Begrippenlijst pluriforme samenleving hoofdstuk 1

Beoordeling 8.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas vwo | 285 woorden
  • 2 juni 2018
  • 124 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
124 keer beoordeeld

Vrijheidsdrang:
De behoefte om vrij te kunnen zijn in je doen en laten.

Ordening:
Het reguleren (ordenen) van iets.

Pluriforme samenleving:
Een samenleving waarin mensen leven met verschillende culturen, tradities en leefstijlen.

Republiek der Verenigde Provinciën (republiek der zeven verenigde Nederlanden):
Onafhankelijke staten die samen Nederland vormden.

Morele geografie:
Het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied heeft invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.

Pragmatische tolerantie:
Dingen tolereren om onrust en problemen te voorkomen.

Tolerantie:
In welke mate mensen die ‘anders’ zijn worden geaccepteerd.

Gedogen:
Iets toelaten wat eigenlijk verboden is.

Vrijheid van geweten:
De vrijheid om bepaalde denkbeelden te hebben.

Openheid:
Eerlijkheid, het uiten van je gedachtes.

Principiële tolerantie:
Tolerantie uit overtuiging, bijv: mensen waren ervan overtuigd dat ze hun mening mochten uiten.

Dissident:
Persoon die zich verzet tegen hogere machten op politiek, economisch, enz. gebied.

Poldermodel:
Het streven naar een overeenstemming in de politiek en maatschappij, hierbij worden vaak compromissen gesloten.

Pacificatiedemocratie:
Staatsvorm waarbij de leiders ondanks hun meningsverschillen de bereidheid vertonen om samen te werken.

Matiging:
Beheersen/inperken van bepaalde ideeën, regels, enz.

Conformisme:
Het verlangen om aan te passen aan de opvattingen van de meerderheid van de samenleving.

Machtiging:
Als iemand een ander de bevoegdheid geeft om namens diegene bepaalde handelingen uit te voeren.

Polarisatie:
Het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen.

Politiek conflict:
Meningsverschil / discussie / ruzie in de politiek

Sociaal conflict:
Meningsverschil / discussie / ruzie op sociaal gebied, dus m.b.t mensen en relaties tussen mensen.

Globalisering:
Proces van economische, culturele en politieke integratie.

Sociale cohesie:
Samenhang in een maatschappij, het vertrouwen in elkaar en in de overheid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.