Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 3.6
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas havo | 1107 woorden
  • 28 februari 2017
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 3.6
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Adolescentie

periode waarin de mens geestelijk volwassen wordt

AIDS

Acquired Immuno Deficiency Syndrome; naam voor de latere stadia van een HIV-infectie, waarbij het aantal witte bloedcellen verminderd is en er veel secundaire infecties voorkomen

Anticonceptie

methode om zwangerschap te voorkomen

Balts

gedrag dat bij veel diersoorten vooraf gaat aan de voortplanting

Bevruchting

het versmelten van de kern van een eicel met de kern van een zaadcel

Bevruchtingsmembraan

membraan dat de eicel afsluit nadat deze bevrucht is door 1 zaadcel. Hierdoor kunnen andere zaadcellen niet meer binnen komen

Celcommunicatie

het uitwisselen van informatie tussen cellen

Chlamydia

seksueel overdraagbare aandoening; bacterie-infectie

Concurrentie

proces waarbij individuen elkaar in hun bestaan nadelig beïnvloeden als gevolg van een gemeenschappelijke beperkende milieufactor. Coocurrentie kan binnen de soort en tussen soorten optreden

Cryopreservatie

resterende embryo's van IVF worden ingevroren

Diploïd

(=2n) Twee chromosomensets per kern (cel). Elk stel chromosomen komt van één ouder. Chromosomen komen dus voor in paren.

Embryo

kiem; 1. Jong plantje binnen een zaad 2. Ontwikkelingstadium van een dier binnen een ei of in de baarmoede.

Foetus

foetus of ouder embryo, bij een foetus zijn de organen al aangelegd. Zo noem je het embryo na 8 weken

Follikel

blaasje met een eicel in de eierstok, dat tijdens de ontwikkeling van een eicel groter wordt en uiteindelijk open barst

FSH

follikelstimulerend hormoon, hormoon dat door de hypofyse wordt afgescheiden en in de eierstokken o.a. de follikelrijping stimuleert

       

Gameten

geslachtscellen (eicellen en zaadcellen)

Gele lichaam

onderdeel van een eierstok, dat gevormd wordt uit de follikel na eisprong en zorgt voor progesteronproductie 

Geslachtelijke voortplanting

reproductie waarbij twee ouderlijke individuen betrokken zijn

Geslachtshormonen

stoffen die via het bloed de werking van de voortplantingsorganen regelen

Gonorroe

seksueel overdraagbare aandoening; bacterie-infectie; ook wel druiper genoemd

Haploïd

met een enkel (n) stel chromosomen per kern. Geslachtscellen(gameten) zijn voorbeelden van haploide cellen 

HCG

Humaan Chorion Gonadotropine Hormoon, een hormoon dat door het kiemblaasje (blastocyste) gevormd wordt en dezelfde werking heeft als LH. Onder invloed van HCG wordt de productie van oestrogeen en progesteron voortgeze

Herpes (genitalis)

een seksueel overdraagbare aandoening (soa). De oorzaak is een virus. Bij een besmetting komen er blaasjes op de huid en slijmvliezen van de penis, de vagina en de anus

HIV

Human Immunodeficiency Virus, virus dat de ziekte aids veroorzaakt

Hormonen

chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven en processen in het lichaam regelen

Hypofyse

hypofyse of hersenaanhangsel is een hormoonklier onder aan de hersenen, die in verbinding staat met de hypothalamus en o.a. stimulerende hormonen afscheidt. Stimulerende hormonen stimuleren de werking van andere hormoonklieren

Hypothalamus

gedeelte van de tussenhersenen. De hypothalamus staat in verbinding met de hypofyse en regelt door de afscheiding van neurohormonen de werking van de hypofyse

ICSI

KI-methode, waarbij een zaadcel in een eicel wordt geinjecteerd

Indaling

stadium van de bevalling, waarbij het hoofdje van de foetus in de bekkenholte komt te liggen

IUI

KI-methode, waarbij sperma direct in de baarmoeder wordt gespoten

IVF

In vitro fertilisatie; bevruchting vindt buiten het lichaam plaats ("reageerbuisbevruchting")

Karyogram

een chromosomenportret

Klievingsdelingen

celdelingen waarbij geen celgroei optreedt. 

Kunstmatige inseminatie (KI)

kunstmatig inbrengen van sperma in het vrouwelijk voortplantingsstelsel

LH

LH of Luteïniserend Hormoon is een hormoon, dat afgescheiden wordt door de voorkwab van de hypofyse en invloed heeft op de interstitiele cellen in de testes en de follikel in een eierstok

Meiose

meiose of reductiedeling is een combinatie van opeenvolgende kerndelingen, waardoor haploïde kernen ontstaan uit een diploïde kern. Meiose omvat meiose I en meiose II

Menstruatie

periodieke (maandelijkse) baarmoederbloeding bij de meeste primaten

Mutaties

verandering in het DNA van een organisme

Nageboorte

de placenta, navelstrengresten en de vruchtvliezen verlaten het lichaam van de moeder

Natuurlijke selectie

verschijnsel dat individuen met een beter aan het milieu aangepast genotype een grotere overlevingskans en voortplantingskans hebben en daardoor meer in de populatie zullen voorkomen dan andere

Navelstreng

streng die het embryo van zoogdieren verbindt met de placenta. De navelstreng bevat twee slagaders en een ader

Negatieve terugkoppeling

een stof remt zijn eigen aanmaak

Oestrogeen

door de eierstok afgescheiden hormoon, dat ontwikkeling van de geslachtsorganen, de vrouwelijke geslachtskenmerken en de groei van het baarmoederslijmvlies stimuleert en tevens de afscheiding van FSH door de hypofyse remt

Ongeslachtelijke voortplanting

reproductie waarbij 1 ouderlijk individu betrokken is

Ontsluiting

stadium van de bevalling, waarbij de baarmoedermond wijder wordt en de vruchtvliezen breken

Ovarium

eierstok

Ovulatie

eisprong; het openbarsten van een follikel waardoor een eicel vrijkomt

Periodieke onthouding

geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode

Placenta

placenta of Moederkoek is een orgaan dat is ontstaan uit de buitenkant van het embryoblaasje en het baarmoederslijmvlies, dat zorgt voor uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat van het kind

Poollichaampje

haploïde cel, die bij meiose tijdens de eicelvorming ontstaat en zich niet tot eicel ontwikkelt. Van de vier haploïde cellen die bij meiose ontstaan ontwikkelt zich slechts een tot eicel. De drie andere worden poollichaampjes genoemd en gaan te gronde

De begrippenlijst gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

haploïde cel, die bij meiose tijdens de eicelvorming ontstaat en zich niet tot eicel ontwikkelt. Van de vier haploïde cellen die bij meiose ontstaan ontwikkelt zich slechts een tot eicel. De drie andere worden poollichaampjes genoemd en gaan te gronde

Primaire geslachtskenmerken

kenmerken die vanaf de geboorte al aanwezig zijn, zoals de penis en vagina

Progesteron

hormoon geproduceerd door het gele lichaam in een eierstok of door de placenta.

Prostaat

deel van het mannelijk voortplantingsstelsel waar bij de mens de zaadleiders en urineleider in uitkomen. De prostaat voegt vocht met voedingsstoffen aan de zaadcellen

Puberteit

periode waarin het lichaam volwassen wordt

Recombinatie

het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen/genen. Recombinatie kan het gevolg zijn van de toevalsverdeling van beide homologe chromosomen bij de meiose over de haploïde cellen. Recombinatie kan ook het gevolg zijn van crossing-over

Secundaire geslachtskenmerken

kenmerken die pas tijdens de puberteit ontstaan

Seksualiteit

menselijke gevoelens en handelingen die een rol spelen bij lust en opwinding

Seksueel gedrag

al het gedrag dat met seksualiteit van mensen te maken heeft

Seksuele selectie

selectie vindt plaats op grond van eigenschappen die de kans op voortplanten bevorderen

Soa

seksueel overdraagbare aandoening, een infectieziekte

Sterilisatie

het onderbreken van de zaadleiders bij de man of eileiders bij de vrouw

Syfilis

seksueel overdraagbare aandoening met zweertjes aan slijmvliezen en verlammingen en aantastingen van hersenen in een vergevorderd stadium

Territorium

gebied dat door een of meer individuen van een soort wordt bezet en tegen binnendringende soortgenoten wordt verdedigd

Testis

zaadbal

Testosteron

mannelijk geslachtshormoon, die de mannelijke secundaire geslachtskenmerken veroorzaakt

Uterus

baarmoeder

Vruchtvlies

vlies om het embryo (de foetus)

Vruchtwater

vocht om een embryo (foetus); beschermt o.a. teggen stoten en uitdroging

Wee

samentrekking van de spieren in de baarmoeder

Zaadblaasje

orgaantje dat aan de zaadcellen een vocht toevoegt de zaadcellen actief maakt

Zygote

bevruchte eicel, die ontstaat door versmelting van twee gameten

  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.