Vragen bij “Schachnovelle”
1. De betekenis van het boek is dubbel. Dr. B. vindt een boekje over schaken, een ‘schachnovelle’ dus. Maar het boek zelf gaat eigenlijk ook alleen maar over schaken, dus dat kan ook een ‘schachnovelle’ worden genoemd!
2. Het verhaal begint met de ik-persoon, die op een boot zit. Die boot gaat van New York naar Buenos Aires. Hij ontmoet McConnor. Zij ontdekken dat Mirko, de kampioen in schaken, ook op die boot zit.
Ze horen een beetje de geschiedenis van Mirko. Dan wil McConnor een potje spelen tegen Mirko, maar die vraagt er wel geld voor. McConnor stemt in en ze spelen een potje en natuurlijk verliest McConnor.
McConnor wil nog een potje en Mirko stemt in. Als het er alweer slecht uitziet voor McConnor, springt er een anonieme man in het spel die McConnor influistert hoe hij moet spelen. McConnor luistert naar hem en het lukt hem nog om gelijkspel tegen Mirko te spelen.
De ik-persoon is heel erg nieuwsgierig naar deze mysterieuze man en heeft een gesprek met hem: hoe kan hij zo goed schaken? Mirko wil nog een potje tegen Dr. B., maar Dr. B. wil niet.
De man, hij wist veel over geld van Oostenijk, is in de Tweede Wereldoorlog opgesloten geweest voor een paar jaar in een hotelkamer in Polen/Oostenrijk. Hier werd hij soms overdag en soms ’s nachts overhoord door de Nazi’s, om informatie uit hem te krijgen.
Hij verloor zijn tijdsbesef en dergelijke en had elke dag maar diezelfde kamer met dezelfde meubels.
Op een keer ziet hij een kalender, wat hem enorm fascineert. En na een tijdje mag hij in een andere kamer, waar nog een jas hangt van een Nazi. Hierin zit een boekje, waar alle mogelijke schaakspellen instaan. Dit geeft dr. B. na een tijdje zo’n boost, dat hij er helemaal obsessed van raakt. Hij leert het helemaal uit zijn hoofd, en gaat daarna ook partijen tegen zichzelf spelen in zijn hoofd. Elke storing van zijn schaakspel is voor hem een irritatie. Hij begint te vermageren en hij wordt eigenlijk gewoon gek.
Hij wordt losgelaten en komt in een ziekenhuis/psychiatrie, waar de psycholoog zegt dat hij nooit meer mag schaken.
Op de boot hebben ze ondertussen geregeld dat dr. B. tegen Mirko gaat schaken. Dit wordt de afsluiting voor Dr. B.
Het eerste potje wint dr. B., maar Mirko wil per se winnen van hem. Hij speelt nog een keer en verzint een trucje: dr. B. kan er niet tegen als Mirko langzaam doet, hij wordt ongeduldig en gaat ijsberen. Uiteindelijk roept hij ‘schaakmat’, als het nog helemaal niet schaakmat is! In zijn hoofd heeft hij een heel ander potje. De ik-persoon zegt dat het potje is afgelopen.
3. Dr. B. is een Oostenrijkste emigrant en komt uit een welgesteld gezin. Hij werkte op een rechtskantoor / boekhouder voor de oorlog, en hij wist veel over het (keizerlijke, in kerk?) (grootste deel) geld van Oostenrijk.
Hij werd in de oorlog door de Gestapo opgesloten in een hotelkamer, waar hij maanden heeft gezeten. Dr. B. is slim, betrouwbaar, rustig, verlegen, bescheiden en getraumatiseerd.
Hij ontdekte een schaakboekje na een tijdje in een jas die in zijn kamer hing. Er stonden alle schaakspellen in die je kan spelen. Hij leerde dit uit zijn hoofd en ging tegen zichzelf schaakpartijen spelen, waardoor hij eigenlijk gek werd en ook schizofreen.
Na het hotelverblijf gaat hij naar een psycholoog, die zegt dat hij nooit meer mag schaken.
Dit doet hij toch aan boord en hij verliest weer bijna zichzelf erin. Het was een obsessie voor hem, en hij is er eigenlijk nog nooit echt overheen gekomen.
4. Hij is een analfabeet en is gefocust op geld. Hij is door het schaken een miljonair geworden, maar ook ontzettend arrogant en hij heeft niet graag contact met de buitenwereld; hij voelt zich beter dan anderen. Hij is dus zeer afstandelijk, maar wel intelligent. Hij kan ook niet tegen zijn verlies. Hij is onsympathiek.
Verder is hij dus de wereldkampioen schaken.
Hij werd al op jonge leeftijd wees. Toen is hij gaan wonen bij een voogd, dit was een dominee. Het was hard werken voor hem. Maar hij komt achter zijn ‘gave’ voor schaken en hij gaat steeds meer schaken tegen iedereen.
5. De ik-persoon zit op een boot, hij is geïnteresseerd in schaken en zit samen op de boot met zijn vrouw. Hij is erg nieuwsgierig naar Mirko en dr. B. en vooral naar dr. B’s verleden. Hij is sympathiek en behulpzaam en Oostenrijker.
6. Verhaallijn A is de verhaallijn op de boot, met Mirko, de ik-persoon, McConnor en Dr. B,m 1940. Verhaallijn B is alleen dr. B. in zijn verleden. Die lijnen komen samen. 1938-39.
7. Verhaallijn A 5 dagen en verhaallijn B één jaar.
8. Het boek is niet chronologisch. Eerst krijg je een stuk over Mirko en de ik-persoon op de boot, dan het hele verhaal over dr. B. dat zich veel eerder afspeelde en dan ga je weer terug naar de boot.
9. Verhaallijn A speelt zich af op een boot van New York naar Buenos Aires. Verhaallijn B ergens in Oostenrijk of Polen, hij zit in een isoleercel, maar het is eigenlijk een hotel. Blz. 43.
10. Beide ik-personen, zowel verhaallijn A als B. Ik-persoon is dr. B, passagier.
11. Ik vind dat het thema afzondering is. Dat is volgens mij ook wat de schrijver wil overbrengen, hoe dr. B. is veranderd door zijn afzondering van de normale wereld. Strijd tegen nazi’s, oorlog.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden