Experimentverslagen

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 1e klas vwo | 657 woorden
  • 13 februari 2002
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Hoeveel jonge meiden en vrouwen krijgen per dag trombose door de anticonceptiepil?

Wil je meer informatie over Trombose? Lees het hier!

Experiment 4.2

Verander de totale massa tijdens een reactie??? -De massa van de erlenmeyer meet het kleine reageerbuisje bedraagd 86,80 gram. - Nadat de beide vloeistoffen met elkaar in contact zijn gekomen, treed er een chemische reactie op. Er ontstaat een vaste stof die steenrood van kleur is. De massa van dit mengsel bedraagd: 86.80 gram. Conclusie: Bij een chemische reactie is de massa van de beginstoffen gelijk aan de massa van de reactieproducten.

Experiment 4.3

Wanneer stopt een reactie? Als we een brokje koolstof met een brander verhitten gaat het gloeien. Wanneer we een omgekeerde erlenmeyer met zuurstofgas. over het brokje koolstof heen zetten vlamt de koolstof op. Er treed dan duidelijk zichtbaar een chemische reactie op tussen de stoffen zuurstof en koolstof. Na enige tijd stopt de reactie. Wanneer we opnieuw een erlenmeyer over het brokje koolstof heenzetten gaat de koolstof weer branden. Conclusie: Een chemische reactie kan worden gestopt als 1 van de beginstoffen op is. In dit experiment was de stof zuurstof in onvoldoende mate aanwezig om alle koolstof hierop te laten reageren. De stof koolstof was in overmaat aanwezig.

Experiment 4.4

Welke type ontledingsreacties zijn er??? onderdeel 2: We leiden een elektrische stroom door een oplossing van koperbroïde aan de positieve elektroden (anode) ontstaat een bruinrode vloeistof. Aan de negatieve pool ontstaat een roodbruin nnerslag. Dit is koper. Conclusie: er is een ontledings reactie opgetreden, het koperbromide is verdwenen en de stoffen koper en broom zijn ontstaan. Reactie schema: Koperbromide (AQ) koper (s) + broom (l)

Opmerking 2: als we de stroom uitschakelen stopt de reactie. De reactie is endotherm.

Onderdeel3: fotolyse van zilverchloride. We leggen een aantal voorwerpen op een stukje fotopapier (wit) na verloop van tijd wordt het fotopapier zwart van kleur verwijderen we de voorwerpen. Dan zien we dat het fotopapier daaronder nog wit is. Conclusie: onder invloed van het licht is het materiaal van het fotopapier (zilverchloride) ontleed in zilver en chloor.

Reactie schema: Zilverchloride (s) zilver (s) + chloor (g) Dus de reactie is endotherm

Houden we het fotopapier in het donker dan stopt de reactie!

Experiment 4.5

We druppelen een hoevellheid water op wit kopersulfaat. Het kopesulfaat wordt blauw van kleur. Druppelen we alcohol op wit kopersulfaat dan gebeurt er niets. Ook niet bij terpetine. d.w.z. alleen water verkleurt bij wit kopersulfaat selectief reagens op water.

Experiment 4.6 We verhitten een hoeveelheid koolstof in een bolbuis en leiden hier lucht overheen. De koolstof gaat gloeien en er komt een gas vrij. Dit gas leiden we door een wasfles gevuld met helder kalkwater. Het kalkwater wordt troebel wit van kleur. Conclusie: omdat kalkwater een reagens is op koolstof dioxide is hiermee aangetoond dat het verbrandignsproduct van koolstof dioxide is.

Experiment 4.7

We erhitten een hoevellheid zwavel in een schuitje in een buis. De zwavel gaat smelten en branden met een blauwe vlam als we er lucth over blazen. Het verbrandingsproduct leiden we door een wasfles gevuld met het lichtbruine broomwater. Het broomwater wordt kleurloos. Conclusie: daar broomwateer een reagens is op zwaveldioxide is hiermee aangetoond dat het verbranden van zwavel, zwavel dioxide is.

Experiment 4.8

We brengen een brandende aardgasvlam in een bekergla en sluiten dit af met een horloge-glas. De vlam dooft en het bekerglas beslaat. Gaan we met een blauw kobalt chloride papiertje langs de aanslag op de wand wordt roze. Conclusie: Er is water ontstaan. Vervolgens voegen we een hoeveelheid kalkwater toe en schudden het bekerglas kalkwater. Dan wordt het troebel Conclusie: er is koolstofdioxide ontstaan. Algemene conclusie: bij verbranding van aardgas komen de stoffen water en koolstofdioxide vrij.

Experiment 4.9

Als we een waxinelichtje proberen aan te steken aan de zijkant dan lukt dit niet. Steken we een waxinelichtje aan, aan de pit, dan gaat het branden. Het brandende waxinelichtje zetten we in een bekerglas en sluiten dit af met een horloge glas. Het waxinelichtje doof Bekerglas beslaat (zie aardgas exp. 4.8) Voor aantoning van verbrandingsproducten knijpen we met de pincet in de pit van een brandend waxinelichtje dan dooft de vlam! Toevoer van kaarsvet stop.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.