Damals war es Friedrich door Hans Peter Richter

Damals war es Friedrich
Opdracht 1
a. De overheid moet zich niet bemoeien met de politiek, dat zou helemaal door de burgers gedaan moeten worden. Een echte democratie. De overheid moet zich niet bemoeien door belastingen te heffen. De producten worden dan goedkoper en de economie draait dan beter. De overheid moet zich niet bemoeien met de bedrijvenmarkt. De bedrijven kunnen de markt heel goed zelf inrichten door middel van concurrente.
b.- Amerika, alleen de zin van Bush doet ertoe. Niemand kan iets doen als je het niet eens bent met Bush. Zijn wil is wet. De bevolking (het grootste deel) verzet zich tegen deze oneerlijke politiek door demonstraties en via de televisie.

- Irak, de bevolking verzette zich een tijd geleden tegen Saddam Hoessein. Nu deze is verdreven door onder andere Amerika gaat een klein deel van die bevolking zich verzetten tegen Amerika door aanslagen te plegen.
- Ethiopië, het grootste deel van de bevolking is daar heel arm, terwijl een klein deel heel rijk is. Het grote deel verzet zich tegen dit kleine deel omdat deze rijken door hun geld de macht hebben over de arme.

Opdracht 2
1. Freiheit
2. Tod
3. Jude
4. Protest
5. Stern
6. Unterdrückung
7. Krieg
8. Untertachen
9. Verschwörung
10. Diktator

Opdracht 3: personages
Ik-personage
Is een christelijke jongen die opgroeit in Duitsland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Hij is goed bevriend met zijn Joodse bovenburen. Zijn buurjongen heette Friedrich.
Hij is 14-15 jaar oud en hij woont samen met zijn ouders.

Friedrich
Hij is een Joodse jongen die opgroeit in Duitsland in de Tweede Wereldoorlog.
Hij is 12-13 jaar oud.


Hoe ze er allebei uitzien, kon ik nergens vinden, daardoor kon ik er ook geen voorstelling van maken

Opdracht 4
• Als het ik-personage en Friedrich naar het zwembad gaan word er vervelend tegen Friedrich gedaan en wordt Friedrich ervan beschuldigd dat hij een fiets heeft gestolen. Indirect heeft het ik-personage hier ook mee te maken en heeft hij er dus ook mee te maken.
• Nog zo’n voorbeeld is als hij met de klas door de stad gaat lopen en Hitler liedjes zingen als net de klas van Friedrich langskomt.
• Ook is het ik-personage er bij betrokken als hij met Friedrich naar de bioscoop wil, maar Friedrich eruit wordt gestuurd omdat hij een jood is.

Opdracht 5
a. De familie van het ik-personage is erg arm en ze hebben geen werk terwijl de familie Schneider rijk is en de vader heeft een hoge baan.
b. De heer Resch is een egoïst, hij is een partijlid en wordt beïnvloed door de gedachten van Hitler. Daardoor denkt is hij er van overtuigd dat er geen joden in zijn gebouw mogen wonen. Als ze bij de rechter komen hoeft de familie Schneider niet te verhuizen. De rechter vindt de onzin om ze eruit te sturen terwijl er geen grondige reden is. Bovendien is de rechter nog geen partijlid zoals binnenkort wel zal moeten.
c. Hij vindt de jodenhaat onzin, want het zijn toch ook gewoon mensen. Dat is merkwaardig, want hij si toch een partijlid en beëindigt zijn betoog met een Hitlergroet.

d. Ten eerste is er natuurlijk de dood van zijn moeder, wat hard op zijn bordje terecht komt.
Ten tweede dat hij van school moet en veel van zijn vrienden kwijtraakt doordat hij een jood is.
Ten derde dat zijn vader gevangen wordt genomen, zodat hij alleen komt te staan in de wereld terwijl iedereen hem haat.
e. Hij wil de foto hebben, omdat het de enige herinnering aan zijn vader is aangezien zijn hele huis is leeggeroofd.
f. Het speelt zich af vanaf 1929 tot en met 1949.

Opdracht 6
Natuurlijk de Tweede Wereldoorlog, waar dit hele boek omdraait. Ze krijgen onder meer te maken met de jodenhaat, de jodenster, de jodenscholen.

Opdracht 7
a. Hij gaat kijken bij een oploop van mensen en ziet hoe ze een jodeninternaat binnen vallen en kapot willen maken. Hij wordt meegesleurd door de haat (en eigenlijk het enthousiasme) van de mensen. Eigenlijk kan ik het me wel voorstellen, want iedereen gaat mee in de tijd. Je kunt dat nu bijvoorbeeld zien aan de Neonazi’s.
b. Nadat de bombardementen zijn afgelopen en ze weer naar huis gaan ziet meneer Resch Friedrich bewusteloos in een hoekje liggen. Hij geeft hem een flinke schop en Friedrich overlijd.
c. De titel is gekozen, omdat het gaat over een niet joodse jongen in de Tweede Wereldoorlog die bevriend is met (zijn buurjongen) Friedrich die wel joods is.

d. Ja, de tekst heeft me wel een beetje aan het denken gezet. Je kunt in dit boek duidelijk zien hoe slecht een gewone jongen het had en hoe weinig hij ervan af wist waarom en hoe het ging in die tijd. Natuurlijk leer je hiervan niet oppervlakkig te zijn en je niet te laten lijden door vooroordelen.