Het verhaal gaat over een meisje, Alice. Ze zit op een dag in de tuin met haar zus en dan valt ze in slaap. Ze ziet dan een konijn met kleren aan en een zakhorloge en hij gaat in een gat in de grond. Alice heeft niks te doen, dus ze springt achter hem aan. Vanaf dat moment maakt ze allemaal vreemde dingen mee. Als ze in het gat springt, valt ze eerst heel ver naar beneden. Dan komt ze in een kamertje met allemaal deurtjes en 1 heel klein deurtje. Ze drinkt een flesje wat op een glazen tafel staat helemaal leeg en dan wordt ze ook heel klein en past ze door het deurtje. Daarna gebeuren er nog allemaal andere vreemde dingen. Ze wordt bijvoorbeeld achterna gezeten door de harten koningin.
De twee belangrijkste personen in het verhaal zijn natuurlijk Alice en de koningin.
Alice
Ze is een meisje van een jaar of tien en heeft een oudere zus. Ze is gekleed in typische meisjes kleren, rok, strik in het haar, enz. Maar dat komt door de tijd waarin het speelt en wanneer het is geschreven. Van haar achtergrond weet de lezer niets, behalve dat ze een oudere zus heeft. In het boek is ze heel verward en weet ze niet wat ze met zichzelf aanmoet. Ze denk heel erg logisch. Hierdoor raakt ze niet in paniek en doet de dingen gewoon. Alle andere hoofdpersonen vindt ze maar raar en ongewoon. Toch vindt ze het niet gek als een baby een varken wordt en een konijn kan praten. Ze vindt sommige ongewone dingen gewoon en andere weer heel ongewoon. Je kan niet met haar meedenken omdat je nooit weet hoe ze zal reageren. De koningin
De koningin is wel de vreemdste persoon in het verhaal. Als ze niet tevreden is laat ze de persoon die daarvoor zorgt onthoofden met een simpel kop eraf. Haar man, de koning is onderdanig aan haar en heeft geen eigen mening. Ze ziet er ook dominant uit. Zwart, rood, gele kleding, in de vorm van een massale jurk. Ze kijk nogal boos en streng en leeft zich helemaal uit bij een potje kroketten. Maar als ze aan het verliezen is roept ze stop en roept zichzelf uit tot de winnaar.
Haar gedachten kun je al helemaal niet volgen, het enige wat je zeker weet is dat ze ervoor zal zorgen dat ze haar zin krijgt. Alle andere personen kunnen haar niets schelen.
Ik vond het wel een leuk verhaaltje. Maar ik kende het al een beetje van vroeger nog. Ik snapte wel waar het boek over ging, maar sommige woorden moest ik even opzoeken in het woordenboek.
Ze is een meisje van een jaar of tien en heeft een oudere zus. Ze is gekleed in typische meisjes kleren, rok, strik in het haar, enz. Maar dat komt door de tijd waarin het speelt en wanneer het is geschreven. Van haar achtergrond weet de lezer niets, behalve dat ze een oudere zus heeft. In het boek is ze heel verward en weet ze niet wat ze met zichzelf aanmoet. Ze denk heel erg logisch. Hierdoor raakt ze niet in paniek en doet de dingen gewoon. Alle andere hoofdpersonen vindt ze maar raar en ongewoon. Toch vindt ze het niet gek als een baby een varken wordt en een konijn kan praten. Ze vindt sommige ongewone dingen gewoon en andere weer heel ongewoon. Je kan niet met haar meedenken omdat je nooit weet hoe ze zal reageren. De koningin
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden