overvoeding obesitas

Overvoeding. (p.150-160)

1. Geef 4 andere namen voor overgewicht.
- Overgewicht. - Obesitas.
- Adipostas. - Vetzucht.

2. Van wat is er sprake bij overgewicht?
Bij overgewicht is er sprake van een te grote hoeveelheid lichaamsvet.

3. Leg uit: Het geschetste slankheidsideaal is voor de meeste mensen niet haalbaar en ook niet wenselijk.
Het geeft een ideaal beeld van lange, slanke mensen, vooral bij vrouwen.
Het ideaal is slanker dan de meeste mensen zijn.

4. Wat zijn de gevaren van dit slankheidsideaal?
Dit slankheidsideaal kan leiden tot: - eetstoornissen.
- Bizarre afslankgewoonten.
- Bizarre eetgewoonten.

5. Waarom hebben dikke mensen een negatief zelfbeeld?
- Ze worden gediscrimineerd.
- Ze worden gepest.
- Ze worden afgeschilderd als lui.

6. Geef 6 fysieke complicaties tgv overgewicht.
- Hart- en vaatziekten. - Complicaties bij operaties.
- Kortademigheid. - Spataders.
- Zwangerschapstoxicose. - Artrose.

7. a) Wat is appelobesitas?
Vetafzetting op de buik.
Dit geeft een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, artrose.
Vooral bij mannen.
b) Wat is perenobesitas?
Vetafzetting op heupen en dijen.
Vooral bij vrouwen.

8. a) Wat is een positieve energiebalans?
Overgewicht wordt gekenmerkt door een te hoog percentage lichaamsvet als gevolg
van een langdurig positieve energiebalans.
energie-inname = energieverbruik + energie-opslag
De energie-inname is dus te groot ten opzichte van het energieverbruik.

b) Hoe kan deze ontstaan?
Door bewegingsarmoede (te laag energieverbruik) en doordat er teveel voedsel voor
hande is.

c) Wat is het gevolg?
Omdat er zoveel voedsel voor handen is, is het moeilijk om niet meer te eten dan
nodig is.
Als daar nog eens het te laag energieverbruik komt, dan is de kans groot dat je
lichaamsgewicht toeneemt.

9. Moet je om dik te worden veel extra’s eten? Maak dit duidelijk adhv een
voorbeeld.
Je moet niet veel extra’s eten om dik te worden.
Elke dag 100 kcal teveel betekent een gewichtstoename van 20kg in vet per 5 jaar.
100kcal komt overeen met: - 1 blikje frisdrank.
- 1 stukje kaas.
- 2 koekjes.

10. Waarom leidt vetrijke voeding gemakkelijker tot overgewicht?
Als er voldoende energie is, wordt de vetoxidatie geremd en wordt het vet opgeslagen.

11. Wat zijn de voordelen van lichaamsbeweging?
- Het verhoogd de hoeveelheid benodigde energie, misschien net genoeg om de
energiebalans in evenwicht te brengen.
- Het bevordert de vetoxidatie.
- Het zorgt voor een afname van de vetafzetting in de buikholte.

12. Bespreek de invloed van corticosteroïden en het schildklierhormoon bij het
ontstaan van overgewicht?
- corticosteroïden: Ze bevorderen het vastzetten van vet in het lichaam.
Als er te veel van deze hormonen worden geproduceerd, of als deze
hormonen als geneesmiddel worden gegeven ontstaat vetzucht.
- schildklierhormoon: Bepaald het basale metabolisme.
Bij een laag basaal metabolisme wordt weinig energie verbruikt,
waardoor er makkelijk overgewicht ontstaat.

13. Voeding met veel vezels werkt verzadigend. Leg uit?
Voedingsvezels zijn volumineus en werken daardoor snel verzadigend en ze remmen de maagontleding.

14. Koolhydraatrijke voedingsmiddelen met weinig voedingsvezel nodigen weer snel uit tot eten. Leg uit + geef voorbeelden van dergelijke voedingsmiddelen?
Koolhydraatrijke voeding doet het glucosegehalte in het bloed snel dalen, waardoor er een hongergevoel ontstaat.
vb: frisdrank, koek, snoep.

15. Het gebruik van de pil kan leiden tot overgewicht. Leg uit?
De pil geeft een verhoogd gehalte aan oestrogeen.
Oestrogeen heeft een invloed op het honger- en verzadigingsgevoel.
Door hun invloed op het hongergevoel kunnen ze leiden tot overgewicht.

16. Waarom worden patiënten die op psychiatrische afdelingen verblijven,
gemakkelijk te dik.
In de regulatie van honger en verzadiging spelen chemische stoffen een rol.
Vrij veel geneesmiddelen hebben dus een invloed op de eetlust.
Bij langdurig gebruik van geneesmiddelen die gebruikt worden bij psychiatrische ziektebeelden kan overgewicht voorkomen.

17. Verklaar de volgende begrippen:
a) Emotioneel eetgedrag:
Compensatiegedrag voor negatieve/onaangename gevoelens.

b) Extern eetgedrag:
Zich laten leiden door geur, uitzicht, tijd,… in plaats van door het honger- en
verzadigingsgevoel.

c) Lijngericht eetgedrag:
Door veelvuldige pogingen om af te vallen en evenveel mislukkingen ontstaat er
een steeds negatiever zelfbeeld en een negatieve zelfwaardering.
Men laat de moed zakken na de 1e x zondigen.
Dit kan leiden tot depressie, prikkelbaarheid en boulemie.

18. Wat is het jojo-effect?
Telkens weer afvallen en terug bijkomen.
Dit heeft tot gevolg dat de ruststofwisseling daalt, hierdoor wordt elke hernieuwde poging om weer af te vallen moeilijker.

19. Is obesitas erfelijk of erft men de slechte voedingsgewoonten over?
Obesitas is erfelijk bepaald maar de omgevingsfactoren bepalen of obesitas al dan niet tot uiting komt.