Xenotransplantatie is vandaag de dag een belangrijk gesprekspunt. Want door het toepassen van xenotransplantatie kan het tekort aan donoren worden opgeheven. Tenminste, dat wordt beweerd door sommige mensen, maar is dat wel zo? Is xenotransplantatie wel de juiste oplossing voor ons probleem en zijn er geen vreemde of vervelende bijwerkingen? Xenotranplantatie is het transplanteren van organen, weefsel en cellen van een dier naar een mens, en van dier naar dier. Varkens zijn de belangrijkste bron voor het transplanteren van organen/weefsels naar de mens. Hierbij kan men denken aan een varkenshart en varkensnieren. Xenotranplantatie komt al heel lang voor, in 1682 werd er al een hondenschedel naar een Russische edelman getransporteerd. Dat ging al helemaal goed. Al was de bevolking het niet eens met de transplantatie en deze man werd daarom verbannen naar Siberië. Ook werden er in de eerste wereldoorlog kikkerhuiden getransplanteerd als iemand brandwonden had. Daarmee werden vele levens gered. Voordat men overging op varkens organen waren chimpansees de pineut, zij moesten ons van organen voorzien. Waarschijnlijk is aids ook afkomstig van de chimpansee. Het nadeel van de chimpansee was dat hun hart niet groot genoeg was voor het menselijke lichaam. Er waren al wel enkele geslaagde operaties, maar de patiënt overleed na enkele uren of dagen. In deze tijd worden al varkenslever cellen gebruikt voor behandeling van leverpatiënten. De cellen van het varken worden dan in een soort kunstorgaan gezet. Vanuit het menselijke lichaam worden allerlei buisjes naar dit kunstorgaan gevoerd en aan de andere kant van het orgaan gaan deze buisjes weer terug naar het menselijke lichaam. Het kunstorgaan, met daarin de varkenscellen, bevindt zich dus buiten het lichaam van de patiënt. De regering heeft ook al toestemming gegeven om te experimenteren met xenotransplantatie. Dat is nodig om te kijken of er geen ernstige bijwerkingen zijn en of het mogelijk is om het op grote schaal toe te passen. Xenotransplantatie zal het tekort aan organen voor een groot deel oplossen want het gebruik van varkensorganen is zo goed als eindeloos. Om het echt bijna onuitputbaar te maken moeten er speciale fokbedrijven komen die zeer hygiënisch fokken. Zij kunnen dan schoon vlees en goede organen produceren. Op zo'n manier wordt het hele dier nuttig gebruikt. Ziekenhuizen zullen misschien in de toekomst zelfs een voorraad organen hebben voor als het nodig is. Omdat er, als xenotransplantatie mogelijk zouden zijn, genoeg donororganen zijn staan de mensen niet meer op de wachtlijst en kunnen ze meteen geholpen worden. Zo voorkom je vroegtijdig overlijden van een patiënt. En dat voorkomt weer veel wrok bij de nabestaanden. Zij zullen van die gevoelens hebben van 'als dit, dan dat'. Al die gevoelens zullen misschien wel een slecht beeld kunnen geven over het ziekenhuis of over alle ziekenhuizen in Nederland. Dat zal ook niet ten goede komen van de Nederlandse samenleving. Het probleem van mensen die voor de keuze staan om donor te worden of niet en dan het verkeerde kiezen, naar hun mening, zal ook niet meer voorkomen. Door xenotransplantatie zouden mensen dus minder over die dingen na hoeven te denken en kunnen ze geen verkeerde keuzes maken. Ook voor de nabestaanden is het makkelijker. Als een geliefd persoon plotseling overlijdt en hij/zij had nog niet gezegd wel of geen donor te willen zijn, moeten de nabestaande de beslissing nemen. In die situatie hebben de nabestaanden wel iets anders aan hun hoofd, en niet het wel of geen worden van donor van de overledene. Waarschijnlijk zullen zij dan een negatief antwoord geven terwijl ze later daar spijt van kunnen hebben. Door het toepassen van xenotransplantatie is dit niet meer nodig doordat er toch wel organen, weliswaar van het varkens, zijn. Xenotransplantatie is ook makkelijker voor de patiënt, zij kunnen dan een afspraak maken en dan worden behandeld en niet wanneer een ander iemand overlijdt. Dit is voor de patiënt aangenamer omdat er dan het gevoel van "dit hart is net nog door een ander nog gebruikt" wegvalt. Ook zal de patiënt nooit een derdehands hart, zoals dat nu wel mogelijk is. Maar moet je het gebruik van xenotransplantatie toestaan? Dat is de vraag die velen, waaronder ook de regering zich mee bezig houd. Na de genoemde voordelen van xenotransplantatie zijn er natuurlijk ook een aantal punten waarop het gebruik van xenotransplantatie verboden kan worden. Want als deze er niet waren, was het al lang toegestaan. Een van deze punten tegen xenotransplantatie is, wat in de volksmond vaak gezegd word: “De mens gaat knorren als zij een varkenshart heeft”. Dit moeten wij helaas direct ontkrachtigen. Dit fabeltje is, helaas, niet waar. En dat het de manier van denken veranderd is ook niet aan de orde, dit is namelijk ook nog nooit gebeurd bij bloedtransfusies of allo-transplantaties(transplantatie van mens naar mens). Zoals bij vele problemen, baseren veel mensen hun mening op hun geloofsachtergrond. Verschillende godsdiensten hebben namelijk zo hun vraagtekens bij xeno-transplantatie. Volgens de drie wereldgodsdiensten mag xenotransplantatie niet worden toegestaan, als je kijkt naar hun opvattingen hierover: Volgens de moslims en de joden zijn varkens onrein. Het toepassen van xenotransplantatie is dus niet aan de orde, aangezien men nog geen ander dier hebben gevonden voor transplantatie. Volgens het christendom zijn de mensen opzichters van de aarde. Zij hebben het rentmeesterschap over de aarde van God gekregen. Zij moeten er voor zorgen dat de aarde goed, mooi blijft voor als god terug komt. Daarom moeten zij ook goed zorgen voor de dieren. Je kunt Gods schepping nou een maal niet verwaarlozen, dus is xenotransplantatie niet mogelijk. Aan xenotransplantatie zit ook een zeer groot risicoverbonden. Je hebt virussen, parasieten, bacteriën en prionen die een varken over kan brengen naar de mens. Een varken kan dan immuun zijn voor deze ziekte en het dus niet hebben, maar de mens kan hiervoor niet immuun zijn en wordt dus ziek. Dit is ook vrij moeilijk te onderzoeken omdat veel ziekteverwekkers goed ingepakt zitten. De kans op ernstige ziektes bestaat dus bij xenotransplantatie. Een voorbeeld hiervan is het HIV-virus, dat waarschijnlijk afkomstig is van de chimpansee. De chimpansee was er immuun voor, maar de mens blijkbaar niet. Hierdoor is AIDS ontstaan. Als er zo nog meer ongeneeslijke ziekten erbij komen dan kan je kiezen tussen niet veel mensen die dood gaan of een paar miljoen, een voor ons niet zo moeilijke keuze. Andere bezwaren kunnen bijvoorbeeld de mogelijke bijwerkingen zijn. Want er is nog steeds niet duidelijk hoelang een varkenshart het uithoud in een menselijk lichaam. Want leeft een varken over het algemeen niet korter dan een mens? En dan het probleem van het afstoten. Ons menselijk lichaam heeft een afweersysteem die vreemde stoffen afweert en verwijderd uit ons lichaam. Een varkenshart is vreemd voor het menselijke lichaam en dus stoot het lichaam het hart af, met vervelende gevolgen tot gevolg. Er kunnen ontstekingen en beschadigingen toetreden. Hier heeft men wel weer iets op gevonden, namelijk genetische modificatie. Dit is het veranderen DNA, waardoor het varken een andere eigenschap krijgt. De varkens worden in het laboratorium genetisch gemodificeerd. Hierdoor krijgt een hele groep varkens de eigenschap die nodig is voor een goede transplantatie. Hierna worden ze op speciale boerderijen doorgefokt, waar alles gesteriliseerd en gefilterd is. Niet echt prettig voor de varkens dus, om in kleine, nauwe hokjes geplaatst te worden met een filter aan je kop. En na deze genetische modificatie kan het hart pas in het menselijke lichaam geplaatst worden, zonder dat het direct wordt afgestoten. Maar is de kans op afstoting na genetische modificatie nog steeds niet nihil en of dit ethisch verantwoord is, is ook nog maar de vraag. Wij vinden van niet, het staat immers gelijk aan genetische manipulatie, wat wij ook niet goedkeuren. Dan zijn er naast de gevolgen zijn lichamelijk. Er kunnen ook zowel psychische als sociale gevolgen optreden. Het idee alleen al om met een varkenshart rond te lopen, gaat er bij ons niet in. En het varken staat al niet zo hoog als je kijkt naar rangorde bij dieren, zeg maar gerust zeer laag. Dan lijkt het ons onaangenaam om met een orgaan van zo’n beest rond te lopen. Wij zouden er zelfs voor kiezen drie maanden rustig afscheid te nemen van onze familie, dan 10 jaar langer te leven met een varkenshart. Want dood gaan hoort er toch uiteindelijk ook bij het leven, ook al is dit niet altijd even prettig.
Het betoog gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
EEj vet.....kom ik toch ff mooi jou verslag tegen....haha echt cool man...ik heb hem gelijk ook maar ingestuurd die van mij en ik was lekker voor xenotransplantatie :P
20 jaar geleden
Antwoorden