Crazy door Benjamin Lebert

Du leesboek Crazy Benjamin Lebert
HOOFDSTUK 1
Benjamin  4 scholen gehad, 5e school is internaat. 16 jaar oud, in 8e klas.
Problemen met wiskunde, leraar wiskunde = Rolf Falkenstein tip: je moet hulples nemen, 1 uur per dag. Niet echt veel omgang met meisjes.
Ouders  goed opgeleid. Mama (Jutta) fysiotherapeut
Papa ingenieur
De zus van Benjamin is lesbisch. Benjamin ontsnapte vroeger met zijn zus door het raam om naar meidenavonden te gaan. Hij was de enige jongen. Na een paar uur weer naar huis gebracht door zus.

Jörg Richter = internaatleider

Angelika Lerch = secretaresse (al 30 jaar in dienst)

Moeder heeft een brief over de halfzijdige verlamming (links) van haar zoon mee en geeft die af aan Jörg. Vraag: houdt u daar rekening mee?

Lukas Landorf = toezichthouder/opvoeder. Hij zegt hoe laat je naar bed moet en wanneer je weg mag. Hij is gierig,niet zo streng, wel aardig.

Internaat ziet er onvriendelijk/oud uit. Je krijgt er ook slecht eten. De kamer van Benjamin valt tegen. (klein) Kamergenoot = Janosch Alexander Schwarze
Janosch heeft een oogje op Malen  ze is duur.
De gang naar hun kamer wordt de Hurenflügel genoemd  toezichthouder Lukas vindt het niet erg dat er meisjes komen op de gang.
Troy heeft een kamer voor zich alleen  vreemde/stille jongen

HOOFSTUK 2
Benjamin gaat met 5 jongens naar het dorp om biertje te drinken/roken.
Op internaat is dat verboden  gestraft
Hij komt meer te weten over de jongens:
Dikke Felix (bijnaam: Kugli/Obelix): enig kind/brutale familie en haat zijn bijnamen. Hij heeft niet veel vrienden alleen de zoetigheid.
Troy:`Neuseeler Urgestein`, zwijgzame jongen
Dunne Felix: vergelijkbaar met Troy. Je weet niet veel van hem.
Florian: iedereen noemt hem meisje  gevoelige jongen. Toen hij 6 jaar oud was heeft hij beide ouders verloren aan een auto ongeluk.

Janosch: kamergenoot, 9e klas en gevoel voor humor.

Ze besluiten naar een sekstherapeut (Katherina Westphalen) te gaan. Janosch neemt het woord en doet zich cool voor. Hij vertelt dat hij graag met Troy seks wilt. Hoe moet hij dat vertellen en hoe wordt erop gereageerd in het internaat? Hij luistert grijnzend naar de tips van therapeut.
Terug op internaat  Benjamin heeft diaree, hij komt op de 1e schooldag te laat voor huiswerkuur. Hij moet naast Malen zitten. Zij vraagt: ben je goed in wiskunde? B: helaas niet, ik hoop dat ik het ook eens snap. Ze kijkt niet meer naar hem om. Benjamin vindt het een gemiste kans, ze is een mooie meid.

HOOFDSTUK 3
Tijdens het avondeten besluiten de jongens om vannacht naar de meisje toe te gaan. Afspraak 0.50 uur: bij Benjamin en Janosch op de kamer en jullie zorgen voor het bier. B+J praten na het eten op de kamer na. Ze hebben het over de verlamming van Benjamin en Benjamin biecht op dat hij Malen ook leuk vindt. Of hij dat erg vindt? Janosch moet heel hard lachen. Hij kijkt er namelijk niet meer van op, want heel veel jongens op het internaat vinden Malen leuk. Stopwoordje Janosch: crazy
Motto van de jongens: leven is zoveel als niet erover nadenken, daarom doen we het ook niet.

HOOFDSTUK 4
Ze gaan sluipend door de gangen. De jongens moeten stilletjes zijn om niet betrapt te worden. Benjamins linker been sleept en hij maakt beetje bij beetje meer lawaai. Janosch neemt het zekere voor het onzekere en neemt Benjamin op zijn rug. Benjamin is moe, zijn ogen vallen bijna dicht.

HOOFDSTUK 5
Het groepje noemt zichzelf de Helden. Ze moeten door allerlei gangen om naar de meisjes te komen. Als ze betrapt worden dan krijgen ze straf. Ze moeten ook via de brandtrap gaan. Benjamin moet veel aan zijn ouders denken. Hij is naar het internaat gegaan omdat dat beter voor hem is, zo heeft hij niet al te veel last van de ruzies tussen zijn ouders.
Tijdens de ontsnappingspoging bespreken de jongens enkele zaken:

Wat heeft angst met het leven te doen? Hoe is het leven? Wacht er in het leven nog iets op jou?
Ze komen tot de conclusie dat de kindertijd het leukste is.
Ze zijn nu bij de meisjeskamer aangekomen. Ze worden binnengelaten en Benjamin verbaast zich over de kamer  ziet er anders uit. (groter/foto`s en posters van gespierde mannen aan de muur)

HOOFDSTUK 6
De jongens zitten op de meisjeskamer. Ze hebben het gezellig met een muziekje erbij.
Er wordt veel gedronken, sommige zijn al dronken. De jongens verdelen goed hun aandacht over de meiden. Janosch is met Malen bezig, Dikke Felix en Florian met Anna en Benjamin met Marie. Ze is een mooie/opgetutte meid. Marie leunt lang tegen Benjamin aan en Benjamin bestudeert haar goed. Wat is ze mooi/knap! Ze weet dat Benjamin iets heeft (anders is) en ze praten erover. Dat het helemaal niet uitmaakt en dat hij gewoon geaccepteerd wordt; ze zal hem geen pijn doen.
Als Benjamin via de meisjesgang naar de wc gaat, gaat opeens de deur open. Marie kleedt zich uit en verleid hem. Benjamin heeft wel gevoelens, maar heeft nog nooit seks gehad dus hij laat zich leiden. Hij zit op de stoel en gaat in Marie en alles gaat vanzelf. Hij komt klaar (voelt zich crazy) Hij vraagt zich af: heb ik teveel bier op? (dronken) of zij? En ben ik nu volwassen? Als Marie weg is moet Benjamin kotsen. Het is hem allemaal een beetje teveel op de eerste dag. De drank/brandtrap/weinig slaap/vrijen. Dan gaat hij terug naar de meidenkamer. De condoom laat hij liggen in de wc, zo heeft iemand er nog plezier aan morgenochtend (Malen of bewaker/opzichter)

HOOFDSTUK 7
In het internaat is er een vast dagprogramma. Opstaan – ontbijten – school – pauze – school -vrije tijd- avond eten – 22.30 uur naar bed. Troy is een jongen waar Benjamin geen hoogte van krijgt. Hij gaat met hem praten Troy`s kamer. In zijn kamer staat een bed en veel boeken. Benjamin vraagt waarom Troy alleen is en dan biecht Troy zijn geheim op. Hij is anders en hij plast in bed. Ook mogen de mensen hem niet. Benjamin zegt dat de jongensgroep hem wel mag, maar Troy voelt zich achtergesteld. Hij is er voor het bier dragen. Ze hebben een serieus gesprek. T vraagt aan B: Ben je soms bang? Benjamin vertelt hem dat het hele leven angst hebben is. Dan vertelt Troy dat hij er genoeg van heeft Het leven gaat hem te snel. Hij is in zijn `Hurenhaus-Phase` alles loopt niet, het is genoeg! Je moet even passen om je weer op je gemak te voelen. Benjamin komt met het plan om weg te gaan. Gewoon even eruit, iets wat niemand nog heeft gedaan! Iets wat crazy is! Troy heeft zoiets nog nooit gedaan tijdens zijn verblijf. Ze zijn van plan om naar München te gaan. Eerst twijfelt hij nog even, maar daarna is de zwijgzame Troy enthousiast geworden. Hij lijkt hem wel wat om met z`n zessen op pas te gaan, terwijl hij eerst genoeg had van het groepje. Hij voelde zich anders en zich er niet bij horen.

HOOFDSTUK 8
Het lukt Troy en Benjamn om iedereen over te halen om te ontsnappen uit het internaat. Ze gaan dus met z`n allen op pad. Dikke Felix gaat ook mee, die heeft allerlei snoepjes ingepakt en hij gaat in München varkensgebraad eten. Het klinkt goed. Benjamin denkt veel aan vroeger. Hij is vaak in München geweest. Ook aan zijn zus moet hij vaak denken. Groot voordeel: ze heeft veel mooie vriendinnen. Nadeel: meestal ook lesbisch. Manuela is een bijzonder mooie vriendin  1x met haar gekust. Volgens Janosch is Benjamin wel één van de gekste/grappigste personen die hij ooit heeft leren kennen.


HOOFDSTUK 9
Het groepje komt in de buurt van een bushalte. Daar staat een oude man te wachten. Hij raakt met de jongens aan de praat. Ze hebben het erover dat het leven steeds verder gaat, je wordt ouder en blijft niet 16. Tussen Janosch (hij mag hem niet) en de oude man klikt het niet zo. Hij wordt boos/geïrriteerd als de oude man hem `lastigvalt`met zijn verhaal over Lied des Lebens. Doe dat lekker in het bejaardenhuis. De man is er achtergekomen dat ze zijn ontsnapt uit het internaat Neuseelen en hij weet ondertussen van hun plannen naar München. Hij vertelt de jongens dat het heel moeilijk is om een slaapplek te vinden. De man biedt de jongens nog een slaapplek aan in zijn huis, maar er is wat onenigheid over. Janosch wil niet echt, maar de rest wel. Hij vertrouwd het niet helemaal, misschien weet het internaat dan wel waar ze zitten en dan is alles verpest. Toch komen ze eruit en ze besluiten met de man (Marek Sambraus) mee te gaan naar Rosenheim. De man koopt 2 treinkaartjes en daarop ziet Benjamin dat het al 19.15 uur is.

HOOFDSTUK 10
De jongens zoeken een plek in de bus. Janosch en Benjamin zitten aan de zijkant. (Benjamin bij het raam) Hij is daar blij om, want zo kan hij een beetje nadenken en tot rust komen. Hij denkt na over zijn opa. Hij is heel bijzonder,dapper en wijs. Tijdens het nadenken wordt hij gestoord door Janosch. Janosch probeert een liefdesbrief te schrijven aan Malen. Maar hij weet niet hoe hij fatsoenlijk moet beginnen. Benjamin geeft hem tips. Schrijf op wat je nu voor haar voelt/dat je van haar houdt. Uiteindelijk doet hij dat ook. Maar het is toch niet zijn favoriete bezigheid liefdesbrieven schrijven. Hij neukt ze liever. Janosch vraagt zich af waarom God meisjes heeft geschapen. Waarom zijn ze zo mooi? Benjamin zegt zolang de mooi zijn wil je met ze vrijen en zo blijft de mensheid bestaan. God is cool. Janosch: God is crazy. Janosch wil wel een autogram van God hebben. B verklaart hem voor gek.

HOOFDSTUK 11
In de bus moet Benjamin denken aan zijn wiskundeleraar Falkenstein. Hij kan niet tegen zijn manier van lesgeven. Hij haalt zij kinderen voor het bord en laat ze sommen oplossen. Als het ze niet lukt, dan krijgt hij een goed gevoel, maar Benjamin haat het. Hij is ook niet positief, omdat hij voor Benjamin een zwarte toekomst tegemoet ziet. Tijdens het nadenken vraagt Benjamin zich af of de ouders al wat hebben vernomen van de ontsnapping. Volgens hem is zijn moeder al ongerust. Zijn vader weet het nog niet, denkt hij, want die zit toch in een hotel met zijn verloofde.
Janosch vraagt aan Benjamin: denk je dat de politie ons al zoekt? Alsof hij gedachten kan lezen! Ook ziet hij in Benjamins ogen dat zijn linkerbeen pijn doet. Maar hij mag niet opgeven. Hij moet doorzetten, want hij is een held en geen kreupel.

HOOFDSTUK 12
In Rosenheim moeten ze wachten op de trein naar München. Op het station koopt Janosch 2 sigaren. (voor hem en voor Benjamin) Ze mogen wel beloont worden na hun ontsnapping uit het internaat. De groep jongens praten ook over vriendschap en als teken dat ze verbonden zijn prikken ze met een punaise in hun vinger en doen de bebloede vingers tegen elkaar aan.  teken van verbondenheid. De trein komt met 5 min vertraging aan. Het is een lange treinreis (70 min) en ze komen steeds dichter in debuut van München. Benjamin moet aan zijn oude school denken toen hij gepest werd. Bijnaam Krummfuß. In de trein gaat hij lezen in het boek Der alte Mann und das Meer. Het gaat over een man die op een dag geen vis meer kan vangen om te leven. Op een dag vangt hij een gigantisch grote vis. Hij kan nu weer verder eten, maar dan overlijdt hij. Bij sommige passages moet Benjamin huilen. De jongens vragen of B voor wil lezen. B wil dat wel en iedereen luistert aandachtig naar hem. Iedereen raakt ontroerd behalve Troy/Florian. Het is 22.40 uur en ze zijn bijna in München. (met 30 min vertraging)

HOOFDSTUK 13
Sambraus heeft vroeger ook op het internaat van Neuseelen gezeten. Hij woont in München, maar op elke 2e dag vd maand gaat hij naar het graf van zijn vrouw. Als de groep is aangekomen in München roken de twee (B+J) hun sigaar op. Janosch geniet ervan: smaakt dat niet naar leven? Benjamin had het anders verwacht  zoeter. De jongens komen erachter dat ze de laatste tijd alleen maar over onzin praten. Ze moeten losgaan/genieten van de vrijheid. Op het station interesseren ze zich voor posters met schaarsgeklede vrouwen. Zelfs Tory bevalt het  hij heeft het gevoel dat hij eindelijk leeft en hij wil voor altijd met dit groepje blijven.


HOOFDSTUK 14
Janosch vraagt Benjamin of hij een gehandicaptenbewijs heeft. Kan hij korting krijgen in een pornobioscoop bijv. zegt dikke Felix. Benjamin krijgt er geen één, omdat hij niet voldoende gehandicapt is. Hij kan toch lopen?! Ze hebben het over films. Janosch vindt Broweheart een mooie film. Het speelt zich af in Schotland en dat vindt hij een mooi land.; het lijkt op de hemel en hier is hij vrij. Dikke Felix wil naar de bioscoop met de groep. Jongens: Waarom wil je zo graag naar de bioscoop? Deikke Felix: de bioscoop vertelt je iets van het leven. Benjamin komt tot de conclusie na deze discussie. De wereld is crazy! Janosch stemt toe: de wereld is crazy en mooi! Men moet elke seconde benutten!

HOOFDSTUK 15
De jongens en Sambraus gaan naar een striptent genaamd Leberts Eisen  eigenaar=Charlie Lebert
Toeval: zo heette vroeger de hond van Benjamin Lebert. Sambraus is een nette man. De meningen van de jongens (vooral Janosch) zijn veranderd. Eerst dachten ze dat het een opschepper was. In de striptent gaan de jongens helemaal los  Het is een paradijs! Iedereen geniet en dikke Felix van zijn lang verwachte varkensgebraad. Ze voelen zich de beste. Helden zijn crazy! In de striptent krijgen ze sjans van Angelique, hun aandacht gaat vooral naar haar. Volgende ochtend zitten de jongens in de auto. Benjamin ontwaakt: Waar gaan we heen? Sambraus vertelt dat ze naar de begraafplaats gaan, naar zijn oude internaatvriend; Xavier Mills. Daarna worden de jongens teruggebracht naar het internaat. Terug? vraagt Benjamin. Sambraus vertelt ze dat ze gewoon moeten vertellen dat ze rond zijn gelopen en de tijd zijn vergeten en toen wat het al na elfen, dan kan je niet meer terug. Ook verontschuldig je je en dan komt alles goed!

HOOFDSTUK 16
Het wordt tijd om afscheid te nemen. Benjamin heeft het schooljaar niet gehaald. Een 6 voor wi en een 5 voor du. Een brief is naar huis gestuurd: Jullie zoon is niet in staat om het internaat succesvol af te sluiten. Hij heeft veel ergernissen teweeg gebracht en hij is vaak tot in de late uurtjes in de meidengang gezien. Hij zal vaak aan zijn verblijf in het internaat terugdenken en zeker niet vergeten! Hij heeft zoveel leuke/grappige dingen meegemaakt. Laatste woord naar de jongens: pas goed op jullie, wees voorzichtig en ga je eigen weg. Benjamin gaat nu bij zijn vader wonen en hij wordt opgehaald door zijn vader. Hij zwaait nog 1x. Zijn ziekenverzorgers zeggen nog dat hij sneller met zijn halfzijdige verlamming achteruit zou gaan. Zijn hand en voet groeien naar binnen. Hij komt ooit in een rolstoel. Maar nu kan hij nog lopen en daar geniet hij van!