Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Walvisjacht

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 4e klas havo | 5248 woorden
  • 17 mei 2010
  • 72 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
72 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Onderwerp: De walvisjacht
Stelling: De walvisjacht moet gestopt worden
Doel: Overtuigen
Tekstsoort: Betoog
Structuurmodel: Bewering- en argumentstructuur
Publiek: scholieren
Schema: Schrijfplan

Alinea Onderwerp Kernzin

1 Inleiding De walvisjacht moet afgeschaft worden.
2 Argument 1 De commerciële walvisjacht vormt een ernstige bedreiging voor veel soorten en populaties walvissen.
3 Argument 2 De walvis speelt een belangrijke rol in de CO²-opvang.
4 Argument 3 De mensheid kan makkelijk overleven zonder de walvisjacht.

5 Argument 4 In Japan is de publiekelijke steun voor de walvisjacht in de laatste jaren sterk gedaald.
6 Argument tegen 1 en weerlegging Om de walvisjacht door te kunnen zetten gebruiken de Japanners als argument dat de walvisjacht al eeuwenlang als een culturele traditie in het land word beoefend. Onzin: voor de 20e eeuw nog niet eens 1 procent.
7 Argument tegen 2 en weerlegging Japanners gebruiken om met deze wreedheden te kunnen blijven door te gaan ook het argument dat ze het voor wetenschappelijk onderzoek doen. Onzin: Er is bewezen uit DNA-tests dat het vlees op de markt beland.
8 Slot De walvisjacht moet afgeschaft worden. Het is niet van belang, slecht voor de dieren en het milieu. Ze kunnen beter hun tijd ergens anders insteken.

De walvisjacht moet gestopt worden!

Er word al zolang men zich kan herinneren op de walvis gejaagd. Met de jaren mee gaat het jagen op een steeds brutere wijze. De oudste wijze waarop een walvis werd gevangen was de walvissen simpelweg naar de kust te drijven, en de weg terug naar de open zee ontoegankelijk te maken. Tegenwoordig schieten de jagers harpoenen naar de walvissen. De dieren kunnen niet meer weg zwemmen doordat de boot als “boei” word gebruikt. Zo overlijden de dieren op een barbaarse wijze.
De walvisjacht moet afgeschaft worden. Er is tegenwoordig geen goede reden meer waarom mensen de walvissen zouden blijven doden, waarom blijft men dan toch nog op de walvissen jagen?

De commerciële walvisjacht vormt een ernstige bedreiging voor veel soorten populaties van walvissen. Dit komt vooral omdat walvispopulaties erg langzaam aangroeien. De IWC (Internationale Walvisvaart Commissie) is opgericht om deze walvispopulaties in stand te houden. Zonder moratorium hiervoor had het geen schijn van kans, en daarom verbood de IWC de wereldwijde commerciële walvisjacht. Helaas trekken sommige landen waaronder Japan hier zich niets van aan. De jacht
op de walvissen is het grootste punt wat deze dieren met uitsterven bedreigd, maar ook de giftige stoffen die het leefgebied van de dieren vervuilen spelen een rol.


De walvis speelt een belangrijke rol in de CO²-opvang. Daarentegen levert de walvisjacht juist een grote bijdrage aan de CO²-uitstoot. Er zit namelijk CO² opgeslagen in walvissen, deze zal niet in de atmosfeer terechtkomen als de walvis op een natuurlijke wijze sterft. Als het dier toch op een onnatuurlijke wijze sterft zal dit wel in de atmosfeer terechtkomen. Er is wetenschappelijk onderzocht dat de walvisjacht van de afgelopen honderd jaar vergelijkbaar is (qua CO² uitstoot) met sommige ontbossingsprojecten of het 100 jaar lang continue rijden van 128.000 Hummers.

De mensheid kan makkelijk overleven zonder de walvisjacht. Het hoge proteïnegehalte en het lage vetpercentage maken walvisvlees tot een gezond stuk vlees. Maar als het ons puur om de consumptie van het vlees zou gaan, hebben we ontzettend veel vervangers voor het walvisvlees. Nu kan de afweging worden gelegd over wat nou het verschil is tussen het consumeren van het vlees van een koe of dat van een walvis. Daar kan ik kort over zijn, veel verschil zal er niet zijn, behalve op 2 kritieke punten. De walvis word met uitsterven bedreigd, de koe niet. Daarnaast is de slachting van de walvis vele malen gruwelijker dan die van een koe.

In Japan is de publiekelijke steun voor de walvisjacht in de laatste jaren sterk gedaald. Maar liefst 71 procent van de Japanners hebben zich tegen de commerciële walvisvaart gekeerd. Dit heeft als gevolg dat er veel minder interesse is voor deze welbekende delicatesse. Omdat hierdoor een overschot aan walvisvlees ontstaat eindigen sommige walvissen nu al als katten- en hondenvoer. Dit is volstrekt onnodig en daarnaast hoeft de walvis niet als voer te dienen voor een kat of een hond.

Om de walvisjacht door te kunnen zetten gebruiken de Japanners als argument dat de walvisjacht al eeuwenlang als een culturele traditie in het land word beoefend. Onzin, amper één procent van de Japanners hield zich voor de 20e eeuw überhaupt bezig met de walvisjacht. Deze één procent waren eilandbewoners die hun levenswijze onder dwang van de rest van de Japanners moesten veranderen omdat het te barbaars was. De walvisjacht van tegenwoordig is puur afgekeken van de Noren.

Japanners gebruiken om met deze wreedheden te kunnen blijven door te gaan ook het argument dat ze het voor wetenschappelijk onderzoek doen. Met dit argument frustreert Japan ieder jaar weer het overleg in de Walvisvaartcommissie. Japan heeft met koeienletters “Research” op de schepen van de Japanse walvisvaartvloot gezet, wetende dat organisaties als Greenpeace en Seashepherd de beelden zullen doorsturen. Hierdoor hopen ze nog een beetje geloofwaardig over te komen. Helaas heeft deze boodschap niet veel effect meer. Greenpeace en Seashepherd hebben de bewijzen al vaker geleverd: het is inmiddels overduidelijk dat het walvisvlees als delicatesse verkocht word op de Japanse markt.

De walvisjacht moet afgeschaft worden. Er is geen goede reden of beargumentatie om er nog mee door te kunnen blijven gaan. De diersoort word met uitsterven bedreigd en verdiend het niet om door deze nonsens zoveel te hoeven lijden. Niet alleen de walvis word hier slechter van maar ook ons milieu. De walvisjagers kunnen beter hun tijd steken in onderzoek wat wél van belang is voor de mensheid.

Overzicht gevonden argumenten

Argumenten voor de walvisjacht:
• Omwille van de wetenschap
• Walvis bedreigd de mens en niet andersom
• Culturele traditie
• Gezond stuk vlees (Hoog proteïne gehalte, en laag vet percentage)
Argumenten tegen de walvisjacht:
• Bedreigde diersoort
• Meer CO2 uitstoot door de boten
• Word niet meer geconsumeerd
• Onnodig om dieren te doden zonder doorgronde reden
• Het word uiteindelijk honden of katten voer

Kranten- of tijdschrift bronnen

Afkomstig uit: De Morgen

De walvisvangst: barbaars, meedogenloos en hypocriet

De walvisvangst is altijd al omstreden geweest en beroert nog steeds de gemoederen. Voorstanders roemen de kwaliteiten van het walvisvlees en beroepen zich vaak op een leugentje om bestwil om de meedogenloze vangst in stand te houden. Hevige tegenstanders willen liever vandaag dan morgen een halt toeroepen aan het verschrikkelijke bloedvergieten. Wanneer is de mens eigenlijk begonnen met de onnavolgbare uitroeiing van miljoenen zeezoogdieren en nog belangrijker wanneer zal de jacht eindelijk eindigen?

Walvissen werden al eeuwen gevangen, meestal door kleine gemeenschappen zoals de Inuit die de producten afkomstig van deze dieren louter gebruikten om in hun eigen behoeften te voorzien. De impact op de populatie walvissen was minimaal. Daar kwam echter verandering in toen de commerciële walvisvangst van start ging op het moment dat de Basken massaal de jacht openden op de gracieuze dieren in de golf van Biskaje in de twaalfde eeuw. De Baskische bevolking ondervond dat er geld te verdienen viel met een divers productaanbod zoals walvisvlees en walvisolie voor verlichting en balein. De walvisvangst ontwikkelde zich op die manier tot een commerciële business die significante winsten opleverde.

Walvisvet is vloeibaar goud
Voor de ontdekking van petroleum was walvisolie immers een kostbaar en zeer waardevol goedje. Straten en huizen in Europa en Noord-Amerika werden ermee verlicht. De walvisolie werd verkregen door de speklaag van het dier af te snijden en vervolgens te koken. Deze grondstof werd ook verwerkt tot zeep, margarine en werd gebruikt om leer soepel te houden. Balein (de lange hoornplaten in de bek van sommige walvissoorten) kon in allerlei vormen worden geperst als het in water werd verhit. Bekende toepassingen van balein waren dozen, meshandvaten, maatstokken, paraplu's, waaiers, schilderijlijsten en medische instrumenten. Het kwam ook van pas ter versteviging van korsetten en hoepelrokken.

Hevige concurrentie
Na talrijke Europese oorlogen kwam aan de Baskische suprematie een einde, maar elders namen andere regio's met dank die plaats in. Na de ontdekking van Spitsbergen en Groenland met hun walvisrijke wateren sprongen ook de Nederlanders op de kar aan het begin van de 17de eeuw. De Engelsen, Duitsers, Denen, Fransen en Amerikanen volgden hun voorbeeld. Door de massale slachtingen werden de walvissen al snel schaarser en moesten de walvisvaarders uitwijken naar meer ontoegankelijke oorden in de omgeving van het Noordpoolgebied.

Rood van het bloed
De eerste kolonisten in Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Australië konden hun geluk niet op. De zeeën leken daar nog vol te zitten met walvissen. Nergens waren de dieren nu nog veilig. Zelfs moeders met kalfjes moesten eraan geloven in de nietstontziende jacht op winst van de walvisvaarders. De oceanen zagen rood van het bloed. De gevolgen konden niet anders dan desastreus zijn voor de reuzen van de zee. Er waren gewoonweg niet genoeg walvissen meer om de jacht winstgevend te houden. Wanneer werd de wereld wakker?

Moratorium

De internationale gemeenschap verbood de commerciële vangst van de Groenlandse walvis in 1931 als een eerste stap. Vervolgens richtten de landen die meededen aan de walvisvaart in 1946 de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) op. Hierin spraken ze af hoeveel walvissen gevangen mochten worden. Pas in 1982 werd door de IWC besloten om vanaf 1986 een moratorium, een tijdelijk verbod, in te stellen op de commerciële jacht.

Lacunes
Maar de jacht op walvissen voor wetenschappelijke doeleinden werd echter niet verboden met de komst van het moratorium en daar maakten Japan en IJsland handig gebruik van. Noorwegen erkende het besluit van het IWC gewoonweg niet en bleef ook doorgaan met het slachten van de dieren. Sinds 1986 werden al meer dan 25.000 walvissen de dood ingejaagd ondanks het bestaan van het moratorium.

Campagne
De walvisvaart is nu nog vaak het onderwerp van een politiek debat. Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland zijn hevige voorstanders van een totaal verbod. Daar tegenover staan Japan, Noorwegen en IJsland die nog steeds ijveren voor het opheffen van het moratorium. Japan heeft al die tijd al sterk campagne gevoerd in binnen- en buitenland. De walvisindustrie koopt om de haverklap advertentieruimte in kranten om het walvisvlees blijvend in de belangstelling de houden.

Eten Japanners walvisvlees?
De vraag mag echter gesteld worden of de Japanse bevolking wel vragende partij is om het vlees te nuttigen. Een enquête van de krant Asahi Shimbun in 2002 wees immers uit dat slechts 4 procent van de respondenten regelmatig walvisvlees at, 53 procent had het niet meer gegeten sinds de schooltijd en 33 procent had het nog nooit geproefd. De Japanse walvisvaart wil de bevolking terug zin doen krijgen in wavisvlees door de creatie van allerlei innovatieve producten. Walvisburgers en ijsjes van walvisvet moeten de jeugd overtuigen. De industrie sponsort eveneens het walvisvlees op Japanse scholen in de hoop dat de kleintjes weer vertrouwd geraken met deze zogezegde lekkernij.

Vlees van dolfijnen
Walvisjagers viseren niet enkel de giganten van de zee, ook ontelbare kleinere zoogdieren zoals dofijnen zijn hun slachtoffer. Jaarlijks worden er duizenden gedood omdat ze niet beschermd worden door het moratorium van de IWC dat enkel voor walvissen geldt. Het zal niet verbazen dat Japan zich ook dit keer van zijn allerslechtste kant laat zien door elk jaar 20.000 dolfijnen de dood in te jagen. Bovendien worden consumenten vaak misleid doordat het vlees van dolfijnen in winkels het etiket 'walvisvlees' krijgt opgeplakt.

Toekomst

De Internationale Walvisvaartcommissie is eigenlijk een organisatie die helemaal niet is geëvolueerd. Toen het IWC werd opgericht in 1946 voldeed de organisatie aan de standaarden, waarden en de kennis van die tijd. Vandaag worden zowel de voorstanders als de tegenstanders geconfronteerd met een log instituut. Als de organisatie zou overgoten worden met een modern sausje, zou de walvisvaartcommissie al heel wat slagvaardiger uit de hoek kunnen komen. Strafmaatregelen tegen landen die de afspraken met de voeten treden, zouden eindelijk ingevoerd kunnen worden zoals dat ook het geval is met andere internationale akkoorden. De jacht op walvissen voor wetenschappelijke doeleinden zou door een ethisch panel kunnen gesuperviseerd worden en het vlees afkomstig van zulke vangst zou niet mogen verkocht worden. Bovendien zou het moratorium dan kunnen uitgebreid worden naar alle zeezoogdieren.

