Telegramstijl: Woorden te weinig.
Congruentiefout: Onderwerp en persoonsvorm passen niet bij elkaar. V.b. De Vikingen was een oorlogszuchtig volkje. Was moet dus waren.
Lijdende vorm: Het onderwerp ondergaat de handeling.
Bedrijvende vorm: Het onderwerp verricht de handeling.
Lijdende vorm: Door Bas wordt wekelijks de auto van de buurman gewassen. Hij wordt er goed voor betaald.
Bedrijvende vorm: Bas wast wekelijks de auto van de buurman. Die betaalt hem er goed voor.
Tangcongruentie: Er zijn te veel woorden bij gezet, waardoor het een niet te begrijpen zin wordt.
Beknopte bijzinnen hebben nooit een persoonsvorm. Vaak met te of d aan het eind.
Luid zingend – te aarzelen.
Samentrekkingen: Er moet altijd een woord na het voegwoord.
Foutieve inversie: De persoonsvorm en het onderwerp fout omdraaien.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden