Sociaal
Sociaal is als je mensen respecteert en als je normaal met mensen omgaat. Normaal met elkaar omgaan betekent: als iemand praat, hem rustig laten uitpraten, iedereen als hetzelfde behandelen, rekening houden met anderen en nog veel meer. Als je sociaal bent, maken de details niet uit. Zo kun je natuurlijk ook vrienden worden met donkere mensen of met mensen die gehandicapt zijn; met alle soorten mensen! Als je dit niet kan word je ook wel asociaal genoemd.
Asociaal
Asociaal is het tegenovergestelde van sociaal. Met asociaal wordt bedoeld dat je andere mensen niet respecteert. Mensen discrimineren omdat ze er anders uitzien wordt ook asociaal genoemd. Mensen die zich niet aantrekken van de sociale normen en waarden. Kinderen worden niet meer opgevoed met het feit om fatsoenlijk te zijn. Het ligt dus eigenlijk niet aan de kinderen maar aan de ouders. Mensen van buitenlandse afkomst hebben andere normen en waarden als de Nederlanders. Deze normen en waarden zijn de Nederlanders niet gewend. Dus eigenlijk zouden de kinderen meer moeten leren over hun cultuur zodat zij de buitenlandse mensen niet raar vinden. Want dan schelden ze ook niet meer.
Normen en waarden
Mensen hebben normen en waarden. Waarden zijn ideeën die mensen heel belangrijk vinden. Normen zijn regels over hoe je je moet gedragen. Dit leer je al wanneer je wordt opgevoed. Opvoeden gaat langzaam, in der loop der jaren leer je hoe je je moet gedragen. Bij opvoeding horen: straffen, belonen en waarschuwen. Straffen, belonen en waarschuwen helpen om de normen en waarden over te dragen.
Groepen
Er zijn heel veel groepen. Je hebt groepjes op school, bij je sport. Maar het kan ook een groepje zijn van je geloof of welke stijl je hebt. Groepen zijn vaak heel gezellig. Maar dat hoeft ook niet. B.v. als je groep je steeds “dwingt” om iets te doen. Dan doe je het maar snel, omdat je dan bang bent om je groep te verliezen. Dit heet groepsdruk.
Groepsdruk
Groepsdruk is fout. De kinderen die onder druk staan, vinden het meestal niet leuk om (b.v.) asociaal te doen, maar doen het alleen maar om ook bij de groep te horen. Jonge mensen willen graag bij een groep horen. De groep geeft hun zekerheid. Veel jonge mensen vinden bij zo’n groep hun vrienden. Er zijn ook mensen die alleen maar meelopen met de groep. B.v. als er een rookt en zegt dat het heel lekker is, dan zie je de volgende ochtend zijn “vrienden” rondlopen met een sigaret, omdat dat “stoer” is. Het is heel moeilijk om tegen de groep in te gaan als jij iets niet wil. Het beste is als jij veel dingen die zij doen niet wil, om een nieuwe groep te kiezen die wel doet wat jij ook doet.
Gewoonten
Gewoontes zijn in elke groep anders. B.v. waar ze altijd zitten of staan, maar ook wat voor dingen zij doen. Gewoontes zijn dingen die je altijd doet. Zoals: op elkaar wachten aan het einde van je les, of ’s ochtends samen met elkaar naar school fietsen. Er kunnen ook slechte gewoontes zijn, zoals: als je staat te wachten een sigaret pakken of elke avond alcohol drinken. Bij gewoontes horen meestal ook afspraken.
Afspraken
Afspraken bepalen b.v. hoe lang jij iets mag doen. Als je afspreekt met je moeder dat je om 18:00 uur thuis bent, dan hoor je ook om 18:00 uur thuis te zijn. Afspraken kom je na. Als je dat niet doet wordt je moeder b.v. boos, of als je te laat bent ( b.v. als je om 8.00 uur hebt afgesproken met je vrienden) moet je alleen fietsen. Afspraken zijn ook bij Groepen. Bij sommige groepen heb je een regel dat je altijd dat soort kleren draagt, of elke woensdag om 15.00 uur verzamelen op het schoolplein. Afspraken zijn ervoor om duidelijkheid te geven.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Zijn er ook woorden lijsten voor andere hoofdstukken bijv. voor hoofdstuk 2, 3 enz.
13 jaar geleden
Antwoorden