Die verbotene Oase door Choga Regina Egbeme

Samenvatting: De verlaten oase Choga Regina Egbeme groeide op in een harem in Nigeria, een jeugd die ze beschreef in haar bestseller Veertig moeders. Nadat haar vader haar wilde uithuwelijken, ontvluchtte Choga met hulp van haar moeder de harem. Samen met haar halfzuster en enkele andere vrouwen uit haar vaders harem betrekt Choga een oude boerderij vlak bij het Josplateau in Nigeria, waar zij met veel moeite de grond weer vruchtbaar weten te maken. Ze vechten ook tegen het hardnekkige virus, HIV, waar de meeste van hen onderlijdt. Zo ook Choga en haar zoontje. Op kerstavond komen Efe en haar zoontje Jo binnen. Haar zoontje is er erg aan toe. Choga is ook genezeres en probeert er alles aan te doen om hem te redden, maar het is tevergeefs. De volgende dag begraven ze hem met z’n allen onder de bougainvillestruiken. Op een dag gaan Efe en Lape naar de stad toe. Daar proberen ze Madonna’s te verkopen, om zo een extra inkomen te krijgen. Radicale islamitische mensen maken het kapot. Ook slaan ze de twee vrouwen in elkaar, en zeggen dat deze stad niet meer voor christenen is. Na een aantal dagen besluiten de vier oudsten bij Choga op de boerderij dat er een muur moet worden gebouwd. Hier beginnen ze dan ook snel aan. Maar het gaat niet snel genoeg. In de ziekenzaal van Choga lopen alle mensen weg, omdat ze niet langer meer bij christenen mogen of willen blijven. Alleen één vrouw blijft, Tanisha. Ze is net bevallen van een baby, Fara, en heeft daardoor kraamvrouwenkoorts gekregen. Buiten de boerderij heeft ze ook geen leven, maar ze is wel een moslim. Dan komen de radicale leiders op de boerderij om Tanisha op te halen, maar iedereen beschermt haar. De mannen steken alles in brand, en steken mama Ngozi neer. De kinderen van mama Ngozi worden heel boos op Choga en de rest, en ze vertrekken gelijk na de begrafenis. Alleen de boerderij is nog overgebleven van de brand, de school en het geneeshuis zijn afgebrand. Choga vertrekt met haar zoon Joshua naar de jungle, om haar lerares Ezira op te zoeken. Aan het eind van het boek staat er een brief van Magdalena, Choga’s Duitse zus.