Die Sirene door Dieter Wellershoff

Die Sirene - dieter wellershoff - (dit is alleen een samenvatting per 5 blz!) Blz 9/13: Elsheimer is een professor die zijn eigen werkkamer heeft. Hij is getrouwd en heeft 2 dochters, maar hij belt stiekem met een eenzame vrouw uit Hamburg. Deze vrouw heeft Elsheimer al beetje geobserveerd. Elsheimer’s vrouw weet van niks. De vrouw heeft last van schuldgevoelens, maar Elsheimer weet haar gerust te stellen. Hij heeft gevraagd naar haar adres, maar weet zelf niet waarom. Blz 14/18: Elsheimer had de vrouw een brief geschreven en is aan het boek begonnen die hij altijd al wilde schrijven. Hij kan niet slapen omdat hij na denkt over wat er in zijn boek moet gebeuren. De dag erna wordt Elsheimer weer gebeld om hem te bedanken voor de brief die hij haar had geschreven, maar ze voelt zich nog steeds niet beter. De vrouw wil eigenlijk niet meer bellen omdat Elsheimer een gezin heeft. Elsheimer voelt zich ziek. Zijn vrouw heeft veel verschillende dingen gedaan.
Blz 19/23: Elsheimer kan echt wel gelukkig met zijn vrouw zijn. Hij nam de telefoon een aantal keer niet op, omdat hij dacht dat het die vrouw zou zijn. En dan als hij een keer op neemt, hoort hij niks. Na dagen hoort hij nog niks van die vrouw. Elsheimer heeft gemengde gevoelens voor die vrouw, maar besluit haar uit zijn hoofd te zetten. Zijn boek besluit hij te laten gaan over waarnemingen. Blz 24/28: Elsheimer´s vrouw vindt dat Elsheimer zich raar gedraagt de laatste tijd. Elsheimer is gek geworden in zijn hoofd, maar schrijft nog steeds zijn boek. Zijn vrouw steunt hem van alle kanten. Hij voelt zich een slechte vader; hij heeft het gevoel dat hij zijn dochter heeft voorgelogen. Dan besluit hij om die vrouw te gaan bellen. Blz 29/33: Die vrouw is blij dat hij haar belt, en Elsheimer is blij dat hij haar heeft gebeld. Alleen Elsheimer moet een beetje opletten omdat zijn vrouw in de buurt is. De vrouw heeft een foto van Elsheimer, maar Elsheimer niet van haar. Hij heeft de vrouw gezegd dat ze niet verder kunnen gaan. Die nacht krijgt hij een nachtmerrie. Blz 34/38: Goldscheider is gestorven en wordt begraven in Hamburg. Dit is de plaats waar die vrouw woont. Elsheimer moet een toespraak houden op die begrafenis. Hij zal er 2 dagen moeten zijn en wil wil die vrouw ontmoeten. Hij stelt zichzelf al helemaal voor hoe het zal zijn. Blz 39/43: Elsheimer zal wat langer blijven in Hamburg vanwege voorbereidingen. Hij vraagt zijn vrouw of ze mee wilt gaan, maar is opgelucht als ze zegt dat ze niet mee kan. Hij vindt zichzelf een verrader. Met de bus gaat hij naar Hamburg. Blz 44/48: Toch belt Elsheimer zijn vrouw nog even voordat hij naar Hamburg gaat, waar hij de vrouw zal gan ontmoeten. De dag nadat hij daar aan komt, gaat hij naar die begrafenis. Die avond is hij van plan die vrouw te bellen. Hij wil haar zien. Hij beeldt zich in hoe ze eruit zou zien; ze mag niet oppervlakkig mooi zijn.
Blz 49/53: Elsheimer gaat de vrouw bellen. Als zij opneemt, klinkt ze kil. Ze zegt dat ze niet alleen is, maar Elsheimer begrijpt het niet. Ze vraagt hem of het niet beter is als ze elkaar niet ontmoeten, maar Elsheimer wil haar wel ontmoeten. Dan spreken ze toch de dag erna af. Als hij op de afgesproken plek aan komt, ziet hij haar niet. Blz 54/58: Dan ziet hij toch een vrouw zitten, waarvan hij denkt dat zij het is. Hij besluit even naar de wc te gaan, maar als hij terug komt, is ze al weg. Nu begint hij te twijfelen of dat zij het wel was geweest. Hij besluit nogmaals haar te vergeten. Hij gaat lekker aan de kust varen. Blz 59/63: In een eetzaal begint hij te dromen over dat hij op een boot zit en zijn boek schrijft. Maar dan belt die vrouw weer. Hij weet niet wat hij moet zeggen. Hij wist niet hoe zij aan zijn nummer kwam. Ze vertelt hem dat zij zijn vrouw had gebeld om te vragen wat Elsheimer’s nummer was. Ze zegt hem dat hij veel voor haar betekent. Blz 64/68: De vrouw is eenzaam. Ze wil alleen nog steeds niet dat hij komt en vertelt hem dat ze gevallen is. Hij gelooft haar niet. Hij vertelt haar van een meisje die hij in het café heeft gezien, waarvan hij dacht dat zij het was. Maar ze beweert van niet. Hij gelooft haar weer niet. Die nacht kreeg Elsheimer een nachtmerrie, en belde de vrouw weer op. Hij wil niet naar huis voordat hij haar gezien heeft. Ze hebben telefoonseks. Blz 69/73: De vrouw wil slapen, maar Elsheimer voelt zich alleen. Hij wil weten wat er van hun gaat komen. Als hij dan toch naar huis moet, is hij toch wel weer blij dat hij thuis is bij zijn vrouw en dochters. Maar toch maakt hij zich zorgen.
Blz 74/78: Als zijn vrouw thuis hem over haar gebeurtenissen wilt vertellen, is Elsheimer afwezig. Dan belt de vrouw weer, maar neemt Elsheimer’s vrouw op. Elsheimer belt later een keer die vrouw terug om te zeggen dat ze niet meer kunnen bellen omdat zijn vrouw er vanaf weet. Er ontstaat een spanning tussen Elsheimer en zijn vrouw. Blz 79/83: Zijn vrouw zegt Elsheimer dat de vrouw weer heeft gebeld. Hij wil haar terugbellen om te zeggen dat hij haar later zal terugbellen. Zijn vrouw moet bellen van Elsheimer, omdat hij het zelf niet wil. De vrouw is Elsheimer’s vijand geworden. In bed is zijn vrouw afwijzend tegen Elsheimer. Blz 84/88: De dag erna wil hij de vrouw toch weer bellen. Ze zegt hem dat ze hem wilt ontmoeten. Hij begint zich weer in te beelden hoe ze eruit zal zien. Hij verlangt naar de vrouw en kan zich niet meer concentreren op zijn werk. Telkens als zijn vrouw niet thuis is, belt hij de vrouw weer. Maar telkens als hij belt, voelt het wel als een nederlaag. Ze zegt de hele tijd hetzelfde. Maar toen kon Elsheimer niet meer bellen, omdat de stroom weg was. Hij begint een dubbel leven te leiden. Hij begint nergens meer om te geven. Blz 89/93: Elsheimer en de vrouw krijgen ‘iets’ samen. Hij droomt over haar en slaapt niet meer met zijn eigen vrouw. Dan ziet hij op straat 2 hoeren lopen, waarvan hij dacht dat de vrouw er 1 van was. Dus later belt hij die vrouw om het te vertellen. Ze zegt hem dat hij met die hoer naar bed toe moet. Hij vindt het raar, maar stemt er uiteindelijk mee in. Blz 94/98: Maar toch doet Elsheimer het niet. Hij gaat in een café zitten en denkt na over zijn vrouw en kinderen. Hij stelt ze voor om op vakantie te gaan. Eerst zou Tina niet mee gaan, toen werd Elsheimer boos. Maar nu gaat ze wel mee, en zijn ze van plan de volgende dag op vakantie te gaan. Blz 99/103: Elsheimer wilde op vakantie zodat hij niet bereikbaar is voor de vrouw. Nu ze op vakantie zijn, heeft hij toch het gevoel dat die vrouw in de buurt is, ook al is hij onvindbaar. Hij besluit de vrouw weer te bellen. De vrouw is gekwetst, maar Elsheimer vertelt haar dat hij van haar houdt.
Blz 104/108: ’s Nachts kan hij niet slapen. Hij wil toch de vrouw ontmoeten en stelt zich voor hoe ze gekleed zal zijn. Als ze weer bellen, smeekt de vrouw dat hij niet komt. Later in bed heeft hij het gevoel dat er een verborgen persoon in zich zit. Blz 109/113: Elsheimer begint zich weer raar te gedragen tegenover zijn vrouw, en denkt steeds weer aan die vrouw. Hij raakt heel erg in de war, en besluit haar weer te vergeten. Dan belt ze weer op, en raakt hij weer in de war. Zijn vrouw wordt boos op hem, maar hij weet het goed te maken. Blz 114/120: Elsheimer denkt nog een keer na over die vrouw. Hij begint haar een neuroot te vinden en wil haar vergeten. Nu belt hij haar om te zeggen dat hij haar nooit meer wil spreken. Met tegenzin gaat ze ermee akkoord. Elsheimer is nu bij zijn vrouw en dochters, en blijft er ook bij. Nog heeft hij een leeg gevoel van binnen.