Wie wint het pleit?
Wetende dat wijzigingen aan de basisregels van het IWC enkel kunnen doorgevoerd worden na het bereiken van unanimiteit, dwingt ons tot het besef dat veranderingen ten goede niet snel te verwachten zijn. Japan en Noorwegen hebben trouwens de gewoonte om de armere landen die in de Walvisvaartcommissie zetelen om te kopen om zo meer stemmen te winnen voor de opheffing van het moratorium. De integriteit van het IWC wordt zo volledig ondermijnd. Hoe kan een organisatie die slecht functioneert, instaan voor de bescherming van walvissen en dolfijnen? De komende jaren zullen uitwijzen of de walvisvaarders dan wel de beschermers van de zeezoogdieren het pleit zullen winnen. De strijd is nog bijlange niet gestreden. (kve)

Deze maand neemt Planet Watch u mee op een ontluisterende trip door de oceanen van de wereld. De reeks 'Naar het einde van de zee' gaat over de belabberde toestand van onze zeeën en het effect daarvan op ons en onze toekomst. De jongste vijftig jaar is 90 procent van wat door de mens als eetbaar visbestand wordt aangezien gewoonweg verdwenen. Als we doorgaan op het huidige elan met vissen en vervuilen, dan zijn binnen dertig jaar alle oceanen dood.

Afkomstig uit: De Telegraaf
Activist Sea Shepherd gearresteerd in Japan
TOKYO- Een activist van de Sea Shepherd, een organisatie die de jacht op walvissen bestrijdt, is vrijdag opgepakt door de Japanse kustwacht. De Nieuw-Zeelander Pete Bethune werd bij aankomst in Japan aangehouden.

De activist kwam terug van een reis naar Antartica, waar hij bij een Japanse walvisvaarder aan boord klom om de Japanse kapitein in de kraag te vatten die in januari een actieschip van de Sea Shepherd had geramd. Na de aanvaring zonk dat schip, de Ady Gil, waarvan Bethune kapitein was.
De fanatieke acties van Sea Shepherd om de walvisjacht te dwarsbomen, zorgen voor veel irritatie in Japan, omdat zij de walvisjacht als een belangrijke culturele traditie ziet. Justitie in Japan liet weten dat Bethune wordt vervolgd.
Australië stelde Japan eerder nog een ultimatum om in november de walvisjacht in de zuidelijke oceaan te stoppen. Japan stelt de zoogdieren voor wetenschappelijke doeleinden te vangen. Walvisvlees is echter ook een lekkernij voor Japanners.


Afkomstig uit: De Morgen

Restaurant sluit deuren na verkoop van walvissushi
Een Californisch restaurant dat door het Amerikaanse gerecht vervolgd wordt omdat het sushi's van walvis verkocht, doekt de zaak uit eigen beweging op, zo hebben de zaakvoerders op de website van het restaurant laten weten.
'The Hump', dat ten westen van Los Angeles in Santa Monica ligt, en de chef van het restaurant, Kiyoshiro Yamamoto (45), worden vervolgd voor de "illegale verkoop van producten afkomstig van een zeezoogdier", in dit geval noordse vinvis, een walvissoort die door de Amerikaanse wet beschermd wordt.
"The Hump hoopt dat het, door zijn deuren te sluiten, de aandacht van het publiek kan helpen vestigen op de verwoestende effecten van illegale walvisjacht op het ecosysteem", schrijven de zaakvoerders.
"De sluiting van het restaurant is een zelfkastijding bovenop de boete die het gerecht ons zal geven. De eigenaar van The Hump zal ook andere initiatieven nemen om met uitsterven bedreigde diersoorten te redden", voegen ze eraan toe. Ze zullen onder meer geld schenken aan één of meerdere organisaties die zich voor de walvissen en andere bedreigde diersoorten inzetten.
De eigenaars van het restaurant riskeren een jaar cel en 200.000 dollar boete, de chef kan een boete van 100.000 dollar krijgen.

Internetbronnen
Link: http://www.greenpeace.nl/campaigns/walvissen-en-dolfijnen/walvisjacht
In de 20e eeuw zijn er meer dan een miljoen walvissen gedood. De commerciële walvisjacht vormde een ernstige bedreiging voor veel soorten en populaties walvissen. Walvispopulaties groeien zeer langzaam weer aan. De jacht heeft daarom al snel desastreuze gevolgen.
De Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) was in 1948 opgericht om de walvispopulaties in stand te houden. Dat bleek een onmogelijke opgave zonder moratorium op het doden van walvissen. In 1986 verbood de IWC wereldwijd de commerciële walvisjacht.
Japan trekt zich niets aan van het moratorium en jaagt nog steeds op walvissen. De Japanse overheid beweert dat het jaagt met een wetenschappelijk doel. Maar DNA-onderzoek wees uit dat het vlees gewoon op de markt belandt. In Japan is walvisvlees een delicatesse. Het land jaagt sinds 1987 vierhonderd dwergvinvissen per jaar in het Zuidpoolgebied. Zelfs in het walvisreservaat dat daar sinds 1994 bestaat. De Japanners jagen ook in het noordelijke deel van de Stille Oceaan. Jaarlijks slachten ze daar zo'n honderd walvissen af.

Japan besloot in 2000 voor het eerst ook weer te jagen op Bryde's walvissen en potvissen. Het land negeerde protesten van veertien landen, waaronder Nederland. De VS en Groot-Brittannië dreigden zelfs met een handelsverbod. Japan trok zich er niets van aan en de walvisvloot ging volgens plan op jacht.
Noorwegen doet niet eens alsof het voor de wetenschap jaagt. Het land weigerde het IWC-verbod van 1986 te ondersteunen. Officieel hoeft Noorwegen zich er dus niet aan te houden. De Noren jagen in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan. Ze doorkruisen ook de Noordzee op zoek naar dwergvinvissen. In 2000 schoten ze zo'n 400 tot 500 walvissen dood.
De Noorse regering staat sinds januari 2001 opnieuw de export toe van walvisvlees en walvisblubber. Walvisvlees brengt veel op, zeker op de Japanse markt. Handel in walvisvlees leidt onvermijdelijk tot een groter aantal gedode walvissen. Illegaal en legaal. De druk van de walvisjagers om de quota voor walvissen te verhogen is groot. De Noorse beslissing leidde dan ook tot wereldwijde protesten.
Dit jaar heeft IJsland na 17 jaar de commerciële walvisjacht officieel hervat. Vreemd, want IJsland heeft de laatste jaren juist veel verdiend aan whale watching - veel meer dan de commerciële walvisjacht in het verleden heeft opgebracht. Het IJslandse Ministerie van Visserij heeft een vergunning afgegeven voor de commerciële vangst van 39 walvissen, waaronder negen bedreigde gewone vinvissen. IJsland durft daarbij te beweren dat de jacht duurzaam is

Link: http://nl.wikipedia.org/wiki/Walvisvaart
Walvisvaart
De walvisvaart of walvisjacht is het jagen op en het doden van walvissen, voornamelijk voor walvisolie en -vlees. Het schip waarmee op walvissen wordt gejaagd heet een walvisvaarder, evenals de kapitein van een dergelijk schip. Tegenwoordig worden walvissen meestal met een harpoen gevangen. Onder natuurbeschermers en onder de bevolking in de meeste Europese landen is de walvisvaart zeer omstreden.

Geschiedenis

Prehistorisch tot de middeleeuwen
Mensen jagen al op walvissen sinds prehistorische tijden. Archeologische vondsten in Ulsan in Zuid-Korea laten zien dat boeien, harpoens en lijnen al rond 6000 v. Chr. gebruikt werden om walvissen te bejagen. Het oudste bekende manier van het vangen van walvissen is door ze simpel naar de kust te drijven door de weg naar de open oceaan af te snijden met een aantal kleine boten. Dit werd vooral toegepast bij kleine soorten, zoals de griend, witte dolfijn en de narwal. Hierna begon men met het jagen met een boei aan het eind van een harpoenlijn. Deze boei was vaak een houten boei of een opgeblazen zeehondenhuid. De boei zorgde ervoor dat het geharpoeneerde dier zo vermoeid raakte dat men het kon naderen en doden. Verschillende culturen uit de hele wereld gebruikten zo'n boei, zoals de Inuit, Indianen, en de Basken.

Begin commerciële walvisvaart

Afbeelding van de walvisvaart uit het boek Captain Cook's First, Second, Third and Last Voyages
De Basken waren de eersten die op grote schaal om commerciële reden op walvissen begonnen te jagen. In de middeleeuwen exporteerden de Basken al veel walvisvlees en blubber naar vele andere delen van Europa. De Basken gingen, tijdens of voor de 16e eeuw, boten gebruiken als "boei" aan het eind van de harpoenlijn. Hierdoor werd de vangst vergroot doordat de geharpoeneerde dieren niet meer konden wegzwemmen voordat ze gedood waren.
Aan het begin van de 17e eeuw beseften de Hollanders, Engelsen en anderen de mogelijkheden van de walvisvaart. Willem Cornelisz. van Muyden was de eerste Hollandse walvisvaarder. Vanaf dit moment werd de concurrentie hevig om de rijkste "visgronden". Rond 1640-1650 begonnen ook de Amerikaanse kolonisten vanuit New England ook op echte walvissen te jagen.

Nederland
Gravure uit de 18e eeuw met Nederlandse walvisvaarders jagend op Groenlandse walvissen bij het eiland Jan Mayen. Op de achtergrond is de vulkaan Beerenberg te zien.

Vanaf de 17e eeuw begon Nederland met de commerciële walvisvaart. Van 1614 tot 1642 had de Noordsche Compagnie het alleenrecht. Op het eiland Amsterdam bij Spitsbergen werd voor de walvisvaart de nederzetting Smeerenburg gevestigd, van waaruit 's zomers grote hoeveelheden Groenlandse walvissen tot traan werden verwerkt. Toen dit octrooi afliep, gingen ook anderen meedoen aan de jacht op de Groenlandse walvis. Dit leidde uiteindelijk tot de bijna uitroeiing van de Noord-Atlantische populatie van deze soort. Al rond 1670 waren bij Spitsbergen zo weinig walvissen dat de schepen moesten uitwijken naar andere gebieden. Dit bleek uiteindelijk commercieel geen succes. Nederland hield de walvisvaart voor gezien in 1873.
Zo liep het Nederlandse aandeel in de walvisvaart in de loop van de negentiende eeuw terug naar vrijwel nihil. Daardoor miste Nederland de ontwikkeling naar de zogenaamde "pelagische walvisvaart', waarbij de jacht op en vangst en verwerking van walvissen op volle zee wordt uitgevoerd door een vloot van schepen, bestaande uit een walvisfabrieksschip en meerdere vangschepen. Deze ontwikkeling betekende tevens een verschuiving van het jachtgebied vanuit de arctische wateren rond de Noordpool (de Noordelijke IJszee) naar de antarctische wateren rond de Zuidpool (de Zuidelijke Oceaan).

Andere landen, met name Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk, namen wel volop aan deze ontwikkeling deel. In 1925 werd de "slipway" ingevoerd, waarmee gedode walvissen op een snelle manier op het dek van het walvisfabrieksschip gesleept konden worden. De fabrieksschepen namen steeds meer in grootte toe, en in het seizoen 1938/39 waren er al 34 in gebruik met een gemiddeld tonnage van 14.000 ton. Nederland speelde hierin echter geen rol.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de Nederlandsche Maatschappij voor de Walvischvaart (NMW) opgericht, die zich met een aangekocht walvisfabrieksschip en enkele vangschepen op de pelagische walvisvaart richtte. De oprichting van de NMW werd vooral ingegeven door de naoorlogse schaarste aan oliën en vetten en de onmogelijkheid om deze met de schaarse buitenlandse betaalmiddelen elders in te kopen. Tussen 1946 en 1964 heeft de NMW met de walvisfabrieksschepen Willem Barendsz (I) en Willem Barendsz (II) en een vloot vangschepen achttien expedities in de wateren rond Antarctica uitgevoerd.
Toch kwam er een kink in de kabel. De hoeveelheid walvissen was niet oneindig. Daarom richtten de landen die meededen aan de walvisvaart in 1946 de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) op. Hierin spraken ze af hoeveel walvissen gevangen mochten worden. Juist toen Nederland met een nieuw schip meer walvissen wilde gaan verwerken, besloot de IWC dat Nederland de walvisvangst moest beperken. Nederland stapte boos uit de commissie. Maar dat hielp niets. De vangsten liepen langzaam terug en de hoge kosten konden niet worden terugverdiend. In 1964 werd de nieuwe walvisvaarder aan Japan verkocht. Dat betekende het einde van de Nederlandse walvisvaart.

Moderne Walvisvaart
Door overbejaging zijn veel walvissoorten sterk in aantal achteruitgegaan en werden deze met uitsterven bedreigd. Sinds 1931 werken landen daarom internationaal samen om de walvisvaart te reguleren. Het belangrijkste verdrag is de International Convention for the Regulation of Whaling (ICRW) uit 1946. De Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) werd met dit verdrag opgericht.
In 1982 werd door de IWC besloten om vanaf 1986 een moratorium, een tijdelijk verbod, in te stellen op de commerciële jacht. Behalve de commerciële jacht worden nog traditionele twee vormen van jacht erkend door de IWC. Deze twee zijn niet verboden met de komst van het moratorium:
• De jacht op walvissen voor wetenschappelijke doeleinden
• Aboriginal subsistence whaling: de volkeren als de Inuit, waarbij de mensen afhankelijk van de walvisvaart zijn om te overleven.
Noorwegen erkent het moratorium niet en jaagt nog zoveel en zovaak als het maar wil en IJsland sinds 2008 ook weer. Japan jaagt onder het mom van wetenschappelijk onderzoek op walvissen. Conform de IWC afspraken komt het vlees van de gedode walvissen in de open handel. Vanaf oktober 2006 hervat IJsland het verlenen van vergunningen voor de commerciële walvisvaart. De eerste vergunningen worden verleend om tot 31 augustus 2007 negen gewone vinvissen en dertig dwergvinvissen te doden voor binnenlandse consumptie.
Organisaties als Greenpeace en Sea Shepherd zijn tegen de jacht op walvissen. Met name Sea Shepherd hindert de jagers in het vangen van walvissen. Dit leidt soms tot aanvaringen op volle zee.

Tegenwoordig is de algemene dwergvinvis de meest bejaagde soort door de Japanners, Noren en IJslanders. Ook op de Faeröer wordt gejaagd op walvissen, waarbij rond de duizend grienden in een jaarlijks terugkerende traditionele jacht worden gedood door de plaatselijke vissers.

Link: http://zaplog.nl/zaplog/article/japanners_blijven_hardnekkig_walvissen_vermoorden

Japanners blijven hardnekkig walvissen vermoorden
De Japanners hebben in 12 dagen 59 dwergvinvissen gedood onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Dat is er eentje minder dan het omstreden quotum van de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC). Sinds 2005 heeft Japan de slachtpartijen op walvissen weer opgedreven.

De 59 vinvissen die vorige week geharpoeneerd werden zijn het slachtoffer van de jaarlijkse campagne voor de kust van het eiland Hokkaido. De echte Japanse "research" begint over een paar maanden. Dan trekt de Japanse vloot naar de Zuidpool en worden tussen 800 en 1.000 walvissen afgeslacht in naam van de wetenschap.

Gruwelijke dood

Om walvissen te vermoorden, gebruiken de Japanners nog steeds harpoenen met springlading. Bij die wapens is de eerste explosie meestal niet genoeg om de getroffen walvis daadwerkelijk te doden. Daarom worden de walvissen vaak aan hun staart aan de zijkant van enorme walvisschepen opgetakeld. Aangezien hun spuitgat dan onder water blijft, sterven de dieren uiteindelijk een gruwelijke verdrinkingsdood. Bovendien blijkt dat ongeveer de helft van de gedode vrouwtjes zwanger zijn.

71 procent Japanners zijn tegen


Het vlees van de nu afgemaakte 36 mannetjes en 23 wijfjes wordt, net als dat van alle andere door de Japanse "wetenschappers" onderzochte walvissen, gewoon voor consumptie verkocht.

In Japan is de walvisindustrie volkomen door de overheid gereguleerd. Tokio bepaalt hoeveel walvissen er gevangen mogen worden, wie ze mag verkopen en zelfs tegen welke prijs. Van het geld dat zo verdiend wordt, blijft na aftrek van de kosten en subsidies bijna niets over. Bovendien is in Japan is de publieke steun voor het walvisprogramma de laatste tijd sterk gedaald. 71 procent van de Japanners zijn tegen de commerciële walvisvaart gekant. Dat betekent ook dat erg veel minder interesse is voor de 'delicatesse'.

Walvissen eindigen als katten- en hondenvoer

Daardoor eindigen sommige walvissen nu al als katten- en hondenvoer. Japan heeft inmiddels zelfs een "walvisberg" opgebouwd van zeker 5.000 ton. Het vlees ligt ingevroren te wachten op de consument. Een nieuwe campagne, onder meer gericht op schoolkinderen, moet helpen om de berg weg te werken.

In mei vorig jaar brachten activisten van Greenpeace aan het licht dat bemanningsleden van de grootste walsvisvaarder Nisshin Maru walvisvlees verkochten op de zwarte markt. De milieuactivisten werden gearresteerd voor diefstal van walvisvlees, wat leidde tot grote internationale verontwaardiging. Australië overweegt ondertussen Japan voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag te dagen als er niet gestopt wordt met de jacht op walvissen.

Misschien willen de Chinezen het eten...

In de walvisindustrie is de hoop nu gevestigd op China. Als de Chinezen walvisvlees leren eten, komt er een gigantische markt bij. Op enkele plaatsen in China en Taiwan is het vlees al te krijgen, als een dure delicatesse. Maar tot nog toe hebben de meeste Chinezen, die toch bekendstaan als ruimdenkende eters, geen trek in walvis.

Ondanks de groeiende afkeer van de consument voor walvisvlees, heeft Japan sinds de slachtpartijen weer opgedreven. Er worden nu meer dan dubbel zoveel walvissen geharpoeneerd dan tien jaar geleden. Bovendien worden ook nog eens jaarlijks 20.000 dolfijnen gevangen voor consumptie.

De achterpoortjes

De Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) besliste in 1986 een tijdelijk verbod in te stellen op de commerciële jacht op walvissen. Er zijn twee uitzonderingen: de jacht wetenschappelijke doeleinden (waar dus de Japanners zich op beroepen) en "aboriginal subsistence whaling": de traditionele jacht door volkeren als de Inuit, die claimen afhankelijk van de walvisvaart te zijn om te overleven.

Japanse logica: walvis bedreigt mens


De Japanners beroepen zich hoofdzakelijk op twee argumenten om de jacht op walvissen goed te praten. Een eerste is economisch van inslag en komt hier op neer: walvissen bedreigen de mens en niet omgekeerd. Want, beweren de Japanners, de walvissen voeden zich met vis en zijn verantwoordelijk voor de dalende visbestanden. En, hoe meer walvissen in de zee, hoe erger dat gaat worden.

19 vissticks per dag

Het argument is door de wetenschap als absurd afgedaan. Niet de walvissen, maar de Japanners zelf eten de zee leeg. Het land is verslaafd aan vis. De gemiddelde Belg eet per jaar 9,9 kilo vis, de gemiddelde Japanner 69,1 kilo. Dat komt neer op 19 vissticks per dag, elke dag. Het heeft voor een stuk te maken met traditie: tot 1872 mocht in het Land van de Rijzende Zon door strikt boeddisme geen dier met vier poten worden gegeten.

Verzonnen traditie

Wat ons meteen doet aansluiten bij het tweede argument van de Japanners om walvissen te doden: de walvisjacht is een culturele traditie die al eeuwen in het land wordt beoefend.

Ook dat is onzin. Want amper één procent van de Japanners hield er zich voor de 20ste eeuw mee bezig. En die één procent waren dan nog eilandbewoners die hun levenswijze onder dwang hebben moeten veranderen wegens te barbaars voor de rest van de Japanners. De 'moderne' Japanse walvisjacht is een praktijk afgekeken van de Noren, opgezet door een meedogenloze zakenman genaamd Jura Oka die Noren inhuurde en Noorse uitrustingen kocht.

Walvissen doden om oorlog te kunnen voeren

In 1908 richtte Jura Oka Nihon Hogeigyo Suisan Kumiai op, of de Japanse Walvisjacht Associatie. Ze bundelde de krachten van 12 bedrijven met een vloot van 28 schepen. Het doel: van Japan het grootste walvisjagende land ter wereld maken. Het was een succes. In amper zeven jaar roeide de vloot in de zeeën rond Japan en Korea de Westerse grijze walvis uit. Tegen 1931 werden 38.000 blauwe vinvissen per jaar afgeslacht in de Stille Oceaan.

In 1935 werd er nog een schep bovenop gedaan: Japan stuurde zijn eerste walvisschepen naar Antarctica. Daar zouden bijkomend nog eens 20.000 walvissen per jaar gedood worden. Het land had immers geld nodig om een oorlog te starten. En zo zorgde de verkoop van walvisolie voor de financiering van de invasie van Mantsjoerije en China. In 1935 weigerden overigens twee landen de Geneefse Conventie voor de Regulering van de Walvisjacht te ratificeren: Duitsland en Japan.


In 1939 waren Japan en Duitsland verantwoordelijk voor 30 procent van de gedode walvissen. Waarna de focus zich zes jaar lang verlegde op het afslachten van onze eigen soort. De walvisjacht viel terug op 10 procent van de vooroorlogse omzet en een groot deel van de vloot werd vernietigd.

Oil for food

De huidige moderne walvisvloot van Japan is eigenlijk een creatie van de Verenigde Staten. In 1946 stelde generaal Douglas MacArthur voor een walvisvloot op te zetten om zeker te zijn van voldoende proteïne voor de overwonnen Japanse bevolking. Het idee was om zo de kosten te drukken van de voedseltransporten van de VS naar het naoorlogse Japan.

Op 6 augustus 1946 tekende MacArthur de richtlijnen waarmee twee verwerkingsschepen en twaalf schepen voor de jacht toestemming kregen om in het Antarctische gebied op walvissen te gaan jagen. De deal hield in dat Japan het vlees zou krijgen en de olie naar de VS ging. De VS gaven 800.000 dollar uit aan brandstof voor de schepen en kregen in ruil daarvoor walvisolie ter waarde van 4 miljoen.

De woordvoerder van de Japanse walvisindustrie Joji Morishita heeft publiekelijk erkend dat de walvisjacht "niet over geld gaat maar over trots". Morishita zweert voortdurend dat "Japan nooit zal toegeven aan de antiwalvisjacht standpunten van de niet-Japanners". (mvl)

Er worden nu meer dan dubbel zoveel walvissen geharpoeneerd dan tien jaar geleden. Bovendien worden ook nog eens jaarlijks 20.000 dolfijnen gevangen voor consumptie. En Japan is geen unicum. Net nu de walvissen zich wat leken te herstellen in onze oceanen, hernemen of intensifiëren verschillende landen de jacht op deze schitterende dieren. Bovendien blijken walvissen nu al te lijden onder de gevolgen van de opwarming van ons klimaat. Lees er alles over de volgende drie dagen in een verontrustende Planet Watch-special.

REACTIES

M.

M.

super goed heb er heel veel aangehad thanx :D XD

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.