Damals war es Friedrich door Hans Peter Richter

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Damals war es Friedrich
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2936 woorden
  • 29 september 2002
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
39 keer beoordeeld

Boekcover Damals war es Friedrich
Shadow
Damals war es Friedrich door Hans Peter Richter
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Dit verslag gaat over het boek “Damals war es Friedlich”. Geschreven door Hans Peter Richter. Ik weet niet zeker of ik deze vragen van het literatuurboek moest beantwoorden maar ik kon niets op de cd-rom van Duits vinden.

Ik heb dit boek gekozen omdat ik de achterkant gelezen had en dacht dat het een boek over schoolkinderen van mijn leeftijd was. En ik kwam er een beetje te laat achter dat dat niet zo was. Maar het was even goed wel een leuk verhaal. Maar wel overbekend, want er zijn veel oorlogsverhalen, maar zo speciaal aan deze was dat het door de ogen van een jongetje werd bekeken (zo is het boek ook geschreven en daarom schrijf ik het boekverslag ook zo). Ook vond ik het boek soms wel zielig, dat bv. Friedlich niet eens de schuilkelder in mocht bij de bombardementen.

Samenvatting

1925
De nood en de werkeloosheid stijgt enorm snel. Ook mijn vader is werkeloos. Een week na mijn geboorte werd Friedrich Schneider geboren. Wij wonen in dezelfde flat. De verhuurder is de heer Resch. De vader van Friedrich is ambtenaar bij de post.


1929
Friedrich komt bij mij thuis spelen omdat zijn moeder weg moet. Na wat gespeeld te hebben gaan wij met mijn moeder koekjes bakken. Als wij klaar zijn en de koekjes hebben opgegeten, hebben, zien wij er zo smerig uit, dat mijn moeder ons in bad doet. Als mijn moeder Friedrich afdroogt zegt zij: "Je ziet er uit als een kleine Jood!"
Het is winter en het sneeuwt. Ik mag pas naar buiten als mijn moeder klaar is met de huishouding. Ik zie Friedrich al buiten spelen in de sneeuw. Ook zijn moeder komt en speelt mee. Zij houden een sneeuwballengevecht. Even later bouwen zij een sneeuwpop. Mijn moeder is eindelijk klaar en wij kunnen onze jassen en mutsen aan. Als wij voor het raam staan te kijken, zien wij Friedrich vrolijk stampen in de sneeuw. Plotseling horen wij meneer Resch schreeuwen tegen hem: "Wil jij wel mijn rozen met rust laten, jij Jodenbengel!"
Verschrikt trekt mijn moeder mij weg bij het venster.
Op zondag komt mijn opa die bij de spoorwegen werkt op bezoek. Als hij boven gestommel hoort, vraagt hij wie dat is. Als mijn vader vertelt dat boven hen een Joods gezin woont, wordt hij boos en verbied mij om met Friedrich om te gaan. Op een vrijdagavond was ik bij Friedrich. Voor de Joden is het dan sabbat. Het gezin Schneider bid, drinkt wijn en zingt dan.

1931
Na onze eerste schooldag staan onze ouders bij het schoolplein te wachten. Meneer Schneider stelt voor om naar de kermis te gaan. Mijn moeder wil niet omdat zij daar geen geld voor heeft. Toch gaan wij. Als afsluiting gaan wij met zijn zessen op de foto.

1933
Als wij uit school komen vertelt Friedrich trots dat zijn oren met behulp van een drankje schoongemaakt zijn. Als wij langs zijn dokter komen, zien wij onder het bord Dr. Jacob Askenase het woord "Jude" staan. Bij de supermarkt staat een menigte te kijken naar een man die een bord op zich heen heeft met daarop de woorden: "Kauft nicht beim Juden".
Vroeg in de ochtend ga ik met Friedrich naar een bijeenkomst. Dit moet stiekem gebeuren omdat zijn vader het hem heeft verboden. Friedrich vindt het allemaal prachtig. Hij wil ook net als wij door de stad marcheren. Als wij bij de bijeenkomst zijn ziet hij een portret van Hitler. Ik vertel hem dat hij beter niet kan zeggen dat hij een Jood is. Als wij allemaal zitten vertelt een man hen allemaal dat Joden allemaal ongeluk veroorzaken. Ook dood hij een koe en vertelt dat Joden dit ook doen met Christenkinderen. Friedrich is zéér verbaasd. Wij lopen op straat te voetballen als Friedrich even niet oplet als ik schop, vliegt de bal door een vitrine. De winkeljuffrouw geeft Friedrich de schuld, om dat hij een Jood is. Als ik haar vertel dat ik het gedaan heb, wil zij mij niet geloven. Ook de politie die er bij is gehaald geeft Friedrich de schuld. Als de vader van Friedrich langskomt, betaalt hij toch de schade en mag Friedrich weer mee.
Als Friedrich met zijn vader de trap oploopt naar huis, komen zij meneer Resch tegen die hen vertelt dat zij het huis uit moeten, omdat zij Joden zijn.

Als Friedrich mij rekensommen probeert uit te leggen, zien wij dat in de verte een man aan komt strompelen. Friedrich ziet dat het zijn vader is. Zijn vader huilt. In de avond komt mevrouw Schneider huilend bij ons en vertelt dat haar man is ontslagen omdat hij Jood is.
Meneer Resch heeft een rechtszaak aangespannen om de gezin Schneider het huis waarvan hij verhuurder is, uit te krijgen.
Hij beweert dat zijn vrienden niet meer bij hem langskomen en mensen niet meer in zijn winkel willen kopen. De rechter geeft hem daarin ongelijk en het gezin Schneider mag er blijven wonen.
Friedrich is erg vrolijk. Als ik vraag waarom, neemt hij mij mee naar een warenhuis. Als wij op de speelgoedafdeling zijn, zie ik zijn vader. Hij is er afdelingschef geworden.
Als hij naar mij vraagt, vertel ik hem dat ik op kamp ga met de "Jungvolk" en dat mijn vader ook lid is geworden van de Partij.

1934
De meester, meneer Neudorf vraagt, als de bel gaat, aan de klas te blijven zitten. Hij vertelt over de geschiedenis van de Joden. Aan het einde vertelt hij dat Friedrich naar een aparte Jodenschool moet en dat iedereen gewoon zijn vriend moet blijven, want Joden zijn ook gewone mensen.

1935
Mijn vader heeft weer werk gevonden en maakt promotie in de Partij. Daardoor kan mevrouw Penk ook mijn moeder helpen met de huishouding. Dit deed zij ook bij mevrouw Schneider, maar mevrouw Penk vertelt haar, dat zij niet meer kan komen. Ze zegt tegen mijn moeder dat dat een nieuwe maatregel is van de Nazi's.

1936
Als mijn vader Friedrich en zijn vader ziet op de trap, vraagt hij hen binnen. Mijn vader vertelt dat hij lid is van de Partij en dat zij net als andere Joden beter Duitsland uit kunnen gaan. Meneer Schneider is het daar niet mee eens omdat zij allemaal Duitsers zijn. Het is het jaar van de Olympische Spelen, en hij verwacht, dat de Nazi's niet nog meer maatregelen zullen nemen tegen de Joden.

1938
Het is een hete dag en Friedrich en ik gaan naar het zwembad. Als wij weer naar huis willen gaan is Friedrich het armbandje met daaraan het sleuteltje van zijn kastje kwijt. Als de badmeester zijn kleren pakt gooit hij ze in het water.

Wanneer ik mee mag naar de synagoge moet Friedrich tijdens de dienst van de rabbi naar voren komen. Dat betekent dat hij na de inwijding nu verantwoordelijk is voor zijn eigen leven. Dat is een grote eer.
Als ik uit school kom, zie ik dat bij Dr. Jacob Askenase de ruiten zijn ingegooid en al zijn spullen op straat liggen.
Als ik langs de Joodse school kom, zie ik dat mensen de school willen binnendringen. Als het ze lukt, gaan zij naar binnen en ik ga ook mee. Ik help ook mee om de boel kort en klein te slaan. Er waren geen andere mensen in de school.
Als ik thuiskom, horen mijn moeder en ik gestommel. Ze vernielen het huis van Friedrich. Ze slaan Friedrich en zijn moeder in elkaar en vernielen alles.
Op een nacht komt meneer Schneider om een lamp vragen, omdat zijn vrouw er slecht aan toe is. Als wij de volgende dag gaan kijken, overlijdt zij als wij er bij zijn.

1939
Als ik bij meneer Schneider een brief kom brengen die bij onze post terecht is gekomen, zie ik, dat Friedrich en zijn vader lampen schoonmaken om geld mee te verdienen. In de brief staat dat zij hun huis uit worden gezet door meneer Resch.

1940
Friedrich heeft gelukkig een ander huis gevonden.
Als ik met Friedrich naar de film ga worden wij er weer uit gezet omdat Joden de bioscoop niet in mogen.

1941
Als ik bij Friedrich aanbel om hem aardappels te geven, zie ik dat zij een onderduiker in huis hebben die op de vlucht is. Het is de rabbi van de synagoge.
Op een dag ben ik in het huis van Friedrich alleen met de rabbi. Ik help hem met de Jodensterren op de kleren te naaien.
Op een nacht klinkt er gestommel op de trap. Als wij kijken zien wij hoe meneer Schneider en de rabbi mee worden genomen door de politie. Friedrich is niet thuis. Als wij hem de volgende morgen op de trap horen, rennen mijn moeder en vader en ik hem achterna. In de woonkamer zien wij meneer Resch tussen de papieren zitten. Als Friedrich mij ziet, gaat hij weg.


