Wie Licht schmeckt door Friedrich Ani

A - Waar gaat het verhaal over?

1. Geef, in 100-150 woorden, aan waar het verhaal feitelijk over gaat (samenvatting).

Het verhaal gaat over Lukas. Hij wordt bijna veertien jaar, maar hij wil zijn verjaardag niet vieren. Hij wil liever in zijn eentje door de stad zwerven, maar dat mag niet van zijn ouders. Op zijn verjaardag gaat hij weg, hij is van plan om drie dagen lang helemaal alleen door de stad te lopen. Zo wil hij laten zien dat hij het aan kan. Maar dan struikelt hij over een blind meisje, Sonja. Ze raken bevriend met elkaar. Zij leert hem alles veel intenser te beleven: geur, geluid, smaak enzovoort. Door haar komt hij erachter dat hij wel mensen nodig heeft en dan gaat hij uiteindelijk terug naar huis.

 
2. Waarom heb je dit verhaal gekozen?

Ik had van anderen gehoord dat ze dit boek hadden gelezen en dat het wel een leuk boek was. Ook sprak het verhaal mij wel aan omdat ik vroeger, op de basisschool, ook bij een blind meisje in de klas zat.

 
3. Geef, in het kort, enige informatie over de schrijver.

Friedrich Ani heeft het boek geschreven. Verder schrijft ze hoorspelen, misdaadromans en theaterstukken. Ook heeft hij enkele afleveringen van Tatort geschreven. Hij is geboren op 7 januari 1959 in Kochel am See. Hij heeft, naast zijn schrijven, ook gewerkt met moeilijk opvoedbare kinderen en is docent aan de Hogeschool voor Film en Televisie in München. Hij woont tegenwoordig ook in München. Voor zijn misdaadromans kreeg hij twee keer de Deutschen Krimi-Preis.

 
B - De personen

1. Wie zijn de hoofdpersonen?

De hoofdpersonen zijn Lukas en Sonja.

 
2. Hoe is de onderlinge relatie en verstandhouding van de hoofdpersonen? Beschrijf hun
karakters.

De onderlinge relatie tussen Lukas en Sonja is goed. Lukas is een zelfstandige jongen, hij denkt dat hij alles zelf kan en verder niemand nodig heeft. Hij is een beetje naïef. Sonja is een verstandig meisje, ze denkt overal goed over na en laat zich niet uit het veld slaan omdat ze blind is. Ze is een doorzetter. De twee compenseren elkaar als het ware.

3. Herken je bepaalde karaktertrekken of bepaald gedrag van jezelf in de hoofdpersonen van het verhaal?

Ik herken niet bepaalde karaktertrekken in het bijzonder. Geen van de twee heeft echt specifieke eigenschappen.

 
4. Welke personen spelen verder – afgezien van de hoofdpersonen – een rol in het boek? Geef ook van deze personen een korte omschrijving.

Verder spelen de ouders van Lucas een rol in het boek, zij zijn het niet eens met zijn besluit om drie dagen alleen door te brengen in de stad. Ook is Vanessa een bijfiguur, zij is een vriendin van Sonja. Lukas vindt Vanessa niet aardig, terwijl Vanessa dat wel denkt.

 
5. Welke persoon uit het boek vind je het meest sympathiek en welke het minst sympathiek? Beargumenteer je keuze.

Ik vind Sonja het meest sympathiek, ik vind het knap dat ze zich staande weet te houden tussen iedereen die niet blind is. Iedereen loopt haar voorbij en toch kan dat haar niets schelen. Ik vind Vanessa het minst sympathiek, zij komt erg irritant over in het boek.

 
C - De tijd

1. In welke (historische) tijd speelt het verhaal zich af?

Het verhaal is redelijk bij de tijd, het zou zich nu af kunnen spelen.

 
2. Is dat volgens jou belangrijk voor het verhaal? Hoezo?

Volgens mij is dat niet echt belangrijk, als het verhaal zich in de jaren ‘80/’90 had afgespeeld was het verhaal er niet slechter of beter van geworden.

 
3. Als het verhaal zich afspeelt tegen de achtergrond van bepaalde historische gebeurtenissen, geef dan een korte karakteristiek van die gebeurtenissen.

Dit is niet van toepassing.

 
4. Geef een korte aanduiding van wat je al wist en eventueel nog niet wist van die tijd.

Het verhaal is nog maar kort geleden, dus in feite wist ik alles al.

 
5. Binnen welke tijdsperiode speelt het verhaal zich af? Hoe lang neemt het hele verhaal in beslag (bijv. twee dagen, een half jaar, 15 jaar)?

Het verhaal speelt zich af in ongeveer drie tot vier dagen, maar er zijn ook flashbacks die een aantal jaren teruggaan.

 
D - De plaats

1. Waar (ter wereld) speelt het verhaal zich af?

Het verhaal speelt zich af in Berlijn.

 
2. Geef een korte aanduiding van wat jij al wist van deze plaats, stad, streek, dit land enz.

Ik wist al veel van deze plaats, ik ben er twee keer geweest. Dus er waren weinig dingen die nieuw voor mij waren.

 
3. Geeft die plaats van handeling het verhaal extra betekenis?

Nee, het geeft het verhaal niet een extra betekenis.

 
4. In wat voor omstandigheden speelt het verhaal zich af? Denk daarbij aan de maatschappelijke situatie, het klimaat, het landschap.

Het verhaal speelt zich af in een arm gezin waar Lukas uit komt. Het gezin waar Sonja uit komt, is dat ook zo. Het speelt zich af in de stad Berlijn, daar is het een gematigd klimaat. Dit is verder niet van invloed op het verhaal.

 
E - Het vertelstandpunt

1. Door wiens of wat voor ogen volg jij het verhaal? Is het een persoon in het verhaal? Is er misschien een ik-verteller? Of is er sprake van een zogenaamde ‘alwetende’ verteller, die alles ‘van bovenaf’ beschrijft?

Ik volg het verhaal door Lukas zijn ogen, het wordt dus vanuit een ik-persoon verteld.

 
2. Probeer aan te geven in hoeverre jouw beleving van het verhaal en jouw kijk op de
personen worden beïnvloed door de wijze van vertellen waardoor je het verhaal volgt.

Doordat ik door Lukas zijn ogen het verhaal te zien krijg, wordt het verhaal spannender. Wat hij mee maakt is dan veel intenser.

F - Wat wil het verhaal de lezer zeggen?

1. Wat is de boodschap van het verhaal? Wat wil de schrijver met het verhaal zeggen of tot uitdrukking brengen?

Ik denk dat de boodschap van het verhaal is dat zelfstandigheid goed is, maar dat je ook mensen om je heen nodig hebt. Dat je niet alles alleen kan en dat hoeft ook niet. En ik denk dat het de wereld wil laten zien van blinde mensen, hoe zij het leven ervaren en er mee om (kunnen) gaan.

2. Geef aan wat jij van het verhaal geleerd hebt, wat jij van het verhaal ‘meegekregen’ hebt, wat het verhaal uiteindelijk bij jou teweeggebracht heeft.

Ik heb van dit verhaal geleerd dat zelfstandigheid goed is, maar wel met ‘mate’. En ook dat dingen die voor ons vanzelfsprekend zijn, voor blinde mensen helemaal niet zo zijn.

 
G - Evaluatie

Ik vond dit boek niet heel erg om te lezen, maar het andere boek wat ik heb gelezen vond ik leuker. Ik vond het af en toe lastig om te volgen, omdat er heel veel werd verteld en er weinig dialoog in was. Ook vond ik sommige dingen niet logisch. Zoals dat de ouders van Lukas hem niet gaan zoeken als hij weg is. Hij belt hen een aantal keren op en dan zijn ze gewoon thuis. Dit maakt het verhaal ongeloofwaardiger. Het onderwerp daarentegen was wel interessant, want het is geen alledaags onderwerp.