Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Mahadma Gandhi

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 3e klas havo | 4243 woorden
  • 26 januari 2003
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
67 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Mijn werkstuk gaat over Mahadma Gandhi. Ik heb hem gekozen omdat ik het heel mooi en goed vind wat hij heeft gedaan voor de wereld maar vooral voor India
Eerst wilde in het over Evita Péron doen maar omdat ik niet de goede informatie over haar had, liet ik dat onderwerp al snel vallen. Ik wist toe heel lang niet waar ik het over kon doe totdat mijn vader vertelde dat Gandhi een heel interessant man was en hij vertelde een beetje wat Gandhi gedaan had. Het leek me wel een boeiend onderwerp en ik ben eens gaan zoeken op internet. Daar vond ik wel wat maar dat was niet echt voldoende om er een goed werkstuk van te maken. Toen ben ik eens in de bibliotheek gaan kijken maar al de boeken doe ze daar over hem hadden waren uitgeleend. Ik ben met de informatie die ik had een beetje begonnen maar dat wilde niet echt. Ik had er al niet meer zo’n zin in. Toen ik op school kwam bleek een meisje uit mijn klas het ook over Gandhi te doen en die had nou net dat ene boekje uit de bibliotheek wat uitgeleend was en waar ik naar opzoek was. Ik mocht het gebruiken en zo kom ik eindelijk met goede informatie aan m’n werkstuk beginnen. Ook vond ik nog een goed werkstuk over Gandhi op internet (www.scholieren.com) en dat las ik door als de tekst uit het boekje niet duidelijk genoeg was. Omdat ik nog al laat was begonnen en ik dat boekje pas de dag voor we het in moesten leveren kreeg, is het een beetje te laat af. Toch hoop ik dat het nog goed is ondanks de vertraging. Het werkstuk zier er als volgt uit: -Een titelpagina , -De inleiding, -Gandhi’s biografie, -Een tekening van Gandhi -Nog meer over Gandhi, -Wat plaatjes, -Een tijdsbalk, en - Het slot.
Gandhi’s biografie Mahadma Ghandi (voluit Mahandas Karamchand Gandhi) werd op 2 oktober 1869 te Panbardar, in India. Hij was 4e zoon en 6e kind van zijn moeder Pulibai en vader Karamchand. Zijn vader was diwan (eerste minister) van het rijkdom van Kathiawad. De Gandhi familie was een Hindu familie en zij waren streng vegetarisch. Gandhi was een heel gewone, verlegen jongen die een hekel dat aan gymnastiek en heel veel hield van lange wandelingen. Hij wilde sterk worden en een vriend vertelde hem dat hij dat zou worden als hij vlees ging eten. Dus ging hij bij die vriend geitenvlees eten zonder het aan zij ouders te vertellen. Ook rookte hij wel eens een sigaretje met z’n vrienden. Toen hij daar een tijdje mee bezig was merkte hij ineens dat hij verkeerd bezig was en omdat hij van zijn zonden afwou schreef hij zijn vader een brief waar hij alles eerlijk vertelde. Zijn vader was heel boos en verdrietig maar omdat hij alles zo eerlijk had opgebiecht, kreeg hij geen straf. Op dat moment besefte hij dat waarheid heel belangrijk was. Door het lezen van verhalen over waarheid en trouw en het helpen van mensen en daardoor je eigen leven op het spel te zetten, kreeg hij meer inzicht in dat soort dingen en werd het vechten voor waarheid en anderen te helpen heel belangrijk voor hem
Toen hij pas 13 jaar was, trouwde hij met de dochter van een zakenman. Zij heette Kasturbai en was een paar maanden ouder dan hij. Zij was een sterk en wijs vrouw en ze hielp Gandhi veel. Gandhi’s vader stierf toen Gandhi pas 17 jaar oud was en nog op de middelbare school zat. Toen hij daar mee klaar was ging hij naar de Universiteit maar daar ging het niet goed totdat zijn oudere broer hem naar Engeland stuurde om daar rechten te studeren en een advocaat te worden. Hij ging naar Engeland in 1888 toen hij 19 jaar was en al een vader van een kind. Gandhi studeerde hard en na lange tijd was hij aan z’n examen toen. Wat hij echter niet wist was dat zijn moeder in die tijd overleden was en dat had hij niet te horen gekregen omdat zijn familie leden dan bang waren dat hij zou zakken voor zijn examen. Maar hij slaagde en werd een advocaat. Pas toen kreeg hij te horen dat zijn moeder overleden was en hij keerde zo spoedig mogelijk terug naar India. ‘Het was een grote schokvoor me’, schrijft hij, ‘Maar ik mocht er niet bij stil staan. Ik zette mij leven voort alsof er niets gebeurd was.’ In India gaat hij op zoek naar werk maar vind 2 jaar lang niks omdat hij in Engeland alleen met boeken heeft geleerd en niet bij rechtbanken heeft geoefend omdat zijn moeder dood ging. Daardoor heeft hij geen zelfvertrouwen bij de rechtbank en dat wordt duidelijk zijn eerste rechtszaak, als hij geen woord meer kan uitbrengen terwijl hij zijn cliënt moet verdedigen. In 1893 gaat Gandhi naar Zuid-Afrika en werkt daar voor een groothandelaar waar hij, door te oefenen, meer zelfvertrouwen in de rechtbank krijgt. Hij dacht niet veel aan zichzelf maar probeerde zijn klanten zo veel mogelijk te helpen want hij wilde niet dat zijn klanten veel betaalden zonder succes bij de rechtbank hebben. Hij wordt een goede advocaat en is erg succesvol. Hij blijft 21 jaar in Zuid-Afrika. In Zuid-Afrika zijn de blanken de baas en donkeren (negers en Indiërs) worden geminacht en hebben geen rechten. Gandhi vindt dit erg onrechtvaardig en dit wordt alleen maar erger als hij een keer in de trein zit, in de eerste klas met een eerste klas kaartje, en hij wordt door een blanke man uit de trein gegooid. Die beweert dat hij (, donker van huidskleur) zo’n kaartje niet kan betalen. Daardoor beslist hij dat hij tegen de onrechtvaardigheid te vechten. Hij begint anderen te helpen en wordt binnen korte tijd leider van de Indiase gemeenschap van Zuid-Afrika. Ook hij krijgt een eigen advocatenkantoor en wordt steeds succesvoller. Hij zei aan de Indiërs dat ze meer voor zichzelf moesten zorgen en voor en betere hygiëne moesten zorgen zodat ze er in ieder geval niet als slaven uitzagen en ook zei hij dat ze Engels moesten gaan leren, want het was belangrijk om met anderen te kunnen praten. In 1896 gaat hij naar India om zijn ouders op te halen en daar verteld hij dan meteen aan de mensen in India hoe de situatie is in Zuid-Afrika. Toen hij met zijn ouders terug ging naar Zuid-Afrika, werd hij bijna vermoord door een woedende menigte die via persberichten te weten waren gekomen dat hij het over hen had gehad in India. In 1899 breekt de Boerenoorlog uit tussen de Britten en de boeren. Gandhi steunt de Britten en denkt hierdoor meer respect te krijgen van de Britten voor de Indiërs, maar als de Britten in 1908 de oorlog winnen, krijgen ze geen greintje meer respect als eerst, dus dat is mooi mislukt. In 1903 wordt er een Aziatisch Departement opgericht, niet om de Aziatische bevolking te helpen, maar om een hele reeks beperkte regels tegen hen op te stellen. In 1907 wordt de ‘Zwarte Wet’ uitgevaardigd. Volgens die wet moeten alle Indiërs hun vingerafdruk op hun identiteitsbewijs hebben en die altijd bij zich dragen. Als ze dit niet deden dan werden ze in de gevangenis gegooid. In die zelfde tijd gaat Gandhi het idee van Satyagraha uitwerken. Dat is een moeilijk begrip maar men zou het kunnen vertalen als “Kracht van de Waarheid en de Liefde”. Het is het “herstellen van waarheid, niet door de tegenstander pijn te doen, maar door zelf pijn te verdragen”. Hij vond dat alle geweld verkeerd was. Hij vond dat geweldloosheid het wapen van de sterken was en de slappen gingen wapens gebruiken omdat ze dachten dat dat sterker maakte. Hij geloofde dat waarheid en liefde sterker waren dan wapens. Dat vroeg zeer veel zelfbeheersing, want “door geduld en sympathie moet men de tegenstander van zijn vergissing afbrengen”. In 1908 moet Gandhi naar de gevangenis omdat hij heel bewust had geweigerd om zijn vingerafdruk te laten nemen en hij had dat ook duizenden anderen laten doen. Daarna werd Gandhi nog velen malen vaker in de gevangenis gedaan omdat hij de wet bewust overtreedt. In 1913 beslist een rechter dat alleen christelijke huwelijken nog wettig zijn. Op die manier krijgen de Indiërs alleen maar minder rechten en daarvan vooral de vrouwen. Veel van die rouwen komen bijeen en sluiten zich aan bij een campagne voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Er was bijvoorbeeld een groep die Gandhi de ‘Natalzusters’ noemt. Veel van deze vrouwen worden opgepakt als ze de grens ver willen steken en op die manier belande duizenden in de gevangenis. Door dat dat nieuws wordt verspreidt, gingen de mijn werkers ook in staking en in 4 dagen werd Gandhi drie maar gearresteerd. Maar dat vond hij helemaal niet erg. “Want,” zo zei hij, “de ware weg naar het uiteindelijke geluk loopt door de gevangenis, om daar te lijden in het belang van zijn eigen land of godsdienst”. In juli 1914 laat generaal Smuts Gandhi bij zich komen. Smuts heeft er voor gezorgd dat de “Indiase Herstelwet” wordt aangenomen. Gandhi’s campagne voor burgerlijke ongehoorzaamheid kan met succes worden afgesloten. Gandhi is veranderd van iemand die niet eens in het openbaar durft te praten, naar iemand die een bekend man is geworden, die door iedereen gerespecteerd wordt om zijn eerlijkheid. Voor Gandhi ging waarheid samen met rechtvaardigheid. Hij ging steeds opzoek naar de waarheid. Hij vond het belangrijk om arm te zijn, zo kon je immers alleen je geestelijke rijkdom bereiken. Hij gaf zijn luxe op en droeg alleen nog maar een zelfgesponnen Dhoti “een omslagdoek en eenvoudige sandalen”. In januari 1915 keert Gandhi terug naar India, samen met zijn vrouw en vier kinderen. Hij is nu 45 jaar. Daar krijgt hij een groot onthaal. In India wil men afhankelijk worden van Engeland en de bevolking hoopt dat Gandhi daar voor kan zorgen. Gandhi wil eerst, na 21 jaar weggeweest te zijn uit zijn land, zijn land en zijn mensen beter leren kennen. Hij reist veel rond en besteed veel aandacht aan sociale conflicten. Hij richt ook een nieuwe gemeenschap op die wordt gevormd uit ongeveer 200 mannen en vrouwen die willen leven volgens Gandhi’s voorschriften. Hij vestigt zich in Sabarmati, dicht bij Ahmedabad. Zijn voorschriften zijn gebaseerd op de godsdienstige principes die Gandhi in Zuid-Afrika als leefregel had aangenomen. Gandhi’s mening wordt door veel mensen gerespecteerd zodat zelfs de Britse onderkoning hem in 1917 bij zich liet komen. Die onderkoning bestuurde India als vertegenwoordiger van de Britse koning en vroeg Gandhi om hulp. Groot-Brittannië was op dat moment betrokken bij de Eerste wereldoorlog en het zag er somber uit voor de Britten. Gandhi zegde zijn steun. Hij vroeg Indiase mensen in dienst te komen bij het Britse leger. Weer dacht hij, net als bij de Boerenoorlog, meer rechten te krijgen van de Britten, als ze ze hielpen als ze het moeilijk kregen. De Indiase soldaten vochten in Mesopotamië en in de vlakte van Noord-Frankrijk en Vlaanderen. Ongeveer 90.000 kwamen er om. Uiteindelijk wonnen de geallieerden en Groot-Brittannië was erg verzwakt. De Indiase mensen verwachten nu een grote verandering van rechten, maar die kwamen (alweer) niet. Het Indiase volk voelde zich bedrogen. Zij, en Gandhi, besluiten zich tegen de Britten te verzetten. Gandhi bedenkt om een hartal te organiseren. Dan is een dag van bidden en vasten. Als de mensen dat doen konden ze niet werken en zo bleven de winkels en kantoren dicht en kwamen de bedienden niet bij hun bazen. Dit was het begin van een strijd die 28 jaar ging duren, en die een einde maakte aan de Britse overheersing. Als er zo’n hartal was, kwamen duizenden mensen bijeen om bij elkaar te zijn en te bidden en vasten. Dit lokte ook kleine relletjes uit maar Gandhi vond dat die rellen afgestraft moesten worden want zo kwam je nooit bij zijn ideeën over de satyagraha. Als boete voor het geweld vasten hij 72 uur en riep hij anderen op tot een hongerstaking van 24 uur. Op 13 april 1919 gebeurde er iets vreselijks. Op de Jallianwallah Bagh, een open ruimte die aan drie kanten omgeven was door een muur, werd een verboden bijeenkomst gehouden. De Britse bevelhebber, generaal Dyer, vond dat de Indiërs hun les nu maar moesten leren en ging er met een groep Indiase soldaten opaf. De hoofdingang werd afgezet door een tank en de mensen zaken in de al. Tien minuten lang liet Dyer de soldaten op de menigte schieten. Allen 1650 kogels die ze in totaal bij zich hadden moesten raak zijn. Zo werden er 379 mensen vermoord en meer dan 1200 raakten gewond. Na al die beschietingen kregen de dokters ook nog eens geen toelating om de gewonden te verzorgen. Enkele dagen daarna werd er een Engelse schooljuffrouw aangerand en om dat te wreken liet Dyer alle Indiërs, jong en oud, gedwongen kruipen op hun buik als ze door de straat moesten gaan waar het gebeurd was. Honderden mensen moesten deze vernedering onderstaan. Een tijd later werd Dyer ontslagen en moest voor een onderzoekscommissie verschijnen. “Ik denk dat ik ze heel goed uiteen had kunnen drijven zonder te schieten. Maar ik wilde ze straffen”, zei hij daar. Vroeger vulde de arme mensen het gebrek aan inkomsten aan door zelf kledingsstoffen te maken en die te verkopen. Maar doordat er een textielfabriek kwam, werd er niet meer van hen gekocht en werden ze alleen maar nog armer. Gandhi begon vol overtuiging, als een soort protest, te spinnen en hij spon per dag zo’n 183 meter katoengaren. Hij sliep niet voordat hij zijn dagelijkse bezigheid had voldaan. Het opvouwbare spinnenwiel werd voor Gandhi en zijn volgelingen een symbool van bestrijding. Het was praktisch en betaalbaar en het maakte gebruik van handen die niets te doen hadden. In deze tijd houd Gandhi ook nog een hongerstaking van vijf dagen als boete voor de moorden in Chauri Chaura. In maart 1922 werd Gandhi aangehouden wegens opstandigheid tegen de regering. Hij kreeg een maximumstraf van zes jaar. Hij ging weer opgewekt de gevangenis in. Hij bedankte de rechter voor de hoffelijkheid waarmee men hem tijdens het proces behandeld had. Hij vond z’n straf helemaal niet erg. “We moeten de gevangenispoorten wijd openzetten”, zei hij. “Streven naar vrijheid kan alleen binnen de gevangenismuren.” In de gevangenis vermaakte Gandhi zich door te lezen, te spinnen en te bidden. En daar was hij tevreden mee. In 1924 werd hij echter al vrijgelaten door een acute blindedarmoperatie. Hij hoefde zijn straf niet meer uit te zitten. In 1929, Gandhi in 60 jaar, besluit Gandhi een nieuwe campagne in te voeren voor de bevrijding van India. Door deze campagne werden mensen aangemoedigd om onrechtvaardige wetten te overtreden. Zelfs twijfelaars erkenden dat Gandhi de geknipte persoon was om deze campagne te lijden steunden hem. In 1929 reist Gandhi door heel India en spreekt op bijeenkomsten en organiseert vreugdevuren. Als in december 1929 duidelijk wordt dat de Engelsen niet de minste vorm van onafhankelijkheid of zelfbestuur aan India willen toekennen, vindt Gandhi het tijd om een vreedzaam proces te houden tegen onrechtvaardige belasting. Dit proces begint met de historische Zoutmars. Gandhi vertrok op 12 maart 1930 met 78 volgelingen vanuit Sabarmati naar de zee. De groep werd gevolgd door journalisten die ervoor zorgden dat het nieuws van de mars overal verspreid werd. Ze wandelden een afstand van 322 kilometer in 24 dagen. Ze kwamen op 5 maart in Delhi aan en de groep van 78 mensen was een groep van duizenden geworden. Het hoogtepunt van de mars was een heel eenvoudig gebaar: Gandhi bukte zich en raapte een beetje zout op. De Britten begrepen niet dat zo’n simpel en klein gebaar zo veel drukte veroorzaakte maar de arme Indiase boeren begrepen het wel. In arme landen in zou levensnoodzakelijk. In een land dat voor het grootste deel omgeven is door zeewater, en waar zout dus gratis door de natuur geschonken is, was het verboden om zelf zout te winnen. Op het zout dat verkocht werd, moest aan de Britse regering belasting betaald worden. Het overtreden van de wet op de zoutbelasting was ook symbolisch: de Indiërs eisten zelfbestuur, wilden zelf hun wetten opstellen en over hun eigen grondstoffen beschikken. Minstens 60.000 mensen gingen zelf zout winnen en al die mensen, waaronder alle congresleden, werden gearresteerd. Ook Gandhi werd gearresteerd. Hij verzette zich niet, want het maakte allemaal deel uit van zijn plan. Er kwam geen proces en geen veroordeling. Hij werd gewoon achter slot en grendel gezet. Nog geen jaar later werd hij weer vrijgelaten omdat al zijn aanhangers tijdets zijn gevangenschap velen protesten hadden gedaan en zich nog erger als eerst tegen de Britten gingen verzetten. Om nog ergere dingen te voorkomen lieten de Britten Gandhi vrij. In augustus 1931 ging Gandhi naar Engeland naar de rondetafelconferentie in Londen. Hij nam enkele vrienden mee maar was als enige vertegenwoordiger van het Indiase Nationale Congres. Hij verwachte niet veel van de conferentie. “Misschien kom ik wel met lege handen terug”, zei hij toe hij vertrok per boot. Hij was niet geïnteresseerd in juridische discussies omdat die vaak niet rekening hielden met de mensen waar het eigenlijk over ging. Precies op dat menselijke vlak maakte Gandhi zo’n succes in Engeland. De kranten stonden er mee vol. Over die vriendelijke man in die opvallende kledij, die door zijn geestige opmerkingen voor prachtige krantenkoppen zorgde. Gandhi’s eigen succes was uitstekend gelukt maar de conferentie daarin tegen was geheel mislukt. In feite was ze erger dan een mislukkeling, omdat ze de kloof tussen de Indiër onderling nog groter had gemaakt. Gandhi zei:”Ze gingen naar de conferentie als moslim en Sikh en onaanraakbare, en ze kwamen eruit als moslim en Sikh en onaanraakbare. Op geen enkel moment was India als natie aanwezig.” Zo keerde Gandhi weer terug naar India, ontmoedigd, maar toch vastbesloten om door te gaan. Naar Groot-Brittannië keerde hij nooit meer terug. Toen Gandhi vanuit Engeland weer terug naar India kwam werd hij weer opgepakt. Vanuit de gevangenis wilde hij de aandacht trekken op de positie van de onaanraakbare. De Britten wilde de Indiase bevolking in groepen delen, op basis van geloof. De onaanraakbare werden als een aparte groep beschouwd. Gandhi begon een hongerstaking die wel eens zijn dood zou kunnen betekenen. Na zes dagen kon hij zijn hongerstaking weer beëindigen omdat de Britten hun idee van de aparte groepen lieten varen. Op 9 augustus 1942 werd Gandhi aangehouden, samen met een paar vrienden en andere Congresleider. Overal in India brak geweld los en Gandhi kon vanuit zijn gevangenis het woedende volk niet tot bedaren brengen. Vier dagen na zijn arrestatie overleed plots Mahadev Desai, een goede vriend van Gandhi die toegewijde secretaris was. Na enkele maanden werd Kasturba (zijn vrouw) ernstig ziek. Ze stierf op 22 februari in Gandhi’s armen in de gevangenis. Zes weken nadat zijn vrouw overleden was werd Gandhi weer vrijgelaten. Hij was erg ziek en als hij in de gevangenis zou overlijden zou er nog meer geweld komen, zo vreesde de onderkoning die hem vrij liet. Jawaharlal Nehru, Gandhi’s opvolger als voorzitter van de Congrespartij, kreeg van de onderkoning, Lord Wavell, de opdracht om een voorlopig e regering samen te stellen. Nehru nodigde Jinnah uit om hieraan mee te werken en bood aan de Moslimliga verschillende ministerposten aan. Maar Jinnah was onverzoenlijk. Hij riep 6 augustus 1946 uit tot een “Dag van Directe Actie” en wilde hij de Britten dwingen om in te gaan op zijn eis voor een aparte moslimstaat. Doe oproep leidde tot bloedige rellen in de buurt van Calcutta. 4000 mensen werden gedood en 15.000 raakten gewond. Het geweld breide zich uit tot Oost-Bengalen. Moslimbenden trokken moordend rond en dwongen de Hindoes zich te bekeren. Toen Gandhi dit hoorde moest en zou hij naar Oost-Bengalen gaan om daar de vrede te laten overwinnen. Hij hield gebedsbijeenkomsten en zette de mensen aan tot moed, vergeving en waarheid. Hij verbleef in een islamitisch dorpje, hield er een hongerstaking en vertelde dat hij niet eerder weg zou gaan voordat de moslims en Hindoes weer met elkaar in vrede konden leven. Een maand later hielden de moordpartijen op. In maart 1947 komt Mountbatten, de nieuwste onderkoning van de Britten, in Delhi aan. Hij wil Gandhi meteen spreken. Hij wil een onafhankelijkheidsplan voor India regelen en wel zo snel mogelijk omdat ze bang zijn dat er een bloedige burgenoorlog uitzal breken al die onafhankelijkheid niet snel zou komen. De splitsing in een islamitisch en een Hindoestaan lijkt voor hem onvermijdelijk. Hij zag geen ander alternatief. De medewerkers van Moundbatten werken aan een stuk door en na zes weken hebben ze het onafhankelijkheidsplan klaar. Op 15 augustus 1947 was een historische dag: India werd onafhankelijk. Alle ruzies tussen de Britten en de Indiërs waren vergeten. Gandhi was niet tevreden. Zijn bedoeling van de onafhankelijkheid was dat moslims en Hindoes samen, in vrede, in één land konden wonen. Maar toen kwam de Splitsing. Er ontstonden twee landen. India voor de Hindoes en Pakistan voor de moslims. Alle Hindoes uit Pakistan vluchten naar India en allen moslims vluchten naar Pakistan. Hij voelde “de Splitsing in zijn hart”. “Mijn onafhankelijkheid, ” zei hij, “is nog niet gekomen. Er is geen reden voor al die feestvreugde.” Zijn eenheidsideaal, waar hij zoveel jaren van zijn leven aan had gewerkt, was verworpen. Hij zag dat de Splitsing geen vrede bracht tussen Hindoes en moslims. Integendeel, het geweld laaide weer op. Die altijd taaie, levenslustige Gandhi, met zijn ‘onfeilbare gevoel voor humor’ was de moed verloren. “Vroeger wilde ik altijd 125 jaar worden. Nu heb ik geen interesse meer in het leven.” Zei hij. Maar zelfs de laatste maanden van zijn leven gaf Gandhi de strijd niet op. Er ontstond onenigheid tussen India en Pakistan. India was Pakistan nog 550 miljoen roepie schuldig. Toen er oorlog uitbrak in de provincie Kasjmir tussen de twee landen, wilde India het bedrag al helemaal niet meer terug geven. Voor de achttiende maal besloot Gandhi weer te beginnen met een hongerstaking en hij zou pas ophouden als India Pakistan het schuldige geld gaf. Omdat zijn lichaam nog niet helemaal hersteld was na de hongerstaking in Calcutte was hij na twee dagen vasten al helemaal uitgeput. Op de derde dag liet de Indiase regering weten dat ze de 550 miljoen roepie zouden teruggeven. Veel Hindoes waren woedend. Nu er oorlog was tussen die twee en Pakistan er geld bij zou krijgen zouden ze dat zeker weten aan wapens uitgeven. Ze schreeuwden “Bloed om bloed” of “Laat Gandhi sterven”. Op 21 januari werd er zelfs een bom geworpen maar niemand raakte daarbij gewond. 30 januari was de dag dat Gandhi vermoord werd. Elke avond, om klokslag vijf, begon hij de gebedsbijeenkomst. Ook op 30 januari deed hij dat. Een Brits verslaggever, Robert Stimson, was toen aanwezig. Hij vertelde:“Gandhi droeg zijn gewone ledendoek en sandalen. Er waren zo’n twee tot driehonderd mensen in de tuin. Hij beklom de trappen naar het opgehoogde gazon waar hij zijn gebedsdienst leidde. Vooraan in de menigte stond een gezette man van in de dertig jaar, schat ik, met een kaki pak. Hij deed een stap naar voren, trok een revolver en vuurde enkele schoten af.” “Hey Rama”, mompelde Gandhi. Dat betekent: O God. Een paar tellen bleef hij staan, terwijl het bloed door zijn witte kleden drong. Toen viel hij dood neer! Uiteindelijk bleek de moordenaar een fanatieke Hindoe te zijn met de naam Nathuram Vinayak Godse. Hij was boos op Gandhi omdat hij India de schulden liet betalen. Tijdbalk. 1869 Mahandas Karamchand Gandhi wordt op 2 oktober in Pordandar geboren. 1882 Huwelijk met Kasurba. Ze zijn allebei 13 jaar. 1888 Geboorte van Gandhi’s eerste zoon Harilal. Vertrek naar Engeland om rechten te gaan studeren. 1891 Gandhi wordt benoemd tot advocaat en keert terug naar India. 1892 Geboorte tweede zoon Manilal. 1893 In april vertrekt Gandhi naar Zuid-Afrika om er te werken. 1899 Gandhi keert terug naar India om daar zijn familie op te halen. 1896 Geboorte derde zoon Ramdas. 1899- Boerenoorlog. Gandhi steunt de Britten in de hoop neer rechten voor de Indiers te krijgen die hij uiteindelijk niet krijgt. 1900 Geboorte vierde zoon Devadas. 1908 De eerste satyagha-campagne in Zuid-Afrika. In de vijf jaar daarna wordt Gandhi vier keer gearresteerd en komt ook vier keer in de gevangenis. 1913 Zuid-Zfrika krijgt een paar nieuwe wetten waardoor de Indiërs nog meer rechten krijt raken. 1915 Gandhi keert terug naar India en sticht de Sabarmita-ashram in de buurt van Ahedabad
1919 Gandhi roept op tot een hartal op 30 maart en 6 april. Het bloedbad in Amritsar vindt plaats op 10 april. 1922 Gandhi wordt in maart veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf, maar komt in februari 1924 al vrij. 1928 Het Congres roept op tot onafhankelijkheid voor India. 1930 In maart begint Gandhi de Zoutmars naar Dandi. Gandhi wordt gearresteerd in mei, vlak voor de protestbetoging bij de zoutfabriek van Dharasana, waaraan 2500 leden van de Congrespartij deelnamen. 1931 Gandhi wordt in januari vrijgelaten en vertrekt naar de rondetafelconferentie in Londen. 1932 Bij zijn terugkeer in India wordt Gandhi opnieuw aangehouden (en vrijgelaten in mei 1933) In september begint hij een hongerstaking tot de dood om het lot van de onaanraakbare te verbeteren. 1942 Het Congres neemt de resolutie “Verlaat India” aan. Gandhi en andere leiders worden aangehouden. 1944 Op 22 februari overlijdt Kasturba in gevangenschap. Gandhi wordt vrijgelaten in mei. 1946 In april verkondigd Jinnah zijn eis voor een afzonderlijke staat Pakistan. In augustus worden Hindoes in Calcutta massaal uitgemoord door moslims, Gandhi vertrekt naar de plaats van de onlusten. 1947 In februari wordt Lord Mountbatten benoemd tot laatste onderkoning. In september begint Gandhi aan een hongerstaking tot de dood, om het geweld tussen Hindoes en moslims te stoppen. 1948 Laatste, bijna fatale, hongerstaking. Op 30 januari wordt Gandhi vermoord door Nathuram Vinayak Godse.

REACTIES

N.

N.

goed voor mijn werkstuk

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.