst nog een elf, Dobby, om hem te waarschuwen dat hij niet naar school terug moet gaan, want daar staat hem iets vreselijks te wachten. Harry gaat toch, en krijgt om zijn weg veel tegenslagen (waar Dobby voor zorgt) te verduren. De eerste tijd gaat het leven zijn “normale” gangetje. Harry speelt zwerkbal (een sport waar hij kampioen in is, waarbij ze op bezemstelen achter magische, vliegende ballen aan moeten gaan), krijgt allerlei soorten toverlessen en heeft ruzie met de Zwadderichs. Alleen af en toe hoort Harry fluisterstemmen, die niemand anders hoort. Dat vindt hij natuurlijk vreemd, maar hij doet er verder niets mee. Dan wordt er op een dag opeens een versteende kat gevonden, en later ook een paar versteende leerlingen. Niemand weet wie dit op zijn geweten heeft, en dus gaan Harry en zijn vrienden Ron en Hermelien op onderzoek uit. Ze maken plannen op de enige plek in Zweinstein waar ze niet gestoord zullen worden: op de meisjes-wc van Jammerende Jenny (daar spookt haar geest rond die de hele tijd zeurt tegen de meisjes op de wc, daarom komt daar niemand meer. Ze proberen van alles om erachter te komen. Ze denken dat Draco Malfidus, een gemene jongen van Zwadderich, erachter zit, dus Harry en Ron veranderen zich met de Wisseldrank in Draco’s twee vrienden, Korzel en Kwast. Uiteindelijk komen ze erachter dat Draco Malfidus er niets mee te maken heeft. Tussendoor ontdekt Harry door een aanvaring met een slang (wat Draco op zijn geweten heeft), dat hij een Sisseltong is. Dat is een uiterst zeldzame eigenschap, waarmee je slangen kan verstaan en met ze kan praten. Dat is niet echt in zijn voordeel, want het was de beruchte eigenschap van de oprichter van de afdeling Zwadderich, en iedereen wantrouwt Harry nu dus. Hij vindt een magisch dagboek op de wc van Jammerende Jenny, dat terugschrijft als je er iets inschrijft. Het was van Marten Vilijn, een jongen die vroeger op Zweinstein zat. Het schrijft dat er een geheime kamer is op Zweinstein en dat Hagrid, de tuinman (en een vriend van Harry) in de tijd dat hij op school zat, het monster dat daarin zit had vrijgelaten. Nu heeft hij dat weer gedaan. En op een dag is het dagboek verdwenen, nog zoiets vreemds! Dan vindt Hermelien uit wie achter de versteningen zit, maar voordat ze het aan Harry en Ron kan vertellen, wordt ook zij versteend!! Dat is de druppel voor Harry en Ron! Ze volgen de spinnetjes die bij iedere verstening wegrennen en die leiden naar het Verboden Bos in de buurt van Zweinstein, waar alleen Hagrid mocht komen. Daar zoeken ze uit wat de spinnetjes te betekenen hebben. Ze komen reusachtige spinnen tegen, die hen bijna opeten. De hoofdspin, Aragog, vertelt ze dat hij door Hagrid opgevoed is, maar dat hij niet uit de Geheime Kamer komt en dat hij niemand op de school kwaad doet, omdat Hagrid hem dat gevraagd heeft. Ook vertelt hij dat Hagrid er jaren geleden van beschuldigd werd dat hij een monster had vrijgelaten uit de Geheime Kamer. Er was toen een meisje dood gevonden op een wc, (Jenny). Als Harry en Ron vragen of hij weet wie er dan wel dat meisje heeft gedood, zegt Aragog dat er iets is dat hij niet uitspreekt, maar wel gruwelijk is. Later in de slaapzaal bedenkt Harry dat dat meisje op een wc was gevonden. Als ze daar nou nog steeds rondwaart... Harry en Ron gaan naar de wc van Jammerende Jenny (het dode meisje) , maar dan ziet professor Anderling (een lerares) hen, en vraagt wat ze daar doen. (want ze mochten daar niet komen sinds de versteningen). Dan wordt ze emotioneel want ze denkt dat Harry en Ron naar de versteende Hermelien op de ziekenzaal willen. Nu moeten Harry en Ron wel naar Hermelien. Ze ontdekken een papiertje in haar (versteende) hand. Het is een uitgescheurde bladzijde uit een boek. Er staat informatie op over de Basilisk; het gevaarlijkste monster wat er bestaat: een reuzenslang. De Basilisk doodt mensen met zijn giftanden, of zelfs met een enkele blik van de ogen! Als iemand de Basilisk indirect aankijkt, wordt deze versteend. Onder aan de bladzijde staat een woord geschreven in Hermeliens handschrift: ‘buizen’… Nu vielen alle stukjes van de puzzel in elkaar! Alle mensen die zijn versteend keken dus de Basilisk indirect aan. De fluisterstemmen die Harry hoorde, waren van de Basilisk, en niemand anders kon die horen omdat Harry een Sisseltong was. De slang kon zich voortbewegen door de buizen in de muren, daar zou hij niet gezien worden. De ingang van de Geheime Kamer moest dus iets zijn waar die buizen op uitkomen: een wc of wasbak. Ze denken dat dat misschien wel de wc van Jammerende Jenny zou kunnen zijn! Ze gaan er meteen naartoe en vragen haar hoe ze eigenlijk dood is gegaan. Jenny vertelt dat ze twee reusachtige gele ogen zag in de buurt van de wasbak. Harry en Ron onderzoeken het, en zien een klein slangetje in de wasbak gegraveerd staan. Harry zegt in Sisselspraak (de taal die Sisseltongen spreken) dat de buis open moet gaan, en de wasbakken verdwijnen en vormen een grote buis naar beneden. Harry en Ron dalen af in de grote buis. Als ze onder de grond zijn, komt Ron vast te zitten en moet Harry alleen verder. Na een tijdje lopen ziet hij Ginny (het zusje van Ron), die als laatste was kwijtgeraakt, op de grond liggen. Net als hij zich over haar heen buigt, ziet hij achter zich Marten Vilijn (van het dagboek) staan. Marten Vilijn blijkt niet zo aardig als hij leek en vertelt een heleboel. Hij vertelt dat hij ook wel Voldemort heet. Voldemort was degene die Harry’s ouders vermoordde toen Harry heel klein was, en dat had Harry op een wonderbaarlijke manier overleefd. Ook vertelt hij dat hij Ginny met zijn dagboek in zijn macht had, en dat zij de geheime kamer onbewust heeft geopend voor hem. Dan stuurt hij de Basilisk op Harry af. Na een paar minuten achtervolging door de Basilisk, krijgt Harry opeens hulp van de Fenix van Perkamentus (het schoolhoofd), en de Sorteerhoed. (Dat is de hoed die alle kinderen indeelt bij een bepaalde afdeling, bijvoorbeeld Griffoendor). Van de Sorteerhoed krijgt hij een zwaard, waarmee hij de Basilisk steekt, maar niet doodt. De Fenix prikt de ogen van de Basilisk uit, en daardoor sterft hij wel, maar met zijn laatste kracht steekt hij een giftand in Harry’s arm. Voldemort denkt al dat hij gewonnen heeft, maar dan huilt de Fenix op Harry’s arm. De tranen van een Fenix werken geneeskrachtig en dus verdwijnt de wond. Harry trekt dan de tand uit zijn arm, en voordat Voldemort hem alsnog kan vermoorden, steekt hij de tand in het dagboek wat naast hem ligt. Voldemort is dood. Ginny, komt weer tot leven, en Hermelien en de anderen worden genezen met een bepaalde plant. De plant waar ze hele tijd op moesten wachten, omdat hij nog te klein was om te gebruiken. Iedereen is weer blij en aan het einde van het schooljaar komt de bekeruitreiking tussen de 4 afdelingen… Eerst staat Zwadderich voor… maar nadat hij het over Zwadderich heeft gehad, gaat hij met Griffoendor verder. Hij geeft Harry, Hermelien, Ron en nog wat andere leerlingen van de afdeling Griffoendor nog meer punten, omdat ze nog nooit zulke uitzonderlijke leerlingen op Zweinstein hebben gehad!! GRIFFOENDOR HAD GEWONNEN!