1942
Plotseling wordt er op de deur geklopt. Als mijn moeder opendoet is het Friedrich die vertelt dat hij een schuilplaats heeft en dat hij de foto, die op de eerste schooldag op de kermis is gemaakt, weer wil zien om zo zich zijn vader en moeder weer te kunnen herinneren. Dan gaat het luchtalarm af. Zij gaan naar de schuilkelder, behalve Friedrich want meneer Resch zou hem toch niet toelaten.
Als iedereen in de schuilkelder is en het bombardement volop aan de gang is, komt Friedrich de schuilkelder binnen. Hij wordt er onder protest van de anderen meteen weer door meneer Resch er uitgezet. Als zij uit de schuilkelder komen zien zij Friedrich naast de deur zitten, hij is helemaal koud en beweegt niet. Ook meneer Resch ziet het. Hij geeft hem een flinke trap en hij rolt van de trap af de weg op. Iedereen vindt het verschrikkelijk. Meneer Resch zegt alleen maar: "Zijn geluk dat hij zo omgekomen is..."

Het hoofdpersonage vond ik de ik-persoon omdat je al zijn gevoelens te weten komt. En ik dacht ook eerst aan Friedlich maar je komt niets te weten over hoe hij denkt. De ik-persoon geeft z’n gevoelens naar de buitenwereld heel makkelijk weer. Ook als z’n vriend Friedlich wordt beschuldigd dat hij een ruit heeft in gegooid, neemt de ik-persoon het voor Friedlich op. En hij laat zich niet makkelijk beinvloeden door meneer Resch en z’n jodenhaat. Het hoofdpersonage wil uiteindelijk dat de jodenhaat over is en dat hij weer gewoon met Friedlich kan spelen. Helaas lukt dat dus niet. Een belangrijke beslissing van de hoofdpersoon is als meneer Resch (de huisbaas), Friedlich en zijn familie uit het huis wil zetten en dat de ik-persoon dan voor ze opkomt. Daarmee laat hij toch zien dat hij het niet eens is met meneer Resch en met Hitler. En dat was niet erg slim om te laten blijken dat je het niet eens was met Hitler. Maar gelukkig is er niets gebeurd. Ik denk dat ik de zelfde beslissing had genomen, want het blijft toch een vriend, en vrienden probeer je te beschermen en te helpen. De ik-persoon veranderd wel in de loop van het verhaal, hij wordt zich meer bewust van hoe de situatie is, ook omdat hij ouder wordt. En daardoor gaat hij langer nadenken over de beslissingen die hij neemt. Maar de ik-persoon blijft hoe dan ook sympathiek omdat hij toch door alle gevaren heen z’n vriend Friedlich zo goed mogelijk blijft helpen en steunen. Alleen kon ik me niet zo goed in de hoofdpersoon verplaatsen omdat ik niet weet hoe zo’n situatie (oorlog) in het echt is. Daarom had ik ook liever een boek gehad over iemand van mijn leeftijd, want dat leest makkelijker.
De personen die in het boek voorkwamen:
Friedrich Schneider is een aardige jongen die sterk verandert als zijn moeder overlijdt.
Ik-figuur, heeft niks tegen Joden, is bij de jeugdbeweging omdat het moet. Beschouwd Friedrich als vriend en mens.
Meneer Schneider - vader van Friedrich. Een aardige man die zich geen zorgen maakt om de toekomst.
Mevrouw Scheider - een vrouw die zich zorgen maakt. Heeft ontzag voor haar man.
Moeder van ik-figuur - is bang voor de toekomst. Vindt het verschrikkelijk wat er met de Joden gebeurt.
Vader van ik-figuur - een aardige man. Is lid van de Partij maar heeft geen hekel aan Joden.
Meneer Resch - de huisbaas, heeft een hekel aan Joden en doet er dan ook alles aan om het gezin Schneider het leven zuur te maken. Hij is een onvriendelijke, gewetenloze man. Toch blijkt op het allerlaatst, dat hij Friedrich toch geen ellendige dood gunt.
Ik ben het met alle kijken op de werkelijkheid van de personages eens behalve met die van meneer Resch. Meneer Resch vond dat joden geen mensen waren en dat je ze als vuil mocht behandelen alleen maar omdat ze joods waren, en ik vind dat je niet iemand zo kan behandelen om iemands geloof want iedereen mag geloven in wat hij of zij wil. Meneer Resch is dan ook een karakter omdat je veel over hem en zijn kijk op de werkelijkheid te weten komt, net zoals de ik-persoon. Friedlich vind ik ook nog wel een karakter maar over de vaders en moeders van Friedlich en de ik-persoon kom je haast niets te weten dus dat zijn echte typetjes.


Leeservaring
Het is duidelijk over welk onderwerp de tekst gaat (jodenhaat en het gevecht van een jongetje ertegen). Ik vind het wel een interessant onderwerp omdat de 2e wereldoorlog me gewoon aanspreekt, ik ben altijd nieuwsgierig naar wat er dan door de mensen heen gaat. Je ziet er ook vaak wat over op tv en dan ga je er toch zelf ook over na denken. Ik vind dan ook dat in het boek goed de gevoelens van een jongetje beschreven staan. Ook het is veel films over oorlog gezien en die waren toch wat beter omdat ik dan de hele film snap omdat die in het Nederlands is.
De belangrijkste gebeurtenis in het boek vind ik als de ik-persoon tegen meneer Resch’ mening in gaat, omdat de ik-persoon niet vind dat Friedlich zo behandelt mag worden. De nadruk van het verhaal ligt op de gedachten van de ik-persoon omdat ook de gebeurtenissen worden beschreven zoals hij het ziet. De gebeurtenissen komen ook heel logisch uit elkaar voort. En het laatste stuk, dat Friedlich door meneer Resch van de trap wordt geschopt en dat meneer Resch toegeeft dat hij blij is dat hij zo is omgekomen en niet in een kamp, vind ik het mooist omdat dan meneer Resch toch toegeeft dat iemand niet zo hard kan zijn dat hij zelfs een kind vreselijke dingen aan kan doen vanwege z’n geloof. Dat stukje heeft ook wel indruk op mij gemaakt. Ik zag het echt voor me. Gelukkig hoefde je niet zo veel in te vullen in het verhaal (voor zover ik het snapte). Ik moest ook wel worstelen om door het boek heen te komen omdat ik Duits lezen toch wel een beetje moeilijk vind.
De hoofdpersoon is voor mij een held waarop ik zou willen lijken omdat hij voor z’n mening uitkomt ondanks wat mensen er van vinden, en dat doe ik niet altijd.
De personages gingen ook niet echt voor me leven omdat ik me niet goed in hun kon verplaatsen. Meneer Resch had eigenschappen die ik echt zielig vond. Vooral de beslossing van meneer Resch om Friedlich niet de schuilkelder in te laten onder het bombardement vond ik niet normaal. De andere personages reageren daarop wel voorspelbaar, ze proberen natuurlijk Friedlich te helpen. Maar ik hoefde gelukkig niet veel in te vullen over de personages, alleen vroeg ik me af waarom meneer Resch zo’n hekel aan joden had.
De bouw vond ik heel handig omdat je per jaar dan wist wat er gebeurde en dat was makkelijker met lezen. Het verhaal komt langzaam op gang maar dat is wel handig bij een Duits boek omdat je zelf dan ook rustig op gang kan komen. De stukken hangen wel goed met elkaar samen. Daardoor wordt het verhaal ook een beetje spannend, omdat je je toch gaat afvragen of er nou wat met Friedlich of met de ik-persoon gebeurd. Aan de jaartallen kan je zien dat er een verhaallijn inzit. Er zitten ook helemaal geen terugblikken of spelingen met de tijd in. Bij het eind vraag je je alleen af hoe het nou met de rest verder gaat. Je ziet het verhaal ook door de ogen van een persoon, en dat is in mijn ogen wel geslaagd.
Ik vond het best wel moeilijk om te lezen, soms moest ik ook een stukje 2 keer achter elkaar lezen omdat ik het niet helemaal begreep. Doordat het Duits was heb ik niet echt eigenaardigheden aan de stijl kunnen herkennen. Maar de beschrijving van gevoelens vond ik heel goed. De manier van vertellen vond ik soms iets te volwassen, dan vroeg ik me echt af of een jongetje zo denkt. De tekst bevatte geen beeldspraak.

Eindoordeel
Ik vond het een heel leuk maar ook zielig boek. Vooral zielig omdat je weet dat en jong jongetje die gebeurtenissen echt meemaakt, een jongetje dat nog jonger is dan ik zelf, en ik vind het al vreselijke gebeurtenissen.
Het werk aan de verdiepingsopdracht liep wel goed, alleen zat me zusje de hele tijd te zeuren dat ze op internet wou, dat lijkt voor m’n school werk te gaan. Dat was ook het grootste probleem dat er was. Ik vond deze verdiepingsopdracht ook moeilijker dan de vorige omdat dit over een Duits boek ging. Ik heb niet echt een beter inzicht over het boek gekregen door deze opdracht, omdat je met lezen toch het meest leert lijkt mij (mijn mening). Ook heb ik dan niet echt iets over deze verdiepingsopdracht geleerd.

REACTIES

D.

D.

Supper Chouette!
Ik ben echt super blij met dit verslag heb ik heel veel aan! Dit scheelt mij echt heel veel tijd!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Damals war es Friedrich door Hans Peter Richter"