Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Woordwijzer 3.1 - 3.5

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • vwo | 933 woorden
  • 23 juli 2008
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Laat van je horen: schrijf een brief en kom in de krant 📰

Ook dit jaar organiseert Nieuws in de Klas een schrijfwedstrijd waarbij het winnende verhaal wordt gepubliceerd in de krant. Schrijf jij het meest vlammende betoog, best onderbouwde of scherpste opinie over wat er nu speelt in de wereld, dichtbij of ver weg? Of het nu gaat over het milieu, geloof, vluchtelingen of het nieuwe kabinet, AI of gender-issues, alle meningen zijn welkom. 

Doe mee!
3.1
Abonnee = iemand die zich geabonneerd heeft.
Chimpansee = aapsoort
Corvee = werkdienst
Coryfee = hoogste uitblinker
Diarree = buikloop
Dieet = voorgeschreven voedingswijze
Dominee = titel voor aanduiding van een predikant
Dragee = tablet
Entree = binnenkomst
Gedwee = meegaand
Hachee = gerecht van stukjes vlees
Heelal = universum
Heimwee = verlangen naar huis
Marechaussee = korps van de militaire rijkspolitie
Matinee = middagvoorstelling

Meedogenloos = hardvochtig
Merendeel = grootste deel
Moskee = islamitisch bedehuis
Onderzeeër = duikboot
Onderzeese = van onder het wateroppervlak
Portemonnee = geldbeurs
Puree = brij van fijngewreven erwten
Scarabee = mestkever
Toffee = snoepgoed
Tweeling = tweetal broers/zusters die zich tijdens de zwangerschap hebben ontwikkeld en kort na elkaar zijn geboren
Veelal = vaak
Wreedaard = gruwelijke man
Zeearm = lange, smalle inham van een zee
Bochel = verkromming van de ruggengraat
Goochelen = toverkunstjes verrichten
Goochem = slim
De grote opening =

De grootte van de opening =
Rochelen = met keelgeluid ademen

3.2

Academie = genootschap van letterkundige en geleerde
Affiche = aanplakbiljet
Alibi = het bewijs dat men elders was
Amfibie = gewervelde diersoort
Analist = iemand die analyses verricht
Antisemitisme = vijandigheid
Archivaris = beheerder van een archief
Artiest = kunstenaar
Artikel = handelswaar
Artistiek = in overeenstemming met de regels
Asiel = toevlucht
Automobilist = iemand die in de auto zit
Chemisch = scheikundig
Chic = modieuze verfijning in uiterlijk of gedrag
Cilinder = rolrond lichaam

Cipier = gevangenbewaarder
Cipres = altijd groene naaldboom uit Zuid-Europa
Conditie = toestand waarin iemand verkeert
Confetti = gekleurde papiersnippers
Cursiveren = met schuine letters drukken
Detective = rechercheur
Elektrisch = betrekking hebbend op
Elite = de beste
Fabrikant = eigenaar van een fabriek
Facsimile = nauwkeurige nabootsing van geschriften
Fanaticus = fanatiekeling
Februari = 2e maand van het jaar
Felicitatie = gelukwens
Giechelen = gesmoord lachen
Graffiti = gemaakte opschriften
Gummiknuppel = gummistok
Hiërogliefen = tekens van een beeldschrift
Intimiteit = vertrouwelijkheid
Intrige = verwikkeling van een roman of toneelstuk / kuiperij, konkelarij

Islamitisch = betreffende de islam
Januari = 1e maand van het jaar
Juridisch = rechtskunde
Kaki = grauwgele kleur
Kolibrie = vogelsoort
Komedie = blijspel
Kopie = afschrift
Kwibus = vreemd persoon
Logies = onderdak
Logisch = behorend tot de logica
Macaroni = spijs met fijn deeg
Magnetisch = magneetkracht bezittend
Minimaal = op ze minst
Minieme = zeer klein
Monopolie = bordspel/alleenheerschappij
Motiveren = van argumenten voorzien / enthousiast maken => begeesteren
Mummie = gebalsemd en gedroogd lijk
Muzikaal = voor muziek begaafd
Naïviteit/naïveteit = uiting van onnozelheid

