Maaimachine

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 6e klas vwo | 462 woorden
  • 7 september 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7
3 keer beoordeeld

Een veld vol hoge zomergrassen, een moeder ree met haar jong; Snijders schetst hier een kinderlijk onschuldig agrarisch landschap, een wereld die in schril contrast staat met de lawaaierige maaimachine die enkele ogenblikken later in het verhaal wordt geïntroduceerd. Het gras is lang, en de biologische boer is begonnen met het maaien van zijn weiland. Het jonge reetje komt onder de maaimachine terecht en sterft ter plekke. De boer gaat onverstoord door tot zijn weiland is veranderd in een zee van lichtgroen gras van slechts enkele centimeters hoog. Enkele uren later, alsof er niets is gebeurd, keert de stilte weer terug.

A.L. Snijders, een pseudoniem van Peter Cornelis Müller, schreef dagelijks korte stukjes in verscheidene Nederlandse bladen, waaronder het Parool en de VPRO-gids, waarmee hij in 2010 de Constantijn Huygensprijs won. Tegenwoordig heeft hij zich gespecialiseerd in het schrijven van zeer korte verhalen, die hij zelf op de radio voorleest. Voor zijn korte verhalen zoekt Snijders graag grotere, vaak filosofische, thema’s, die hij slechts op enkele punten in het verhaal laat doorschemeren. Het achterliggende thema in dit verhaal kan worden gevonden in de woorden van de boer wanneer hij met de hoofdpersoon in gesprek is over de dood van het hertje: “De een zijn dood is de ander zijn brood.” Een thema dat hier niet voor de eerste keer wordt gebruikt binnen een literaire context. Zo schrijft Bernlef in zijn boek “De een zijn dood” ook over een man die zijn geld verdient ten kostte van het leven van een ander.

Wat opvalt binnen dit verhaal is het verschil in opvatting tussen de hoofdpersoon en de boer over de tragische gebeurtenis die in het begin plaatsvindt. Deze gebeurtenis blijft de hoofdpersoon namelijk, anders dan de norse boer, niet in de koude kleren zitten, en in de rest van het verhaal blijft hij dan ook de moeder van het jonge hertje nauwlettend in de gaten houden, en merkt zo op dat het dier geen afstand lijkt te kunnen nemen van de plaats van het ongeluk, waardoor hij zich afvraagt of dieren daadwerkelijk net zo kunnen rouwen als mensen.

Dit verhaal roept richting het einde meer vragen op dan dat het beantwoordt. Vragen als waarom de boer het hertje niet opmerkte (of juist wel), en waarom het hem niets schijnt te interesseren dat het overleed door zijn toedoen. Vragen als deze zorgen ervoor dat de boer wordt afgebeeld als een norse, gevoelloze man, waarbij de hoofdpersoon daarentegen wordt afgebeeld als gevoelig en nieuwsgierig. Op de vragen van zowel de lezer als de hoofdpersoon geeft Snijders in dit verhaal echter geen antwoord, en dat zorgt ervoor dat dit verhaal niet ophoudt na zijn twintig regels, maar het nog dagen lang stof tot nadenken geeft.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.