Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Jugend ohne Gott
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1147 woorden
  • 13 juni 2001
  • 117 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
117 keer beoordeeld

Boekcover Jugend ohne Gott
Shadow
Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdpersoon:
De leraar: hij is de 34-jarige ik-figuur in het boek. Hij, leraar geschiedenis en aardrijkskunde, wordt meestal met 'Herr Lehrer' aangeduid met als bijnaam 'de neger'. Hij is een vrij laf persoon, want hij durft zijn schuld niet meteen te bekennen, maar is toch ook wel weer moedig, want hij neemt het op voor Eva en leerling Z.
Het opvallende aan hem is dat zijn ideeën heel erg verschillen met de gedachten van de mensen om hem heen: hij is namelijk alles behalve fascistisch. In het begin gelooft hij niet zo in God, maar naarmate het verhaal vordert verandert dat. Hij heeft een round-character.

Bijpersonen:
Leerling Z.: hij is best romantisch. Hij schrijft in een dagboek, dat leerling N. niet zo leuk vindt, wordt verliefd op Eva en bekent leerling N. te hebben vermoord, terwijl dat niet zo is. Flatcharacter.

Leerling T.: de leraar noemt hem de vis, want hij kijkt hem altijd met twee lege, ronde ogen aan. Hij heeft leerling N. vermoord. Flatcharacter.

Leerling N.: de leraar vindt hem geen aardige jongen, omdat hij een hekel heeft aan de negers. Hij wordt vermoord door leerling T. Flatcharacter.

Eva: zij is een vijftienjarig weesmeisje en leider van een dievenbende. Ze heeft het fototoestel gestoten, woont samen met nog een aantal jongens in een grot en wordt verliefd op leerling Z. Flatcharacter.

Julius Caesar: hij was aanvankelijk een gerespecteerde leraar op een meisjesschool, maar daar werd hij ontslagen. Hij had een val bedacht om leerling T. te kunnen pakken. Maar helaas mislukte dat. Flatcharacter.

Thema:
Een individu, die zichzelf trouw blijft tijdens de fascistische samenleving, worstelt met het wel of niet de waarheid vertellen en de vraag of hij in god zal geloven of niet.

Eigen mening:
Ik vond het een heel mooi en spannend boek. Het was helemaal niet voorspelbaar. Ik had nooit gedacht dat leerling T. de moordenaar zou zijn.
In het begin was het wel een beetje saai, maar later werd het veel leuker en spannender. Ik vond het wel raar dat de leerlingen met de eerste letter van hun achternaam werden aangeduid, terwijl de namen van Eva en Julius Caesar volluit werden geschreven.

Samenvatting
Een 34-jarige geschiedenis- en aardrijkskundeleraar denkt heel positief over negers. Zijn leerlingen zijn zeer nationalistisch en lijken gehypnotiseerd door de propaganda van Hitler. Als hij leerling N. bekritiseert vanwege een racistische opmerking van hem, krijgt hij ruzie met de vader van leerling N., de rector en de klas, die hem een brief overhandigt waarin ze een andere leraar willen. Maar de leraar laat zich niet wegjagen.
Dan gaat de leraar met zijn klas naar een ‘tentenkamp’, waar de klas militaire kunstjes kan leren. Maar van een van de leerlingen wordt het fototoestel gestolen. De leraar geeft een dievenbende, die in de buurt actief is, de schuld en besluit de wachtdienst te doen. Tijdens de wacht ziet de leraar dat leerling Z. een brief krijgt van een onbekende jongen.
De volgende dag komt de leraar erachter dat leerling Z. in een dagboek schrijft en dit verstopt voor de andere jongens, die het stom vinden, en wilt weten of de brief iets met het gestolen fototoestel te maken heeft.
Als de klas op schietoefening is, gaat de leraar de tent van leerling Z. in en maakt het kistje open door de slot van dat kistje te forceren. Daarin lag het dagboek en de leraar maakte het open. In het dagboek staat dat leerling Z. een relatie heeft met Eva, leider van een dievenbende in het dorp. Ook staat er dat iedereen die zijn kistje aanroert zal sterven.
Toen leerling Z. terugkwam van de schietoefening, komt hij erachter dat iemand zijn kistje heeft opengemaakt en verdenkt leerling N., met wie hij al langer ruzie had.
Een dag later wordt leerling N. dood gevonden in het bos. De leraar weet dat hij medeschuldig is. De politie onderzoekt de moord en vindt een steen, een potlood en een kompas bij het lijk. De leerlingen zeggen niets, totdat leerling R. plotseling vertelt dat leerling N. en leerling Z. altijd al ruzie hebben gehad. Leerling Z. bekent de moord en wordt opgepakt.
De volgende dag moet leerling Z. voor de rechter verschijnen en bekent nogmaals dat hij de moord heeft gepleegd. Maar tijdens het proces vertelt zijn moeder dat hij nooit een kompas (een van de gevonden voorwerpen bij het lijk) heeft gehad en dat hij dus liegt. Maar leerling Z. zegt juist dat zij altijd liegt. Dan wordt de leraar verhoord en hij vertelt dat hij het dagboek opende. Dan wordt Eva ondervraagd. Zij vertelt dat leerling Z. onschuldig is, dat een andere onbekende jongen met lege ronde ogen, die op die van een vis lijken, leerling N. met een steen sloeg. Dit doet de leraar denken aan leerling T., die hem altijd met zulke ogen hem aankijkt.
Het proces gaat over drie maanden verder. De leraar ontmoet leerling T. en vraagt hem of hij denkt dat een vreemde jongen de moord heeft gepleegd. Hij antwoordt dat dat niet waar is en dat hij geen visseogen heeft maar dat de leraar die wel heeft.
De volgende dag staat leerling B. voor de deur. Hij vertelt dat leerling T. het kompas verloren had, dat hij zijn kompas kort na de moord overal had gezocht, dat hij leerling N. altijd erg dom vond en dat hij wilde zien hoe iemand stierf. Samen met een paar jongens heeft leerling B. een club opgericht, die in het geheim wekelijks bijeenkomt en alles leest wat verboden is. Leerling B. belooft dat zijn club leerling T. in de gaten zal houden om hem uiteindelijk te kunnen pakken. De leraar vraagt aan leerling B. of het waar is dat hij altijd ‘de vis’ wordt genoemd. Leerling B. antwoordt dat hij niet ‘de vis’ wordt genoemd, maar ‘de neger’.
De dominee van het dorpje waar het kamp plaatsvond, komt op bezoek en biedt hem een baan aan als leraarsmissionaris in Afrika. De leraar gaat ermee akkoord.
De leraar ontvangt informatie over leerling T. van de club. Hij is gezien met een vrouw. Het blijkt om een ene Nelly te gaan. De leraar gaat met haar praten, maar zij zegt dat ze niets mag doorvertellen. Thuisgekomen zit Julius Caesar op hem te wachten en vertelt dat hij met Nelly een val heeft bedacht, waardoor leerling T. de moord wellicht zal herhalen. Helaas mislukt dat.
's Nachts wordt hij opgehaald door de recherche en wordt naar de villa van de moeder van leerling T. gebracht. Leerling T. heeft zich namelijk opgehangen. Bovendien wordt er bij het lijk van leerling T. een briefje gevonden. Op dat briefje staat: "De leraar heeft mij de dood ingejaagd, omdat hij weet dat ik leerling N. met een steen heb vermoord."
Leerling Z. wordt vrijgelaten en de leraar vertrekt naar Afrika: ‘De neger gaat naar de negers’.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Jugend ohne Gott door Ödön von Horváth"