Economie hoofdstuk 3 boek: pincode 3e klas tl

Beoordeling 8
Foto van annemijn
  • Begrippenlijst door annemijn
  • 3e klas vmbo | 346 woorden
  • 13 januari 2019
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 8
6 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

begrippen economie    hoofdstuk 3

Chartaal geld: (wettig betaalmiddel)

Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten die de mensen in hun portemonnee hebben of thuis of in de kassa.

Directe ruil:

Je ruikt een product tegen een ander product zonder geld te gebruiken.

Indirecte ruil:

Je ruilt goederen of diensten met behulp van een ruilmiddel (geld).

Geldfuncties:

Geld kun je gebruiken als ruilmiddel, rekenmiddel of spaarmiddel.

Giraal geld:

Niet-tastbaar geld dat mensen op hun betaalrekeningen hebben.

Saldo:

Het bedrag dat op je bankrekening staat. Een positief saldo heet een creditsaldo. Een negatiefsaldo heet een debetsaldo.

Enkelvoudige rente:

Rente die na afloop van een jaar apart wordt uitgekeerd. Je spaartegoed zelf veranderd niet.

Samengestelde rente:

Rente die na elk jaar wordt bijgeschreven op je rekening. In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus de bijgeschreven rente (rente op rente)

Spaardeposito:

Een spaarrekening waar je geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een rentepercentage.

Spaarmotieven:

Renden om te sparen. Je kunt sparen voor een doel, uit voorzorg of voor de rente.

Variabele rente:

De bank kan op ieder moment het rentepercentage veranderen.

Vaste rente:

Het rentepercentage blijft tijdens de afgesproken periode hetzelfde.

Consumptief krediet:

Lening voor de aanschaf vaam een duurzaam cunsumptiegoed.

Hypothecaire lening:

Dit wil je ook lezen:

Lening voor de aankoop van een huis.

Krediet:

Ander woord voor en lening.

Kredietkosten:

Alles wat je meer terugbetaald dan je geleend hebt.

Krediet vormen:

Soorten leningen. Bankenbieden als kredietvorm;

  • Persoonlijke leningen
  • Doorlopend krediet
  • Salaris krediet

Leveranciers bieden als krediet vorm:

  • Koop op afstandsbetaling.

Leenmotieven:

Reden om geld uitlenen:

  • Om een tijdelijk geld te kort te overbruggen
  • Voor de aankoop van een duurzaam consumtiegoed
  • Onverwachte dringende uitgaven
  • Voor de aankoop van een huis

Beleggen:

Je steekt je geld in iets waarvan je verwacht dat het meer oplevert dan sparen.

Eurozone:

Het aantal landen van de EU die de euro als wettige betaalmiddel hebben.

Provisie:

Een vergoeding van de diensten van de bank. (Ook wel transactiekosten)

Vreemde valuta:

Vreemd geld. Geldsoort van landen buiten de eurozone.

Wisselkoers:

Geeft de verhouding aan van vreemde valuta en euro aan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door annemijn