Linnea is op een weekend bij haar vader samen met Magnus en Anna. En weer moesten ze langst het water wandelen. Onderweg zien ze een leeg bierflesje liggen. Linnea gooit het in het water. Dat is milieuvervuiling zegt Magnus. Nee zegt Linnea het is flessenpost. Op maandag is Linnea weer thuis bij haar moeder en het regent. Linnea krijgt een idee. Ze gaat naar de keuken en vind een appelsapfles. Met de fles gaat Linnea naar Erden op de 4e verdieping. Ze zegt: ik heb een goed idee. Ze gaan samen naar de bouwplaats aan het einde van de straat. Ze mogen daar eigenlijk niet komen. Ze gaan er samen vissen en bouwen een kampvuur en eten de vis op. Ze spelen verder en fantaseren verder. Linnea zegt moet je zien hier zwemmen ook haaien. En hier wonen ook krokodillen. Erdem vindt het nu toch wel een beetje eng worden en wil naar huis. Linnea zegt: ik heb flessenpost bij me. Als ze nu weg willen krijgen ze natte voeten van de blubber die overal om hun heen ligt. Ze gooit het flesje in de blubber. Zodat ze gered kunnen worden. Dan loopt mevrouw Frohwinkel langs en begroet de beide kinderen. Red ons mevrouw Frohwinkel kijk daar is flessenpost. Maar zij loopt door en lacht. Linnea troost Erdem. Straks komt er wel iemand langs die de flessenpost vindt. Even later komt er een arbeider in een blauwe overall en gele regenlaarzen. En vraagt wat er aan de hand is. We zijn schipbreukeling en daar ligt onze flessenpost. De arbeider pakt de fles. Dat betekend dat u ons moet redden. De arbeider pakt een Erdem en daarna Linnea op. En zet ze op het droge. Weer thuis aangekomen vraagt mama waar Linnea is geweest. En Linnea vertelt het hele verhaal dat ze Erdem moest redden. Dat was lief zegt mama. Ik maak een lekker bad voor je. En misschien kan je morgen weer iemand redden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden