Presentatie over het ontstaan van de Van Nellefabriek, met alles wat daaraan vooraf ging (o.a. ontstaan van het Bauhaus).
Informatie afkomstig uit De Bespiegeling.
Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright bezocht in 1893 de wereldtentoonstelling in Chicago waar hij onder de indruk raakte van het Japanse paviljoen.
Japanse woningen hebben een doorlopend vloeroppervlak en de muren kunnen naar believen worden weggehaald of verplaatst. Hij ontwierp het Robie-house, waarin plafonds doorlopen in balkons. De horizontale lijnen zorgen ervoor dat het huis zich in het landschap voegt.
Wright was het voorbeeld voor Gerrit Rietveld. Hij ontwierp het Schröderhuis, waarin hij schuifdeuren plaatste zodat de indeling van binnen en buiten niet vast ligt en veranderd kan worden. Glaswanden zorgden voor licht en openheid en versterkten dit idee.
Rietveld ontwierp een stoel die precies in het huis paste, door horizontale en verticale balkjes te gebruiken. Hij was gebouwd naar Mondriaans schilderij compositie en is een van de voorbeelden van De Stijl, waarover ook al de vorige keer is verteld.
De Stijl zorgt voor innerlijke rust, harmonie en orde. Daarom kunnen ook alleen de primaire en de niet-kleuren worden gebruikt, anders zou het volgens Mondriaan een chaos worden. De lijnen moeten zoveel mogelijk horizontaal en verticaal zijn.
In 1919 werd het Bauhaus opgericht, na enthousiasme over Rietveld en De Stijl. Het werd het verzamelpunt voor zij die in de toekomst geloofden na chaos van de oorlog.
Het Bauhaus wil persoonlijke willekeur uitbannen, alles moet zijn gericht op het vinden van objectieve vormgeving, die bestaat uit primaire kleuren en geometrische vormen (vierkant, cirkel, driehoek), zoals ook het gebouw zelf.
In het theater werd in plaats van het toneel aan te passen aan de voorstelling, de mens aangepast aan de abstracte ruimte. Dansers bewogen zich in kostuums met kubus/ bolvormen en ze moesten vaak in rechte lijnen dansen. De verhalen hadden geen begin of eind.
Industrie speelde ook een belangrijke rol bij het Bauhaus. Door gebruik te maken van metaal in plaats van hout, voor bijvoorbeeld stoelen, kon er snelle massaproductie plaatsvinden. Er mocht geen gevoel ontstaan bij kunst, zoals ook is te zien bij de kinderwieg van Peter Keler.
Naast het Bauhaus ontstond het CIAM, het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne, geleid door Le Corbusier. De Bijlmermeer is naar zijn ideeën ontworpen. Bij het CIAM probeerden architecten nieuwe richtlijnen voor volkshuisvesting en stadsplanning te maken. Hieruit ontstond Het Nieuwe Bouwen, dat beïnvloed was door het onder andere het Bauhaus en De Stijl. Het Nieuwe Bouwen was erg functioneel en er mochten geen verwijzingen naar andere zaken zijn. Schoonheid zou niet ontstaan door marmer of extra decoraties, maar door functionaliteit. Daarom waren glas, staal en gepleisterde witte wanden nodig. Woningen en werkplekken moesten door stedenbouwkundige planning worden gerealiseerd, zodat iedereen recht kon hebben op licht en ruimte. Het ging hierbij vaak om wolkenkrabbers en flats die weinig varieerden en rechte vormen hadden, zodat ze in harmonie waren met de geest van de mens. Het gebruik van skeletbouw was nodig om glazen wanden te gebruiken die nodig waren voor de lichtinval. Een voorbeeld is de Openluchtschool in Amsterdam.
De Stijl, het Bauhaus en Het Nieuwe Bouwen zijn behalve dat door Japanse stijl zijn beïnvloed, ook beïnvloed door het constructivisme uit Rusland, dat weer verwant is aan het futurisme. Dit zijn allemaal modernistische kunststromingen, die aan het begin van de 20e eeuw ontstonden. Ze gaan uit van heel strak design zonder veel gevoel. Behalve de Bijlmermeer, is ook het Farnsworth house voorbeeld van modernisme.
Het beste voorbeeld van Het Nieuwe Bouwen is de Van Nellefabriek in Rotterdam, gebouwd door architecten Johannes Brinkman en Leendert van de Vlugt. Ook hierbij is gebruik gemaakt van skeletbouw.
Opvallend is de kromming van de gevel, welke niet per se functioneel is. De kromming zorgt ervoor dat het gebouw niet erg kil eruit ziet, maar een menselijk karakter krijgt.
Informatie afkomstig uit De Bespiegeling.
Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright bezocht in 1893 de wereldtentoonstelling in Chicago waar hij onder de indruk raakte van het Japanse paviljoen.
Japanse woningen hebben een doorlopend vloeroppervlak en de muren kunnen naar believen worden weggehaald of verplaatst. Hij ontwierp het Robie-house, waarin plafonds doorlopen in balkons. De horizontale lijnen zorgen ervoor dat het huis zich in het landschap voegt.
Wright was het voorbeeld voor Gerrit Rietveld. Hij ontwierp het Schröderhuis, waarin hij schuifdeuren plaatste zodat de indeling van binnen en buiten niet vast ligt en veranderd kan worden. Glaswanden zorgden voor licht en openheid en versterkten dit idee.
De Stijl zorgt voor innerlijke rust, harmonie en orde. Daarom kunnen ook alleen de primaire en de niet-kleuren worden gebruikt, anders zou het volgens Mondriaan een chaos worden. De lijnen moeten zoveel mogelijk horizontaal en verticaal zijn.
In 1919 werd het Bauhaus opgericht, na enthousiasme over Rietveld en De Stijl. Het werd het verzamelpunt voor zij die in de toekomst geloofden na chaos van de oorlog.
Het Bauhaus wil persoonlijke willekeur uitbannen, alles moet zijn gericht op het vinden van objectieve vormgeving, die bestaat uit primaire kleuren en geometrische vormen (vierkant, cirkel, driehoek), zoals ook het gebouw zelf.
In het theater werd in plaats van het toneel aan te passen aan de voorstelling, de mens aangepast aan de abstracte ruimte. Dansers bewogen zich in kostuums met kubus/ bolvormen en ze moesten vaak in rechte lijnen dansen. De verhalen hadden geen begin of eind.
Industrie speelde ook een belangrijke rol bij het Bauhaus. Door gebruik te maken van metaal in plaats van hout, voor bijvoorbeeld stoelen, kon er snelle massaproductie plaatsvinden. Er mocht geen gevoel ontstaan bij kunst, zoals ook is te zien bij de kinderwieg van Peter Keler.
Naast het Bauhaus ontstond het CIAM, het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne, geleid door Le Corbusier. De Bijlmermeer is naar zijn ideeën ontworpen. Bij het CIAM probeerden architecten nieuwe richtlijnen voor volkshuisvesting en stadsplanning te maken. Hieruit ontstond Het Nieuwe Bouwen, dat beïnvloed was door het onder andere het Bauhaus en De Stijl. Het Nieuwe Bouwen was erg functioneel en er mochten geen verwijzingen naar andere zaken zijn. Schoonheid zou niet ontstaan door marmer of extra decoraties, maar door functionaliteit. Daarom waren glas, staal en gepleisterde witte wanden nodig. Woningen en werkplekken moesten door stedenbouwkundige planning worden gerealiseerd, zodat iedereen recht kon hebben op licht en ruimte. Het ging hierbij vaak om wolkenkrabbers en flats die weinig varieerden en rechte vormen hadden, zodat ze in harmonie waren met de geest van de mens. Het gebruik van skeletbouw was nodig om glazen wanden te gebruiken die nodig waren voor de lichtinval. Een voorbeeld is de Openluchtschool in Amsterdam.
De Stijl, het Bauhaus en Het Nieuwe Bouwen zijn behalve dat door Japanse stijl zijn beïnvloed, ook beïnvloed door het constructivisme uit Rusland, dat weer verwant is aan het futurisme. Dit zijn allemaal modernistische kunststromingen, die aan het begin van de 20e eeuw ontstonden. Ze gaan uit van heel strak design zonder veel gevoel. Behalve de Bijlmermeer, is ook het Farnsworth house voorbeeld van modernisme.
Het beste voorbeeld van Het Nieuwe Bouwen is de Van Nellefabriek in Rotterdam, gebouwd door architecten Johannes Brinkman en Leendert van de Vlugt. Ook hierbij is gebruik gemaakt van skeletbouw.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden