Frederik van Eeden is geboren in Haarlem op 3 april 1860 en hij is overleden in Bussum op 16 juni 1932. Hij heeft medicijnen gestudeerd in Amsterdam. Daarna heeft hij nog een studie psychiatrie in Parijs gevolgd. Hij vestigde zich als arts te Bussum en richtte in Amsterdam met een collega een psychiatrische kliniek op. Hij was mede-oprichter van De Nieuwe Gids. Hij was ook stichter van de idealistische cooperatie Walden. Hij bekeerde zich in 1922 tot het katholicisme. Hij schreef ook onder de pseudoniemen Cornelis Paradijs en Lieven Nijland. Van Eeden was nauwelijks een Tachtiger, hoewel hij in de redactie van De Nieuwe Gids zat en daarin het boek dat hem beroemd maakte publiceerde, nl. De kleine Johannes, had hij heel andere opvattingen dan Kloos en Van Deyssel. Men zou kunnen zeggen dat Van Eeden wel gebruik maakte van de stijl en de begrippen van het impressionisme en naturalisme, maar gekant was tegen de onderliggende principes ervan. Van Eeden was ook meer een ethicus dan een estheticus. Zijn bekendste boek, De kleine Johannes (1885), heeft bovendien met impressionisme en naturalisme weinig te maken en moet meer gerekend worden tot de neoromantiek. Het is een sprookje en tegelijk een allegorie. Twintig jaar later schreef Van Eeden nog twee vervolgen: De kleine Johannes II en III (1905 en 1906). Hij schreef ook nog Van de koele meren des doods, een psychologische roman met sterk naturalistische trekken over een aan drugs verslaafde vrouw. Van Eeden, die psychiater was, analyseert zeer indringend het lichamelijke en geestelijke aftakelingsproces, maar vaak heeft de psychiater de overhand op de schrijver: de roman verliest zich soms in te gedetailleerde beschrijvingen van psychische processen, wat een vlotte lezing niet bevordert. Verder is Van Eeden niet alleen een bekend literator, maar ook een internationaal bekend geleerde en maatschappijhervormer. Van Eeden heeft ook veel poezie geschreven, die echter van weinig betekenis is. Van Eeden heeft wel veel faam gekregen doordat hij in De nieuwe gids schreef ok van mensen die niet met de nieuwe stroming meegingen die was ingeslagen tijdens de periode van zijn leven. Van Eeden heeft in zijn leven ook veel reizen gemaakt en had in het buitenland veel connecties met schrijvers en beroemde geleerden zoals Freud, en andere beroemde mensen. Van Eeden kon het ook hebben als er kritiek op hem werd geleverd, er was namelijk een brief gestuurd naar De nieuwe gids die aan Van Eeden gericht was.Willem Kloos wilde deze brief eigenlijk niet plaatsen maar Van Eeden stond erop dat deze brief werd geplaatst.
Een werk centraal
De kleine Johannes door Frederik van Eeden
1: gegevens
Jaar van eerste publicatie: 1887
2: korte inhoud
Johannes woont met zijn vader in een groot huis met een grote tuin. Ze gaan vaak samen wandelen door de natuur. Johannes stelt zijn vader dan domme vragen. Zoals, "waarom is de wereld zoals zij is?". Hij bidt vaak op een wonder. Hij hoopt dan dat alles voor hem zal gaan leven.
Op een dag stapt Johannes in een bootje en ontmoet daar een elf. Die elf heet Windekind en Johannes belooft die naam nooit aan de mensen te vertellen. Door een kus van Windekind wordt Johannes heel klein en hij ziet onder andere een krekel die les geeft aan allemaal kleine krekeltjes. Ook neemt Windekind hem mee naar een feest. Ze gaan het konijnenhol binnen en allemaal andere dieren zijn daar aan het dansen. Johannes krijgt van de koning der elfen een gouden sleuteltje dat op een gouden kistje past. Dat kistje is in handen van de mensen.
De volgende dag kreeg Johannes op zijn kop omdat hij die nacht niet was thuisgekomen. Johannes trok zich er weinig van aan en zei dat hij niet kon beloven het nooit meer te doen. Johannes had het sleuteltje om zijn nek gedaan, maar toch moest hij het zo snel mogelijk zien te verstoppen. Windekind schoot te hulp en samen verstopten ze het sleuteltje onder een struik.
Na een paar weken niets van Windekind gehoord te hebben, kwamen er een paar duiven aan die Johannes een veer gaven. Met die veer kon Johannes vliegen en de duiven hadden het begeleidt naar Windekind. Windekind liet Johannes zien dat de mens het 'laagst geplaatste' wezen was. Ze keken samen naar een aantal mensen die gingen picknicken. Ze vertrapten bloemen en sloegen naar de muggen om hen heen. Johannes was hierdoor diep teleurgesteld en besloot bij Windekind te blijven.
Windekind vertelde ook over kabouters en Johannes wilde er onmiddellijk een zien. Ze gingen naar Wistik, de meest wijze kabouter van allemaal. Wistik las een kruisspin voor uit een boek over spinnen. Johannes vroeg of er ook een boek was waar de waarheid in stond. Wistik zei dat hij al zijn hele leven naar dat boekje zocht. Ook vertelde hij over dat het gouden kistje in handen van de mens was en het gouden sleuteltje in handen van de elften. Het roodborstje wist de weg. Windekind zei Johannes echter dat hij zich niets van Wistik moest aantrekken.
Johannes dacht dat hij de aangewezen persoon was naar het kistje te zoeken en daardoor ziet hij Windekind niet meer terug.
In de lente ontmoet hij een blond meisje, Robinetta, met de ogen en de stem van Windekind. Er is de hele tijd een roodborstje bij haar. Hij heeft een hele leuke tijd met haar. Wistik herinnert Johannes eraan dat hij het boekje moet vinden. Het meisje zegt te weten waar het is.
Toen bleek dat Robinetta de bijbel bedoelde, zei Johannes dat de bijbel geen belangrijk boek was. Anders was er wel vrede geweest. De vader van het meisje 'schopte' Johannes zijn huis uit en even later ontmoet hij een eigenaardig mannetje.
Het mannetje heette Pluizer. Hij vertelde Johannes dat Wistik en Windekind niet bestonden en dat hij veel slimmer was dan zij. Hij zei ook dat hij Johannes zal helpen met het zoeken naar het boekje. De volgende dag ontmoet Jonhannes Pluizer's vriend, Hein. Hein is de dood en hij had het momenteel erg druk. Pluizer zei dat mensen hun hele leven zochten en dat ze uiteindelijk Hein zouden vinden.
Ook liet Pluizer hem de ellende van het mensenbestaan zien en de rondleiding eindigde bij een kerkhof. Ze werden weer heel klein en ze gingen de doodskisten binnen. In de laatste doodskist lag Johannes zelf en toen viel hij bewusteloos.
Pluizer zei tegen Johannes dat hij net zo moest worden als docter Cijfer. Dat was een goed mens geworden. Docter Cijfer gaf Johannes les en naarmate de tijd verstreek, werd de wereld voor Johannes steeds donkerder. Hij ging Robinetta en Windekind steeds meer vergeten. Op een gegeven moment zei Pluizer tegen hem dat hij het boekje en het sleuteltje ook maar moest vergeten.
Een tijd later verlangt Johannes naar zijn ouderlijk huis en Pluizer neemt hem mee. Hij ontmoet zijn vader op zijn sterfbed. Nadat zijn vader daadwerkelijk dood is wilde Pluizer hem met een mes opensnijden om te kijken wat de oorzaak van zijn dood was. Johannes hield Pluizer tegen en hij verdween. Hein zei dat Johannes dat goed had gedaan en dat Pluizer niet meer terug zal komen. Johannes wil met Hein mee de dood in, maar Hein weigert dat.
Johannes gaat naar buiten en bij de zee ziet hij Windekind met Hein in een boot zitten. Van de andere kant komt een mens aanlopen. Hij stelt Johannes de keuze om of mee te gaan in de boot, of mee te gaan naar de mensheid. Johannes kiest voor het laatste.
3: personen
Johannes is de hoofdpersoon in dit verhaal. Hij is een kleine jongen met een zeer grote fantasie. Hij heeft ook een hele grote liefde voor de natuur, de planten en de dieren. Later blijkt dat de mens zijn grootste liefde is. Hij zoekt constant naar de waarheid en hij groeit langzamerhand op, van kind tot volwassene. Hij ontmoet een hele reeks personen die min of meer een blijvende invloed op hem uitoefenen.
Windekind is een elf en de zoon van de zon. Hij leert Johannes een heleboel over de natuur en het leven. Windekind haat de mens, omdat ze nergens goed voor zijn. De enige mens waar Windekind mee bevriend is, is Johannes.
4: tijd
Het verhaal verloopt chronologisch en kan zich in principe op elk tijdstip afspelen.
5: ruimte
Er is duidelijk sprake van een belangenruimte, omdat dat bepalen is voor de sfeer. Bijvoorbeeld: het kerkhof is somber en eng. De zon is echter juist wonderbaarlijk en stralend. De zon speelt ook een belangrijke rol in het verhaal.
6: perspectief
Het is een auctoriaal verhaal. Een enkele keer presenteert hij zich ook zelf.
7: thema
Het thema is de geestelijke ontwikkeling van kind naar volwassen. Een kind heeft erg veel fantasie en hoopt vaak stilletjes ook op een wonder. Langzamerhand leert het kind veel en uiteindelijk is het een verstandig en goed mens. In dit verhaal groeit Johannes op van kind naar volwassen, op een mysterieuze manier.
8: motieven
Een algemeen motief is de fantasie en de natuur. Fantasie speelt de belangrijkste rol bij de bepalen van het verhaal.
Een verhaalmotief is het gouden sleuteltje. Het duidt 'het boekje' aan, waar Johannes naar op zoek is.
9: titelverklaring
Een verband met de titel en het thema is er nauwelijks. De titel is 'de kleine Johannes' en daaraan is toch het opgroeien van een klein jongetje met het thema verwant.
10: structuur
De structuur van het verhaal is zeer logisch. Een gewone onderverdeling in een aantal hoofdstukken. Er zijn echter wel nog twee delen die op dit boek volgen.
11: stijl
De zinnen zijn nog in de oude taal geschreven. Een mannelijk woord duidt je niet aan met de, maar met den, etcetera.
12: genre
Het is duidelijke een sprookje. Dat kan je zien aan de tegenstelling goed en kwaad en aan de sprookjesachtige figuren; kabouters en elven. En ook de namen die de verschillende personages hebben zijn niet realistisch.
Opmerkingen:
-Het boek geeft mooie beschrijvingen van de natuur van het duinlandschap.
-Bidden is het bereiken van een gevoel van optimaal geluk. 'Ik ben meer' herinnert aan het 'ik ben' van het verhaal van Mozes bij de brandende braamstruik uit de Bijbel. Overigens komen God (of wat de mens daar van maakte) en de Bijbel niet altijd gunstig naar voren.
-'Stad' staat voor een sterk mechanisch wereldbeeld van een geïndustrialiseerde samenleving. Alles en iedereen zijn slechts radertjes. Emotie is daar niet belangrijk. De fabrieken waren rond 1900 sterk vervuilend en er waren slechte werkomstandigheden. De arbeiders woonden in sloppen.
-Onderzoek omvat veel vervelend, maar noodzakelijke activiteiten (opensnijden van dieren en mensen) en moeizame analyses met veel rekenwerk. Evenals industriële activiteit gebeurt ook wetenschappelijk onderzoek in het boek in een sombere, zwarte omgeving. Van Eeden is blijkbaar een alfa-mens, die 'rekenwerk' letterlijk in een zwart daglicht plaatst.
De biografie gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
Tot welke litteraire strekking moeten we van Eeden dan rekenen? Tot de Tachtigers of tot de Negentigers ?
19 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Frederik van Eeden heeft nog een machtige roman geschreven namelijk Maskers en Mensen door het medium Jozef Rulof, metaphysicus, 1898-1952.
Over dit prachtige boek kun je lezen op de Website www.rulof.org Kijk Maar eens onder samenvatting per boek. Het is geen gemakkelijke roman, om dit boek goed te kunnen begrijpen is eigenlijk studie van de andere boeken van Jozef Rulof noodzakelijk, denk ik.
5 jaar geleden
Antwoorden