Begrippenlijst Hoofdstuk 5
Techniek
Verzakken
Iets verzakt als het niet stevig genoeg staat om recht te blijven staan.
Drijven/zinken
Een materiaal drijft in water als het minder weegt dan dezelfde hoeveelheid water. Een materiaal zinkt in water als het zwaarder is dan dezelfde hoeveelheid water.
Krachten overbrengen
Vaak is iets te zwaar om het zo te kunnen tillen. Je kunt bijvoorbeeld nooit in je eentje een boot op het land trekken. Met behulp van een touw aan een lier breng je dan jouw krachten over op de boot. Zo lukt het je wel om de boot in je eentje op het land te krijgen.
Tandwielen
Een tandwiel is een schijf met allemaal tanden eraan. Die tanden passen precies in de tanden van een ander tandwiel, of bijvoorbeeld in de schakels van een fietsketting. Als dat goed past voorkom je slippen.
Versnellingsbak
Met een versnellingsbak kun je het toerental van de wielen veranderen, terwijl het toerental van de motor hetzelfde blijft.
Draaipunt, krachtpunt, lastpunt
Met een hefboom breng je krachten over. Daar waar jij de kracht uitoefent zit het krachtpunt. Het draaipunt is het punt waar de kracht vergroot of verkleind wordt. Het lastpunt zit daar waar de hefboom de kracht uitoefent. Neem bijvoorbeeld een kruiwagen. Het krachtpunt zit waar jij hem optilt, bij de handvaten. Het draaipunt zit in de as van het wiel. Het lastpunt zit onder de bak van de kruiwagen, daar waar de last op de hefboom steunt.
Krachtverplaatsing
Dit is de gouden regel bij hefbomen. Daar waar de hefboom de grote kracht uitoefent is de verplaatsing klein. Daar waar jij de kleine kracht uitoefent is de verplaatsing groot.
Katrol
Een katrol is een schijf die kan ronddraaien rond een as en waar een touw over is gespannen. Jij trekt aan het eind van het touw. Een katrol maakt je sterker.
Hydraulisch en pneumatisch
In een hydraulisch apparaat breng je krachten over via vloeistof. Een pneumatisch apparaat werkt met samengeperste lucht.
Techniek
Verzakken
Iets verzakt als het niet stevig genoeg staat om recht te blijven staan.
Drijven/zinken
Een materiaal drijft in water als het minder weegt dan dezelfde hoeveelheid water. Een materiaal zinkt in water als het zwaarder is dan dezelfde hoeveelheid water.
Krachten overbrengen
Vaak is iets te zwaar om het zo te kunnen tillen. Je kunt bijvoorbeeld nooit in je eentje een boot op het land trekken. Met behulp van een touw aan een lier breng je dan jouw krachten over op de boot. Zo lukt het je wel om de boot in je eentje op het land te krijgen.
Tandwielen
Een tandwiel is een schijf met allemaal tanden eraan. Die tanden passen precies in de tanden van een ander tandwiel, of bijvoorbeeld in de schakels van een fietsketting. Als dat goed past voorkom je slippen.
Met een versnellingsbak kun je het toerental van de wielen veranderen, terwijl het toerental van de motor hetzelfde blijft.
Draaipunt, krachtpunt, lastpunt
Met een hefboom breng je krachten over. Daar waar jij de kracht uitoefent zit het krachtpunt. Het draaipunt is het punt waar de kracht vergroot of verkleind wordt. Het lastpunt zit daar waar de hefboom de kracht uitoefent. Neem bijvoorbeeld een kruiwagen. Het krachtpunt zit waar jij hem optilt, bij de handvaten. Het draaipunt zit in de as van het wiel. Het lastpunt zit onder de bak van de kruiwagen, daar waar de last op de hefboom steunt.
Krachtverplaatsing
Dit is de gouden regel bij hefbomen. Daar waar de hefboom de grote kracht uitoefent is de verplaatsing klein. Daar waar jij de kleine kracht uitoefent is de verplaatsing groot.
Katrol
Een katrol is een schijf die kan ronddraaien rond een as en waar een touw over is gespannen. Jij trekt aan het eind van het touw. Een katrol maakt je sterker.
Hydraulisch en pneumatisch
In een hydraulisch apparaat breng je krachten over via vloeistof. Een pneumatisch apparaat werkt met samengeperste lucht.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden