Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Betoog pensioensgerechtigde leeftijd

Beoordeling 8.4
Foto van Denise
  • Betoog door Denise
  • 6e klas vwo | 1418 woorden
  • 6 maart 2019
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Recent zocht ik naar aanleiding van het debat over de pensioengerechtigde leeftijd mijn eigen pensioenleeftijd op uit nieuwgierigheid. Volgens de website wijzeringeldzaken.nl is mijn pensioengerechtigde leeftijd naar verwachting 71 jaar en drie maanden. Dat is natuurlijk een extreem hoge leeftijd. Het eerste kabinet van Rutte bepaalde dat de pensioengerechtigde leeftijd vanaf 2013, die destijds 65 bedroeg, langzamerhand verhoogd zou worden tot het uiteindelijk de 67 jaar bereikt in 2023. Echter is dat proces sinds vorig jaar door Rutte II versneld waardoor de pensioengerechtigde leeftijd van 67 in 2021 al behaald zou worden. De pensioenleeftijd blijft dus alsmaar stijgen terwijl dit helemaal niet realistisch is.

Ten eerste zijn oudere werknemers in veel beroepen minder productief dan werknemers met een lagere leeftijd. Hiertegenover is het inkomen van de oudere werknemers relatief hoog. Het is voor werkgevers dus niet perse voordelig om de pensioengerechtigde leeftijd op te schroeven, aangezien zij voor oudere werknemers meer betalen, terwijl deze minder werk verzetten. Dit geeft werknemers een motief om hen te ontslaan en/of vervangen. Dit kunnen zij bereiken bij bijvoorbeeld een ‘reorganisatie’ van het bedrijf. Niet alleen zullen zij proberen van oudere werknemers af te komen, ook zullen werkgevers het aannemen van bijvoorbeeld 50-plussers vermijden. Werknemers zullen de al bestaande nadelen van het hebben van ouder personeel in intensere mate ondervinden en hierdoor een nog sterkere afkeer hebben tegen oudere werknemers. Het heeft geen zin om de pensioenleeftijd te verhogen als de werkgever hier überhaupt geen interesse in heeft, en ‘geen interesse’ is nog maar zacht uitgedrukt. En niet minder belangrijk, de werknemers zelf zijn ook helemaal niet blij met de verhoging van de AOW-leeftijd. Het is waanzin om er vanuit te gaan dat iedereen gezond door kan werken tot ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben. Fysiek gezien is er een enorm contrast tussen bijvoorbeeld bakkers, boeren en schilders en bijvoorbeeld accountants en apothekers. Het is waanzin om te denken dat mensen met hoge fysieke eisen dit volhouden tot hun 67tigste. Daar komt bij dat mensen met zogeheten zware beroepen vaak relatief minder verdienen en dus financieel gezien niet kunnen stoppen als de dit zouden willen. Met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd laten we velen tegen hun eigen wil in doorwerken, omdat we onszelf wijs maken dat dit de enige oplossing is om AOW betaalbaar te houden. We zijn mensen aan het dwingen om door te werken, terwijl de werkgevers hier helemaal geen behoefte aan hebben en werknemers er alleen maar ongelukkig van worden. Als werkgevers en werknemers beide niet veel zien in een hogere AOW-leeftijd, houden we onszelf voor de gek met het verhogen ervan, we moeten de pensioengerechtigde leeftijd dus niet verder laten stijgen.

Het verhogen van de AOW-leeftijd kan op twee manieren uitpakken en beide manieren zijn duur. Voor werkgevers zijn werknemers met een lagere leeftijd dus aantrekkelijker door hun hogere productiviteit in combinatie met de lagere loonkosten die werkgevers aan hen kwijt zijn. Werkgevers zijn oude werknemers, zoals in de vorige alinea te lezen, liever kwijt dan rijk. Werklozen komen in aanmerking voor een werkeloosheidsuitkering. Het doel van het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd is het langer zelf verdienen, maar juist doordat oudere werknemers als gevolg van deze hogere leeftijd nog minder in de smaak vallen dan ze eerst al deden, zullen er velen zijn wie dit niet gaat lukken. Er zijn ook mensen die beweren dat werkgevers helemaal niet zo moeilijk doen om de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Dit is niet alleen onrealistisch, maar misschien nog wel onvoordeliger, en niet alleen op financieel gebied. Wanneer mensen langer doorwerken houden zij als het ware banen bezet. Er zullen niet meer banen komen, terwijl een groter aantal mensen de beroepsbevolking vormt. Mensen met de leeftijd 65-67 worden dus ook ‘deelnemers’ van de beroepsbevolking, maar aangezien zij vaak degenen zijn die al een baan en misschien ook vast contract in handen hebben, zijn het de jongeren die geen baan kunnen vinden. Dit is misschien nog wel negatiever dan wanneer de ouderen van de beroepsbevolking geen baan kunnen vinden, omdat jongere mensen vaak nog geen gespaard geld hebben en een vast contract en/of een flinke som aan spaargeld nodig hebben om bijvoorbeeld hun eerste huis te kopen en hier een hypotheek voor krijgen. Jongeren zullen (grote) aankopen uitstellen tot wanneer zij een baan hebben gevonden, en vertonen dus uitstelgedrag met betrekking tot aankopen. Dit is niet goed voor de economie en als dit uitstelgedrag zich in grote mate voor gaat doen komt de economie in een neerwaartse spiraal waardoor er uiteindelijk banen zullen verdwijnen en het nog moeilijker wordt om een baan te zoeken, voor én jongeren én ouderen. Dit willen natuurlijk niemand van ons, dus moeten we inzien dat het verhogen van de AOW-leeftijd dus helemaal niet goed zal zijn voor de economie, maar juist averechts zal werken.

De levensverwachting is sterk vooruit gegaan sinds de invoering van de AOW in 1957. In 1957 was de levensverwachting van mannen van 65 jaar dat ze nog zo’n 3,1 jaar zouden leven, tegenover de levensverwachting van bijna 82 in 2007. Voor vrouwen heeft de levensverwachting ook een sprong gemaakt. Deze bedroeg 79,9 in 1957 en is gestegen naar een gemiddelde van 87,5 in 2007. De gemiddelde levensverwachting is dus wel degelijk gestegen ten opzichte van vroeger. Echter is deze levensverwachting gebaseerd op een berekening die uitgaat van de levensverwachting vanaf de geboorte. De verbetering van de kwaliteit van het Nederlandse leven is afgelopen decennia toegenomen doordat er geen oorlogen zijn, doordat de voedselvoorziening en veiligheid van het verkeer zijn verbeterd en de zorg heeft vele sprongen gemaakt. Deze factoren zorgen ervoor dat meer mensen de 65 halen. De gemiddelde leeftijd vanaf de geboorte is dus inderdaad toegenomen, maar de levensverwachting vanaf 65 jaar is veel minder gestegen. Het is dus onzin om er vanuit te gaan dat mensen ook echt langer door kunnen werken en daarmee een taboe om de AOW-leeftijd te laten stijgen.

Aangezien we in Nederland een omslagstelsel hanteren, worden de uitkeringen et cetera betaald worden door de werkenden van dat moment. Iedereen die werkt betaalt dus mee aan de AOW-regeling. Door vergrijzing neemt het aantal mensen dat AOW-ontvangers toe, dus zijn de kosten die werkenden er gezamenlijk aan betalen hoger. Dat is een probleem, aangezien het aantal werkenden daalt. Er zijn dus minder mensen die de AOW betalen terwijl de AOW-som alsmaar stijgt door de vergrijzing. Men beschouwt het dreigende tekort aan geld om de ouderen van AOW te voorzien als de belangrijkste reden om de pensioengerechtigde leeftijd op de schroeven, terwijl er zat andere manieren zijn om dit op te lossen. Er zijn genoeg financiële mogelijkheden waardoor niet alleen verder hoeft te stijgen, maar ook nog eens terug zou kunnen naar 65. Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd leidt ook tot extra uitgaven; zo zijn er bijvoorbeeld mensen die langer een beroep moet doen op andere sociale uitkeringen, zoals een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een sociale uitkering voor werkloosheid of bijstand. De kosten aan dergelijke uitkeringen nemen dusdanig toe bij een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en er wordt dus een besparing opgeveerd als deze leeftijd teruggebracht wordt. Niet alleen zal de som aan uitkeringen stijgen, de hogere AOW-leeftijd beïnvloedt ook uitvoeringskosten die hierbij komen kijken omdat het aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt. Deze zogenaamde inverdieneffecten die het terugbrengen van de AOW-leeftijd met zich mee brengt zouden we moeten gebruiken om de AOW-leeftijd acceptabel te houden.

Het betoog gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Aangezien we in Nederland een omslagstelsel hanteren, worden de uitkeringen et cetera betaald worden door de werkenden van dat moment. Iedereen die werkt betaalt dus mee aan de AOW-regeling. Door vergrijzing neemt het aantal mensen dat AOW-ontvangers toe, dus zijn de kosten die werkenden er gezamenlijk aan betalen hoger. Dat is een probleem, aangezien het aantal werkenden daalt. Er zijn dus minder mensen die de AOW betalen terwijl de AOW-som alsmaar stijgt door de vergrijzing. Men beschouwt het dreigende tekort aan geld om de ouderen van AOW te voorzien als de belangrijkste reden om de pensioengerechtigde leeftijd op de schroeven, terwijl er zat andere manieren zijn om dit op te lossen. Er zijn genoeg financiële mogelijkheden waardoor niet alleen verder hoeft te stijgen, maar ook nog eens terug zou kunnen naar 65. Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd leidt ook tot extra uitgaven; zo zijn er bijvoorbeeld mensen die langer een beroep moet doen op andere sociale uitkeringen, zoals een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een sociale uitkering voor werkloosheid of bijstand. De kosten aan dergelijke uitkeringen nemen dusdanig toe bij een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en er wordt dus een besparing opgeveerd als deze leeftijd teruggebracht wordt. Niet alleen zal de som aan uitkeringen stijgen, de hogere AOW-leeftijd beïnvloedt ook uitvoeringskosten die hierbij komen kijken omdat het aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt. Deze zogenaamde inverdieneffecten die het terugbrengen van de AOW-leeftijd met zich mee brengt zouden we moeten gebruiken om de AOW-leeftijd acceptabel te houden.

Samengevat zijn veel partijen dus helemaal niet blij met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. De werkgevers nemen op een zeker moment veel liever jonge, sterke mensen in dienst en werknemers zelf willen vaak helemaal niet door werken, maar kunnen in veel gevallen niet leven zonder hun inkomen of een AOW. Ze zijn dus financieel niet in staat om te stoppen met werken, terwijl sommigen fysiek niet in staat zijn om tot een hoge leeftijd hun soms uitputtende beroep uit te voeren. Daar komt bij dat de jonge beroepsbevolking geen kans heeft om een baan te vinden, omdat het aanbod van werknemers de vraag naar werknemers overschrijdt. Jonge mensen krijgen zo geen kans en komen op deze manier in de bijstand terecht waardoor we alsnog geld kwijt zijn aan hun uitkeringen. Dit is natuurlijk krom; we betalen een uitkering aan iemand die wil werken maar niet kán werken doordat iemand die niet meer wil werken niet zonder een dergelijke uitkering leven kan.

https://50pluspartij.nl/actueel/1773-50plus-aow-leeftijd-terug-naar-65-jaar

https://rtveen.nl/2017/03/10/aow-moet-en-terug-naar-65/

https://www.abp.nl/over-abp/actueel/ontwikkelingen-pensioenregeling/verhoging-aow-leeftijd.aspx

https://www.personeelsnet.nl/bericht/werkgevers-willen-werknemerspensioen-terug-naar-65-jaar-en-flexibele-aow

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-ouderdomswet-aow/vraag-en-antwoord/waarom-gaat-de-aow-leeftijd-omhoog

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Denise