Nicotine = in tabak aanwezige giftig alkaloïde, verslavend middel
Normaliter = gewoonlijk
Oxide = verbinding met zuurstof
Piramide = lichaam van een veelhoek/Egyptisch grafmonument
Polikliniek = inrichting waar aanlopende patiënten geneeskundige hulp wordt verleend
Praktisch = zinvol/handig, efficiënt/met betr. tot de praktijk
Primitief = oorspronkelijk
Principe =grondoorzaak
Provisorisch = provisioneel
Recidivist = iemand die een examen moet herhalen
Regime = bestuur
Remise = overmaking van geld / stelplaats
Repetitie = toets / herhaalde oefening
Routine = geregelde gang van zaken
Salami = gerookte worst met uien en knoflook
Silo = voederkuil

Solide = dicht
Souvenir = aandenken
Spaghetti = meelproduct
Sperziebonen = groente soort
Sportiviteit = het sportief zijn
Stabiliseren = laten voortduren
Steriliseren = onvruchtbaar maken
Stimuleren = prikkelen
Surprise = verrassing
Timide = verlegen
Tiran = gewelddadige heerser
Tribune = spreekgestoelte
Vehikel = voertuig
Vermicelli = spijs van draadvormige gewonden meelpijpjes
Vitrine = etalage

3.3

baby = zuigeling
chrysant = uit Oost-Azië afkomstige samengesteldbloemige plant met grote, stervormige bloemen
cyaankali = zeer giftig zout, dat door het maagsap in blauwzuur wordt omgezet

cyclaam : sleutelbloemige plant, vaak als sierplant gekweekt
cycloon = tropische wervelstorm / lagedrukgebied
cycloop = reus met één rond oog in het midden van het voorhoofd / klein zoetwaterkreeftje
cynisch = een pijnlijk ongeloof in het goede aan de dag leggend / deugd of hogere waarde gelovend
dynamiet = springstof (waarin nitroglycerine door een poreuze stof wordt vastgehouden)
dynamisch = beweging betreffend
dynastie = regerende familie => vorstenhuis
encycliek = pauselijke brief van algemene strekking aan alle bisschoppen
encyclopedie = zaakwoordenboek
fysicus = natuurkundige
fysiek = 1 lichamelijke gesteldheid => gestel
2 (bn) wezenlijk bestaand => werkelijk
3 (bn) lichamelijk
glycerine = dikvloeibare, zoet smakende vloeistof
gymnastiek = lichaamsoefeningen
hiëroglyfen = tekens van (Egyptisch) beeldschrift

hobby = favoriete bezigheid => liefhebberij
hyacint = bolplant met gekleurde, geurige trosbloemen
hygiënisch = schoon, zodat infectie wordt voorkomen
hyperventilatie = het te snel en diep ademhalen wat tot benauwdheid en hartkloppingen leidt
hypnose = trance
hysterie = 1 zenuwziekte, die zich uit in de gemoedsstemming, krampen en andere verschijnselen / zenuwziekte waarbij het onderbewuste een zelfstandig optreden krijgt
2 daarmee vergeleken, overdreven opwinding
idyllisch = schilderachtig landelijk en vreedzaam (landschap)
labyrint = doolhof

lyceum = middelbare school die de onderwijstypen gymnasium, atheneum en havo omvat
lymfeklieren = lymfknoop = orgaantje in het lymfvaatstelsel dat de aangevoerde lymfe van ongerechtigheden zuivert
lynchen = (een van misdaad verdachte persoon) in samenwerking met anderen zonder proces vermoorden
lyrisch = enthousiast
lysol = sterk ruikend ontsmettingsmiddel met bruinachtig gele kleur
mysterie = iets onbegrijpelijks, onverklaarbaars => geheim, verborgenheid
mythologie = godenleer
nylon = kunststof, bestaande uit vezels => polyamide, synthetische kunststof
polygamie = samenleving van een mens of dier met meer dan één partner
pony = klein soort paard
psychiater = specialist voor psychische aandoeningen / arts voor geestesziekten
psycholoog = beoefenaar van de psychologie

pyjama = nachtkleding, bestaande uit jas en broek
pyromaan = iemand die aan pyromanie lijdt (pyromanie = ziekelijke neiging tot brandstichten)
rally =1 wedstrijd per fiets, auto enz.
2 reünie
3 slagenwisseling bij sporten met een net zoals tennis, badminton en volleybal
sherry = witte Spaanse wijn => xeres, xereswijn
symbool =
1 verdichting van een begrip in een enkele voorstelling => teken, zinnebeeld
2 [rel.] doop- of geloofsbelijdenis => belijdenis
3 een teken dat in formules een begrip, stof of bewerking voorstelt
symfonie = meestal vierdelig, veelstemmig muziekstuk voor vol orkest zonder solist
symmetrisch = symmetrie bezittend, aan twee of meerdere kanten gelijk
sympathiek = aardig

synode = kerkvergadering
synoniem = gelijkbetekenend
systeem =
1 de wijze waarop iets is ingericht en de regels die dienen ter instandhouding daarvan => bestel, gestel
2 het geheel van handelingen die dienen om een gesteld doel te bereiken => methode
tectyleren = (een auto) behandelen met tectyl (antiroestmiddel)
teddybeer = speelgoedbeertje met plucheachtige pels
type = model / kenmerkend voorbeeld / eigenaardig, wonderlijk individu => zonderling
typisch = karakteristiek, kenmerkend/ eigenaardig => vreemd
typiste = machineschrijfster

3.4

Applaus = handgeklap
Audiëntie = terechtzitting
Aula = gehoorzaal
Aureool = omgevende glans

Authentiek = oorspronkelijk
Autochtoon = uit het land zelf afkomstig
Benauwd = angstig
Clausule = toevoegsel bij een voorschrift
Dauw = vochtigheid in de lucht
Fraude = valsheid
Kabeljauw = zeevis
Kauwgom = plakje waarop men kan kauwen
Klauteren = met inspanning klimmen
Klauw = scherpe, kromme nagel
Knauwen = kauwen

3.5

Beiaardier: klokkenspelbespeler
Beits: Chemisch middel voor het veranderen van de kleur van hout / waterige, beschermende kleurstof voor hout, leer, metaal
Eigengereid: op eigen gezag
Feilloos: zonder fouten
Geiser: waterdamp spuitende bron
Vruchtengelei: jam

Eetgerei: bestek
Heiig: wazig in de lucht
Kastelein: slotvoogd
Lakei: livreiknecht (huisbediende in livrei), kamerdienaar
Livrei: uniform van een mannelijke huisbediende
Meineed: valse eed
Onfeilbaar: nooit falend
Pastei: gebak van fijn deeg, gevuld met gehakt vlees, gevogelte en dergelijke.
Postelein: zurig smakende bladgroente
Sociëteit: vereniging voor gezellig verkeer
Uitweiden: van de hoofdzaak afwijken
Verbreiden: over een grote ruimte uitstrekken
Weifelen: aarzelen
Accijns: belastingen
Benijden: afgunstig zijn op
Bijt: in het ijs gehakt gat, voor bijv. vissers
IJle (lucht): dunne (lucht)

Karabijn: geweer met korte loop
Kopij: stof voor artikelen in de krant, tijdschrift enz.
lijzige (stem): saaie, zeurderige (stem)
Mijmeren: peinzen
(hooi)mijt: spinachtig diertje
Patrijspoort: rond glazen raam met waterdichte sluiting in de wand van een schip
Respijt: uitstel van betaling
Rijstebrij: brij van rijst en melk
Spijl: staaf in een raam of traliewerk
Schrijnende (pijn): brandende (pijn)
Venijnig: gemeen
Wijlen (mijn opa): (mijn) overleden (opa)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.