Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dierproeven

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 5e klas vwo | 3032 woorden
  • 23 juni 2001
  • 478 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
478 keer beoordeeld

DIERPROEVEN: Meer dan 650.000 katten, honden, ratten, muizen, apen, konijnen, paarden en vogels worden jaarlijks in laboratoria "gebruikt" voor onderzoek. Maar ook de cavia, geit, vis, apen en runderen worden niet vergeten. Er worden meer dan 1 miljoen proefdieren gefokt, en het overschot blijft in gevangenschap of wordt vernietigd. De dieren worden gebruikt voor: Medisch onderzoek (ontwikkeling, productie en controle van sera, vaccins en geneesmiddelen) 46%, giftigheidonderzoek 11%, onderwijs 1% en wetenschappelijk onderzoek 42%. Proefdieren hebben een gruwelijk leven. Ze zitten alleen of met vele lotgenoten in kooien waarin ze zich nauwelijks kunnen bewegen. In de experimenten worden ze ingespoten met stoffen, moeten ze pillen slikken of wordt hun huid bestraald of verbrand. Uiteraard is onderzoek naar genezing van ernstige ziektes erg belangrijk. Maar dit kan/moet anders! Laat u zich wijsmaken dat de wetenschap, die zelfs onderzoek op de maan en mars mogelijk heeft gemaakt geen onderzoeksmethode kan ontwikkelen zonder gebruik van proefdieren? Dit kan (en wordt in sommige gevallen al gedaan) het aantal proefdieren verlagen. Het grootste probleem is dat de overheid voor onderzoek naar alternatieven voor dierproeven en onderzoek zonder dieren maar zo'n 3,5 miljoen beschikbaar stelt, terwijl voor onderzoek met proefdieren ongeveer 500 miljoen wordt uitgegeven. Helaas worden de alternatieven met kunstratten, computersimulaties en weefselkweken nog (te) weinig gebruikt. (dit zijn de meest bekende van de duizenden alternatieven) . Kent u het verschil tussen 'lijken op' en 'gelijk zijn aan'? Aangezien een dier op een mens lijkt, (omdat een mens ook een dier is) wordt er op dieren getest. Maar dieren zijn niet gelijk aan mensen! (zoals een diersoort ook niet gelijk is aan een ander diersoort) Hierdoor zijn de uitkomsten van de experimenten vaak onbetrouwbaar en daarmee de medicijnen gevaarlijk voor de mens. (interferon bij kanker, softenon bij zwangerschap, viagra...je weet wel) Veel stoffen die op dieren zijn getest hebben een andere uitwerking op mensen. Helaas wordt dit pas bekend als deze stoffen (oa. in medicijnen) regelmatig worden gebruikt door mensen. Met als gevolg: (ernstige) bijverschijnselen bij mensen en een nieuwe "lading" proefdieren om dit probleem op te lossen. In Nederland mogen sinds 1996 geen dierproeven voor cosmetica en verzorgingsproducten meer worden gedaan. Dit is een goede zaak, ware het niet dat de winkels vol liggen met cosmetica en verzorgingsmiddelen van buitenlandse merken die wel hun producten op dieren testen. Ook Nederlandse fabrikanten die samenwerken met buitenlandse bedrijven of die fabrieken in het buitenland hebben kunnen deze proeven (als dat in het betreffende land toegestaan is) dus gewoon uitvoeren. Antiproefdier organisaties streven dan ook naar een Europees verbod voor dierproeven in de cosmetica branche. BEDRIJVEN DIE OP DIEREN TESTEN: Proctor & Gamble : Ariel, Dash, Dreft, Vizir, Lenor, Viakal, Clearasil, CoverGirl, Max Factor, Old Spice, Bleu Stratos, Oil of Olaz, Signia, Blendamed, Kukident, Pantene, Vidal Sassoon, Head & Shoulders, Vicks, Always, Pampers, Punica, Valencina, Bounty. Boots : Halfords Automaterialen, Medicamenten. Bristol Meyers : Mum, Mr.Muscle, Clairol, Windex, Renuzit. Colgate/Palmolive : Cleopatra, Palmolive, Colgate, Macleans, Plax, Ajax, Mennen Deodorant, Softsoap, Hill's pet nutrition, Soft'n'Gentle. Henkel : Apri, Dixan, Persil, Witte Reus. Monsanto : Nutrasweet, Candarel. Douwe Egberts/Sara Lee : Badedas, Brylcream, Zwitsal, Sanex, Xapona, Radox. SmithKline Beecham : Oxy, Fenjal, Aquafresh, Alcon, Obsession, Odol Med3. Unilever : Elizabeth Arden, Lux, Calvin Klein, Nino Ceruti, Elizabeth Taylor, Dove, Sunlight, Timotei, Cutex, Jif, Omo, All, Sunil, Lever, Becel. Warner Lambert : Schick, Henara, Polly Tint, Poly Foam. !!!!! Uiteraard zijn er nog veel meer bedrijven die dierproeven doen!!!!!
Er wordt op dieren geëxperimenteerd voor de volgende onderzoeken: Medisch onderzoek: Onderzoek naar geneesmiddelen eist de meeste slachtoffers. Hierbij worden de dieren eerst ziek gemaakt met vb. kanker of hart en vaatziekten. Als de dieren uitvoerig zijn getest en "beter" zijn geworden wordt het middel op de markt gebracht. Bij reuma onderzoek worden dieren opzettelijk ziek gemaakt. Met een (nieuwe) behandelingsmethode proberen onderzoekers het dier te genezen. Als dit lukt is de kans op genezing bij de mens iets groter. Of een (nieuw) medicijn mensen geneest kan pas met zekerheid worden gezegd als het middel door mensen wordt gebruikt. Giftigheidonderzoek: Een zeer omstreden giftigheidproef is de LD-50 test (deze test wordt in Nederland niet meer uitgevoerd, maar in Nederland zijn wel producten te koop die in een ander land op deze manier zijn getest). Letale betekend dodelijk, en de 50% staat voor het aantal dieren dat bij deze test het leven laat. Deze dieren worden getest op giftige stoffen die uiteindelijk terecht komen in producten die wij ( dagelijks) gebruiken, zoals medicijnen, schoonmaakmiddelen, verf, geur, kleur en smaakstoffen, etc, etc. Deze stoffen worden ingespoten of op de kale huid aangebracht. (d.m.v genetische manipulatie worden deze dieren kaal geboren) Vervolgens wordt gekeken hoe de dieren op deze stoffen reageren. Voordat deze stoffen voor menselijk gebruik bruikbaar zijn, sterven de dieren een gruwelijke dood door de werking van de giftige stoffen in of op het lichaam van het dier. Er wordt in Nederland nog wel op andere manieren giftigheidonderzoek gedaan waarbij dieren worden gebruikt. Wetenschappelijk onderzoek: Dit kan zijn onderzoek naar wapens, drank, drugs, genetische manipulatie, etc, etc. Zo worden bv. wapens getest op dieren om te kijken wat voor slachting het wapen aan kan richten bij mensen (niet in Nederland). Uiteraard is dit voor de dieren een pijnlijke dood. Zeker voor de dieren die niet direct aan de schotwonden overlijden, maar meestal in shock toestand doodbloeden. Alternatieven: Er zijn duizenden alternatieven voor dierproeven. Deze worden alleen niet gebruikt omdat er te weinig geld beschikbaar wordt gesteld voor onderzoek naar deze proefdiervrije middelen om stoffen te testen. Ook staan onderzoekers/wetenschappers niet te springen om deze omschakeling te maken. Dit terwijl je toch zou verwachten dat de wetenschap zich bezig houdt met het ontwikkelen van vooruitgang in welke vorm dan ook. Dat zou dus ook vooruitgang moeten zijn in het ontwikkelen van alternatieven voor dierproeven. Het is mogelijk om losse cellen van weefsel en organen te kweken en levend te houden in een bepaalde vloeistof. Zo behouden deze cellen hun specifieke eigenschappen, zodat men hier proeven op kan doen. Verder is het mogelijk om cellen in kweek stoffen te laten produceren, waarvoor anders dieren nodig zijn. Buiten het feit dat testen op cellen/ weefselkweek goedkoper is dat het testen op dieren, zijn de resultaten hiervan betrouwbaarder omdat het om menselijke cellen gaat. Een andere methode is het gebruik van computers. Resultaten verkregen uit onderzoeken kunnen in computersystemen worden opgeslagen en weer worden opgevraagd. Zo hoeven niet steeds dezelfde proeven door verschillende onderzoekers te worden gedaan, maar kan men de gegevens van anderen benutten. (uitwisselen van gegevens onderling wordt bijna niet gedaan) Met computers kan men ook biologische systemen van mensen en dieren nabootsen en door middel van speciale programma's sturen. Op die manier kan bv. de groei van een kankercel worden nagebootst en de werking van een bepaald geneesmiddel erop worden bestudeerd. De proeven Mensen gebruiken dieren voor allerlei testen. Meestal omdat deze proeven voor mensen gevaarlijk is. Onderzoekers doen dierproeven om ervan te leren. Er zijn vier soorten dierproeven: -Medisch onderzoek, -Giftigheidsonderzoek -Onderwijsonderzoek -Wetenschappelijk onderzoek
Medisch onderzoek De meeste proefdieren worden voor medisch onderzoek gebruikt. Dit is onderzoek naar: Medicijnen en behandelmethoden voor ziekten. De oorsprong van het verloop van ziekten
Het voorkomen van ziekten door het ontwikkelen en maken van vaccins
Het herkennen en opsporen van ziekten. Het gaat hier om het genezen bij mensen en dieren. Waaronder de dieren in de bio- industrie. Maar verreweg de meeste medische proeven worden voor het welzijn van mensen gedaan. Giftigheidonderzoek Jaarlijks worden veel dierproeven gedaan om de giftigheid van stoffen te bepalen. Het gaat om stoffen die door mensen zijn gemaakt en die gebruikt worden in het huishouden (schoonmaakmiddelen), eten (geur- kleur- en smaakstoffen), voor de landbouw (bestrijdingsmiddelen) en andere stoffen waarmee de mens in aanraking kan komen. Door de inzet van de vereniging AVS Proefdiervrij is het nu in Nederland verboden dierproeven voor cosmetica te doen. In het onderzoek naar de giftigheid van stoffen krijgen dieren de stoffen ingevoerd, ingespoten of op de huid of in ogen gesmeerd. Vervolgens kijken onderzoekers of de dieren schade ondervinden van de stoffen en hoe lang dat duurt. Hierdoor kunnen onderzoekers bijvoorbeeld berekenen hoeveel van de stof mensen mogen eten. Deze proeven worden vaak door wetten voorgeschreven. Deze wetten moeten de mensen beschermen. De laatste jaren zijn er gelukkig minder giftigheidproeven gedaan. Dit komt omdat er veel alternatieven voor deze proeven ontwikkeld worden. Onderwijs Studenten gebruiken gezonde levende dieren om te leren hoe het menselijk en dierlijk lichaam er van binnen uitziet, of hoe dieren zich gedragen. Ook studenten die later in hun beroep niet met dieren gaan werken. Studenten leren hoe ze moeten snijden, hechten en anders en andere vaardigheden. De vereniging AVS Proefdiervrij verzet zich tegen proeven in het onderwijs omdat hiervoor goede alternatieven bestaan en omdat studenten er leren dat je proefdieren mag gebruiken voor wetenschappelijke doelen. De AVS Proefdiervrij vindt dit een verkeerde opvatting over wetenschap. De vereniging vindt dat elke wetenschapper moet leren dat proefdieren niet zomaar gebruikt mogen worden in onderzoek. Door het werk van AVS Proefdiervrij heeft elke student het recht gekregen om opgrond van zijn/haar geweten bezwaar te maken tegen de dierproeven en een alternatief programma te volgen. Hoewel er geen officiële cijfers van zijn, wordt geschat dat per jaar 2% van de studenten een alternatief programma volgt. Wetenschappelijk onderzoek Proefdieren worden voor allerlei onderzoeken gebruikt. Bijvoorbeeld onderzoek voor de ruimtevaart, verkeersongelukken of onderzoek van de hersenen van de dieren. Niet altijd is duidelijk welk nut het onderzoek

heeft voor het genezen van mensen. Vaak doen
onderzoekers proeven omdat ze nieuwsgierig zijn en
omdat het misschien in de toekomst belangrijk kan worden. In de tabel hiernaast staat hoeveel dieren voor
bepaalde onderzoeken gebruikt word. Alternatieven voor dierproeven AVS Proefdieren wil dierproeven de wereld uit hebben. Eén van de manieren om dat te bereiken is door dierproeven te vervangen door alternatieven. Dat zijn onderzoeksmethoden waarbij minder of geen dieren meer worden gebruikt. Onder andere door de kunst van alternatieven, is het aantal proefdieren in Nederland sinds ’81 gehalveerd. Inmiddels bestaan er al duizenden alternatieven en het worden er elk jaar meer. Er zijn twee soorten alternatieven. Namelijk: alternatieven voor wetenschappelijk onderzoek en alternatieven voor standaard diertesten. In het wetenschappelijk onderzoek worden de meeste alternatieven ontwikkeld en gebruikt. Maar toch vervangen deze alternatieven maar weinig dierproeven. Elk onderzoek is nl. bijna uniek en daar zijn speciale alternatieven voor nodig. Die kunnen dan weer niet voor een ander onderzoek gebruikt worden. Standaard diertesten worden over de hele wereld uitgevoerd. Een alternatief voor zo’n test spaart al gauw honderdduizend dierenlevens per jaar. Het gaat hierbij om dierproeven om de veiligheid van stoffen te testen. Voorbeelden van deze dierproeven zijn huid- en oogirritatie testen, de LD 50 testen en testen om te kijken of stoffen kanker veroorzaken. Vaak zijn het verplichte dierproeven die in allerlei wetten worden voorgeschreven. Dus ook al bestaan er alternatieven voor de standaard diertesten, dan nog verplicht de wet de bedrijven soms om dierproeven te gebruiken. Die wetgeving moet dus zo snel mogelijk worden aangepast. Voordat een alternatief gebruikt kan worden, willen onderzoekers weten of de alternatieve testen betrouwbaar zijn. Hiervoor zijn drie dingen belangrijk: De test moet te herhalen zijn en telkens dezelfde resultaten opleveren
als de test in een ander laboratorium, door andere mensen gedaan wordt, moet het dezelfde resultaten geven
de resultaten moeten gelijk zijn met wat in mensen en dieren gevonden wordt. Dus ze moeten de waarheid vertellen over wat zich afspeelt in het lichaam van mens en/of dier. Dit onderzoek naar betrouwbaarheid van de alternatieven wordt validatie genoemd. Pas als een alternatieve test is gevalideerd, kan deze in de wet worden opgenomen. In Nederland is het verplicht om een gevalideerd alternatief te gebruiken. De dierproef mag dan niet meer worden gebruikt. Wat zijn alternatieven voor dierproeven? Cel- en weefselkweken. Het gaat hierbij om losse cellen, stukjes weefsel of delen van een orgaan die in leven worden gehouden buiten het lichaam. Hiervoor worden bijvoorbeeld stukjes huid gebruikt die bij een operatie zijn over gebleven. Het voordeel voor onderzoekers om met deze techniek te werken is, dat ze hun onderzoek met cellen en weefsel van mensen kunnen doen. Wat bij dieren op een bepaalde manier werkt, kan bij mensen weer anders gaan. In deze cel- en weefselkweken kan bijvoorbeeld worden bestudeerd hoe cellen zich delen, e.d. Ook effecten van stoffen op deze processen kunnen worden vervolgd. Bijvoorbeeld, een onderzoekster in Nederland is erin geslaagd huid te laten groeien uit huidcellen van een mens. Deze stukjes huid worden gebruikt voor huidirritatietesten. Op deze stukjes huid kun je zien of stoffen schadelijk zijn voor de huidcellen. Nu nog worden bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen op de kaalgeschoren huid van cavia’s gesmeerd om te kijken of en na welke tijd deze stof irritaties of ontstekingen veroorzaakt.
De wet Iedereen die dierproeven doet in Nederland, moet zich houden aan de Wet op de Dierproeven. Niemand mag zomaar een dier voor een proef gebruiken. Daarvoor heb je een speciale vergunning nodig van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voordat je zo’n vergunning krijgt moet je aan verschillende voorwaarden voldoen. De proef moet bijvoorbeeld belangrijk zijn en door deskundigen worden gedaan. Alle voorwaarden staan in de Wet op de proefdieren. Wat is een dierproef? Volgens de wet is en dierproef: alle handelingen aan levende gewervelde dieren voor een nader bepaald doel, waarbij het risico bestaat dat de dieren hiervan ongerief worden. De doelen waarvoor volgens de Wet dierproeven kunnen worden gedaan zijn: wetenschappelijk onderzoek, medisch onderzoek, giftigheidonderzoek, onderwijs en de productie, controle of ijking van biologisch materiaal. Een laboratorium of bedrijf dat een vergunning aanvraagt om dierproeven te mogen doen, moet een proefdierdeskundige in dienst hebben. Een proefdierdeskundige heeft geleerd om met proefdieren om te gaan. De proefdierdeskundige zorgt ervoor dat de proefdieren voor, tijdens en na de proeven goed worden verzorgd. Dierproeven voor cosmetica Al heel lang verzet de vereniging AVS Proefdiervrij zich tegen dierproeven voor cosmetica. Lippenstift, oogschaduw, maar ook badschuim, tandpasta, shampoo en deodorant worden getest op veiligheid. Wereldwijd zijn jaarlijks meer dan 200.000 dieren hiervan het slachtoffer. Terwijl het anders kan. Er bestaan andere methoden om stoffen te testen die even veilig zijn, maar waarvoor geen dieren hoeven te lijden. In 1991 startte de vereniging de campagne
Proefkonijnen tegen dierproeven voor cosmetica. En met succes. Sinds kort (ferbr.’97) is het in Nederland verboden dierproeven te doen voor het maken van cosmetica. Maar veel cosmetica komt uit het buitenland, waar nog volop dierproeven worden gedaan. Dus liggen ook hier de winkels nog steeds vol (buitenlandse) cosmetica waarvoor dierproeven worden gedaan. Samen met Europese zusterorganisatie werkt AVS Proefdiervrij hard aan de komst van een Europees verbod. In de laatste wijziging van de Europese Richtlijn voor cosmetica (1994) heeft de Europese Commissie vastgelegd dat er extra aandacht en geld komt voor het vervangen van de dierproeven voor cosmetica. Al tweemaal is een grote Europese handtekeningenactie gehouden. In 1991 tekenden meer dan 2,5 miljoen mensen voor een verbod op dierproeven voor cosmetica. Eind ’96 konden we zelfs ruim 4 miljoen handtekeningen aan de Europese Commissie aanbieden. In het jaar 2000 beslist de Europese Commissie of een verbod voor dierproeven voor cosmetica van kracht wordt. Dierproeven voor medicijnen In 1998 werden bijna 144.000 dieren gebruikt voor het maken van medicijnen. Dit is minder dan een kwart van het totaal aantal dierproeven. In de afgelopen jaren is het aantal dierproeven voor het maken van medicijnen afgenomen. Voor een medicijn bij de apotheker verkocht mag worden is er een lange weg afgelegd. Het ontwikkelen van een nieuw medicijn duurt ongeveer 10 tot 12jaar. Allereerst wordt een grote hoeveelheid stoffen onderzocht op bruikbare eigenschappen voor een medische toepassing Het gaat hierbij vaak om vele tienduizenden stoffen. Dit kunnen stoffen zijn die tegen hoofdpijn werken, maar bijvoorbeeld ook stoffen die huidschimmels bestrijden. Na de lange periode van onderzoek valt 99% van deze stoffen af. Er blijven maar een of twee stoffen over die echt gebruikt worden in een medicijn. In het tabel hiernaast staan de verschillende fases van het onderzoek. De dierproeven komen vooral voor bij onderzoek naar de werking van de chemische stoffen op organismen en het giftigheidsonderzoek. In de slotfase van het onderzoek worden mensen gebruikt. Dit zijn in eerste instantie gezonde vrijwilligers en daarna patiënten waarvoor. Het medicijn bedoeld is. In de slot fase worden veel proefmedicijnen afgekeurd. Ruim 60% van de medicijnen die bij mensen wordt getest valt af. Dierproeven in het onderwijs In 1998 werden op de Nederlandse scholen in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en de universiteiten bijna 9000 proefdieren gebruikt. Het gebruik van proefdieren in het onderwijs is traditie. Al eeuwenlang leren studenten het menselijk en dierlijk lichaam en dierlijk lichaam kennen door proefdieren open te snijden en te ontleden. Ondanks nieuwe technieken zoals video’s, computerprogramma’s en plastic modellen is hierin weinig verandering in gekomen, tot nu toe. Ook de leraren weten dat studenten evengoed op een proefdiervrije wijze kunnen leren hoe organen er uit zien, waar deze precies in het lichaam zitten of om operatie ervaring op te doen. Daarvoor hoeven ze geen dier open te snijden tijdens snijdpractica. Toch gebeurt het nog steeds, omdat de studenten zo dierproeven leren accepteren. Door eerst een worm open te snijden, daarna een kikker en later een muis of cavia leren ze hun afschuw van dierproeven langzaam overwinnen. Ze leren dat het in principe ethisch aanvaarbaar is om dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden. De AVS Proefdiervrij vindt dat ze juist zouden moeten leren dat dit onaanvaardbaar is. Ze zouden les moeten krijgen in alternatievenonderzoek. Er bestaan vele uitstekende alternatieven voor snij- practica. In de Wet op de dierproeven staat dat een dierproef verboden is als daar een alternatief voor bestaat. De AVS Proefdiervrij eist dan ook dat de snij- practica in het onderwijs zo snel mogelijk verboden worden. Met proefdiervrij onderwijs leert een nieuwe generatie wetenschappers heel kritisch naar dierproeven te kijken. Naar mijn mening moeten er snel wetten en regels komen, die het gebruik van hogere dieren in onderzoek sterk beperken en aan strikte voorwaarden onderwerpen. We hoeven daarbij niet te wachten op de politiek. De media kunnen zelf bepalen, of men onderzoek wel of niet publiceert. De media kunnen uit principiële overwegingen weigeren om onderzoek te publiceren, dat de ethische regels overtreedt. Wetenschappers kunnen collega's boycotten, wanneer ze het niet zo nauw nemen met het welzijn van dieren. En de gewone mensen kunnen media boycotten, die wel onderzoek publiceren, waarbij dieren nodeloos gekweld of opgeofferd zijn.

REACTIES

P.

P.

Leuk betoog

22 jaar geleden

E.

E.

Ik vind je betoog erg goed en het is heel bruikbaar voor me, dit doe ik normaal nooit maar het heeft me erg goed geholpen!! Dank je wel!!
Liefs, Elke.

22 jaar geleden

M.

M.

Hai,

Goed betoog heb je, ik wil het ook over
dierenproeven houden maar ik vroeg me
af waar je die bedrijven vandaan hebt (bron dus)

Hopelijk weet je het nog.

Alvast bedankt,
Marianne

21 jaar geleden

S.

S.

top!!
echt waar ik heb er veel aan gehad voor mijn precentatie. vooral die bedrijven dus... TOP!!

20 jaar geleden

H.

H.

Goed, maar lijkt meer op een werkstuk dan betoog. Verbaasd ben ik over de bedrijven met dierproeven.

12 jaar geleden

J.

J.

Marianne schreef op 12 februari 2003 om 16:49
top!! echt waar ik heb er veel aan gehad voor mijn precentatie. vooral die bedrijven dus... TOP!!

Fout Marianne dat precentatie schrijf je met een S (facepalm)

10 jaar geleden

T.

T.

Gast, 10 jaar geleden stond precentatie met een Z in het woordenboek, prezentatie!!!!

10 jaar geleden

B.

B.

wow dit is geweldige informatie

5 jaar geleden

Y.

Y.

Serieus? Gaan jullie nu discussiƫren over 'presentatie' terwijl het over een betoog over dierproeven gaat? By the way geweldig betoog! Misschien iets te lang? (ik verloor de interesse tijdens het lezen)

10 jaar geleden

L.

L.

Eindelijk een goed betoog!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.