Woordenschat
Opdracht 1
1 niet onaardig = beslist goed; heel goed
2 banenreductie = ontslagronde; ontslagen
3 een klein mazzeltje = (hier) ongelooflijk veel geluk
4 om je dood te lachen = heel erg lachwekkend; heel erg grappig
5 een paar centen = behoorlijk veel geld
6 afslanken = kleiner worden (zodat er minder ambtenaren nodig zijn)
7 geen klap = helemaal niets
8 inslapen = sterven; (hier) een dodelijke injectie geven (wat de dierenarts doet), zodat het dier rustig sterft
9 een leuk karretje = een mooie en bijzondere auto
10 onaangenaam verrast = zeer geschrokken van de onverwachte (rellen); (of) vonden de onverwachte (rellen) zeer vervelend
11 interieurverzorgster = een werkster; een dienstmeisje
12 niet onwelwillend = in principe wel positief
Opdracht 2
1 litotes
2 eufemisme
3 understatement
4 hyperbool
5 understatement
6 eufemisme
7 hyperbool
8 eufemisme
9 understatement
10 litotes
11 eufemisme
12 litotes
Opdracht 3
1 Apocalyps (omschrijving, synoniem) ondergang van de wereld; einde der tijden; totale ineenstorting
2 onheilsprofeten (woorddelen) mensen die een zeer sombere toekomst voorspellen
3 evident l zeer duidelijk; overduidelijk
4 teloorgang i verdwijning; vernietiging; ondergang
5 beteugelen (woorddelen) in toom houden; bedwingen; zorgen dat het minder wordt
6 consumptie (woorddelen, context) het verbruik van goederen (met name eten en drinken)
7 alom (synoniem) overal
8 in het teken
gestaan b beheerst door
9 ontremmende (woorddelen, tegenstelling) de remmen loslatend; met steeds minder belemmeringen of beperkingen
10 schaars m zeldzaam; weinig beschikbaar
11 verkwisting (synoniem) verspilling
12 bewerkstelligd j veroorzaakt; gezorgd dat iets gebeurt
13 passanten (woorddelen) wie er voorbij komen; voorbijgangers
14 preventie f maatregel om iets ernstigs te voorkomen
15 alarmerende (woorddelen) wat/welke je wakker moet(en) schudden; onrustbarende
16 geografisch k wat de plaats en ligging betreft; aardrijkskundig
17 kampt met d heeft problemen met; heeft te maken met
18 morbide n ziekelijke
19 betutteling (omschrijving) het aan iemand min of meer opleggen of voorschrijven hoe hij zijn leven moet inrichten
20 geëngageerde g maatschappelijk zeer betrokken
21 stuitend a afschuwelijk; weerzinwekkend
22 weldoorvoede (woorddelen) gezegd van mensen aan wie je goed kunt zien dat ze meer dan voldoende eten krijgen; goed gevoed
23 intrinsiek h op zichzelf; innerlijk; wezenlijk; in zichzelf
24 draconische e heel erg strenge; heel grote
25 commercie c handel gericht op het maken van winst
Opdracht 4
1 Alinea 4: boekdelen spreken – zeer duidelijk zijn; een duidelijke boodschap hebben
Alinea 7: (geen) zoden aan de dijk zetten – (niet) helpen; (geen) effect hebben
Alinea 8: je vingers niet willen branden – geen risico’s willen nemen
een veto uitspreken – verbieden
moord en brand schreeuwen – luid en duidelijk protesteren (meestal ten onrechte)
2 a Alinea 4
twee metaforen: sluipmoordenaar – iets wat onverwacht tot ernstige ziekte en de dood kan leiden; kloof – zeer groot verschil
een metafoor in een werkwoord: gaapt – (de kloof) is duidelijk heel diep
b Alinea 5
twee metoniemen: rijk en arm – rijke mensen en arme mensen
c Alinea 6
een metafoor: konijnenvoer – eten dat normaal aan konijnen gevoerd wordt, zoals sla en wortelen; veelal negatieve aanduiding voor gezond, vegetarisch voedsel
d Alinea 8
drie metaforen: licht – perspectief, zienswijze; prikkels – stimulans; val – ondergang
3 a Alinea 1: niet onaanzienlijke (litotes)
b Alinea 2: het kost niets, nou ja, een grijpstuiver (hyperbool)
c Alinea 3: nogal wat (understatement)
puilen … uit (hyperbool)
d Alinea 6: geen konijnenvoer (hyperbool) (ook goed: woedende)
weldoorvoede (eufemisme voor ‘dikke’)
e Alinea 7: een bom suiker (hyperbool)
niet echt geneigd tot (litotes)
f Alinea 8: hadden het makkelijk (hyperbool) (ook goed: zeven euro).
Opdracht 5
1 teloorgang
2 schaars
3 geografisch
4 kampen met
5 betutteling
6 geëngageerd
7 beteugelen
8 bewerkstelligen
9 commercie
10 intrinsiek
Opdracht 6
1 a de dooi: ontspanning op politiek gebied
b waait er een frisse wind door …: is er nieuwe geestdrift en energie in …
c het regent …: er zijn heel veel …
d in de herfst van zijn leven: in de laatste fase van zijn leven
e dansen we op een vulkaan: leven we zorgeloos terwijl er grote problemen zijn
2 a zonnetje
b storm
c sneeuw
d mist
e kou
Opdracht 7
Eigen tekst
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden