Hoofdstuk 3

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas vwo | 927 woorden
  • 9 februari 2009
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 6
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geannexeerd – inlijven van gebieden

Arische ras – oorspronkelijke Duitse bevolking

Volkenbond – samenwerkingsverband tussen verschillende landen

Herbewapenen – opnieuw bewapenen

Gedemilitariseerd – niet meer militariseren

Appeasement-politiek – om oorlog te voorkomen knepen Groot-
Brittannië en Frankrijk een oogje dicht tegenover het gedrag van Duitsland

Baltische staten – Estland, Letland en Litouwen

Conferentie van München – hoogtepunt van de appeasement-politiek


Vazalstaat – staat onder invloed van een grootmacht

Mantsjoerije – Vazalstaat van Japan

Groot-Aziatische Welvaartssfeer – het idee dat de overheersing door Japan in Azië welvaart zou brengen

Indochina – Laos, Cambodja en Vietnam

Atlantic Charter – overeenkomst met een inhoud die vergelijkbaar is met de 14 punten van Wilson

Nederlands-Indië – Nederlandse kolonie, die het gebied omvatte dat nu Indonesië is.

Pearl Harbor – marinebasis van de VS op Oahu, een eiland die behoorde aan de Hawaï-archipel. Toen de Japanse regering besloot dat een oorlog met de VS onvermijdelijk was werkte admiraal Yamamoto een plan uit om de Amerikaanse marine in de Stille Oceaan uit te schakelen. Deze aanval op 7 december 1941 betrok de VS in de Tweede Wereldoorlog

Collaborerend – samenwerken met de vijand ten tijde van oorlog

Vichy-Frankrijk – Het Vichy-regime vormde de regering in Frankrijk gedurende de periode 1940-1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze tijdelijke regering, die onder leiding stond van maarschalk Philippe Pétain, en zich État Français noemde, zetelde in de stad Vichy en bestuurde het zuidoostelijk, niet bezette deel van Frankrijk. Het regime werd berucht vanwege haar collaboratie met de Duitse nazi's en de Italiaanse fascisten.

Battle of Britain – Poging van Duitsland om Groot-Brittannië te bezetten, die mislukte door de inzet van nieuwe, superieure vliegtuigen (de Spitfires) en de nierwe radarinstallaties van de Britten.


D-Day – 6 juni 1944, landing van de geallieerden op Normandië, Deze landing luidde het begin in van de bevrijding van het Europese vasteland van de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Market Garden – mislukte poging van de geallieerden om Arnhem te bevrijden

Hongerwinter – winter van 1944 op 1945, bovenste deel van Nederland was nog niet bevrijd

Jalta – geallieerde leiders (Roosevelt van de VS, Churchill van het Verenigd Koninkrijk en Stalin van De Suvjetunie kwamen hier bijeen om afspraken te maken over de na-oorlogse situatie. De naoorloge verhoudingen werden hie al zichtbaar en het ging hierbij ook om de afbakening van invloedssferen.

Potsdam – De geallieerde leiders (VS, Verenigd Koninkrijk en Japan) kwamen hier bijeen, maakten onder meer afspraken over Duitsland en Berlijn en de Poolse grenzen werden definitief vastgelegd. Hierbij werd ook besloten een ultimatum te verzenden naar Japan.

Holocaust – betekent letterlijk brandoffer en houdt de moord op 6 miljoen joden in tijdens de Tweede Wereldoorlog

Kristallnacht – de nacht van 9 op 10 november waar synagoges werden verbrand, winkels stukgeslagen, honderden joden vermoord door de SA. 30.000 joden werden naar kampen vervoerd De naam Kristallnacht verwijst naar het vele glaswerk dat tijdens die aanvallen vernield werd.

Endlösung – besluit dat de joden in Europa vernietigd zouden worden

Deportatie – wegvoeren van joden naar kampen

Getto’s – afgesloten stadsdelen, bestuurd door joodse raden die de opdrachten van de Duitsers stipt moesten volgen

Theresiënstadt – voorbeeldgetto in Tsjechië, bedoeld voor rijke en getalenteerde joden en geschikt om gecontroleerd te worden door het Rode Kruis en daarom bruikbaar voor propaganda

Capitulatie – overgave aan de vijand


Secretarissen-generaal – de ambtenaren, burgemeesters, commissarissen van de koningin en de hoogste ambtenaren op de ministeries

Oostfront – front aan de oostkant van Duitsland

Nazificatie – De Nederlandse bevolking overhalen tot de ideeën
van de nationaal-socialisten

Germaans broedervolk – in het begin van de Tweede Wereldoorlog zagen de Duitsers de Nederlanders als een soort bondgenoten omdat het allebei Germaanse volken zijn

Artsenkamer – organisatie waar artsen zich bij moesten aansluiten

Kultuurkamer – organisatie waar alle artiesten en kunstenaars zich bij moesten aansluiten

Gelijkschakeling – het controleren van maatschappelijke organisaties op zo’n manier dat zij het nationaal-socialisme uitdragen en ‘slechte’ invloeden van binnen en van buiten bestrijden

Ariërverklaring – verklaring die alle ambtenaren moesten in vullen en waaruit bleek dat je geen Joodse (groot)ouders had, wie dit niet invulde kwam in aanmerking voor ontslag

Persoonsbewijs – identieficatiebewijs

Razzia – actie waarbij zoveel mogelijk joden werden opgepakt door de Duitsers en gedeporteerd werden


Februaristaking – na de eerste razzia in Amsterdam (21 en 22 februari 1941) brak daar in solidariteit met de joodse gevangen deze staking uit, maar deze werd met harde hand neergeslagen en de opgepakte joden werden gedeporteerd.

Doorgangskampen – kampen Vught en Westerbork waarvandaan de joden naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor werden vervoerd. Bijna 110.000 joden werden zo weggevoerd. Van hen keerden er na de oorlog slechts 5.200 terug.

April-mei-staking – staking (in 1943) na de invoering van de maatregel die het mogelijk maakte krijgsgevangen militairen weer gevangen te nemen om in Duitse fabrieken te werken

Arbeidseinsatz – de verplichte tewerkstelling van alle Nederlandse mannen in Duitsland die niet speciaal onmisbaar waren in Nederland

Ausweis – identieteitsbewijs, als je een Ausweis had, werd je uitgezonderd van de Arbeitseinsatz

Onderduiken – verborgen houden voor de Duitsers

Hongerwinter – winter van 1944 op 1945, het gedeelte voven de grote rivieren was nog niet bevrijd. In de steden van het westen kon nniet genoeg voedsel worden aangevoerd waardoor greote tekorten ontstonden. De Duitse terreur verhevigde, het verzet nam in alle vormen toe. Pas op 5 mei 1945 capituleerde het Duitse leger in Nederland

Accommodatie – het grootste deel van de bevolking probeerde zo goed en zo kwaad als mogelijk het leven van voor de oorlog voort te zetten, te overleven door vergaande aanpassing

Collaboratie – een groep Nederlanders steunde de bezetter in het bereiken van zijn doelstellingen, de nazificatie en het inschakelen van Nederland bij de oorlogvoering. Sommigen gingen zover dat zij zich als vrijwilliger meldden voor de strijd aan het Oostfront, anderen verrijkten zichzelf door de aanleg van bunkers aan de stranden voor de Duitse verdediging

Verzet – een deel van de Nederlandse bevolking verzette zich actief tegen de bezetter en diens handlangers. Ook hierin waren vele vormen mogelijk. Van hulp aan onderduikers, het vervalsen van papieren, het rondbrengen van illegale kranten tot het plegen van gewapende roofovervallen en het vermoorden van Duitse functionarissen en Nederlandse verraders

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.