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Iedereen gaat vrolijk terug naar zijn/haar familie, behalve Harry, want die moet weer terug naar de Duffelingen... The End Verwerkinsopdracht Type: Alfabet (in verband met belangrijkheid, sommige letters dubbel). A: Aragog, de grootste spin die Ron en Harry tegenkomen wanneer ze op onderzoek zijn naar al die bange spinnetjes. B: Basilisk, Harry hoort deze telkens en krijgt ermee te maken, een reuzenslang. Dood mensen met zijn giftanden of met een enkele blik met z’n ogen. C: Centaur, magisch wezen dat half mens en half paard is. D: Duffelingen, familie waar Harry in de zomer (geen school) verblijft. D: Dreuzels, mens zonder toverkracht. D: Dobby, elf die tegen Harry zegt dat hij niet naar school moet gaan en hem dwars ligt. E: Egidius, stok oude uil die niet meer normaal een brief kan afleveren. Hij knalt namelijk altijd tegen het raam aan. F: Fenix, scharlakenrode vogel die verbrandt als het zijn tijd is om te sterven en wordt herboren uit de as (Branddag)! Zijn tranen hebben een genezende werking, hij kan een zware last dragen en is een trouw huisdier

G: Ginny, zusje van Ron, ze is verliefd op Harry. G: Griffoendor, een afdeling
H: Harry Potter, hoofdrolspeler. Haat Voldemort omdat hij zijn ouders heeft vermoord. H: Hermelien, beste vriendin van Harry, is heel slim en helpt Harry daarbij heel erg. H: Huffelpuf, een afdeling
I: Incendio, spreuk die de haard doet branden. J: Jenny, was vermoord door de Basilisk toen ze in de WC was. Ze keek hem aan en ging dood. Nu is ze een geest die door de WC zwerft. K: Kamer, in de geheime kamer gebeuren spannende dingen. L: Litteken, Harry heeft sinds de dood van zijn ouders een litteken op zijn voorhoofd. M: Malfidus, zoontje van vader die bevriend is met Voldemort. Hij doet gemeen tegen Harry. M: Martin Vilijn, hij speelt voor Voldemort. N: Nimbus 2000, supersnelle bezem waarmee Harry zwerkbalt. O: Onzichtbaarheidsmantel, mantel die zorgt dat je onzichtbaar bent. Harry komt hierdoor veel te weten. P: Phoenix, de aparte vogel van Perkamentus. Zijn tranen zijn geneeskrachtig. P: Perkamentus, schoolhoofd en speelt best een grote rol en is slim. R: Ron, allerbeste vriend van Harry, heeft altijd ongeluk en trekt veel met Harry op. S: Sorteerhoed, deze hoed deelt de leerlingen in afdelingen
S: Sisseltong, de Basilisk en Harry kunnen Sisselspraak spreken. T: Tijdverdrijver, ketting met een zandlopertje eraan, waarmee je terug kunt in de tijd. Met deze tijdverdrijver kon Hermelien Griffel meerdere lessen tegelijk volgen. U: Uil, leerlingen hebben een uil voor post te versturen en te ontvangen. V: Voldemort, monster die onsterfelijk is, en die Harry’s ouders heeft gedood en nu Harry wil doden. V: Verboden bos, eng bos waar Harry en Ron in gaan om te kijken waar de spinnetjes heen gaan. V: Versteend, degene die in de ogen van de Basilisk kijken, raken versteend. W: Winnaar, Griffoendor is de winnaar van het schooljaar. Z: Zwadderich, een afdeling
Z: Zweinstein, de toverschool waar Harry op zit. Z: Zwerkbal, sport waarbij je op bezems vliegt en ballen in rondjes moet gooien. Harry moet de gouden Sny proberen te pakken. Hierin is hij heel goed.