Titel: De Vloek.
Schrijver: Marianne Curley
Uitgever: Van Goor
Jaar: 2000
1. Waarom heb je dit boek gekozen?
Dit boek had ik al gelezen, en toen ik zag dat het op de boekenlijst was komen te staan, wou ik er wel een leesverslag over maken.
2. a) Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat.
Het boek is grotendeels oranje, verder staat er aan de boven- en onderkant ‘roman’ gedrukt. De titel, uitgever en schrijfster en een bos met een meisje ervoor zijn in het middel afgebeeld.. Achter in het bos staat een jongen.
b) Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met het verhaal te maken?
Het boek staat volledig in het teken van magie en mysterieuze en duistere dingen. Met de wat onduidelijke, “vage” voorkant krijg je een beetje de indruk van de sfeer van het verhaal. De situatie die op de voorkant is getekend, verwijst naar een fragment uit het boek.
3. a) Geef een titelverklaring.
Leg zo nauwkeurig mogelijk uit waarom het boek zo heet.
Het boek staat volledig in het teken van magie. Over 1 van de hoofdrolspelers rust een vloek.
Het verhaal is volledig gericht op het uitpluizen van wat die vloek is.
b) Hebben de hoofdstukken een titel?
Zo ja, vind je die titel passend? Leg aan de hand van een voorbeeld uit waarom wel of niet.
Zo nee, verzin een titel voor een hoofdstuk en leg deze titel uit.
De hoofdstukken hebben geen titel.
Hoofdstuk 1: Jesse en zijn gave?
Uitleg: hfdst. 1 begint met Kate die verteld over de nieuwe jongen uit haar klas, Jesse. De gebeurtenis die volgt wijst erop dat Jesse een gave heeft die hijzelf niet in de hand heeft.
4. Wat voor soort boek is het? (oorlog, misdaad, liefdesroman, etc…) (genre)
Science fiction.
5. a) Wat is het onderwerp (thema) van het boek? (2-5 woorden)
Magie en verliefdheid.
6. Samenvatting (inhoud beschrijven)
Vertel in eigen woorden, in goede zinnen, het belangrijkste uit je boek na. Gebruik hiervoor vijftien regels of meer. Vergeet niet de afloop te vermelden. Als het een open einde heeft, vermeld dat dan.
Schrijf de laatste twee zinnen van het boek over.
Kate raakt in de ban van Jesse. Volgens haar heeft hij een gave, waarvan hij niet weet dat hij hem heeft, laat staan onder controle heeft.
De eerste ochtend dat Jesse bij Kate op school is, gebeurt er iets vreemds. Jesse veroorzaakt een storm die de ruiten van de school ruïneert Hij weet dit zelf helemaal niet. Kate, die zelf ook over gaves beschikt, heeft het wel door. Als Kate dit aan hem probeert uit te leggen, verklaard hij haar hardop voor gek. Hij wil er helemaal niks van weten.
Aangezien Jesse zich nogal bezighoudt met zijn imago, negeert hij haar vanaf die dag, Kate is immers een buitenbeentje. Kate houdt stug vol, en op den duur moet Jesse wel toegeven dat er iets niet klopt binnen zijn familie. Na een stuk of wat argumenten van Kates kant, laat Jesse zich overhalen en gaat met Kate mee naar het bos. Daar wil zij hem van de vloek over zijn familie af helpen. Dit mislukt echter en weer verliest Jesse zijn geloof in de vloek en magie. Als Kates grootmoeder Julian zich ermee bemoeit, moet Jesse wel meewerken. De enige manier om de vloek nu nog te verbreken, is de tovenaar die de vloek heeft uitgesproken, te vermoorden. Alleen...die tovenaar leefde rond 1200…
Julian en Kate maken een plan en Julian zend Kate en Jesse samen terug in de tijd.
De tovenaar die de vloek heeft uitgesproken, blijkt nog niet zo makkelijk te verslaan, maar in een duel om leven en dood lukt het Jesse toch om de tovenaar te doden.
Kate en Julian vliegen terug naar deze tijd. Door alles wat er gebeurd is, is Jesse verandert. Hij geeft minder om zijn imago, en er gebeuren geen ongelukken meer in zijn familie.
De Vloek is verbroken.
Het verhaal heeft een gesloten einde.
De laatste 2 regels:
“Ik trek Kate recht voor me en sla mijn armen om haar middel.
Bezitterig.
‘Nou, dat is gauw gezegd, zie je, ik ga er met Kate heen.’”
7. Wie waren de hoofdpersonen uit het boek?
Beschrijf kort hun karakter en eigenschappen. Geef daarbij voorbeelden uit het boek.
Kate: Kate heeft een eigen mening, is een buitenbeentje en doet wat ze wil. Ze trekt zich niets aan van wat anderen van haar denken. Ze is gevoelig, open en eerlijk.
Jesse: Jesse trekt zich veel aan van wat anderen van hem denken. Hij doet alles om erbij te
horen. Hij laat zijn mening sterk beïnvloeden door zijn omgeving. Hij is gesloten en kan zich moeilijk aanpassen aan situaties. Kate leert hem dat hij zichzelf kan zijn.
8. Met welke personen in het boek leefde jij het meest mee?
Ik leefde het meest mee met Jesse, omdat hij ondanks dat hij zich niet aan kan passen aan situaties, hij daar toch toe gedwongen wordt. Hij weet niks over magie en wil er ook niks over te weten komen, maar als hij een normaal leven wil hebben, moet hij wel geloven in magie. Bovendien vind ik de manier waarop hij omgaat met tegenslagen heel erg knap.
9. Wat vind je van het boek?
Leg uit waarom je dat vindt. Gebruik daarbij voorbeelden uit het boek zelf ter ondersteuning van je mening.
Ik vind het een fantastisch boek dat zeer meeslepend verteld is. Wat ik erg mooi vond was dat de gevoelens van Kate en Jesse zo duidelijk naar voren komen, omdat ze allebei om de beurt aan het woord zijn. Hierdoor weet je wat ze van elkaar en elkaars ideeën vinden.
10. In welke jaren speelt het verhaal zich af?
Het begin en het einde spelen zich nu af, omdat alle ideeën en technieken van nu omschreven staan.
Het middelste gedeelte speelt zich af in 1252, dit staat in het begin van waar deel 2 uit het boek begint. (Het boek is verdeelt in 3 delen).
REACTIES
1 seconde geleden