Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Fysiotherapie

Beoordeling 9
Foto van Sofie
  • Artikel door Sofie
  • 3e klas vwo | 1827 woorden
  • 23 januari 2022
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 9
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

Inleiding

Als mijn zusje haar been bezeerd heeft met voetbal, kan ze altijd even bij Arthur terecht. Als oud-fysiotherapeut schat hij snel de ernst van de situatie in en kan met wat eenvoudige tips helpen. Handig!

Arthur Leegsma is een vriend van mijn ouders en komt regelmatig bij ons langs. Hij heeft altijd mooie verhalen over zijn werk in Humanitas, het verpleeghuis waar hij 35 jaar als fysiotherapeut werkte. Zelf vind ik het menselijk bewegingsapparaat ook erg interessant en daar praten we dan ook regelmatig over. Logisch dus dat ik bij deze opdracht aan hem moest denken. Dit was een mooie manier om meer te weten te komen over de opleiding tot en het werk van een fysiotherapeut. 

Het interview duurde 45 minuten, maar voelde als een normaal gesprek. Ik heb veel nieuwe dingen geleerd. Wist je bijvoorbeeld dat het menselijk lichaam teruggaat naar de foetushouding als het te lang stil ligt? Een fysiotherapeut kan helpen om uit deze houding te komen. Zo vertelde Arthur nog meer interessante anekdotes. Het interview heeft mijn idee van het vak ook veranderd. Zo dacht ik bijvoorbeeld dat fysiotherapeuten de hele dag mensen masseerden. Dit blijkt echter niet waar. Het vak richt zich naast het lichaam ook op de geest. Het overtuigen van cliënten is heel belangrijk.

Het gesprek leverde zoveel informatie op dat het uitwerken als vanzelf ging. Het lezen ervan hopelijk ook. Maar dat mag u bepalen.

Fysiotherapeut achtergrondinformatie

Jaarlijks maken ruim drie miljoen Nederlanders gebruik van fysiotherapie. Maar wat is dat eigenlijk? Fysiotherapie is een behandelmethode voor klachten aan je spieren, banden, gewrichten en zenuwen. Dit wordt ook wel het bewegingsapparaat genoemd. Een fysiotherapeut kan pijn verminderen en het lichaam beter laten functioneren. Dit wordt gedaan door verschillende behandelingen, oefeningen of het aanbrengen van bepaalde ondersteunende hulpmiddelen, zoals tape. Je kunt bij een fysiotherapeut terecht met een doorverwijzing van een dokter, maar dit hoeft niet.

Tijdens de eerste afspraak met een fysiotherapeut stelt hij of zij een behandelplan op. Deze verschilt per persoon want elk mens, elke klacht en elk lichaam reageert anders op een behandeling. Naast het behandelen van de klachten, wordt er ook veel aandacht besteed aan het voorkomen van terugkeer van de klachten. Een behandeling vindt plaats in een particuliere praktijk of in een zorginstelling. Denk hierbij aan een ziekenhuis, verpleeghuis of een revalidatiecentrum. Naast een fysieke behandeling worden er ook oefeningen gedaan voor meer kracht, coördinatie en lenigheid.

Er zijn verschillende soorten fysiotherapeuten. Algemene fysiotherapeuten behandelen alle soorten klachten die met bewegen te maken hebben. Sommige fysiotherapeuten hebben zich gespecialiseerd in een specifieke doelgroep, klacht of behandeling. Hiervoor hebben zij meestal een aanvullende opleiding gevolgd.

  • Geriatriefysiotherapeuten zijn gespecialiseerd in het behandelen van oudere mensen met een complexe aandoeningen. Een beroerte, dementie en de ziekte van Parkinson zijn hier voorbeelden van.
  • Sportfysiotherapeuten houden zich bezig met sportblessures. Onder deze therapie valt ook blessurepreventie en sport revalidaties.
  • Arbeidsfysiotherapeuten behandelen klachten een aandoeningen die mede het gevolg zijn van werk, of het werk beperken.
  • Manuale therapie is gericht op functiestoornissen van het bewegingsapparaat en de houding. De therapeut kijk vooral naar de gewrichten en wervelkolom.

En fysiotherapeut mag zich alleen zo noemen als deze de gelijknamige vierjarige hbo-studie heeft afgerond. In Nederland bieden 7 hogescholen deze opleiding aan. De studie ziet er ongeveer als volgt uit. Het 1e en 2e jaar bestaan vooral theoretische lessen zoals anatomie en psychologie. De student leert wat ‘gezond, ziek of geblesseerd zijn’ betekent voor cliënten en hun omgeving. Tijdens de opleiding wordt ook geleerd om cliënten te onderzoeken, behandelen of op een andere manier te beïnvloeden. In het 2e jaar zijn de fysiotherapeutische klachten die aan bod komen, een stuk ingewikkelder. Denk bijvoorbeeld aan neurologische of lichamelijke problemen waar niet zomaar een oplossing voor is. In het 3e jaar worden echt cliënten behandeld. De opleiding wordt afgesloten met een praktijkgericht onderzoek en een stage.

Vragen

Heb je altijd al fysiotherapeut willen worden?

Welk niveau op de middelbare heb je gedaan?

Welke opleiding heb je waar gedaan?

Wat leek jou leuk aan deze studie?

Welke vakken had je en welke vond je het leukst?

Waar heb je stagegelopen?

Wat kun je allemaal met deze opleiding?

Ben je na je studie meteen gaan werken als fysiotherapeut?

Waar heb je gewerkt?

Is het vak wat je ervan verwacht had tijdens je studie?

Wat vind je het leukste van je beroep?

En wat het minst?

Welke eigenschappen zijn belangrijk voor een fysiotherapeut?

Wanneer moet je NIET fysiotherapie gaan doen?

Is het een moeilijk of zwaar vak?

Wat heb je tijdens het werk geleerd, wat niet bij de studie behandeld werd?

Wat vind jij de belangrijkste ontwikkelingen in het vak?

Wat zijn de verschillen van het beoefenen van dit beroep van vroeger en nu?

Wat vind je hiervan?

Als je nu weer voor de keuze stond, zou je dan hetzelfde gaan studeren?

Artikel

Fysiotherapeut Arthur Leegsma (67):

“Dertig procent fysiotherapeut, twintig procent dominee en vijftig procent mens”

Je zou denken dat een fysiotherapeut voor het grootste gedeelte bezig is met het masseren en oefeningen doen, dit is echter niet het geval. “Een mens bestaat uit meer dan alleen spieren en zenuwen, er zit ook nog een kop op”, vertelt Arthur Leegsma.

Na de HBS (vergelijkbaar met het huidige VWO) en twee jaar diergeneeskunde ging Arthur Leegsma in militaire dienst. Terwijl hij in het leger zat, besloot hij om een andere studie te kiezen. Na uitgeloot te zijn bij de studie medicijnen, koos hij voor de opleiding tot medisch analist. Snel daarna kon hij aan het werk in het Sint-Fransiscus Gasthuis. Maar hier miste hij het contact met mensen.

Anatomie is saai

Arthur ging daarom op zoek naar een studie waarbij hij zijn al opgedane medische kennis kon toepassen. Het werd hbo-fysiotherapie aan de tegenwoordig hetende Hoge School van Rotterdam. “Ik bleek toch meer een mensenmens dan een buisjesmens te zijn”, vertelt hij. Tijdens zijn studie vond hij het vak psychologie het leukst. Anatomie het saaist, want zo abstract. Wat een ziek lichaam doet met je hoofd en omgekeerd vond hij interessant. “De ingang van therapie loopt via het hoofd.”

Verpleeghuis

Tijdens zijn studie deed Arthur verschillende stages. Zo werkte hij bij de Shell als arbeidsfysiotherapeut. Dit bedrijf had een eigen geneeskundige dienst, hierdoor hoefde de werknemers niet het terrein af als zij een doorverwijzing hadden naar een fysiotherapeut. Zijn tweede stage was in het Sint-Fransiscus Gasthuis. Hier heeft hij op de reuma- en longafdeling gewerkt.  Tenslotte liep hij stage in het Humanitas Verpleeghuis. Hier behandelde hij mensen die niet meer zelfstandig thuis konden wonen en lichamelijk of geestelijk dingen mankeerden.

Kwaliteit van leven

“Dit was mijn favoriete stage. In de particuliere praktijk kom je mensen met ongemakken tegen, voor het grootste gedeelte met rug- en nekklachten. Klachten die weer voorbijgaan. Cliënten in een verpleeghuis hebben te maken met klachten waarvan de consequenties veel heftiger zijn.” Bepalend voor de kwaliteit van leven, zo noemt hij het. In het verpleeghuis haalde Arthur meer voldoening uit zijn werk.

35 jaar

Na het behalen van zijn diploma kon Arthur niet gelijk een baan vinden als fysiotherapeut. Gelukkig had zijn oude werkgever hem nog nodig in het lab. Hier ging hij tijdelijk weer aan de slag als analist. Drie maanden later werd hij gebeld door zijn oude stagebegeleider uit Humanitas: een fysiotherapeut was ziek geworden, of Arthur de plaats in kon nemen. Uiteindelijk is hij daar 35 jaar blijven hangen.

Genezen en toveren

Het vak is in de praktijk niet wat hij ervan verwacht had. “In Rotterdam werd ik vooral opgeleid voor de particuliere praktijk. De gemiddelde boodschap was: bovenaan de lijst staat God, dan even niets, en daarna de fysiotherapeut.” Arthur geloofde er totaal niet in. “Het werd veel rooskleuriger voorgedaan, dan dat de praktijk is. Fysiotherapeuten zijn niet beter dan de gewone mens omdat ze kunnen genezen en ‘toveren’. Sterker nog, een tenniselleboog kun je acht van de tien keer niet beter maken. Wat je op school ook leert.”

Mentaal

De psychologische kant van zijn beroep is de belangrijkste. “De kunst van mij is om jou zo gek te krijgen, dat je je oefeningen gaat doen. Ook al heb je daar geen zin in. Ik ben voor dertig procent fysiotherapeut, voor twintig procent dominee en voor vijftig procent mens. Je hoeft niet per se veel fysiotherapeutische kennis te hebben om mensen te overtuigen. Een mentale behandeling is misschien wel belangrijker dan een fysieke.”

Speciale band

Het minst leuke van zijn baan vond hij de administratie. Daar was hij veel tijd aan kwijt, voor elke cliënten moesten minstens twee dossiers worden bijgehouden. “Van overleggen werd ik helemaal doodziek. De netto tijd die ik aan de bewoners van het verpleeghuis kon besteden, werd hierdoor steeds minder.” Juist het contact met zijn cliënten vond Arthur waardevol. “Sommige cliënten zag ik vaker dan mijn ouders. Daardoor bouwde ik met enkelen een bijzondere band op. Eentje daarvan was Mevrouw Splinter. Terwijl zij op sterven lag, vroeg zij naar mij. Ik werd opgebeld door haar arts omdat ze nog graag afscheid wilde nemen. Op dat soort niveau heb je dan een relatie met iemand.”

Goed verzorgen

Arthur vertelt dat er drie groepen cliënten zijn. “Als je mensen behandelt die revalideren, ga je voor het resultaat: je probeert ze op een hoog niveau te krijgen. Dan heb je een groep mensen die je op hetzelfde niveau wil houden. Bijvoorbeeld demente ouderen die hulp nodig hebben om uit bed te kunnen komen. Die functie wil je zo lang mogelijk behouden.  Dan is er de laatste groep. Deze begeleid je naar hun dood. Je weet van alle mensen die je verzorgt, dat ze uiteindelijk doodgaan. Nee, dat is niet erg. Zolang ze goed verzorgd zijn. Soms is het zelfs een opluchting.”

Recept

Empathie is volgens hem de belangrijkste eigenschap om een goede fysiotherapeut te worden. “Ook al ben je technisch goed, de vraag is of je mensen kunt bereiken. Het is een mensenbaan, je kijkt naar mensen.” Het vak zelf is best lastig. Mensen komen naar de fysiotherapeut met een probleem wat zich omschrijft als pijn. De kunst is om met de kennis van het menselijk lichaam een behandeldiagnose te maken. Tot vijf jaar geleden konden mensen alleen een afspraak krijgen als zij doorverwezen werden door de huisarts. De diagnose van de huisarts was lang niet altijd werkbaar, zegt Arthur. “Op de opleiding kreeg je alle ingrediënten voor een goede behandeling, maar het recept moest jezelf maken.”

Fantastisch werk

Er is door de tijd heen veel veranderd. Was een fysiotherapeut vroeger vooral ‘hands-on’ bezig, tegenwoordig is hij meer een coach. “Je geeft oefeningen waarmee de cliënt zichzelf moet behandelen. Life coachen is nu de trend. Daar hoort ook kennis over een gezonde levensstijl en didactiek bij.”

Met alle kennis die Arthur nu heeft, zou hij weer dezelfde keuze maken. “Fysiotherapie is mooi werk. Zeker in een verpleeghuis. Ik zag mezelf als een soort katalysator: versnelde het herstelproces zodat cliënten snel weer naar huis konden. Dat vind ik nog steeds fantastisch

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Sofie