Martin Luther King werd geboren op 15 januari 1929 in Atlanta. Z’n vader was Martin Luther King Sr. en z’n moeder was Alberta Christine Williams. Kings opa en vader waren allebei predikant bij een baptistengemeente. Kings vader leerde hem al op jonge leeftijd dat rascimse onrechtvaardig was en dat alle mensen gelijk waren. King was ook al vroeg geïnteresseerd in godsdienst.
In 1953 trouwde Martin Luther King met Coretta Scott, ze kregen samen vier kinderen, twee jongens en twee meisjes.
Martin Luther King studeerde theologie, en hij raakte onder de indruk van Ghandi’s geweldloze manier van verzet. In 1955 verkreeg hij het doctoraat en werd hij dominee van een baptistengemeente in Montgomery in Alabama.
In hetzelfde jaar, om precies te zijn op 1 december, weigerde een zwarte vrouw, Rosa Parks, op te staan in de bus om de blanke reiziger te laten zitten. De politie werd erbij gehaald en ze werd opgepakt. Dat was een goede reden voor grote protestactie, de busboycot onder leiding van Martin Luther King. Ruim meden zwarte mensen de bus. Het eindigde met een verbod op rassenscheiding in bussen.
Na het succes van de busboycot richtten King en een aantal ander negerleiders de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) op. Het SCLC hield zich vooral bezig met het organiseren van geweldloos verzet.
Bij een grote demonstratie in Birmingham (lente 1963) kwam King in de gevangenis terecht, en schreef zijn ‘Letters from Birmingham jail’. Uiteindelijk had de actie in Birmingham als gevolg dat Kennedy discriminatie in openbare gelegenheden wilde verbieden.
Op 28 augustus 1963 organiseerde King en het SCLC een nationale demonstratie, de Mars op Washington. Meer dan 200.000 demonstraten deden mee, zowel blanken als zwarten. King hield zijn beroemde ‘I have a dream’ speech. Hij droomde van een Amerika waarin blanken en zwarten gelijkwaardig zouden zijn en vreedzaam naast elkaar leefden
In 1964 keurde het Congres de Civil Rights Act goed, waarin stond dat rassenscheiding verboden was. In 1964 ontving Martin Luther King ook de Nobelprijs voor de vrede, een grote erkenning voor wat hij allemaal had gedaan voor het krijgen van gelijke burgerrechten voor blanken en zwarten. In 1965 keurde het Congres de door president Johnson ingediende Voting Rights Act goed, die wet gaf elke Amerikaan het stemrecht, dus ook de zwarten.
De frustratie onder de zwarte mensen groeide, ze waren arm en leefden in getto’s. Steeds meer zwarten kozen voor een gewelddadige aanpak, maar King bleef het vreedzaam verzet promoten. Hij werd wel radicaler, hij eiste betere banen en hogere lonen en was fel tegen de Vietnamoorlog.
Op 3 april 1968 hield King in Memphis zijn laatste speech, waarin hij zei dat hij het beloofde land had gezien, en er niet bezorgd over was om dood te gaan. De volgende dat werd Martin Luther King op het balkon van z’n hotelkamer doodgeschoten door James Earl Ray, een ontsnapte blanke crimineel. President Johnson kondigde een dag van nationale rouw af. Later werd elke derde maandag van januari Martin Luther King Day.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
een scholier
een scholier
hooooooi
2 maanden geleden
Antwoordeneen scholier
een scholier
Ik ben een zangeres
2 maanden geleden
Antwoordeneen scholier
een scholier
Ik heet stefflon don
2 maanden geleden
Antwoorden